VOORLOPIG NOG NIET DENKEN AAN VOETBALLEN Gerrie Knetemann: „Ik heb snel geleerd DAGBLAD VOOR ZUIDWEST-NEDERLAND Roeien Manager Ideaal Fijn Dankbaar Huiverig SpoRT BARRY HULSHOFF: „PROBLEMEN LOS IK NORMAAL ZELF WEL OP" Hoewel zijn leven momenteel door onzekerheden wordt beheerst, kan Barry Hulshoff als altijd lachen, uitbundig pret maken en onbedaarlijk plezier hebben op feestjes waarop hij wordt uitgenodigd. Ofschoon hij al een jaar niet meer actief aan topsport heeft deelgenomen, heeft zijn populariteit nauwelijks ingeboet. Hij is en blijft een veel gevraagd „object" voor het openen van etablissementen, men ziet hem graag op feesten verschijnen, waar hij dan niet zijn imposante gestalte al snel zijn omgeving voor zich inneemt. Dan ook kan Barry Hulshoff al zijn troubles rond zijn knie-blessure vergeten, kan hij de spanningen van de laatste maanden van zich afzetten en het leven beminnen als een geschenk dat je koestert. (van een onzer verslaggevers) SCHOORL - Bijna ieder een mag Barry Hulshoff, om dat, zeggen ze, hij oprecht en beminnelijk is. Omdat hij ook een willig oor leent aan de problemen van anderen, die zonder aarzelen hun hart tegenover hem uitstorten. „Ik kan goed luisteren, zeg gen de mensen tegen mij", bekent hij, „niet dat ik de problemen dan oplos, maar ik kan er wel lekker over dis cussieren. Je moet iemand al tijd zichzelf laten zijn, dan kan hij ook prestaties leve ren". Het zich verdiepen in pro blemen van andere mensen is voor Barry Hulshoff echter niet zonder gevolgen geble ven. Ongeveer twee maanden geleden zag hij het allemaal niet meer zo zitten door de problemen die op hem af kwamen en dook hij met zijn vrouw Hilda onder in Kas teel Wittem, een imposant hotel in Zuid Limburg. Her innert Barry zich: „Normaal los ik die problemen wel op, maar toen kon het effen niet. Het was me te veel geworden. Na vier dagen kon ik echter weer makkelijk tussen de mensen zijn". Barry Hulshoff, 28 jaar nu, tobt echter niet. Op zijn eigen bedaarde wijze kan nij berusten in zijn blessure die hem bijkans een jaar heeft uitgeschakeld. Pas over anderhalve maand weet hij definitief of hij zijn voetbalcarrière mag voortzet ten. Dan hoort hij van orthopedisch-chirurg dr. Gast- kemper uit Rotterdam of zijn knie die inspanningen die hij tijdens zijn voetbaltrainingen moest verrichten, zonder schade heeft kunnen dragen. Die trai ning begint over een maand. Vooreerst moeten echter zijn be enspieren weer zo hard als ijzer zijn om de knie te kunnen ont lasten. Barry: „Alles moet heel voorzichtig gebeuren. Ik mag beslist niet te vroeg gaan voet ballen". Om zijn spieren te stalen heeft Barry Hulshoff zich de laatste weken op de roeisport gewor pen. Tweemaal per week is hij de gast bij de Amsterdamse roei vereniging Nereus waar hij fiks onder handen wordt genomen. In een „Twee met stuurman" roeit hij anderhalf uur achter elkaar op de Amstel, tweemaal per week. „Het bevalt me uitste kend, geeft hij toe. Toen Nereus me spontaan een uitnodiging stuurde, heb ik die direct geac cepteerd. Het is ontzettend po tig, want de training wordt op gevoerd met duur- en interval- trainingen. En als ik een pro gramma opstel, voer ik dat ook uit. Wat me opvalt is dat die jon gens als amateur meer voor hun sport over hebben dan voetbal lers die prof zijn. Dat spreekt me erg aan. O, ja, er worden nog al wat grappen gemaakt. Dat is lo gisch, hè. We hebben het al over de Olympische Spelen en zo Toen Barry Hulshoff op 19 fe bruari 1974 geblesseerd raakte aan zijn rechterknie, leek er aanvankelijk niets aan de hand. Toch kwam hij in het ziekenhuis terecht voor tien dagen. Na een rustperiode hervatte hij voor zichtig de training, speelde weer, maar raakte in het beker duel tegen PSV in het Feye- noordstadion opnieuw gebles seerd. Weer rusten, weer hopen op spoedig herstel, want de We reldkampioenschappen stonden voor de deur. Spannende dagen en weken volgden elkaar in snel tempo op. Het lot en de doktoren beslisten echter anders. Geen WK, wel een operatie aan zijn binnenmeniscus van zijn rech terknie. Een ingreepdiegoed ge lukte, al zou het herstel zeer langzaam vorderen. Want ook vandaag weet Hulshoff nog niet of hij nog ooit zal mogen voet ballen. Barry daarover: „Je weet natuurlijk hooit hoe mijn knie zich houdt als ik weer voetbal training doe. De knie heeft erg onder druk gestaan, veel gele den. Vooral voor de operatie. Als ik nog eens geopereerd zou moe ten worden, wordt dat een ope ratie waarin een pees verlegd moet worden. Dat zal het beste kunnen in Amerika. Achteraf geloof ik echter dat dit niet veel meer zal helpen. Dan is het wel gebeurd met voetballen. Wat ik dan ga doen? Ik wil in de voetballerij blijven. Als ma nager of zo. Lukt dat niet, dan ga ik een gemakkelijk leven leiden. Een makkelijk baantje waarmee ik rond zou kunnen komen. Ik zou er wel tegenaan moeten lo pen. Ik ben niet iemand die iets gaat zoeken. Ik zou bijvoorbeeld een platenzaak willen runnen of iets doen in de platenbusiness". Waaruit men zou kunnen af leiden dat Hulshoff niet van de kook raakt van al die spannin gen, die de vele onzekerheden bij hem teweeg brengen. „Om dat ik er al een jaar mee bezig ben", verklaart hij. „Omdat ik er langzaam naar toe ben gegroeid. Daarom wil ik nu snel weten of ik nog mag spelen." Hij is echter toch betrokken bij het huidige voetbalgebeuren, bij de interne moeilijkheden, die aan het hui dige Ajax vreten. Over de terug val van Ajax zegt hij dit: „Bij sommige spelers is verzadiging de oorzaak van een vormcrisis. Het laatste jaar zijn de meeste spelers uit elkaar gegroeid. Niemand heeft nog 'iets over vooreen ander. De collectiviteit is weggevallen. De eerste taak van de trainer is dit terug te brengen. Dit kan alleen door aanwijzingen te geven. Als die niet geaccepteerd worden, is dat voor de trainer vechten tegen de bierkaai. Het is natuurlijk niet zo, dat Kraay ooit heeft gezegd: ,Ik wil dat jullie zo en zo spelen.' Hij heeft vanaf het begin ge zegd: .Ieders capaciteiten moe- I» Barry Hulshoff met echtge-1 note en hond tijdens zijn va-1 kantie in Zuid-Limburg.I ten er zo goed mogelijk uitko men, maar we spelen wel voor het elftal. "En dat is nog niet gebeurd. Dat juist nu hij met en kele spelers ruzie krijgt, die ei gen ideeën hebben over hoe ge speeld moet worden, is een lo gisch gevolg van het uiteen groeien en het ontwikkelen van de spelers zelf. Ik huldig het principe: draait het geheel goed, dan draai ik ook goed: Dat is iets anders dan zeggen: ik wil eerst zelf goed draaien. Ik hoef niet zonodig op de voorgrond te tre den. Draait het elftal goed, en je treedt dan toch op de voorgrond, dan is dat meegenomen. Wat ik gemerkt heb, is dat er nog een paar spelers het niet meer met Kraay eens zijn. Ik was het het laatste jaar niet eens met Ko- .vacks. Maar dat heb je nooit er gens gelezen. En bij Michels wa ren er ook conflictsituaties. Die bloeiden binnenskamers. Dat ligt aan de personen zelf. Ik had met Michels ook ooit een me ningsverschil. Toen ben ik op de transferliist gegaan. Als hij ooit terug zou komen zou ik met roe pen: ik ga weg. Ik zou het met hem weer proberen. Ik zou altijd proberen de ideeën van een trainer die bij Ajax komt uit te voeren. Heb ik gedaan bi] Mi chels. Kovacks en Knobel. En als het niet lukt dan vertrek ik. Ik vind, dat Arie Haan het te vroeg gezegd heeft dat hij wil. Er zijn per slot van rekening nog tien wedstrijden te spelen Het zijn deze, maar ook an dere problemen waarover de Hulshoffs, thuis in Schoor), na denken. Vorig jaar augustus verhuisde Barry, zijn vrouw en twee kinderen en de Duitse dog Boeddha van Zaandam naar Schoorl, een uur rijden van Am sterdam. De stilte overheerst daar en die volmaakte rust ver diept Barry zich, eerlijkheids halve, meer in de huishoudelijke besognes dan in het voetbal. Zijn huis grenst aan open wei landen, bos en strand. „Ik ben hier gaan wonen omdat dit mijn ideaal beeld van een huis is", vertelt hij. „Daarom heb ik me teen toegehapt, toen ik het kon kopen. Maarhet kan zijn, dat wij binnenkort weer gaan ver huizen. Hilda is vrij vaak alleen, omdat ik het ontzettend druk heb. We missen de aanloop, die we vroeger in Zaandam erg veel hadden... Ook zonder die aanloop, het beïnvloedt Barry's leven van rijkdom buiten het voetbal nauwelijks. Want het feit dat hij het leven thuis belangrijker vindt dan het leven in een voet balwereld, zal hem straks als een verlaten triomf in de oren klinken. Gerrie Knetemann (Van een van onze verslagge vers) SINT REMY-DE- PROVENCE - Toen Gerrie Knetemann vorig jaar de Am- stel Gold-race op zijn naam schreef, haalden velen in de wielerwereld hun schouders op en spraken van een toeval streffer. Maar nadien heeft de deze maand 24 jaar geworden Amsterdammer bewezen dat zijn triomf-tocht door het Limburgse heuvelland be paald geen uitschieter was. De gebrilde Noord-Hollander trad steeds weer op de voor grond en dit nog prille seizoen komt hij uitstekend met de groten mee. In de Omloop van het Volk, waarin hij in de kopgroep ar riveerde, en in de morgen ein- diggggggende Parijs-Nice, demonstreerde hij onder meer geen enkel ontzag te hebben voor allang gevestigde reputa ties. Knetemann, een karakter coureur met veel koersinzicht, zegt nu over zijn eerste grote succes in de Amstel Gold-race: „Natuurlijk was die overwin ning geen toevalstreffer. Ik had in het voorseizoen aan de Cote d'Azur ook al goed gere den Alleen was dat niet zo goed aan de uitslagen te mer ken Ik koerste bijvoorbeeld veel beter dan Gerard Vianen, toen die daar een wedstrijd won. Dat ik niet zulke goede resultaten behaalde, was te wijten aan pech, maar ik denk ook aan onervarenheid. Ik pakte mannen terug op het moment dat het niet moest en viel op verkeerde ogenblikken, aan. Ik was niet link genoeg. Maar ik heb snel geleerd. En in de Amstel Gold-race was ik al heel wat wijzer. Die wedstrijd ligt mij trouwens bijzonder goed. Als amateur heb ik altijd goed gereden in Limburg." Erg veel heeft Knetemann, van beroep stratenmaker, overigens niet gehad aan zijn zege in de Amstel Gold-race. Knetemann: „Ik heb deze win ter aan twee zesdaagsen deel genomen, die van Rotterdam en Antwerpen, maar ik had er graag meer gereden. In Duits land kennen ze Knetemann echter niet en dan merk je dat een eerste plaats in de Amstel Gold-race toch niet zo aan slaat. Ik heb dat ook onder vonden met de contracten voor criteriums. Cees Bal, die de Ronde van Vlaanderen won, kreeg bijvoorbeeld tweemaal zoveel startgeld als ik. Zelfs Cees Priem, als Nederlands kampioen, ontving het dub bele van mij. En zonder iets van Cees Priem te willen zeg gen, een Nederlands kampi oenschap zegt in wezen toch minder dan de Amstel Gold- race. Alleen door Gan Mercier is mijn overwinning goed ge waardeerd. Ik heb ongeveer hetzelfde contract als Bal, die iets meer heeft." Knetemann vindt het fijn dat hij dankzij de bemiddeling van Amstel-ploegleider Her man Krott is terechtgekomen bij de Franse formatie, waarin hij begin vorig seizoen als be roepsrenner debuteerde. Kne temann: „Onze ploegleider, Louis Caput, is een vreselijk aardige man. Hij is altijd ont zettend rustig. Hij maakt ook nooit een plan de campagne. Hij zegt dat dat toch geen zin heeft, omdat er altijd iets kan gebeuren wat het hele plan in de war kan sturen. Hij zegt wel hoe die in de gaten gehouden moet worden. Of dan en dan niet rijden. Maar dat zie ik zelf ook wel. Er is nooit paniek bij ons en de sfeer is voortreffelijk. Dat vind ik een groot pluspunt. Voor Zoetemelk en Poulidor hoeven wij in wezen weinig te doen. Die zitten altijd voorin en mis sen de slag toch niet. Daardoor kun je bijna helemaal je eigen gang gaan. Wij hoeven Zoete melk of Poulidor ook nooit uit de wind te zetten zoals met Merckx gebeurde. Wij komen dan ook veel frisser aan het einde dan de knechten van Merckx. De mannen van Merckx eindigen praktisch nooit voorin. Doordat ze in de finale totaal geen fut meer hebben. Als Merckx niet mee doet is het heel anders. Merckx reed vorig jaar niet mee in Parijs-Brussel en toen zaten er vier Molteni's in de finale. En in Milaan-San Remo van vorig jaar, waarin Merckx ook niet uitkwam, zat Jos Huysmans in de finale en die zie je er anders nooit bij zitten. Reken maar dat het wat kracht kost zoals die mannen voor Merckx moe ten werken. Merckx rijdt bijna steeds achter in het peleton met twee ploegmaten bij zich en de rest zit aan de kop om te controleren En die mannen pakken alles terug. Ze rijden op alles wat beweegt. Ont snapt er toch iemand, dan brengen de knechten die ach terin zitten Merckx naarvoren langs het peleton elkaar als gekken aflossend en Merckx zit mooi aan het wiel." Van die tactiek van de Mol teni's maakt Knetemann vaak dankbaar gebruik. Knete mann: „Het kost enorm veel kracht om je voorin te hand haven, want het is altijd drin gen geblazen. En omdat de valpartijen meestal ook voorin de groep plaatsvinden, rij ik wel eens rustig een uurtje van achteren, waardoor je goed om een eventuele valpartij heen kunt gaan. Dat kan goed, om dat de Molteni's toch alles re gelen. Valt er toch wat voor, dan ben ik zo met Bal of Perinn die meestal in mijn omgeving zijn, naar de kop." De immer erg attent koer sende Knetemann („De dag van tevoren neem ik altijd het programma door. Ik zoek de moeilijke punten op en als ik niet weet waar iets kan gebeu ren dan merk ik het in de koers wel, want dan is het steeds een enorm nerveus gedoe") heeft ondervonden dat de vedetten goed op hem zijn gaan letten, nada! hij zo goed is gaan rij den. Knetemann.„Ik vind het een teken aan de wand dat toen ik woensdag kort voor het einde demarreerde, Merckx mij persoonlijk terughaalde. Een van de dagen daarvoor deed hij dat ook al, toen wij met vier man weg waren. Ik geloof niet, dat die groten je ooit accepteren, maar als je je werk opknapt en soms nog eens meer dan dat dan gaan ze je toch waarderen. Dat merk ik goed." Toen Knetemann tot de stap naar de beroepsrenners be sloot, was hij een zeer goede amateur Geen ster als Den Hertog of Schuiten (de laatste alleen het vorige jaar), maar ver boven de middelmaat uit stekend. Hij won onder andere tweemaal de Omloop van het Volk 1971 en (in 1971 en 1972) twee etappes in de ronde van Algerije, een etappe in de Ronde van Mallorca, een etappe in de Tour de l'Avenir en een etappe in Olympia's Tour In de laatste ronde droeg hij bovendien in 1972 enkele dagen de oranje trui. Kortom, een serie prestaties die er mag zijn. Maar toch was Knete mann wat huiverig toen hij naar de rijen van de profs overging. Knetemann: „Ik zag er tegen op als een berg Maar ik dacht wat heb ik te verlie zen. Ik heb altijd hele dagen gewerkt Alleen het laatste jaar bij de amateurs niet meer. En dan kunnen ze wel zeggen dat we bij de amateurs ook veel geld verdienen, maar de renners die dat beweren zitten volgens mij flink in hun eigen zak te liegen. Ik heb er tenmin ste niets van gemerkt. Of het moet zo zijn dat ik altijd tegen de verkeerde mensen ben op gelopen. Omdat ik er niet veel wijzer van werd en ik een heel goed contract kon krijgen voor het eerste jaar als prof - ik denk wel dat ik beste contract heb van degenen die toen zijn overgegaan - heb ik het ge daan Met zo'n contract zou ik wel een ezel geweest zijn als ik amateur was gebleven." Het grote doel van Knete mann in zijn prof carrière is om flink wat geld over te houden. Knetemann: „Met normaal werken houd je nooit iets van je salaris over. Dat lukt ge wone mensen niet. Tenminste zo zie ik het. Ik kom uit een gewoon arbeidersgezin. Die mensen werken zich wezen loos maar hebben nooit een cent achter de hand. En als je dan wat geluk hebt en klasse heb je de kans om veel te ver dienen in de wielersport en kun je wat opzij leggen voor later. Als het met mij niet goed meer gaat met het wielrennen dan stop ik beslist. Ik wil het wielrennen niet ten koste laten gaan van mijn gezin. Ik wil niet dat mijn vrouw ervoor moet werken of dat ik naar de bijstand loop. Stoppen zou een stap terug doen betekenen, maar ik heb altijd gewerkt en zou het dan ook normaal weer kunnen." HEIN GROOTHUIS

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1975 | | pagina 29