Langs de omweg van het monument
PROFESSOR GEERT BEKAERT (TH EINDHOVEN) ZET NOTITIES BIJ HET MONUMENTENJAAR:
ONUMENTENJAAR
EW SAMENLEVING
Dr. P. Elderenbosch
vertelt over Taizé
kunst
cultuur
De theorieën
van
I Melly Uyldert
Wonderlijke
Bergtocht
Het monument en in meerdere mate nog de monumenten
zorg waren tot voor kort begrippen met zo'n hoge graad van
evidentie dat ze nauwelijks ter discussie werden gesteld. Zo
begint Be kaert zijn notities bij de Brabantse M-75 tentoon
stelling. Er waren voor- en tegenstanders van monumenten
zorg, maar voor beide groepen ging het om een even afgelijnd
objekt. Met het monumentenjaar schijnen er plotseling bar
sten in dit dichte omhulsel te zitten. Het begrip monument
vloeit langs alle kanten uit. Wie deze ontwikkeling „archeo
logisch" wil bekijken, van op zekere afstand en niet direct bij
op de bestudeerde situatie betrokken, komt in grote verle
genheid om een zinnige en sluitende samenhang van de
tegenstrijdige gegevens voor te stellen.
Hoe gerestaureerd kan worden De Camp-
veerse toren te Veere uoor de restauratie, een tefcentng van Pronk uit 1743 en het resultaat na een restauratie in 1950.
wreedheid ot zachtzinnigheid,
van tirannie of democratie Het
wordt steeds monument als het
die konkrete inhoud overstijgt
en op zijn eigen wijze getuigt
van een gemeenschappelijkheid
dwz. van een investering van
de gemeenschap in zichzelf Hel
monument heeft iets van een
feest dat zijn eigen intentionali
teit in zich draagt Het is dan
ook meer dan een getuige van
het verleden en een verwijzing
naar een traditie Wezenlijk is
het een vorm - of minstens een
eis naar vorm - van samenleven
het monument in het actuele le
ven vergeten. En deze voor
waarde geldt evenzeer voor ons
als voor onze houding ten over
staan van de derde wereld
Het zou een kortzichtige in
terpretatie van ons standpunt
zijn eruit af te leiden dat de hui-
dige praxis van de monumen
tenzorg in de gegeven omstan
digheden overbodig is en dat er
nu alleen maar gewacht kan
worden op gunstiger politieke
verhoudingen Het enige besluit
dat er betreffende monumen
tenzorg uit getrokken kan wor-
Zolang monumentenzorg
werd beschouwd als het zich in
zetten voor het uitzonderlijke
monument, of dit een gedenkte
ken, een gebouw, een gebou-
wengroep of een hele stad be
trof, was ze vrij gemakkelijk te
plaatsen in het geheel van de
maatschappelijke activiteiten
en bleven de conflicten die ze
uitlokte beperkt. Het monument
had zijn betekenis als venster
voor het verleden, aanvankelijk
vooral het eigen verleden, maar
gaandeweg ook het universele
verleden van de mensheid. Het
was degeprivileerdegetuige van
de traditie, gold als object van
de studie, en werd gekoesterd
als een soevenir Men kon ermee
pralen, maar men hoefde er ei
genlijk geen rekening mee te
houden Zelfs in de meest radi
cale, rationalistische, op effi
ciënte wijze gerichte planning
werd deze romantische toets
aanvaard en ook wel op een
handige wijze gebruikt. Hij ver
schafte een welkome culturele
vrijgeleide Een hele stad kon bij
wijze van spreken afgebroken
worden, als het monument maar
overeind bleef.
Het plan Voisin, dat Le Cor-
busier in 1925 voor de vernieu
wing van Parijs voorstelde,
voorzag in de opruiming van het
hele stedelijke magma Het
„mooie verleden" werd hierdoor
uit zijn overwoekering bevrijd,
de Notre-Dame en de Eiffelto-
ren kwamen als tuinbeelden in
een immens park te staan Deze
selectieve behandeling van het
monument scheen de enige mo
gelijkheid te zijn om het te kun
nen behouden in de stroomver
snelling van de vooruitgang De
vraag waarom het «fan toch nog
werd bewaard, was niet aan de
orde. Het monument werd in de
'autoritaire planning van een be
tere toekomst ervaren als een
natuurlijke barrière, een grens
die men niet ongestraft over
schreed Vagelijk werd vermoed
dat het op een of andere manier
aan het volk behoorde en dat het
aantasten ervan een geweld zou
kunnen losmaken dat op het ei
gen hoofd zou kunnen terecht
komen.
Nu evenwel, in het monumen
tenjaar, wordt ineens in zo goed
als alle gelegenheidsrapporten,
publicaties en toespraken de
reikwijdte van het monument
zou uitgebreid dat de gangbare,
vastomlijnde, betekenis ervan
dreigt verloren te gaan In het
monumentenjaar heeft men het
niet langer over het monument,
maar over het behoud van mi
lieu. stadsvernieuwing, dorps
gezicht. Het monument is niet
alleen historisch tot in het re
cente verleden doorgetrokken,
maar ook inhoudelijk uitgezet
tot het alledaagse, het gewone.
Bijna is het zover dat deze om
slag zich tegen het historisch
monument zelf gaat keren, dat
omwille van zijn uitzonderlijke
behartiging als een druk op het
geheel van het milieu wordt be
schouwd. Onze verhouding tot
het monument wordt er niet
duidelijker op. Wel is het duide
lijk dat anno 1975 de verant
woordelijke beleidsinstanties
via het monument en de monu
mentenzorg aanspraak maken
op het geheel van net gebouwde
milieu Op dit punt wordt dan de
tegenspraak openbaar voor de
archeoloog van deze tijd.
Van deene kant is het helehis-
tonsche milieu zonder pardon
overgeleverd aan een plan-
ningsdnft en een vernieuwings
zucht die enkel overwegingen
kent betreffende een meer effi
ciënte organisatie van de pro-
duktiemiddelen met als doel
welvaartsvermeerdering Dat
omtrent de efficiëntie zelf van
die organisatie voor een blij
vende welvaart steeds meer
twijfels ontstaan, kan hier bui
ten beschouwing blijven, even
als de vraag wie van deze wel
vaart profiteert. Wel moet aan
gestipt worden dat deze organi
satie in steeds grotere mate een
politieke bewindszaak is. Het
kan dan ook. van de andere
kant. verwondering wekken,
wanneer uit diezelfde bewinds-
hoek verklaringen komen over
het behoud en het gezondmaken
van het milieu, zonder dat er een
poging wordt gedaan de tegen
spraak op te helderen of zonder
dat gegevens worden aangereikt
om ze op te lossen.
Als we de twee termen van dt
tegenspraak onder ogen nemen,
hebben de verklaringen over mi
lieubehoud veel weg van een
zoethoudertje De harde econo
mische planning of wat daar
voor doorgaat zit in het hele
denken en net hele machtsappa
raat ingebouwd, de wensdro
men daarentegen over een men
selijker milieu, die dwars tegen
deze planning ingaan, beschik
ken over geen enkele vorm van
macht om te worden gereali
seerd. We hoeven ons aan ook
niets wijs te maken over moge
lijke verzoening of integratie
van de twee standpunten en met
te gauw denken aan een plan
ning waarin de monumenten
zorg in de zin van een zorg om
het milieu is opgenomen.
We zijn meesters in de zelfbe
goocheling en het uit de weg
gaan van reële conflicten Een
middel om het conflict te ver
mijden is bijvoorbeeld een uit
breiding van het begrip monu
ment zonder de structurele ver
banden waarin het zich bevindt
aan te tasten Zulk een uitbrei
ding kan zelfs verschillende
vormen aannemen. Het monu
ment wordt in een geval niet
langer op zichzelf beschouwd,
maar zijn relaties met zijn on
middellijke fysische omgeving
worden erbij betrokken. Men
drukt Trinity Church mci n.em
tussen kantoorreuzen weg. zoals
te New York, maar b.iuwt nog
hogere kantoorgebouwen op een
iets eerbiedwaardiger afstand.
Een andere vorm van uitbrei
ding van het begrip monument
is de toepassing ervan op een
hele binnenstad of een kompleet
dorp, zoals met beschermde
stads- en dorpsgezicht gebeurt.
Ook in dit geval wordt hei kon-
flikt met de planningsid, -ologie
handig uit de weg gegaan door
het opdelen van het territorium
in specifieke gebiedsdelen,
waarvan het ene aan de konser-
venng, het andere aan de ont
wikkeling wordt toegewezen.
Als voorlopige zet in een be
leidsstrategie kan zo'n handel
wijze wellicht verdedigd wor
den maar op het principiële
vlak komt ze neer op het ontwij
ken van een reëel en urgent con
flict en dus ook automatisch het
bevestigen van desterkste part
ner, de welvaartsplanner Deze
laatste is overigens bereid grote
konsessies te doen om zijn pre
rogatieven niet te hoeven opge
ven. En daarom gaat het nu als
men de konfrontatie tussen
welvaarts- en ontwikkelings
planning én monument ernstig
opneemt.
Van verzoening tussen de
standpunten kan geen sprake
zijn. Daarvoor zijn uitgangs
ponten, doelstellingen en be-
langsferen te diametraal tegen
over elkaar. Er moei een keuze
gemaakt worden: het inzieht
omtrent het belang van het mi
lieu dat nu langs de omweg van
het monument werd gewonnen
kan nooit in de geldende plan
ningsideologie en de actuele
planningsmethoden worden op
genomen. Het kan enkel als uit
gangspunt worden beschouwd
voor een nieuwe aanpak.
zich noch om het monument
noch om het milieu nog om het
even wal bekommert, maar alles
gebruikt wanneer dat le pas
komt
Aan zo'n integratie van het
monument in een eenzijdige en
autoritaire planning, hebben we
geen boodschap. Ze ontneemt
het monument zijn fundamen
tele betekenis. Ze stelt zelf haar
eisen aan het monument, wan
neer het er op aankomt de eisen
Jfa i m m
De wijze waarop de laatste ja
ren aan geïntegreerde monu
mentenzorg werd gedaarvEeves-
tigd deze stelling Over de hele
.wereld zijn voorbeelden te vin
den van restauratie en binnen
stadsvernieuwing die perfekt
"passen in het eenzijdige kadei
van een ontwikkelingsplanolo-
gie en dus enkel kunnen geken
merkt worden als een aantasting
van hel milietfin zijn geheel be
schouwd. Dit milieu, hePzal
reeds duidelijk geworden zijn,
wordt in onze optiek in eerste
instantie door de bewoners zelf
gevormd Voorlopig zijn er geen
voorbeelden bekend van monu
mentenzorg op ruime schaal die
als resultaat had de oorspronke
lijke, in bijna alle gevallen on
bemiddelde, bevolking betere
woonvoorwaarden aan te bie
den. Met de restauratie van het
verkrotte of verkrottende mo
nument wordt ook de bevolking
gesaneerd Zie Le Marais te Pa
rijs. deStokstraat te Maastricht,
het Groot Begijnhof te Leuven.
De oorspronkelijke bewoner
past niet meer in het beeld van
de gerestaureerde buurt die en
kel door een meer cultuurbe-
wuste bovenlaag, die nota bene
ook aan de basis van de verkrot
ting lag, opnieuw kan worden
bezet en betaald. Soortgelijke
monumentenzorg vormt geen
barrière meervoorde planoloog.
Ze illustreert wel de soepelheid
van de plannmgsideologie die
die het monument stelt te on
derkennen.
Zijn deze eisen die van het
monument uitgaan te verduide
lijken Ze moeten afgeleid wor
den uit de wezenskenmerken
van het monument En een alle
reerste kenmerk dat. hoe para
doxaal het ook klinkt, benad
rukt moet worden is het gege-
venzijn van het monument, het
voorhanden zijn, op een verge
lijkbare en even reële manier als
de natuur voorhanden is Het is
met toevallig dat het heront
dekken van het natuurlijk mi
lieu samenvalt met die van het
historisch gebouwde milieu, het
monument In die zin hebben we
gesproken van een barrière voor
ae planner Het monument be
staat en het bestaat op zodanige
wijze dat het niet zonder meer
gebrukkt kan worden. Welke
betekenis het ook toekent, bete
kenis kan men het met ontzeg
gen
Wanneer we nagaan, waaraan
het monument die bestaansin-
tensiteit ontleent, lijkt deze te
berusten op het feit dat het mo
nument niets anders is dan de
konkrete en telkens specifieke
manier waarop de mens, de
maatschappelijke mens, zich in
de gegeven natuur heeft inge
schreven en dus ook waarop hij
die natuur tot een eigen be
woonbare en bewoonde wereld
heeft omgevormd. Het monu
ment is die wereld zelf. dit land
schap, dit ruimtelijke levenspa
troon waarin de mens zich een
plaats en een zin geeft, waarin
geschiedenis ontstaat
Het monument, elk monu
ment, kan maar binnen deze al
gemene kontesl gelezen worden.
Het behoort ertoe, zoals ook die
kontekst bij hem behoort. Die
kontekst is wat anders dan de
onmiddellijke fvsische omge
ving Het gey zijn van he
monument d i< ich aan als een
steeds meuw t interpreteren
structuur Het onaantastbaar
maken van het monument, het
bevriezen van zijn betekenis, het
loskoppelen van een histonsche
groei, komt neer op een wille
keurige manipulatie eivan,
zoals de planning van vandaag
te zien geeft Aan eèn interpreta
tie immers is de gegeven struc
tuur van het monument weer
barstig, die van koopwaar.
liet monument is niet te her
leiden tot een uitwisselbaai
produkt, het bepaalt een plek en
is door die plek bepaald. Een
maatschappelijk systeem dat op
vervreemding van mens met
medemens en dus ook van mens
en milieu uitloopt, waarin elk
object tot zijn handelswaarde
wordt herleid, heeft geen ruimte
voor in een zichzelf berustend
monument.
Dat dit laatste toch nog
standhoudt, al is het dan in de
vorm van een slecht geweten,
kan beschouwd worden als een
interne kritiek van het systeem
op zichzelf en een vraag naar de
waarden waarop dat systeem is
gebouwd I. de ideologie die
deze maskeren. H is dezelfde
vraag die de architect dedag van
vandaag stelt naai de mogelijk
heden van een hedendaagse ar
chitectuur. Ze is in het geval van
het monument pregnanter, pre
cies omdat het monument reeds
gegeven om welke duistere re
den dan ook erkend is. Deze
vraag duikt op vanuit de oor
spronkelijkheid van het
monument-zijn zelf, die we
hebben beschreven als een
steeds nieuw te interpreteren
structuur, welke in grote mate
afhankelijk is van haaroriginele
konkrete bestemming of in
houdt. Het monument kan
m.a.w. een barok paleis of een
negerhut, een Mexicaanse tem
pelstad, of een Engelse fabriek
zijn; het kan getuigen van
die niet als een vervreemding
maar als een feest beleefd wordt.
Met het elitaire karakter dat
het monument in de westerse
samenleving heeft gekregen,
waardoor hel op een onrechtma
tige wijze door een bepaalde
groep wordt toegeëigend, is het
niet altijd makkelijk de gemeen
schappelijkheid ervan te onder
scheiden.
Hoezeer echter het gemeen
schapskarakter in bepaalde his
tonsche omstandigheden ook is
omgebogen, het blijft hét ken
merk van het monument ook in
die omstandigheden betrokken
te zijn op een maatschappelijke
totaliteit, waaraan alle geledin
gen die er deel van uitmaken,
participeren. Men kan dan ook
stellen dat het monument op zijn
eigen specifieke wijze steeds die
totaliteit is en dat het niet op het
gedenkteken, het gebouw of de
gebouwengroep aankomt, maar
op de ruimte die erdoor wordt
gestructureerd en dit niet enkel
in fysische zin.
We staan met deze interpreta
tie misschien ver af van de ge
bruikelijke kunsthistorische
omschrijving van het monument
en van de zorg ervoor, die eruit is
afgeleid. Deze omschrijving ge
eft echter geen rekenschap van
de waarden die achter het mo
nument schuilgaan: zij passen
perfect in het kader van een au
toritaire planningideologie.
Een eerste vereiste om een
monument recht te doen weder
varen is die ideologie te ontmas
keren niet in eerste instantie als
een bedreiging voor het monu
ment, maar als een bedreiging
voor elke vorm van gemeen
schappelijkheid. Deze is niet
denkbaar zonder een reële be
trokkenheid van allen; ze bete
kent heel konkreet een klassen
loze maatschappij die niet enkel
op welvaartsvermeerdering is
gericht en op de bevestiging van
de eraan ten grondslag liggende
machtskoncentratie, maar ook
op de deelname van allen in het
bepalen van een eigen leven
swijze en dus ook een eigen mi
lieu.
Zolang men deze consequen
tie niet aanvaardt en monumen
tenzorg niet formuleert, niet en
kel als een existentiële of cultu
rele eis, maar als een algemeen
maatschappelijke en politieke
eis, kan men de reële functie van
den is de monumentenzorg op te
nemen in een komplete maat
schappelijke strategie en in die
zin naar doelstellingen te ver
breden en haar middelen uit te
breiden. De zorg voor het hele
momument moet een zorg wor
den voor het hele milieu, een
zorg die zich ook politiek ver
taalt Zoals we reeds aanstipten
bevindt monumentenzorg zich
in een gepri vil igeerde positie om
dit te realiseren.
Het feit dat we deze beschou
wingen presenteren als inlei
ding op een tentoonstelling over
het monument, wijst in een
zelfde richting De tentoonstel,
ling wil op haar wijze bijdragen
om via het monument aandacht
te vragen voor het milieu als een
vorm van samenleven van men
sen die dit samenleven zelf als
doel en inhoud vooropstellen,
want pas als dit laatste reëel
wordt kan in de volle zin van het
woord van milieu gesproken
worden.
Ons uitgangspunt is dan ook
niet het geïsoleerde monument,
hoe breed ook opgevat, onder de
bedreiging van een eenzijdige
autoritaire ontwikkelingsplan
ning, maar de konfrontatie van
deze planning - voor wie milieu
een onbestaand begrip is - met
wat van een milieubeleving
overeind is gebleven.
Omdat het probleem zo alge
meen gesteld is. was er geen be
hoefte aan een systematische
studie van de specifieke situatie
in Noord-Brabant, maar kon de
expositie met enkele typische
voorbeelden - hoewel stuk vooi
stuk door andere vervangbaar-
het konflikt laten zien zoals het
zich voordoet in konkrete situa
ties welke hier zijn opgenomen
in een reeks van oplopende
kompleksiteit.
Het gaat er dus niet om hoe
goed of hoe slecht een gebouw
een dorp, een binnenstad bew
aard of gerestaureerd werd -
ook dat aspekt is niet onbelang
rijk - maar om het afbakener
van heel het probleemveld
Wanneer we de uitdaging var
het monument opnemen, mogei
we niet bij het monument blij
ven stilstaan. Het monumen
hoort niet de monumentenzor-
ger, niet de planner, maar om
allen toe.
De Amersfoortse predikant
dr. P A. Elderenbosch, verbon
den aan de Bergkerk, heeft in
1967 een boekje geschreven over
het toen nog vrij onbekende ver
schijnsel Taizé. Er is nu bij uit
geverij Callenbaeh in Nijkerk
opnieuw een boekje van hem
verschenen over Taizé. Geen
herziening van zijn eerdere pu
blicatie, maar een heel nieuw
boekje. Een herziening, schrijft
hij zelf in een voetnoot, was niet
mogelijk doordat er in zeven
jaar zoveel veranderd is.
Het zijn, wat Nederland be
treft, die zeven jongste jaren
geweest waarin Taizé meer en
meer bekendheid kreeg Maar
dat geldt niet alleen voor Neder
land. De voorbereiding tot de
opening van het jongerenconci-
lie vorig jaar hebben de naam
Taizé over heel de wereld be
kendheid gegeven en ervoor ge
zorgd, dat de stroom van vooral
jonge mensen naar het Bour
gondische dorpje aanwaste.
Daar is dus in ieder geval een
verandering in gekomen, in de
bekendheid en de werfkracht
van Taizé Meer dan in de ziel
van het gebeuren, het leven en
het werken van de monniken
rond hun prior Roger Schulz.
hoewel zich ook daann uiter
aard, al was het alleen al onder
de druk der omstandigheden,
een ontwikkeling heeft voorge
daan Het bijeenroepen van een
jongerenconcilie, dat meer dan
30 000 jonge mensen over de
hele wereld op de heuvelhellin
gen rond de Verzoekmgskerk
verzamelt, kan niet anders dan
zijn sporen nalaten
Inmiddels heeft de bekend
heid van Taizé, wat poëtisch en
idealistisch „de nieuwe lente
van de kerk" genoemd, juist bij
veel anderen de vraag opgeroe
pen waar. wat en hoe Taize nu
eigenlijk is Op die vraag pro
beert di Elderenbosch in zijn
nieuwe boekje „De rivier die in
Taize ontspringt" een antwoord
legeven Met zijn grote, al jaren
durende aandacht voor wat daar
gebeurt is hij er kundig in ge
slaagd dat te doen, in een boekje
dat volgens een wat wonderlijke
formule is geschreven. Het is ge
deeltelijk reisgids, gedeeltelijk
informatie over de meer mate
riële zaken in Taizé (hoe en waar
kun ie logeren, wat kost het enz
en daamaast voor een belang
rijk deel vertellend en beschou
wend over het ontstaan en de
uitgroei en het denken van de
monnikengemeenschap welke
zich rond de theoloog Schutz
verzameld heeft en sinds Pasen
1949 de klassieke kloostergelof
ten heeft aangenomen.
Het is juist deze mengeling
van informatie die het boekje
van dr Elderenbosch erg aan
trekkelijk maakt. Het laat er
zich gemakkelijk door lezen en
het wekt nergens de indruk, dat
de schrijver, ondanks zijn be
wondering voor wat er in Taizé
gebeurt, de objectiviteit uit het
oog heeft verloren.
Het boekje is bijzonder aan te
bevelen voor ieder wiens be
langstelling voor Taizé nog via»
een groot deel uit vragen be-
TOON KLOET
Melly Uyldert: Symboliek van
Tolkien's In de ban van de ring
(Uiig. Ank.-Hermes f 15,-).
Er zijn aan de betekenissen
van Tolkiens geschriften nogal
wat studies gewijd (o a. dooi
Auden), waarin zijn pessimisti
sche soiale en morele filosofie,
gevat in een eigen soort logica,
ontleed worden, althans pogin
gen daartoe ondernomen wor
den En dan zit je toch wel even
met je ogen te knipperen met
welk een vanzelfsprekend ge
mak Melly Uyldert in haar boek
zegt wat het allemaal precies te
betekenen heeft De ringen
zijn Sauron is Sam is....,
de Enten zon- etc Daarbij
komt. dat zij bovendien op een
kretenge manier de zeden
preekster uithangi en zonder
meei haar veroordelingen klaar
heeft over techniek, weten
schap. drugs. fluoridering.
nieuwsmedia en alle dingen, die
in de hedendaagse maatschappij
mogelijk kwalijke invloeden
kunnen hebben Ze gedraagt
zich als een soort boelepredi-
kanle. die het heil komt aanzeg
gen door het onheil van deze we
reld te verkondigen
Ze kan dan wel veronderstel
len. dat iedereen weet. dat zij
zich bevindt m haar kruidentuin
vol para-psychologische oculte
filantjes in de etherische gudde-
ijke derde fase, maar een ver
antwoording van haar vertrek
punt zou op zijn plaats zijn ge
weest Zowel door haar manier
van spreken als de opdracht
voor in het boek („voor de goede
verstaanders en aan mijn leer
lingen van 1942 tot heden, die
geestdriftig mijn gedachten
doorgeven") stelt zij zich wel erg
sectarisch op en gebruikt Tol
kien.
Zo, dat is dat. Sorry, maar ik
maak mij daarover kwaad Te
meer, omdat ik principieel niet
alles wat zij zegt als onzin af
wijs Er zijn redenen om een
aantal zaken, die zij in dit
boekje aansnijdt serieus te ne
men, maar niet op déze manier
HIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIJj
lïiiiiiimNiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniïi
Wat kunt u dan in dit boekje
vinden Bijvoorbeeld „het
stoffelijke tichaam als het dwer-
gennjk. staal tegenover het
etherisch lichaam als het elfen
rijk De ringen zijn de krachten,
de vermogens van elk der onde
rafdelingen van de mens etc
Kortom de figuren, beelden e d
uit Tolkiens boek worden ver
klaard op een m vea u, waarop al
leen Uylderts aanhang kan den
ken en voelen. Een boekje voor
uitverkorenen. H E
Melly Uyldert: PLANTEN-
ZIELEN. (uitg. De Driehoek
f 32,50).
Als je het drinken van alcohol
met het eten van walnoten com
bineert, zul je niet dronken wor
den Een vrouw die iets inneemt
om zwangerschap te voorko
men. maar zich wél seksueel laat
prikkelen, heeft aanleg voor T p R T A IVF TA
kanker; zij zondigt dan ook TLrilLuill I'
tegen de principes van de har
monische natuur Want de na
tuur is een grote harmonie,
waarin elke plant en elk dier een
taak heeft die het geheel ten
goede komt. mensen met, men
sen bederven de natuur Mensen
zweten en ploegen en sproeien
op de akkers Dat is dom, dal is
eigenwijs en dat is ook nog eens
ongezond (want tegennatuur
lijk) Laat groeien wat groeien
wil, en zie juist dié planten die
uw lichaam en uw ziel behoeven
zullen bloeien.
De reactie op, - (angst voor
de gebreken van onze super-
marktcultivenna. slaat wel erg
door naar de andere kant Denk
ze maar eens weg. de tarwevel
den, plantenkassen en irnga-
tiewerken die aan onnatuurlijk
menselijke ingrepen te danken
zijn. en probeei de „nieuwe"
theorie van het in de natuur
aanwezige biologisch evenwicht
maai eens kwijl le raken aan de
hongerlijdenden Wie wil ei
sterven tei wille van een „na
tuurlijke' fauna en flora
Een boekje zoals er zoveel ge
probeerd worden de laatste tijd
Souvenirs van grootmoeders
wetjes en weetjes worden de al
ternatieve dogma's van onze tijd
en van ónze westerse samenle
ving Sinds de club van Rome
sprak, heeft het veilige vertrou
wen op de onfeil baarheid van de
wetenschap wel een flinke
knauw gekregen Maar of we nu
met meditatie moeten proberen
de plantenwereld nieuw leven in
te blazen, blijft Ook een du
bieuze zaak
M.N.
Dr. P A. Elderenbosch: „De
rivier die in Taize ontspringt"
(Uitgave G.F. Callenbaeh b.v„
f 9.90)
RENÉ DAUMAL: DE ANA
LOGE BERG (Uitg. Meulenhof f.
f 17.50)
Een wonderlijk boek, van
deze tn 1944 gestorven Frans
man (geboren 1908) In een na
woord vertelt Claudio Rugafion
enkele bijzonderheden In '39
begint Daumal aan dit boek, op
het moment dat hij - 31 jaar oud
- hoort dat hij ten dode opge
schreven is. Daardour is dit boek
- dat niet voltooid werd - een
sterk symbolisch geladen ge
schrift geworden. Zijn inner
lijke ervaringen en zijn reis ten
dode is gevat in een geschiede
nis. waarin een aantal mensen
op zoek zijn naar een gebied, dat
aan het menselijke waarne
mingsvermogen ontsnapt is
De leider van deze onderne
ming is een wat „vreemdsoorti
ge" man. die stammend uit een
even vreemd klooslei op zoek is
naar een onzichtbare mensheid,
levend binnen de zichtbare
mensheid. Hij heet Sogol, een
naam die om te draaien is tot
Logos (woord; Christus werd
Logos genoemd) „Een andere
wereld het syndroom van veel
mensen, een onderwerp dat ve
len momenteel mateloos boeit.
Daarom zal deze geschiedenis
van werkelijkheid en fantasie
(begrippen, die vooi elkaar zijn
in te ruilen) ongetwijfeld tot de
verbeelding kunnen spreken.
Een avonturenroman, zou je
het bijna kunnen noemen, maar
dan op een wijze waarop een
avontuur wordt lot „het "avon
tuur het leven van de mens.
waann je dikwijls alleen maar
in symbolen kunt dixirdnngen
De mens op reis Waarnaar' Met
Daumal is het waarschijnlijk
boeiend om daann enige ogen
blikken (140 pagina s) te veraie-
pen
PAUL KOECK: IRISH MIST
(uitg. Standaard/van Kampen -
f 24.90).
Beter laat lan nooit Dit boek
is alweer en ge tijd geleden ver
schenen, maar u dient het we) te
weten. Paul Koeck is een
Vlaamse schrijver, die wel m een
Nederlandse krant genoemd
dient te worden Hij gaf over
igens al in Nederland uit (Chin
chilla's kweken) De titel van dit
boek is dubbelzinnig Ierse mist
is een legendarische drank - Ier
land is een legendarisch land, op
dit moment zeker - .het is dt
Ierse mist, die hangt boven de
politieke toestand van het land.
en het is de mist, die een journa
list uit Vlaanderen, op bezoek in
Ierland rond zijn eigen bestaan
uitspreid
ln het kort de journalist ont
wijkt eigen landen vooral huwe
lijk om in het avontuur een „an
der" bestaan te zoeken, een be
kend thema Hij duikt in dit ge
val onder in de Ierse onder
grondse beweging om als bui
tenstaander de guerrilla mee te
maken, althans hij blijft de bui
tenstaander Tekenend is ook,,
dat hij als kapstok voor zijn
journalistieke bezigheden zijn
eerste kontakten legt met naar
Ierland uitgeweken Belgen, die
in hun eigen vaderland mislukt
waren Het is Helena, de terro-
nste, die in zijn leven komt te
staan tegen Haar (zo wordt zijn
vrouw telkens genoemd), doch
Helena vindt de strijd uiteinde
lijk belangrijker dan hem, hij
blijft in de mist. Keert terug
Koeck slaagt erin een even
wichtig verhaal op te bouwen,
waann de Ierse strijd als de per
soonlijke verwikkelingen van de
journalist tn relatie tot elkaar
blijven staan. Hier en daar zakt
het verhaal - mede door zijn
compacte schrijfwijze - wat weg
en zitten er voor een Nederlan
der enkele vreemde Vlaamse
zinnen in. maar doorgaans blijft
het een boeiend boek Er staan
rake beschrijvingen in. die Ier
land voor de buitenstaander als
mist duidelijk maken, een
tegenstrijdige beeldspraak, die
eenter, dacht ik, juist deze ge
schiedenis karakteriseert. Een
boek. dat als roman uitstijgt bo
ven de Ierse actuele situatie.
Goed H.E.
„MENS, INTELLIGENTIE
EN ERFELIJKHEID" is de titel
van een studie van TIL DOBZ-
HANSKY, die in de serie Mense
lijke Mogelijkheden van uitge
verij Lemmscaat te Rotterdam
(15.90) is verschenen. Dobz-
hanskv geeft een heldere hoewel
bepaald niet gemakkelijke uit
eenzetting over de leer van de
erfelijkheid, het door middel
van genen doorgeven van eigen
schappen. Een proces dat zich in
alle levende organismen mani
festeert en dat een van de bepa
lende factoren van deevolutie is.
Van generatie op generatie wor
den volgens bepaalde wetma
tigheden eigenschappen door
gegeven. Eigenschappen, die
zich aanpassen aan ae veran
derde omstandigheden: eenden
„weten" hoe ze moeten zwem
men door de genetisch overge
brachte informatie Niet, omdat
ze dat van hun ouders hebben
fjeleerd. Zo worden ook uiter-
ijke kenmerken (blauwe ogen,
rood haar, tweelingen, kromme
neuzen, huidskleur) van genera
tie op generatie doorgegeven
door middel van overerving
De mens onderscheidt zich nu
van alle andere levende orga
nismen, aldus Dozbzhanskv
doordat hij naast de erfelijke
bepaalde eigenschappen nog
een andere unieke manier heeft
gevonden om zich thuis te voe
len in zijn milieu Die manier is
de cultuur Cultuur wordt met
van generatie op generatie door
de genen overgebracht. Cultuur
wordt „gemaakt" door mensen
Zij maken daarbij overigens wel
gebruik van overgeërfde eigen-
schappen zoals spreken En
daarmee bevestigt de mens de
overtuiging, die Dobzhanskv
aanhangt, dat leven ook op de
lange duur niet een proces van
telkens weerkerende gebeurte
nissen is, maar een proces van
vooruitgang, van ontwikkeling
De schepping is niet iets, dat
eens is gebeurd, maar gaat nog
steeds voort. Het standpunt, dat
er niets nieuws onder de zon is
berust op een misvatting, aldus
de schrijver Een belangrijke rol
in dat proces van vooruitgang is
weggelegd voor wat wij leven
noemen En een speciale vorm
van leven is de mensheid, op wie
dan ook met zijn speciale be
gaafdheden een bijzondere ver
antwoordelijkheid rust
HANS LUTZ
Hoimar von Ditfurth: De on
herbergzame planeet.
(Gedachten over een natuurwe
tenschappelijk wereldbeeld) H.
Meulenhoff f 13,50
In een discussie over onder
wijsvernieuwing, die ik onlangs
meemaakte werd eigenlijk maar
eèn ding duidelijk, de voor- en
tegenstanders van verschillende
onderwijsvernieuwingen waren
het maar over één ding eens,
hoewel ze dit nauwelijks toega
ven, ze wisten niet precies wat je
nu aan een kind moet leren De
stof die ze zelf op school gehad
hadden is niet meer voldoende
om in deze mij je weg te vinden,
de vernieuwingen die gepro
beerd worden roepen nog een
algemeen gevoel van onbeha
gen, wanorde en onzekerheid
op
Vergis u door deze constate
ring niet, het boek van Hoimar
von Ditfurth gaat helemaal niet
over onderwijsvernieuwing De
reden dat ik dit boek lanceermet
enkele gedachten over het on
derwijs. is dat ik me tijdens het
lezen van dit boek realiseerde
hoe betrekkelijk onze kennis
steeds weer blijkt te zijn.
Enkele voorbeelden uit de in
houd
De paradox van Olbers Als
het 's avonds donker wordt dan
komt dat omdat het universum
niet oneindig maar eindig is, en
omdat het niet eeuwig durend is
Onzeogenzijnzoingenchtdat
ze alle hoogtes overschatten, ze
zijn met ontwikkeld om de ob
jectieve realiteit om ons heen
over te dragen, maar om onze
kansen tn de strijd om het voor
tbestaan te vergroten
Onderzoekingen wijzen uit
dat er nog veel soorten leven op
andere hemellichamen moet be
staan
Over deze en andere resulta
ten van allerlei onderzoekingen
dieonze vertrouwde kennis aan
tasten. kunt u in dit boekje le
zen Hel geheel maakt een wat
willekeurige indruk. maar
waarschijnlijk kan het tn dit
stadium niet andei's De auteui
probeert het een en ander te
overdenken en vat te krijgen op
de consequenties van een aantal
ontdekkingen Een wat frag
mentarisch, maar niettemin in
teressant boekje
MARIANNE EGBEBS
ZATERDAG 31 ME119',
NEDERLAND I
11.00
15.00
15.02
15.45
18.45
18.55
19.05
19.30
TELEAC
De Ondernemer - le
(Herh.)
NOS
Journaal.
KRO
De rode autobus.
Deux ans de vaca
tv-serie.
NOS
Paulus de boskaboul
Journaal.
KRO
The Flinstones.
Kareltjes kolderieke
priolcn, filmkluchte
de oude doos.
NOS
20.00 Journaal.
KRO
20.20 The Avengers, En
misdaadserie.
21.10 De kleine kwis.
21.40 Brandpunt.
22.25 De wereld in oorlog
serie.
NOS
23.10 Journaal.
NEDERLAND II
NOS
18.45 Kortweg: Holland I
val.
18.55 Journaal.
TROS
19.05 Zorro, tv-serie.
19.30 Wat een familie, tv-i
NOS
20.00 Journaal.
TROS
20.21 Op losse groeven,
ziekprogramma.
21.30 Outrage, Amerik
tv-film.
22.40 Sterren kijken: pc
van een bekende s
man.
NOS
23.20 Journaal.
DUITSLAND I
10.00 Journaal.
10.05 Actualiteiten en mu
10.25 Reportage uit Bonn
10.50 Populair muzie
gramma.
11.35 Reisewege zur K
Malta.
12.20 Die Umschau.
12.50 Persoverzicht.
13.00 Persoverzicht.
15.00 Programmaoverzich
15.10 Journaal.
15.15 Kinderprogramma.
15.45 Sie nannte mich Mi
Zweedse tv-film.
16.30 Blues en folklore.
17.15 Barmherzigkeit ing
fen, documentaire.
17.45 Journaal.
17.48 S porto verzicht.
20.00 Journaal en weerbe
20.15 Pepsie, tv-spel.
21.45 Trekking der lotto,
len.
Aansluitend:
naai en weerberich
Aansluitend
woord voor de zont
22.05 Sierra Charriba, A
kaanse speelfilm
1964.
0.00 Journaal.
DUITSLAND II
13.00 ProgrammaoverzicI
13.30 AmusementsprOL
voor Joegoslavei
Duitsers.
14.15 Amusementsproi
voor Spanjaardei
Duitsers.
14.58 Journaal.
15.00 Lassies neue Fr<
jeugdserie.
15.20 Die kleinen Strolcl
serie.
15.35 Dusty, Dusty. Ond
in het Wilde Westi
serie.
16.00 Muzikaal amuse
sprogramma.
L DVD. betekent.
ULFDLSVERDRILT'
MlmddlfldUWtkul' Wl
'rulltnddtQevdlms r;
{vluQdoor^zdQtn!)