van mening over positie jagers Heropleving christendom mogelijk Fina Ziekenhuis helpt paarden weer op de been n TUSS1 SUBSID ONTWERP WIJZIGING JACHTWET IN BEHANDELING m - voor binnenland buitenland Ziekenhuis Operatie Takel Stagnatie Inzameling Patroon Jk wel wdl ik doe, SuskeFla iii mijn specidhteil ADOLFS IS BOEK UTRECHT (AVP) - „De wildstand in Nederland is momenteel hoger dan ooit. De meeste diersoorten in ons land weten zich goed aan te passen aan de sterk veran derde natuurlijke omstan digheden, die het gevolg zijn van een steeds verder ingrij pen van de mens in de na tuur. De reewildstand bij voorbeeld is sinds de Tweede Wereldoorlog vertienvou digd. Het winterbestand van deze diersoort wordt gedu rende de laatste vijf jaar ge schat op ongeveer 22.000 stuks". Aan het woord is drs. Th. J. Veen, dierenarts en sinds vorig jaar directeur van de Konin klijke Nederlandse Jagersver eniging, KNJV, waarvan ruim de helft van het aantal jaren in Nederland lid is. Ons land telt ongeveer 33.000 jachtactehou- ders. Vóór 1940 waren er dat zo'n 10.000 en was het wild, vol gens directeur Veen, minder tal rijk dan thans. Nederland heeft een oppervlakte van vier mil joen hectare, waarvan drie mil joen hectare in principe geschikt is als jachtgebied. Het overgrote deel hiervan is bos-, land- en tuinbouwgrond. Directeur Veen: „De jager heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een natuurbe schermer. De KNJV is een actie groep voor wild geworden. De natuurlijke vijanden van de be staande wildsoorten in ons land, de grotere roofdieren als de wolf en de beer, zijn door onze opd ringende cultuur, met name de moderne landbouwtechnieken, de snelle bevolkingsgroei en ook de toenemende behoefte aan re creatie in de vrije natuur, geheel verdwenen De mens is daardoor gedwongen in te grijpen in de natuur om haar enigszins in evenwicht en in stand te houden De jager heeft daarbij de rol van de natuurlijke vijanden overge nomen". TEGENSTAND Niet iedereen is gelukkig met die rol van de jager in het na tuurgebeuren. Een uitgesproken tegenstander van de jacht in ons land is de Haarlemse bioloog P van Zalinge, secretaris van de natuurbeschermingscommissie Zuid-Kennemerland. Hij verge lijkt het jagen met het vangen van vogeltjes in landen als Be lgië en Italië. De heer Van Zalinge: „De ja ger beweert de rol van de na tuurlijke vijanden te. hebben overgenomen, maar wie heeft daartoe opdracht gegeven? De beheerderstaak ligt volgens hem bij biologen en ecologen (bio loog die de betrekkingen tussen de organismen en hun omgeving bestudeert) en zeker niet bij ja gers. De bepalingen omtrent de jacht in Nederland zijn vastge legd in een jachtwet die twintig jaar geleden van kracht is ge worden. Daarin staat onder meer in welke periode de ver schillende diersoorten bejaagd mogen worden. De jacht op reewild is geheel aan banden ge legd (evenals de jacht op het edelhert is ervoor die op reewild een speciale vergunning nodig), terwijl daarentegen een dier als de houtduif het gehele jaar „vo gelvrij" is. De jacht op kleinwild (konij nen, hazen en fazanten en derge lijke) gebeurt meestal in de herfst, in de periode voor de na tuurlijke wintersterfte. Dan worden de zwakke, zieke en oude dieren „geoogst" om de rest betere overlevingskansen te geven in de winter. Hoeveel dieren een jager in zijn jachtgebied wil afschieten, kan hij in hoge mate zelf bepa len. In artikel 19 van de jachtwet staat dat de „jachthouder zijn jachtveld niet mag bejagen of doen bejagen op een wijze, die tot een aanmerkelijke achte ruitgang van de stand van een ander dan schadelijk wild in dat jachtgebied zou leiden, tenzij zulks door belangen van de landbouw zou worden geëist. ONTWERP Op het ogenblik is in de Tweede Kamer een ontwerp van wet tot wijziging van de jacht wet in behandeling, waarin wordt voorgesteld artikel 19 als volgt te veranderen: „Tenzij de belangen van de landbouw zich hiertegen verzetten, is de jach thouder gehouden zijn veld op zodanige wijze te bejagen dat een redelijke wildstand in dat veld gehandhaafd blijft of bij het ontbreken daarvan bereikt wordt". De toevoeging „anders dan schadelijk wild" is weggela ten en de wettelijke taak van de jager is uitgebreid in die zin, dat hij er nu ook voor moet zorgen dat een redelijke wildstand wordt bereikt. Om te voorkomen dat ieder een met een wapenvergunning zich met die taak gaat bezig houden, wordt in het wetsvoor stel het afleggen van een jach- texamen geëist. „Door het in stellen van een jachtexamen wordt een waarborg verkregen, dat niet voor het eerst aan de jacht zal worden deelgenomen door personen, bij wie het aan een bepaald minimum kennis ontbreekt en die in het geheel niet vertrouwd zijn met het han teren van jachtwapens", staat in de toelichting. Directeur Veen: „De wetgever legt de verantwoordelijkheid voor het wild duidelijk bij de ja ger. Hij moet meewerken aan verbetering van het natuurlijk woon- en leefgebied en moet se lectief te werk gaan bij zijn af schotten. Een goede jager zal het dan ook niet in de eerste plaats kunnen schelen hoeveel dieren hij afschiet - dat is sterk afhan kelijk van de wildstand op dat moment - maar of er een grote verscheidenheid soorten van dieren in zijn jachtgebied leeft, hij vindt het bijvoorbeeld prach tig als er ook roofdieren in zijn jachtgebied voorkomen. Die zal hij zeker niet gaan afschieten omdat het concurrenten voor hem zouden kunnen zijn, mits hun aantal verantwoord blijft, aldus Veen. „Als de vos de passie preekt, boer pas op je kippen", aldus de heer van Zalinge. „In het alge meen kan de natuur heel goed voor zichzelf zorgen. Mocht de mens in sommige gevallen noodgedwongen moeten ingrij pen, dan moet hij dat zeker niet doen met een geweer. De na- tuurbeschermingstaak van ja gers is in ieder geval overbodig. De jager voelt zelf ook wel nat tigheid en hij probeert daarom zijn daden in allerlei mooie en quasi wetenschappelijke be woordingen te rechtvaardigen tegenover de goegemeente". Volgens de heer Van Zalinge blijft alleen het aspect van de sport over als de werkelijke drijfveer voor mensen om te gaan jagen. „Jagen is een passie, staat te lezen in de voorwoorden van vele - dure en rijk geïllus treerde - jagersboeken. Nu heb ik niets tegen een passie op zich zelf, maar als zij een ander hin dert en de natuur schade toe brengt, is zij uit den boze. Hij heeft ook zijn twijfels over het sportieve element in de jage- rij. Veel jachtopzieners fokken volgens hem fazanten, om ze in de herfst, nadat ze zijn vrijgela ten in een stuk bos, te kunnen schieten. Onder het mom bezig te zijn orde op zaken te stellen in een natuurgebied, geven veel ja gers toe aan hun driften. „Als zodanig is het jagen een feodale uitingsvorm, die niet meer in onze tijd thuishoort. Wat vroe ger behoorde tot de privileges van de aristocratie, is tegen woordig grotendeels overgeno men door een groep industrië len, die zijn spanningen op deze manier afreageert in de natuur", aldus van Zalinge. In het seizoen 1973-1974 wer den door jagers 2.179 reebok ken, 1898 reegeiten en 884 reek alveren afgeschoten. Daarnaast worden jaarlijks ongeveer 1.500 stuks reewild het slachtoffer van verkeer, verdrinking, ziekte en stroperij. Directeur Veen: „De stroperij in Nederland is de laatste tijd behoorlijk toegenomen. Daarbij is het romantische beeld van de slimme jongen, die, voordat hij 's nachts oji strooptocht gaat eerst het pad van de plaatselijke veldwachter aanharkt en een uur later terugkomt om te kijken of de veldwachter misschien niet zijn ronde is gaan doen, ge heel verdwenen. De stroperij is sterk van karakter veranderd en ligt nu in de criminele sfeer. Het stropen is een geliefkoosde „sport" geworden van talrijke onderwereldfiguren. Bekend is dat grote groepen onderwereld figuren over de hele Veluwse opereren. Liefst in twee groe pen de ene groep schiet op al het wild dat tevoorschijn komt, de tweede groep houdt politieagen ten op een afstand". Er zijn in Nederland vijf veld- detachementen van de rijkspoli tie voor bestrijding van wild- stroperij. Het eerste werd twin tig jaar geleden opgericht in Hoog Soeren op de Veluwe Sin- middels overgeplaatst naar El- speet) met enkele jaren later een dependance in Gorssel. Daar naast zijn er detachementen in Zundert, Boxtel, Maasbracht en Maarn. Coördinerend toezich thouder erover is kolonel jonk heer B.W.F. de Beaufort. Kolonel de Beaufort: „Even als de gehele politiemacht in Nederland is ook de veldpolitie, die zich uitsluitend bezig houdt met de bestrijding van wüdstro- perij, onderbezet. Onlangs zijn de vijf velddetachementen - na vragen in de Tweede Kamer - uitgebreid met een paar man. Ik ben daar natuurlijk erg blij mee maar het blijft roeien met de riemen die we hebben". Stropen geschiedt het gehele jaar door, ook in het gesloten seizoen, wanneer de moederdie- ren „dragen". In tegenstelling tot de jager gaat de stroper niet selectief te werk bij zijn afschot. Daardoor wordt schade toege bracht aan de wildstand in een bepaald gebied. „Dit boek houdt zich niet bezig met de vraag of God bestaat, maar constateert dat in onze maatschappij „een God waar men rekening mee moet houden" heeft opge houden te bestaan", zegt ROBERT ADOLFS in zijn boek IS ER DAN NIETS MEER HEILIG? (uitg. Con tact-/ 18,50). De auteur trok al eerder aan dacht met bv zijn boek „Het graf van God", dat in zeven talen verscheen. Hij gaat uit van het verdwijnen van God als factor in de cultuur, wat tot gevolg heeft „dat er geen eeuwige waarden meer zijn en dat de (zedelijke) normen en waarden niet meer recht uit de hemel komen val len". U itvoerig betrekt Adolfs^ ook nog het rapport van (J van Rome om uiteindelijl 3 bevinding te komen, dat onze consumptie betreft, afzienbare tijd tot vers genoodzaakt zullen woi plaats van gedwongen vt ring kunnen wij er ook nt! vrijwillig aan beginnen, Adolfs, die daarmee aam» de vastenactie in het t Breda. „Om echter voli gemotiveerd te zijn, a vrijwillige versobering p; trekkelijk worden aj nieuwe doelstellingen er, den voor ons leven en on DONDERDAG 17 APRIL (Van onze rtv-redactie HILVERSUM - Tiend zenden in den lande heb! het afgelopen jaar bij VARA-Ombudsman het formatieboekje over aan: ker is wel dat er weinig aantrek kingskracht uitgaat van de he dendaagse restanten van het christendom". Vele mensen verzuchten: Is er dan niets meer heilig?, gecon- i fronteerd als ze worden met snel xA.ll Hly S6 verschuivende normen over bv huwelijk, homofilie, vrije liefde, echtscheiding, lesbianisme en geboorteregeling. „Nu zowel de christelijke God als de christe lijke kerk als cultuurbeïnvloe- dende factoren zijn weggeval len, verdween daarmee ook een universeel perspectief in onze cultuur", aldus Adolfs. Toch is zijn boek geen pessi mistisch boek, want Adolfs gaat op zoek naar een nieuw perspec tief. Hij ziet weer mogelijkheden voor het christendom. Aan de hand van de themals vrijheid, opstanding en nieuwe maat schappij ziet hij, dat met name de ethiek van de drie eerste evangelies toepasbaar is op de concrete crisissituatie waarin de wereld verkeert „en in nog hevi ger mate zal komen te verkeren. Zeker is dat niet", zegt hij, ,lze- In box 11 staat Nelson. Hij staat er al 14 dagen en zal nog wel een weekje moeten blijven. Hij is al lang gewend aan de vreemde omgeving en ook aan het brede glasvezelver- band, dat als een stalen manchet om zijn been sluit. Nelson is een zieken huispatiënt. Als reconvale scent van een paardenkli- niek herstelt hij van een moeilijke fractuuroperatie. In het vervolg zal het spronggewicht van zijn rechter achterbeen met vijf schroeven bij elkaar wor den gehouden, maar tot aan het einde van zijn dagen zal Nelson dat nauwelijks merken. Bij een mislukte sprong over een hindernis heeft de hengst een gecompliceerde breuk op gelopen. Nog niet zo lang gele den zou een dergelijke ver wonding onherroepelijk de genadedood hebben betekend. Dat Nelson en vele van zijn lotgenoten tegenwoordig na dergelijke ongelukken niet meer afgemaakt hoeven te worden, is te danken aan de enorme evolutie die de dierge neeskunde de laatste jaren heeft doorgemaakt. Vooral de klinieken, waar ze met de mo dernste hulpmiddelen en me thoden kunnen worden be handeld. Zoals bijvoorbeeld in Kö- nigsbach. In het heuvelland tussen Pforzheim en Karls ruhe heeft de dierenarts dr. Frans Botz een speciaal zie kenhuis uitsluitend voor paarden opgericht, een van de grootste van dit soort klinie ken in Europa. Hier zijn altijd wel 15 a 17 „patiënten" onder behandeling, meestal hoog ge kwalificeerde rij- en spring paarden met een waarde tot 100.000 DM en soms ook in ternationale ren- en concour- spaarden. „Cornbrand" bij voorbeeld, een militair paard waarmee de Mexicaanse equipe op de Olympische Spe len 1972 uitkwam, is hier zes Enkele patiënten die in het speciale ziekenhuis worden geholpen. weken lang verpleegd wegens een acute storing in de bloed somloop. „Wij doen hier prak tisch alles", zegt directeur Botz tijdens een rondleiding. Hij wijst op de boxen: „Daar ziet u een paar voorbeelden". Als op commando steken Nel son en een paar van zijn lotge noten nieuwsgierig hun hoofden door de geopende staldeuren: een renpaard met zware bronchitis; twee dra vers herstellende van een ope ratieve behandeling van been fracturen (een voor deze sport typische verwonding); daar naast een jonge merrie, wier grote wonden op haar dijbeen moeilijke huidtransplantaties noodzakelijk maakten, waar bij miniscule stukjes huid in het vernietigde weefsel moes ten worden geïmplanteerd. Een prachtig dressuurpaard, dat een levensgevaarlijke darmafsluiting goed heeft doorstaan, omdat het nog net op tijd - namelijk maximaal vier tot acht uur na het begin van de koliek - op de operatie tafel lag De zieke of gewonde paar den blijven gemiddeld drie, p maar soms ook zes weken in de X\ O fl t ge 11 kliniek. Ongeveer tweederde van de patiënten moei opera tief behandeld worden, terwijl de overige patiënten voor in wendige ziekten een behande ling ondergaat. Procentueel komen de diagnose en de the rapie van verlammingen, d.w.z. de meest uiteenlopende beschadigingen van ledema ten op de eerste plaats; zoals verstuikingen of ontstekingen van spieren, pezen en gewrich ten. Ook ziekten van de adem halingswegen zoals hoesten, chronische bronchitis en lon gontsteking, stofwisselings stoornissen en hart- en vaat ziekten vereisen vaak een spe ciale behandeling. Daarente gen zijn kies- en kaak- „reparaties", alsmede zwan- gerschaponderzoeken routi nezaken, hetgeen van de kei zersnede weer niet kan worden gezegd. Maar ook die wordt hier uitgevoerd. Een belang rijke rol speelt ook het onder zoek vóór de koop, een gede gen controle van een paard op „verborgen gebreken" Deze geven de koper namelijk het recht, binnen 14 dagen de koop ongedaan te maken. Het kliniek-team kan ereen boekje over opendoen, hoe aan zieke raspaarden door de verkopers wordt gedokterd, zodat ze als volkomen „gezond" kunnen worden verkocht. De paardenkliniek be schikt overeen omvangrijk in strumentarium. Voor het grootste deel is de uitrusting van Siemens. Er staan ver schillende röntgenapparaten voor onderzoek en controle tijdens en na operaties. Verder staat er diathermie- apparatuur opgesteld die vooral bij peesverrekking wordt gebruikt in plaats van de vaak nutteloze mishande ling met het brandijzer. Ook een installatie voor het draad loos overbrengen van elektro cardiogrammen is aanwezig. Terwijl de patiënt in de open lucht aan een belastingsproef wordt onderworpen en wel in een met 25 cm los zand gevulde longeerbaan, registreert het ontvangtoestel op afstand het ECG. Een miniatuurzendertje, dat aan het paard is bevestigd, zendt de meetwaarden uit via een antenne aan de nek van het paard. Dr. Botz heeft nog ette lijke andere „extra's" in zijn kliniek. Zoals bijvoorbeeld een automatisch narcose- apparaat, dat gedurende een operatie de kunstmatige ademhaling regelt. Paarden met „voetgebreken" gaan voor koeling van de hoeven in een speciaal bad. Daarnaast draait langzaam een elektrische draaimolen, een inrichting voor bewegingstherapie voor vier paarden tegelijk in de aerosol-kamer, een herme tisch afgesloten inhalatie- ruimte, wordt catarre van de bronchiën behandeld. Orto- paedisch hoefslag wordt door de eigen hoefsmid vervaar digd. De operatiezaal meet 80 m2. Alleen al de operatietafel is 4 bij 4 meter. Als leek vraag je je af: hoe krijgen ze zo'n zwaar paard, dat toch gauw een 500 kilo weegt, op die tafel? Het antwoord is, dat het paard eerst onder narcose wordt ge bracht, dan met een takel op een wagen wordt gehesen, naar de operatietafel wordt gereden en daar met behulp van touwen voorzichtig op wordt neergelegd. Voor een dikwijls enige uren durende operatie zijn meestal zes personen nodig: twee dok toren, twee assistentes en twee verplegers. Fracturen worden niet meer zoals vroeger gespij kerd maar geschroefd. Nog steeds onder narcose komt het paard daarna in de „ontwaak- box", een geïsoleerde en ron dom gepolsterde ruimte. Wild slaan bij het ontwaken kan hier geen enkele schade aan richten en geen nieuwe ver wondingen veroorzaken. Een gipsverband zou het paard gemakkelijk kunnen stukslaan - zoals bijvoorbeeld jaren geleden het paard Tasso deed, die ondanks een ge slaagde operatie na een springconcours in New York toch nog moest worden afge maakt omdat hij alle verban den stuksloeg. Tegenwoordig kan dat niet meer, omdat het geopereerde been met glasve zel omwikkeld wordt dat ogenblikkelijk spijkerhard wordt en de breukplaats vol ledig beschermt. Zoals dat ook bij Nelson gebeurde, het springpaard in box 11. Of hij na zijn zware operatie ooit nog aan een springconcours zal meedoen, is de vraag Maar dankzij de geneeskunde en een hoog ontwikkelde medische techniek, zal hij in ieder geval gezond en wel kunnen verder leven. Robert Adolfs zet in dit boek helder en op een rustige wijze bekende zaken, die gebeurd zijn op een rijtje en tracht te analyse ren wat er momenteel aan de hand is met de normen, die wij ons in het verleden gesteld heb ben en waarvan wij dachten dat ze onaantastbaar waren. „Er zijn veel waarden en normen aan God toegeschreven, terwijl ze in feite op menselijke inter pretaties berustten en slechts dienden om een bepaalde kerke lijke ideologie en kerkelijke machtsverhoudingen in stand te houden. Het verzet daartegen - nu - is uitgemond in een nage noeg geheel afgenomen invloed van het christendom en de chris telijke God op onze cultuur. Ge leidelijk aan gingery in onze cul tuur geheel andere factoren de waarden en normen bepalen. De hele werkelijkheid van de we reld kwam in een heel nieuw licht te staan. Werkelijkheid was slechts datgene wat kwanti ficeerbaar is, wat te meten, te wegen en te berekenen is... Het absolute is uit onze cultuur ver dwenen", aldus Adolfs. Hoe is er gereageerd op de toenemende versnelling, waarin de veranderingen plaatsvinden? Door verzet en vlucht, zegt hij. Er o.a. aan toevoegend: „Het is precies de speculatie op de vage angst onder de grote massa voor al de snelle veranderingen, die het grootste dagblad van Neder land tot zo'n commercieel succes maakt." Voor een andere groep mensen worden de veranderin gen in de traditionele en gang bare normen als een heerlijke nieuwe vrijheid ervaren. Nor men en waarden waren verstard binnen bepaalde ideeënsyste- men of ideologieën, zoals chris tendom, kapitalisme, marxisme en democratie. De wijze waarop wordt door hem nader uitge werkt. uen vuui ons icveu en oift lorma tuur duidelijk formula-; werkloosheidswet vraagd. Aan goede voorlii ting over sociale wetten FVr-hiVH staat kennelijk grote beho 1jCI U1CU te. Niettemin ziet het er n In het slothoofdstu? uit de2U8. med«we.rk neemt hij daartoe eend van Stichting Ombu „Onze cultuur is een man binnenkort zelf de zonder eerbied voor deai- chure moeten gaan doorb dieren en de mensen, aller deren. Eind van dit jaar za gezien door de bril van!* nog maar 400.000 gulden fang'^De moderee^ kas,zij" e" dat b^v" 1?'' dat alles gedaan moet j groting van ongevee omwille van iets anderse:j miljoen gulden, omwille van zichzelf", Adolfs gaat op zoek waarom normen en waarden binnen die systemen stagneerden. „Via de kerken werd God de grote stag nerende factor van de maat schappij, in die zin dat van enige normontwikkeling nauwelijks sprake kon zijn. Dat de vrij heidsdrift hier niet eerder tot verzet overging, kwam vooral omdat het onderhouden van de t goddelijke normen en wetten werd afgedwongen met ver schrikkelijke .sancties (eeuwig onheil)." Het keerpunt kwam met de seculariserende vrij heidsbeweging van de 19e eeuw (Freud, Descartes, Franse revo lutie etc.). De vraag rijst, zo stelt hij, of de ideologieën, het eco nomische systeem, techniek en industrie, alsmede de democra tie zelf - voortkomend uit die vrijheidsbeweging - zelf niet onder bepaalde opzichten ver stard zijn? Stuk voor stuk be kijkt hij kritisch deze factoren om tot de conclusie te komen, dat zij ons voor een aantal nieuwe problemen gesteld heb ben, die het nieuwe slagwoord overleving opriepen (consump tiemaatschappij, anonimiteit, milieu en grondstoffen, imperia lisme etc.). „Het wereldomvat tend niveau van de problemen waar de mensheid in haar strijd om vrijheid en geluk nu mee worstelt, zal slechts vanuit een wereldwijd perspectief kunnen worden aangepakt" - Gód is immers als dat perspectief weg gevallen - zo besluit hij. De snelle veranderingen, in onze normen en waarden, aldus Adolfs, komen daarbij voort uit de twijfel aan de gangbare doe leinden en zingevingen in onze cultuur. Allereerst moet aange knoopt worden bij die twijfel omtrent de zinvolheid van onze waarden, normen en doelstel lingen. Die twijfel moet alge meen gemaakt worden. Zo kan een beweging ontstaan die nieuwe beginselen voor onze toekomst formuleert". Inha kend op de reacties na de oliecri sis, concludeert hij: „Wat dat betreft zijn we een tijdperk van verdoezeling ingegaan. De men sen zijn die allang weer vergeten en hebben niet inde gaten dat de energie- en grondstoffencrisis in het geheel niet bezworen zijn". Uit deze stelling trekt L aantal conclusies; ondeti ren: het verdient de voori nu reeds vrijwillig de sche groei te beperken verkorting van arbeidstijL zal daarbij moeten latei] hoe de obsessie met cteatieve vermogens mensen geblokkeerd heet welke wijze hij in staal: nieuw gewonnen vrijhei!! tiveren. Er moet een uitg strategie komen om die, stijdverkorting te realise we daarbij het inzicht dat bezitsvermeerderinj] vanzelf vermeerdering vrijheid betekent (bezit om het te beschermen et: dedigen) zijn we op de; weg. Solidariteit I woordelijkheid voor ella zijn rijk geworden ten kot de ontwikkelingslanden pelt Adolfs er nog aan n goed gemotiveerd op i gaan naar een nieuwe ra Vraag is: wie stopt cel Van het bedrijfsleven isi te verwachten. Maar dei ment heeft meer macht d denkt. Door zijn gedragt de economische groei t men. Het bedrijfsleven zich op de vraag afstel oliecrisis met de voorl kleine wagens heeft zen, aldus Adolfs. Op in een nieuw type van coi Het produktieconsum] leid, dat de huidige voert om de gedwongen stijdverkorting en werl op te vangen, lijkt mij hebben van de door At' schetste motiveringen- vermindering van de ai betreft, zegt hij, heeft dei duele consument mini middellijke macht. Hj evenwel wijzen op versa len als een onrustbarend mend ziekteverzuim enj sche arbeidsongeschl Arbeidstijdverkorting evenwel hand in handi gaan met een versoberdei swijze, die de daaraan» den vermindering van kan opvangen. „Zo'n vaart zal het niet pen", hoopt directeur Gu Zuur (29) sinds begin 1973 leidende man achter de cou sen van het populaire VAR programma. Met het eigenli programma heeft hij niet zo\ te maken, destemeer met follow-up ervan. „Je kunt m sen die naar aanleiding van uitzending hulp of informa vragen niet met een kluitje in riet sturen. Van de andere k is het toch te gek, aldus Gu Zuur, dat deze toch duide onder maatschappelijk w thuishorende activiteiten uit omroepbijdragen zouden m ten worden betaald". Aanvankelijk is het wel beurd. De zaken liepen ech dermate uit de hand dat VARA begin 1972 besloot om naverzorging onder te brenj in een aparte stichting. Een te visieprogramma waarin Ki Postema en Marcel van D Het patroon waarvoor pleit bevat „allemaal» of deugden die ons hem aan de ethiek van het dom". Voor een renai: het christendom zijn, in mening, minstens drie van essentieel belang: '-"! opstanding en nieuwe fl schappij. Vrij zijn gezir-I zich bevrijden van heb:. 3 loezie en uitsluitend zoe-u eigenbelang. Opstand:-! opdracht uit te stijgen fl zichzelf en zijn momer'-fl tuatie en als opstand te. I buiting van natuurlijke! bronnen en internatior.i l zucht. De nieuwe maats'j als een vernieuwing var'-J lijke verhoudingen, i»: geest van lief zijn vooi maar o.m. door het sainfj Adolfs stelt dit ter dis( wil niet het laatste woi ben. De aanknopingspunt hij voor deze discussie zeer waardevol, hoewel deel van zijn boek, naai voel, toch teveel nog ge is in een vrij traditionele lijke ascese-terminolof een instituut), waarbi) dering van de mens it ding tot zichzelf en mens in vage uitroept' hangen. Ieder individu: eerste plaats moeten w hij zelf is en waar hij s dergesneeuwd als hij Is schetste traditie, andefi we toch weer objectieve ten, die uit de nood en tj* mens geboren worden, h' niets meer heilig is eer' lend en zinvol boek. HENK B Op uitnodiging van Seth C ze graag zouden willen. Op c Cisca Beaudoux en Hugo va

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1975 | | pagina 20