van mening
over positie jagers
Heropleving
christendom
mogelijk
Fina
Ziekenhuis helpt
paarden
weer op de been
n
TUSS1
SUBSID
ONTWERP WIJZIGING JACHTWET IN BEHANDELING
m -
voor
binnenland
buitenland
Ziekenhuis
Operatie
Takel
Stagnatie
Inzameling
Patroon
Jk wel wdl ik doe, SuskeFla
iii mijn specidhteil
ADOLFS IS BOEK
UTRECHT (AVP) - „De
wildstand in Nederland is
momenteel hoger dan ooit.
De meeste diersoorten in ons
land weten zich goed aan te
passen aan de sterk veran
derde natuurlijke omstan
digheden, die het gevolg zijn
van een steeds verder ingrij
pen van de mens in de na
tuur. De reewildstand bij
voorbeeld is sinds de Tweede
Wereldoorlog vertienvou
digd. Het winterbestand van
deze diersoort wordt gedu
rende de laatste vijf jaar ge
schat op ongeveer 22.000
stuks".
Aan het woord is drs. Th. J.
Veen, dierenarts en sinds vorig
jaar directeur van de Konin
klijke Nederlandse Jagersver
eniging, KNJV, waarvan ruim
de helft van het aantal jaren in
Nederland lid is. Ons land telt
ongeveer 33.000 jachtactehou-
ders. Vóór 1940 waren er dat
zo'n 10.000 en was het wild, vol
gens directeur Veen, minder tal
rijk dan thans. Nederland heeft
een oppervlakte van vier mil
joen hectare, waarvan drie mil
joen hectare in principe geschikt
is als jachtgebied. Het overgrote
deel hiervan is bos-, land- en
tuinbouwgrond.
Directeur Veen: „De jager
heeft zich in de loop der jaren
ontwikkeld tot een natuurbe
schermer. De KNJV is een actie
groep voor wild geworden. De
natuurlijke vijanden van de be
staande wildsoorten in ons land,
de grotere roofdieren als de wolf
en de beer, zijn door onze opd
ringende cultuur, met name de
moderne landbouwtechnieken,
de snelle bevolkingsgroei en ook
de toenemende behoefte aan re
creatie in de vrije natuur, geheel
verdwenen De mens is daardoor
gedwongen in te grijpen in de
natuur om haar enigszins in
evenwicht en in stand te houden
De jager heeft daarbij de rol van
de natuurlijke vijanden overge
nomen".
TEGENSTAND
Niet iedereen is gelukkig met
die rol van de jager in het na
tuurgebeuren. Een uitgesproken
tegenstander van de jacht in ons
land is de Haarlemse bioloog P
van Zalinge, secretaris van de
natuurbeschermingscommissie
Zuid-Kennemerland. Hij verge
lijkt het jagen met het vangen
van vogeltjes in landen als Be
lgië en Italië.
De heer Van Zalinge: „De ja
ger beweert de rol van de na
tuurlijke vijanden te. hebben
overgenomen, maar wie heeft
daartoe opdracht gegeven? De
beheerderstaak ligt volgens hem
bij biologen en ecologen (bio
loog die de betrekkingen tussen
de organismen en hun omgeving
bestudeert) en zeker niet bij ja
gers.
De bepalingen omtrent de
jacht in Nederland zijn vastge
legd in een jachtwet die twintig
jaar geleden van kracht is ge
worden. Daarin staat onder
meer in welke periode de ver
schillende diersoorten bejaagd
mogen worden. De jacht op
reewild is geheel aan banden ge
legd (evenals de jacht op het
edelhert is ervoor die op reewild
een speciale vergunning nodig),
terwijl daarentegen een dier als
de houtduif het gehele jaar „vo
gelvrij" is.
De jacht op kleinwild (konij
nen, hazen en fazanten en derge
lijke) gebeurt meestal in de
herfst, in de periode voor de na
tuurlijke wintersterfte. Dan
worden de zwakke, zieke en
oude dieren „geoogst" om de
rest betere overlevingskansen te
geven in de winter.
Hoeveel dieren een jager in
zijn jachtgebied wil afschieten,
kan hij in hoge mate zelf bepa
len. In artikel 19 van de jachtwet
staat dat de „jachthouder zijn
jachtveld niet mag bejagen of
doen bejagen op een wijze, die
tot een aanmerkelijke achte
ruitgang van de stand van een
ander dan schadelijk wild in dat
jachtgebied zou leiden, tenzij
zulks door belangen van de
landbouw zou worden geëist.
ONTWERP
Op het ogenblik is in de
Tweede Kamer een ontwerp van
wet tot wijziging van de jacht
wet in behandeling, waarin
wordt voorgesteld artikel 19 als
volgt te veranderen: „Tenzij de
belangen van de landbouw zich
hiertegen verzetten, is de jach
thouder gehouden zijn veld op
zodanige wijze te bejagen dat
een redelijke wildstand in dat
veld gehandhaafd blijft of bij
het ontbreken daarvan bereikt
wordt". De toevoeging „anders
dan schadelijk wild" is weggela
ten en de wettelijke taak van de
jager is uitgebreid in die zin, dat
hij er nu ook voor moet zorgen
dat een redelijke wildstand
wordt bereikt.
Om te voorkomen dat ieder
een met een wapenvergunning
zich met die taak gaat bezig
houden, wordt in het wetsvoor
stel het afleggen van een jach-
texamen geëist. „Door het in
stellen van een jachtexamen
wordt een waarborg verkregen,
dat niet voor het eerst aan de
jacht zal worden deelgenomen
door personen, bij wie het aan
een bepaald minimum kennis
ontbreekt en die in het geheel
niet vertrouwd zijn met het han
teren van jachtwapens", staat in
de toelichting.
Directeur Veen: „De wetgever
legt de verantwoordelijkheid
voor het wild duidelijk bij de ja
ger. Hij moet meewerken aan
verbetering van het natuurlijk
woon- en leefgebied en moet se
lectief te werk gaan bij zijn af
schotten. Een goede jager zal het
dan ook niet in de eerste plaats
kunnen schelen hoeveel dieren
hij afschiet - dat is sterk afhan
kelijk van de wildstand op dat
moment - maar of er een grote
verscheidenheid soorten van
dieren in zijn jachtgebied leeft,
hij vindt het bijvoorbeeld prach
tig als er ook roofdieren in zijn
jachtgebied voorkomen. Die zal
hij zeker niet gaan afschieten
omdat het concurrenten voor
hem zouden kunnen zijn, mits
hun aantal verantwoord blijft,
aldus Veen.
„Als de vos de passie preekt,
boer pas op je kippen", aldus de
heer van Zalinge. „In het alge
meen kan de natuur heel goed
voor zichzelf zorgen. Mocht de
mens in sommige gevallen
noodgedwongen moeten ingrij
pen, dan moet hij dat zeker niet
doen met een geweer. De na-
tuurbeschermingstaak van ja
gers is in ieder geval overbodig.
De jager voelt zelf ook wel nat
tigheid en hij probeert daarom
zijn daden in allerlei mooie en
quasi wetenschappelijke be
woordingen te rechtvaardigen
tegenover de goegemeente".
Volgens de heer Van Zalinge
blijft alleen het aspect van de
sport over als de werkelijke
drijfveer voor mensen om te
gaan jagen. „Jagen is een passie,
staat te lezen in de voorwoorden
van vele - dure en rijk geïllus
treerde - jagersboeken. Nu heb
ik niets tegen een passie op zich
zelf, maar als zij een ander hin
dert en de natuur schade toe
brengt, is zij uit den boze.
Hij heeft ook zijn twijfels over
het sportieve element in de jage-
rij. Veel jachtopzieners fokken
volgens hem fazanten, om ze in
de herfst, nadat ze zijn vrijgela
ten in een stuk bos, te kunnen
schieten. Onder het mom bezig
te zijn orde op zaken te stellen in
een natuurgebied, geven veel ja
gers toe aan hun driften. „Als
zodanig is het jagen een feodale
uitingsvorm, die niet meer in
onze tijd thuishoort. Wat vroe
ger behoorde tot de privileges
van de aristocratie, is tegen
woordig grotendeels overgeno
men door een groep industrië
len, die zijn spanningen op deze
manier afreageert in de natuur",
aldus van Zalinge.
In het seizoen 1973-1974 wer
den door jagers 2.179 reebok
ken, 1898 reegeiten en 884 reek
alveren afgeschoten. Daarnaast
worden jaarlijks ongeveer 1.500
stuks reewild het slachtoffer
van verkeer, verdrinking, ziekte
en stroperij.
Directeur Veen: „De stroperij
in Nederland is de laatste tijd
behoorlijk toegenomen. Daarbij
is het romantische beeld van de
slimme jongen, die, voordat hij
's nachts oji strooptocht gaat
eerst het pad van de plaatselijke
veldwachter aanharkt en een
uur later terugkomt om te kijken
of de veldwachter misschien
niet zijn ronde is gaan doen, ge
heel verdwenen. De stroperij is
sterk van karakter veranderd en
ligt nu in de criminele sfeer. Het
stropen is een geliefkoosde
„sport" geworden van talrijke
onderwereldfiguren. Bekend is
dat grote groepen onderwereld
figuren over de hele Veluwse
opereren. Liefst in twee groe
pen de ene groep schiet op al het
wild dat tevoorschijn komt, de
tweede groep houdt politieagen
ten op een afstand".
Er zijn in Nederland vijf veld-
detachementen van de rijkspoli
tie voor bestrijding van wild-
stroperij. Het eerste werd twin
tig jaar geleden opgericht in
Hoog Soeren op de Veluwe Sin-
middels overgeplaatst naar El-
speet) met enkele jaren later een
dependance in Gorssel. Daar
naast zijn er detachementen in
Zundert, Boxtel, Maasbracht en
Maarn. Coördinerend toezich
thouder erover is kolonel jonk
heer B.W.F. de Beaufort.
Kolonel de Beaufort: „Even
als de gehele politiemacht in
Nederland is ook de veldpolitie,
die zich uitsluitend bezig houdt
met de bestrijding van wüdstro-
perij, onderbezet. Onlangs zijn
de vijf velddetachementen - na
vragen in de Tweede Kamer -
uitgebreid met een paar man. Ik
ben daar natuurlijk erg blij mee
maar het blijft roeien met de
riemen die we hebben".
Stropen geschiedt het gehele
jaar door, ook in het gesloten
seizoen, wanneer de moederdie-
ren „dragen". In tegenstelling
tot de jager gaat de stroper niet
selectief te werk bij zijn afschot.
Daardoor wordt schade toege
bracht aan de wildstand in een
bepaald gebied.
„Dit boek houdt zich niet
bezig met de vraag of God
bestaat, maar constateert dat
in onze maatschappij „een
God waar men rekening mee
moet houden" heeft opge
houden te bestaan", zegt
ROBERT ADOLFS in zijn
boek IS ER DAN NIETS
MEER HEILIG? (uitg. Con
tact-/ 18,50).
De auteur trok al eerder aan
dacht met bv zijn boek „Het graf
van God", dat in zeven talen
verscheen. Hij gaat uit van het
verdwijnen van God als factor in
de cultuur, wat tot gevolg heeft
„dat er geen eeuwige waarden
meer zijn en dat de (zedelijke)
normen en waarden niet meer
recht uit de hemel komen val
len".
U itvoerig betrekt Adolfs^
ook nog het rapport van (J
van Rome om uiteindelijl 3
bevinding te komen, dat
onze consumptie betreft,
afzienbare tijd tot vers
genoodzaakt zullen woi
plaats van gedwongen vt
ring kunnen wij er ook nt!
vrijwillig aan beginnen,
Adolfs, die daarmee aam»
de vastenactie in het t
Breda. „Om echter voli
gemotiveerd te zijn, a
vrijwillige versobering p;
trekkelijk worden aj
nieuwe doelstellingen er,
den voor ons leven en on
DONDERDAG 17 APRIL
(Van onze rtv-redactie
HILVERSUM - Tiend
zenden in den lande heb!
het afgelopen jaar bij
VARA-Ombudsman het
formatieboekje over
aan:
ker is wel dat er weinig aantrek
kingskracht uitgaat van de he
dendaagse restanten van het
christendom".
Vele mensen verzuchten: Is er
dan niets meer heilig?, gecon- i
fronteerd als ze worden met snel xA.ll Hly S6
verschuivende normen over bv
huwelijk, homofilie, vrije liefde,
echtscheiding, lesbianisme en
geboorteregeling. „Nu zowel de
christelijke God als de christe
lijke kerk als cultuurbeïnvloe-
dende factoren zijn weggeval
len, verdween daarmee ook een
universeel perspectief in onze
cultuur", aldus Adolfs.
Toch is zijn boek geen pessi
mistisch boek, want Adolfs gaat
op zoek naar een nieuw perspec
tief. Hij ziet weer mogelijkheden
voor het christendom. Aan de
hand van de themals vrijheid,
opstanding en nieuwe maat
schappij ziet hij, dat met name
de ethiek van de drie eerste
evangelies toepasbaar is op de
concrete crisissituatie waarin de
wereld verkeert „en in nog hevi
ger mate zal komen te verkeren.
Zeker is dat niet", zegt hij, ,lze-
In box 11 staat Nelson.
Hij staat er al 14 dagen en
zal nog wel een weekje
moeten blijven. Hij is al
lang gewend aan de
vreemde omgeving en ook
aan het brede glasvezelver-
band, dat als een stalen
manchet om zijn been sluit.
Nelson is een zieken
huispatiënt. Als reconvale
scent van een paardenkli-
niek herstelt hij van een
moeilijke fractuuroperatie.
In het vervolg zal het
spronggewicht van zijn
rechter achterbeen met vijf
schroeven bij elkaar wor
den gehouden, maar tot aan
het einde van zijn dagen zal
Nelson dat nauwelijks
merken.
Bij een mislukte sprong over
een hindernis heeft de hengst
een gecompliceerde breuk op
gelopen. Nog niet zo lang gele
den zou een dergelijke ver
wonding onherroepelijk de
genadedood hebben betekend.
Dat Nelson en vele van zijn
lotgenoten tegenwoordig na
dergelijke ongelukken niet
meer afgemaakt hoeven te
worden, is te danken aan de
enorme evolutie die de dierge
neeskunde de laatste jaren
heeft doorgemaakt. Vooral de
klinieken, waar ze met de mo
dernste hulpmiddelen en me
thoden kunnen worden be
handeld.
Zoals bijvoorbeeld in Kö-
nigsbach. In het heuvelland
tussen Pforzheim en Karls
ruhe heeft de dierenarts dr.
Frans Botz een speciaal zie
kenhuis uitsluitend voor
paarden opgericht, een van de
grootste van dit soort klinie
ken in Europa. Hier zijn altijd
wel 15 a 17 „patiënten" onder
behandeling, meestal hoog ge
kwalificeerde rij- en spring
paarden met een waarde tot
100.000 DM en soms ook in
ternationale ren- en concour-
spaarden. „Cornbrand" bij
voorbeeld, een militair paard
waarmee de Mexicaanse
equipe op de Olympische Spe
len 1972 uitkwam, is hier zes
Enkele patiënten
die in het speciale
ziekenhuis worden geholpen.
weken lang verpleegd wegens
een acute storing in de bloed
somloop. „Wij doen hier prak
tisch alles", zegt directeur
Botz tijdens een rondleiding.
Hij wijst op de boxen: „Daar
ziet u een paar voorbeelden".
Als op commando steken Nel
son en een paar van zijn lotge
noten nieuwsgierig hun
hoofden door de geopende
staldeuren: een renpaard met
zware bronchitis; twee dra
vers herstellende van een ope
ratieve behandeling van been
fracturen (een voor deze sport
typische verwonding); daar
naast een jonge merrie, wier
grote wonden op haar dijbeen
moeilijke huidtransplantaties
noodzakelijk maakten, waar
bij miniscule stukjes huid in
het vernietigde weefsel moes
ten worden geïmplanteerd.
Een prachtig dressuurpaard,
dat een levensgevaarlijke
darmafsluiting goed heeft
doorstaan, omdat het nog net
op tijd - namelijk maximaal
vier tot acht uur na het begin
van de koliek - op de operatie
tafel lag
De zieke of gewonde paar
den blijven gemiddeld drie, p
maar soms ook zes weken in de X\ O fl t ge 11
kliniek. Ongeveer tweederde
van de patiënten moei opera
tief behandeld worden, terwijl
de overige patiënten voor in
wendige ziekten een behande
ling ondergaat. Procentueel
komen de diagnose en de the
rapie van verlammingen,
d.w.z. de meest uiteenlopende
beschadigingen van ledema
ten op de eerste plaats; zoals
verstuikingen of ontstekingen
van spieren, pezen en gewrich
ten. Ook ziekten van de adem
halingswegen zoals hoesten,
chronische bronchitis en lon
gontsteking, stofwisselings
stoornissen en hart- en vaat
ziekten vereisen vaak een spe
ciale behandeling. Daarente
gen zijn kies- en kaak-
„reparaties", alsmede zwan-
gerschaponderzoeken routi
nezaken, hetgeen van de kei
zersnede weer niet kan worden
gezegd. Maar ook die wordt
hier uitgevoerd. Een belang
rijke rol speelt ook het onder
zoek vóór de koop, een gede
gen controle van een paard op
„verborgen gebreken" Deze
geven de koper namelijk het
recht, binnen 14 dagen de koop
ongedaan te maken. Het
kliniek-team kan ereen boekje
over opendoen, hoe aan zieke
raspaarden door de verkopers
wordt gedokterd, zodat ze als
volkomen „gezond" kunnen
worden verkocht.
De paardenkliniek be
schikt overeen omvangrijk in
strumentarium. Voor het
grootste deel is de uitrusting
van Siemens. Er staan ver
schillende röntgenapparaten
voor onderzoek en controle
tijdens en na operaties. Verder
staat er diathermie-
apparatuur opgesteld die
vooral bij peesverrekking
wordt gebruikt in plaats van
de vaak nutteloze mishande
ling met het brandijzer. Ook
een installatie voor het draad
loos overbrengen van elektro
cardiogrammen is aanwezig.
Terwijl de patiënt in de open
lucht aan een belastingsproef
wordt onderworpen en wel in
een met 25 cm los zand gevulde
longeerbaan, registreert het
ontvangtoestel op afstand het
ECG. Een miniatuurzendertje,
dat aan het paard is bevestigd,
zendt de meetwaarden uit via
een antenne aan de nek van het
paard. Dr. Botz heeft nog ette
lijke andere „extra's" in zijn
kliniek. Zoals bijvoorbeeld
een automatisch narcose-
apparaat, dat gedurende een
operatie de kunstmatige
ademhaling regelt. Paarden
met „voetgebreken" gaan voor
koeling van de hoeven in een
speciaal bad. Daarnaast draait
langzaam een elektrische
draaimolen, een inrichting
voor bewegingstherapie voor
vier paarden tegelijk in de
aerosol-kamer, een herme
tisch afgesloten inhalatie-
ruimte, wordt catarre van de
bronchiën behandeld. Orto-
paedisch hoefslag wordt door
de eigen hoefsmid vervaar
digd.
De operatiezaal meet 80 m2.
Alleen al de operatietafel is 4
bij 4 meter. Als leek vraag je je
af: hoe krijgen ze zo'n zwaar
paard, dat toch gauw een 500
kilo weegt, op die tafel? Het
antwoord is, dat het paard
eerst onder narcose wordt ge
bracht, dan met een takel op
een wagen wordt gehesen,
naar de operatietafel wordt
gereden en daar met behulp
van touwen voorzichtig op
wordt neergelegd.
Voor een dikwijls enige uren
durende operatie zijn meestal
zes personen nodig: twee dok
toren, twee assistentes en twee
verplegers. Fracturen worden
niet meer zoals vroeger gespij
kerd maar geschroefd. Nog
steeds onder narcose komt het
paard daarna in de „ontwaak-
box", een geïsoleerde en ron
dom gepolsterde ruimte. Wild
slaan bij het ontwaken kan
hier geen enkele schade aan
richten en geen nieuwe ver
wondingen veroorzaken.
Een gipsverband zou het
paard gemakkelijk kunnen
stukslaan - zoals bijvoorbeeld
jaren geleden het paard Tasso
deed, die ondanks een ge
slaagde operatie na een
springconcours in New York
toch nog moest worden afge
maakt omdat hij alle verban
den stuksloeg. Tegenwoordig
kan dat niet meer, omdat het
geopereerde been met glasve
zel omwikkeld wordt dat
ogenblikkelijk spijkerhard
wordt en de breukplaats vol
ledig beschermt. Zoals dat ook
bij Nelson gebeurde, het
springpaard in box 11. Of hij
na zijn zware operatie ooit nog
aan een springconcours zal
meedoen, is de vraag Maar
dankzij de geneeskunde en een
hoog ontwikkelde medische
techniek, zal hij in ieder geval
gezond en wel kunnen verder
leven.
Robert Adolfs zet in dit boek
helder en op een rustige wijze
bekende zaken, die gebeurd zijn
op een rijtje en tracht te analyse
ren wat er momenteel aan de
hand is met de normen, die wij
ons in het verleden gesteld heb
ben en waarvan wij dachten dat
ze onaantastbaar waren. „Er
zijn veel waarden en normen
aan God toegeschreven, terwijl
ze in feite op menselijke inter
pretaties berustten en slechts
dienden om een bepaalde kerke
lijke ideologie en kerkelijke
machtsverhoudingen in stand te
houden. Het verzet daartegen -
nu - is uitgemond in een nage
noeg geheel afgenomen invloed
van het christendom en de chris
telijke God op onze cultuur. Ge
leidelijk aan gingery in onze cul
tuur geheel andere factoren de
waarden en normen bepalen. De
hele werkelijkheid van de we
reld kwam in een heel nieuw
licht te staan. Werkelijkheid
was slechts datgene wat kwanti
ficeerbaar is, wat te meten, te
wegen en te berekenen is... Het
absolute is uit onze cultuur ver
dwenen", aldus Adolfs.
Hoe is er gereageerd op de
toenemende versnelling, waarin
de veranderingen plaatsvinden?
Door verzet en vlucht, zegt hij.
Er o.a. aan toevoegend: „Het is
precies de speculatie op de vage
angst onder de grote massa voor
al de snelle veranderingen, die
het grootste dagblad van Neder
land tot zo'n commercieel succes
maakt." Voor een andere groep
mensen worden de veranderin
gen in de traditionele en gang
bare normen als een heerlijke
nieuwe vrijheid ervaren. Nor
men en waarden waren verstard
binnen bepaalde ideeënsyste-
men of ideologieën, zoals chris
tendom, kapitalisme, marxisme
en democratie. De wijze waarop
wordt door hem nader uitge
werkt.
uen vuui ons icveu en oift lorma
tuur duidelijk formula-; werkloosheidswet
vraagd. Aan goede voorlii
ting over sociale wetten
FVr-hiVH staat kennelijk grote beho
1jCI U1CU te. Niettemin ziet het er n
In het slothoofdstu? uit de2U8. med«we.rk
neemt hij daartoe eend van Stichting Ombu
„Onze cultuur is een man binnenkort zelf de
zonder eerbied voor deai- chure moeten gaan doorb
dieren en de mensen, aller deren. Eind van dit jaar za
gezien door de bril van!* nog maar 400.000 gulden
fang'^De moderee^ kas,zij" e" dat b^v" 1?''
dat alles gedaan moet j groting van ongevee
omwille van iets anderse:j miljoen gulden,
omwille van zichzelf",
Adolfs gaat op zoek waarom
normen en waarden binnen die
systemen stagneerden. „Via de
kerken werd God de grote stag
nerende factor van de maat
schappij, in die zin dat van enige
normontwikkeling nauwelijks
sprake kon zijn. Dat de vrij
heidsdrift hier niet eerder tot
verzet overging, kwam vooral
omdat het onderhouden van de t
goddelijke normen en wetten
werd afgedwongen met ver
schrikkelijke .sancties (eeuwig
onheil)." Het keerpunt kwam
met de seculariserende vrij
heidsbeweging van de 19e eeuw
(Freud, Descartes, Franse revo
lutie etc.). De vraag rijst, zo stelt
hij, of de ideologieën, het eco
nomische systeem, techniek en
industrie, alsmede de democra
tie zelf - voortkomend uit die
vrijheidsbeweging - zelf niet
onder bepaalde opzichten ver
stard zijn? Stuk voor stuk be
kijkt hij kritisch deze factoren
om tot de conclusie te komen,
dat zij ons voor een aantal
nieuwe problemen gesteld heb
ben, die het nieuwe slagwoord
overleving opriepen (consump
tiemaatschappij, anonimiteit,
milieu en grondstoffen, imperia
lisme etc.). „Het wereldomvat
tend niveau van de problemen
waar de mensheid in haar strijd
om vrijheid en geluk nu mee
worstelt, zal slechts vanuit een
wereldwijd perspectief kunnen
worden aangepakt" - Gód is
immers als dat perspectief weg
gevallen - zo besluit hij.
De snelle veranderingen, in
onze normen en waarden, aldus
Adolfs, komen daarbij voort uit
de twijfel aan de gangbare doe
leinden en zingevingen in onze
cultuur. Allereerst moet aange
knoopt worden bij die twijfel
omtrent de zinvolheid van onze
waarden, normen en doelstel
lingen. Die twijfel moet alge
meen gemaakt worden. Zo kan
een beweging ontstaan die
nieuwe beginselen voor onze
toekomst formuleert". Inha
kend op de reacties na de oliecri
sis, concludeert hij: „Wat dat
betreft zijn we een tijdperk van
verdoezeling ingegaan. De men
sen zijn die allang weer vergeten
en hebben niet inde gaten dat de
energie- en grondstoffencrisis in
het geheel niet bezworen zijn".
Uit deze stelling trekt L
aantal conclusies; ondeti
ren: het verdient de voori
nu reeds vrijwillig de
sche groei te beperken
verkorting van arbeidstijL
zal daarbij moeten latei]
hoe de obsessie met
cteatieve vermogens
mensen geblokkeerd heet
welke wijze hij in staal:
nieuw gewonnen vrijhei!!
tiveren. Er moet een uitg
strategie komen om die,
stijdverkorting te realise
we daarbij het inzicht
dat bezitsvermeerderinj]
vanzelf vermeerdering
vrijheid betekent (bezit
om het te beschermen et:
dedigen) zijn we op de;
weg. Solidariteit I
woordelijkheid voor ella
zijn rijk geworden ten kot
de ontwikkelingslanden
pelt Adolfs er nog aan n
goed gemotiveerd op i
gaan naar een nieuwe ra
Vraag is: wie stopt cel
Van het bedrijfsleven isi
te verwachten. Maar dei
ment heeft meer macht d
denkt. Door zijn gedragt
de economische groei t
men. Het bedrijfsleven
zich op de vraag afstel
oliecrisis met de voorl
kleine wagens heeft
zen, aldus Adolfs. Op in
een nieuw type van coi
Het produktieconsum]
leid, dat de huidige
voert om de gedwongen
stijdverkorting en werl
op te vangen, lijkt mij
hebben van de door At'
schetste motiveringen-
vermindering van de ai
betreft, zegt hij, heeft dei
duele consument mini
middellijke macht. Hj
evenwel wijzen op versa
len als een onrustbarend
mend ziekteverzuim enj
sche arbeidsongeschl
Arbeidstijdverkorting
evenwel hand in handi
gaan met een versoberdei
swijze, die de daaraan»
den vermindering van
kan opvangen.
„Zo'n vaart zal het niet
pen", hoopt directeur Gu
Zuur (29) sinds begin 1973
leidende man achter de cou
sen van het populaire VAR
programma. Met het eigenli
programma heeft hij niet zo\
te maken, destemeer met
follow-up ervan. „Je kunt m
sen die naar aanleiding van
uitzending hulp of informa
vragen niet met een kluitje in
riet sturen. Van de andere k
is het toch te gek, aldus Gu
Zuur, dat deze toch duide
onder maatschappelijk w
thuishorende activiteiten uit
omroepbijdragen zouden m
ten worden betaald".
Aanvankelijk is het wel
beurd. De zaken liepen ech
dermate uit de hand dat
VARA begin 1972 besloot om
naverzorging onder te brenj
in een aparte stichting. Een te
visieprogramma waarin Ki
Postema en Marcel van D
Het patroon waarvoor
pleit bevat „allemaal»
of deugden die ons hem
aan de ethiek van het
dom". Voor een renai:
het christendom zijn, in
mening, minstens drie
van essentieel belang: '-"!
opstanding en nieuwe fl
schappij. Vrij zijn gezir-I
zich bevrijden van heb:. 3
loezie en uitsluitend zoe-u
eigenbelang. Opstand:-!
opdracht uit te stijgen fl
zichzelf en zijn momer'-fl
tuatie en als opstand te. I
buiting van natuurlijke!
bronnen en internatior.i l
zucht. De nieuwe maats'j
als een vernieuwing var'-J
lijke verhoudingen, i»:
geest van lief zijn vooi
maar o.m. door het sainfj
Adolfs stelt dit ter dis(
wil niet het laatste woi
ben.
De aanknopingspunt
hij voor deze discussie
zeer waardevol, hoewel
deel van zijn boek, naai
voel, toch teveel nog ge
is in een vrij traditionele
lijke ascese-terminolof
een instituut), waarbi)
dering van de mens it
ding tot zichzelf en
mens in vage uitroept'
hangen. Ieder individu:
eerste plaats moeten w
hij zelf is en waar hij s
dergesneeuwd als hij Is
schetste traditie, andefi
we toch weer objectieve
ten, die uit de nood en tj*
mens geboren worden, h'
niets meer heilig is eer'
lend en zinvol boek.
HENK B
Op uitnodiging van Seth C
ze graag zouden willen. Op c
Cisca Beaudoux en Hugo va