ACHTER HET NET VROUWEN VISSEN HET NEVELIGI VERLEDEN VAN DE B.V.D. Waarom is hengelen een sport van mannen? u Wat saai Het ontstaan Vuile was Taakomschrijving Grote klap I - Nederland telt bijna 800.000 hengelsporters met visvergunning en nog eens zo'n 400.000 die het clandestien doen: de zwartvis- sers. Tel daar nog een zo'n 100.000 mensen bij die uitsluitend in zee vissen of alleen maar tijdens hun vakantie in het buitenland, dan komen we tot een totaal van bijna 1,3 miljoen vissende Neder - landers. En heel die vissersnatie bestaat vrijwel uitsluitend uit mannen. De Nederlandse vrouwen vissen achter het net. Niet meer dan 50.000 tot 100.000 vrouwen staan of zitten wel eens met een hengel in de hand aan de waterkant. Ik vind dit een nogal verrassende situatie, waar ik op stuitte bij het doorlezen van een rapport over kenmerken, gedrag en wensen van de sportvissers. Dat rapport is uitgebracht door het Instituut voor Toegepaste Sociologie in Nijmegen. Waarom vraag je je af, voelen hengelende mannen zich kenne - lijk als een vis in het water? En wat weerhoudt de vrouwen ervan, zich te wijden aan de populairste aller sporten? Want er is in Nederland geen tweede te vinden, die zoveel beoefenaars vindt. De vraag wat die vrouwen weerhoudt is niet onderzocht tijdens het Nijmeegse onderzoek. Maar met de opening van het visseizoen (vandaag) leek het mij toch interessant eens wat gegevens bijeen te zoeken. Het Nijmeegse rapport bevat alvast een aantal aanwijzin - gen, die ik al bladerend op een rijtje heb gezet. Van de mannen die niet aan hengelsport doen vindt een vierde deel het vissen een wrede bezigheid die niet geschikt is voor vrouwen. Maar de vrouwen van de mannen die wèl vissen denken daar heel anders over. Daar zit het hem dus niet in. Slechts 27 procent van deze vrouwen vindt dat vissen geen sport is voor vrouwen. Vrijwel unaniem vinden de Nederlandse „vissersvrouwen" het een ge schikte tijdpassering voor hun man. Slechts vijf procent mop pert, dat de man te vaak gaat vissen. En een kwart van de echtgenotes zou eigenlijk wel vaker met haar man mee willen als hij gaat hengelen. Maar voornamelijk door huishoude lijke beslommeringen komen ze daar niet toe. Dat leidt overigens nauwelijks tot verwijten. Liefst 91 procent van de vrouwen ver klaart zich nooit „achtergela ten" te voelen. Hoewel vrouwen dus aller minst afwijzend staan tegenover de hobby van hun man, komen zij er zelf niet toe. Vinden ze het soms onvrouwelijk? Die vraag heb ik onder andere voorgelegd aan de heer A. Blommesteyn van de Algemene Hengelaarsbond in Amsterdam. „Ach, dat dacht ik niet", zegt Blommesteyn. „Het is helemaal geen krachtsport. Misschien denken de vrouwen wat eerder: dat enge beest, dat durf ik niet van het haakje te halen. Maar ik dacht, dat ook veel mannen daar moeite mee hebben. Niet omdat ze het wreed vinden, maar ge woon ook omdat ze er een beetje van griezelen". „Het zal wel historische oor zaken hebben. De man ging er vroeger veel gemakkelijker vandoor. En de vrouw zal wel vinden dat zij bij de kinderen moet blijven. Dat is nu eenmaal de aard van 't beestje. Wij we ten overigens, dat de sportvis sers hun gezin zo min mogelijk verwaarlozen. Ze gaan er al voor dag en dauw op uit, niet alleen omdat dat de beste vistijd is, maar ook omdat ze dan weer op Carine Hengst: hengelen en biljarten. zeischap van hun man of vriend. Het wordt tijd, de vrouwen zelf eens naar hun mening te vragen. Ik heb er drie aan de haak gesla gen uit de kleine school hengel- sportende vrouwen. Wat denken zij er nu van? Mevrouw Petra Zwartjes (36 jaar, tien jaar getrouwd, kinde ren) vindt hengelen een heer lijke ontspanning. Ze vist al zo'n vijftien jaar, sinds ze in haar ver lovingstijd een keertje uit eigen beweging met haar man ismee- gegaan. „Na een kwartiertje had ik er alleen zin meer in. Ik viel in slaap. En wat deed m'n man toen? Die hing een vis, die hijzelf gevangen had, bij mij aan het haakje en toen riep hij heel hard: HEEE, wordt 'ns wakker, je hebt beet! Ik heb werkelijk de hele middag gedacht, dat ik dat ding zelf had gevangen. Door die ene kreeg ik animo en ik sloeg er toen zelf ook een paar aan de haak. Een heerlijk gevoel om zo'n ding eruit te halen. Hoe gro ter, hoe liever". Ze vindt het niet eng, om de vis van het haakje af te halen, al kan ze zich best voorstellen, dat een heleboel vrouwen zoiets tegenstaat. Zelf heeft ze er ook moeite mee gehad. „In het begin vond ik het natuurlijk vreselijk en zo zielig voor die vis. Maar tja' mijn man hielp mij niet, dus moest ik wel". Mevrouw Zwartjes: „Ik ben nogal een wat haastig, driftig type. Maar aan de waterkant kom ik helemaal tot rust. Ze heeft „ontzettend veel" gevist, maar nu niet meer zoveel, omdat de kinderen te klein zijn, om ze aan de waterkant los te laten. Maar hoe graag ze ook gaat hengelen, ze begrijpt best dat andere vrouwen het niet doen en zij zal er ook niet in haar eentje met de hengel op uittrekken. „Het is een specifieke mannen- sport, net zoiets als voetballen. Een vrouw komt er niet zo gauw toe, haar hengeltje op te pakken en eens lekker in d'r eentje aan het water te gaan zitten". „Waarom niet"? „Ik durf niet alleen", zegt ze. „Ik vind het een beetje raar. Als ik achter het huis een visvijver- tje had, dan ging ik daar natuur lijk rustig zitten. Maar....nou nee, je doet het gewoon niet. Martina de Kok is een krasse vrouw van 73 jaar. Ze gaat al veertig jaar met haar man mee uit vissen. „Vooral vroeger vond iedereen dat gek. Andere vrou wen lachten me gewoon uit, eer lijk waar. Kijk haar, zeiden ze dan". Wat vindt mevrouw De Kok het fijne van vissen? „Als ik wat vang", antwoordt ze onomwonden. „Maar ik heb veel geduld en als ik niks vang, vind ik het ook heerlijk, 't Is gewoon zalig aan het water te zitten en naar het dobbertje te kijken en te zien, hoe ie naar be neden gaat, als je beet hebt". De 26-jarige Carine Hengst is niet alleen een verwoed liefheb ster van de hengelsport, maar ook een fanatiek biljartster. Als ik veronderstel, dat ze wel een zeer geemancipeerd meisje zal zijn ontkent ze lachend. „O nee, dat ben ik helemaal niet. Zeker niet in de zin van: 'ns effe lekker de dolle mina uithangen. Ik ben zelfstandig, dat wel. Ik ben niet zo'n vrouw die zegt: vissen, dat doen alleen mannen. Dus gaan ze niet vissen. Carine Hengst vindt hengelen grandioos, een zalige sport die erg rustgevend is Zij is er toe gekomen, doordat haar vriend haar een keer meenam. „Eerst had ik zo'n klein bamboehen geltje, weet u wel? Ik ving d'r wat mee en ik dacht: verrek, wat is dat leuk. Als je die dobber zo effe onder ziet schieten, zit je he lemaal in spanning of er een dikke of dunne aan zit". „Als je er met andere vrouwen over praat zeggen ze meestal: gatverdamme wat zie je d'r in? Uren naar zo'n dobbertje zitten staren. Wat saai. En dan die ake lige stilte om je heen". „Ze weten niet hoe fijn het is", zegt Carine. En ze verbaast zich er een beetje over, dat andere vrouwen zich niet aan de „ver drukking" ontworstelen. Cari ne: „Je zou toch denken, dat ze in het jaar-van-de-vrouw zou den zeggen: kom op, nou gaan we ook 'ns dit soort sport beoe fenen. Maar nee hoor, ze blijven allemaal op d'r luie gat zitten". ERIK ANNE MA een redelijke tijd thuis kunnen zijn". „We constateren wel, dat de laatste jaren meer vrouwen met hun man meegaan, als hij gaat vissen, vooral in bepaalde stre ken. In Limburg, Noord- Brabant en Zeeland zijn veel meer vrouwen bij de sportvisse- rij betrokken dan elders in het land" De heer J. Lokhoff van de Al gemene Hengelaars Bond weet ook niet precies waarom de vrouwen verstek laten gaan. Hij spreekt van „een gemiste moge lijkheid tot een stukje emanci patie". „Sportvisserij", zegt Lokhoff „wordt beschouwd als een ty pisch mannelijke bezigheid. De vrouw gaat, als het mooi weer is, wel eens mee. Maar dan gaat ze achter de man in het zonnetje zitten breien of een boek lezen". Of ze het misschien een enge sport vinden? „Ach, het zal wel op hetzelfde neerkomen als het bang zijn voor een muis. De man zal 'm wel eventjes dood maken, terwijl de vrouwen gillend op een stoel staan. Dat imago heb ben ze nu eenmaal". We weten nu wat we al wisten: de vrouwen zijn haast met geen stok naar de waterkant te krij gen voor een partijtje hengelen. Ze willen wel eens „van de hen gel" maar dan toch liefst in ge- aaBBMHWppi wxmit ,:.V. 'v-':.■v.^v -yv mff i-Vy Binnenkort zal een openbaar Kamerdebat plaatsvinden over de Binnenlandse Veilig heidsdienst (BVD). Dit is een zeldzaamheid. Voor het laatst kwam de Kamer in 1970 bijeen (en daarvoor in 1968) om zich te buigen over het doen en laten van deze dienst, die zich bepaald niet bij het gros der bevolking in sympathie mag verheugen. Want de BVD walst over de privacy van de burger in weinig delicate stijl, dit alles „in het belang van de binnenlandse veiligheid" Een van de diepste grieven tegen de BVD is het zg. antece dentenonderzoek. Dat wil zeg gen: iemand die in aanmerking wil komen voor een bepaalde baan bij de overheid (de minis- ïer zegt: 65.000 functies: het kamerlid dr. Pier van Gorcum pPR zegt: 100.000 functies) wordt tot op zijn huid gescreen- ed. Leest hij wel eens in het ge- mep de Waarheid? Heeft zijn grootvader eens op de tram de zegeningen van het commu nisme besproken? Heeft zijn tante wel eens te lang voor de etalage van een rode boeken winkel gestaan? Zo ja, dan komt zo'n kandi- at niet in aanmerking voor een functie en zal hij zijn hele even lang een papieren scha duwleven leiden in de archieven an de BVD. Dit zijn geen grap- Pig bedoelde overdrijvingen, maar reële mogelijkheden. Van BVD, die hierdoor langzamer hand op een Big Brother gaat lijken. Dezer dagen kwam de Vaste Kamercommissie voor de Inlichtingen- en Veiligheids diensten uit met een van haar schaarse rapporten. In dit rap port zegt de commissie, dat de BVD zich moet inhouden, en dat ze haar opdracht wat al te royaal uitlegt. De BVD, wat is dat? De dienst staat gewoon in het telefoonboek van Den Haag (609940), maar de juffrouw neemt de haak op met de woor den: „Met Binnenlandse Zaken". Vraag: „Met de BVD?" Juffrouw: „Spreekt u mee", suggererend: „Ben je soms doof?" Maar geen adres, hoewel er maar bar weinig speurwerk voor nodig is om hierachter te komen. President Kennedylaan onderscheidt door de grote an tennes op het dak. Grondlegger en eerste hoofd is mr. L. Einthoven (met prof. de Quay en mr. Linthorst Homan vormde hij het driemanschap De Nederlandse Unie dat bezet Ne derland leidde). Op 29 mei 1945 wordt het Bureau Nationale Vei ligheid opgericht, onderge bracht bij het Militair Gezag. Taak: het opruimen van de res tanten van de Duitse spionage en sabotagediensten, betrouw baarheidsonderzoeken, uitreis vergunningen etc. Begin 1947 (de dienst ressorteert nu onder Defensie) wordt de naam veran derd in Centrale Veiligheids dienst. Het is de bedoeling om de dienst snel te liquideren, maar Wie houdt wie in de gaten Vele geheime diensten be spioneren elkaar of lopen voor eikaars voeten. 25 in Den Haag, een nieuw on- - Jaar schatting 1 Vi tot 2 miljoen opvallend gebouw dat uit 2 dan gaat het rommelen in het aderlanders liggen de antece- vleugels bestaat, en dat zich al- oosten. De Binnenlandse Veilgi- nenten in de kluizen van de leen van een gewoon kantoor heids Dienst ontstaat, speciaal belast met de koude oorlog. En de baby wordt ondergebracht bij Binnenlandse Zaken. De toenmalige minister van dit de partement, Teuling, moet zich al in 1950 in het parlement uit voerig verdedigen, want niet ie dereen blijkt (dan al) gechar meerd van een geheime dienst. De eerste kritiek op de BVD komt naar voren, als mr. Ein thoven een als eigenaardig over gekomen reis naar Indonesië maakt. Ondertussen verheugt de BVD (en haar voorgangers) zich al enkele jaren in een uitzonder ingspositie. De dienst is opge richt per geheim Koninklijk Be sluit 1949. En pas op 5 augustus 1972 zal dit geheime KB omge zet worden in een normaal KB: dus openbaar. Het parlement krijgt de krie bels. Op 25 maart 1952 wordt de Vaste Tweede Kamer Commis sie voor de Inlichtingen- en Vei ligheidsdiensten gevormd, waarin de fractievoorzitters van de grote partijen zetelen. Maar de sfeer van nevelen blijft rond de BVD hangen, want de fractievoorzitters krijgen een geheimhoudingsplicht opge legd, die nog steeds geldt, zelfs tegenover de eigen fractieleden. Een oude getrouwe uit de BVD rukt naar de top: drs. A. Kuipers, afkomstig uit het ver zet, econoom en in het kielzog van Einthoven de geheime dienst ingestapt. Hij wordt het nieuwe hoofd. Kuipers, een bur- gelijk ogende man in het ambte- narenpak, is een blijvertje Onder Kuipers leiding komt de BVD stevig in haar rol te zit ten. Bij tijd en wijle rijst er kri tiek, maar deze wordt koelbloe dig in de kiem gesmoord. Slechts enkele malen kan Kuipers de vuile was niet binnenhouden. In 1965 steekt de Haagse amb tenaar W. Bemmerswaal een bord omhoog „Claus, geen prins der Nederlanden" op het mo ment dat Prinses Beatrix met haar verloofde in een open calè che over de Lange Voorhout rijdt. De Haagse politie stort zich op de feestverstoorder met in het achterhoofd het verzoek van de BVD om „opvallende ty pes" te signaleren. Remmers waal geeft zich niet willoos over. Hij zoekt het hogerop, en pas een halfjaar later kan minister SmaJlenbroek de rel smoren. In 1967 komt de dienst weer in opspraak. BVD'ers worden be trapt bij snuffelen in studenten dossiers van de Leidse universi teit door Adam Vondeling, zoon van de huidige Kamervoorzitter en ex-minister. De universitei ten gaan steigeren en dan komt uit, dat de dienst al 21 jaar lang in een frequentie van 30-35 keer per jaar informaties over stu denten inwint. Kuipers versaagt niet. Hij laat weten dat er ten onrechte de in druk is gewekt dat er iets loos is. „Er werden normale studiege- gevens gevraagd in het kader van een antecedentenonderzoek naar een sollicitant voor een ver trouwensfunctie bij de rijks overheid". Maar zelfs Kuipers kan de ge voelens van onbehagen niet wegpraten. In maart 1968 gebe urt er een unicum. Zestien jaar na haar geboorte komt de Vaste Kamercommissie voor het eerst in het openbaar bijeen. Naast minister Beemink (Binnen landse Zaken) zit de vader landse James Bond, drs. Kuipers gesecondeerd door zijn rechter hand mr. Van Doeveren, chef kabinet. Kribbig informeren de Kamerleden wat het geheime KB van 1949 wel te beduiden heeft Dit KB is nimmer gepu bliceerd. En mej. A. Goudsmit (D'66) verzucht dat de BVD meer let op extreem links dan op extreem rechts. Later zal Kuipers dit ontkennen. Alleen: rechts doet in Nederland niks en daarom hebben we er niet zoveel in de praktijk mee te maken" is zijn verdediging. Maar het debat verzandt in vage toezeggingen. Het zal tot augustus 1972 duren eer er iets van de sluier wordt opgelicht. Het geheime KB wordt vervan gen door een openbaar KB. De geheime diensten worden onderverdeeld in: de BVD, de Militaire Inlichtingendienst (ge splitst in een dienst Marine, Land- en Luchtmacht) en de In lichtingendienst Buitenland (TDB). En de taak van de BVD wordt als volgt omschreven: het inwinnen van gegevens over or ganisaties groeperingen en per sonen, die reden geven te ver moeden, dat zij een gevaar vor men voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde. Verder verzorgt de BVD de contra-spionage en de geheim houding van gegevens voor zo ver in het belang van de staat. De inlichtingendiensten hebben geen opsporingsbevoegdheid. Zij mogen niet arresteren, maar in praktijk is dit geen enkel be zwaar, want de politiekorpsen zijn maar al te bereid om hand en spandiensten aan de BVD te verlenen. Veel politiemensen zijn direct of indirect in diesnt van de BVD, en de Politie Inlich tingen Dienst (PID) mag rustig gezien worden als twee handen op een buik waarop al twee BVD-handen rusten. Steeds luider klinkt het ge roep om meer inzage in de BVD. Oppositieleider Den Uyl (het is nu 1971 en Den Uyl is voorzitter van de vaste commissie) somt een verlanglijstje op dat in het kort neerkomt op meer open baarheid. Zo wil Den Uyl dat de commissie de bevoegheid krijgt om getuigen te horen en uit hij zich tegen ondemocratische technieken. Den Uyl is over igens al twee jaar premier, maar de enige mogelijkheid om de BVD te controleren is nog steeds via die aan handen en voeten ge bonden commissie; de fractie voorzitters dus, die wellicht be gaafd over de VAD en de werk gelegenheid kunnen debateren, maar die hulpeloze amateurs zijn vergeleken met de ervaren discipelen van Kuipers die hen van alles kunnen wijsmaken of onthouden. Dan incasseert de BVD haar eerste grote klap: in 1973 pro beert een BVD'er onder de naam J. de Roo de medewerking te verkrijgen van de minderjarige Danny Mulders, lid van de Rode Jeugd. Mulders moet een pistool (door de BVD betaald) in han den spelen van een Rode Jeugd-vooraan, waardoor diens vingerafdrukken op het wapen voorkomen en een „bewijs" ge vonden is van diens criminali teit. Maar Mulders, 18 jaar, ver slaat de Roo op eigen terrein. De affaire komt uit, met compro mitterende foto's en al, en de BVD staat voor joker. De zaak krijgt een verlengstuk bij het proces tegen Lucien van Hoesel, lid van de beruchte organisatie. De verdediging roept als getuige drs. Kuipers op, maar deze be roept zich op het verschonings recht en de rechter gaat hiermee akkoord. Kuipers hoeft niets te zeggen. Later zal hij zeggen dat hij zich desnoods had laten gij zelen, maar dat hij nimmer zijn mond zou hebben opengedaan. De uitspraak van de rechter onderstreept voor de zoveelste keer, dat de BVD carte blanche heeft en in feite noch door de rechter, noch door parlement se rieus gecontroleerd kan worden. De nieuwste fase in de om streden historie van de BVD speelt zich in deze weken af. Het parlement wil een debat, maar minister De Gaay Fortman (Binnenlandse Zaken) heeft al gezegd niet in het openbaar be paalde werkwijzen van de BVD te willen bespreken. Dit naar aanleiding van Kamervragen van Kolthoff en Roethof die ge ïnspireerd werden door artike len in het blad Vrij Nederland (dat de BVD wel kan opvreten en waarvan medewerker Rudi van Meurs door de BVD wordt ach tervolgd). De hardnekkigste tegenstan der van de BVD is het Tweede Kamerlid Pier van Gorcum (PPR) die al vijfmaal schriftelijk vragen over de geheime dienst heeft gesteld. Vooral de censuur waaraan ambtenaren worden onderworpen, heeft zijn gram schap. Bij dit onderzoek gelden drie normen: de kandidaat mag niet tegen de NAVO zijn, hij moet moeilijk chanteerbaar zijn (homoseksuelen vallen in de BVD-filosofie dus automatisch af) en geen lid zijn van een on dermijnende organisatie (anar chistisch, trotzkistisch of com munistisch) Bij de toetsing van deze nor men gaat de BVD heel ver. Zo is een jongeman die loopjongen wilde worden op een bijkantoor van de PTT, afgewezen omdat hij De Waarheid las en soms was gesignaleerd op een vergadering van de CPN. Dit vindt Van Gorcum een vreemde zaak. Want wat kan een communistische PTT- besteller nu voor kwaad aan richten, waar, ter vergelijking, het lot van Amsterdam al vele jaren voor een groot deel in han den ligt van loco-burgemeester Harry Verhey van de CPN, een man die krachtens zijn functie tot die diepste geheimen kan doordringen? JAN KOESEN

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1975 | | pagina 21