T5 Russische cellist uitgeweken vooi bureaucraten - „Ieder mens, elk ding heeft eigen waarde" Samen sterk toch wat zwak Breitner-foto VERZEN ALS OPKIKKERTJE, SOMS STERK PROZA TREFZEKERE GEVOELIGE PLATEN BRABANDER AMSTERDAMMER PSYCHOLOOG ARTIEST ANTON VAN DER HORST linistratie Lidit 5 voorde ndelijks neen 'n overzicht licht jrobleem. igevens op ïrking bij ronische an met uw als on-line Aan uw transmissie •esseerd amonstreerd plaatsen in Dverde eem. ning zou u inde buurt orm oek ide rol apMtt Over- -nmercleel Inzicht an zijn voor mjccm in oedanlghedon. Walk* leze enerverende en kerngezonde onder- Dr Anton van der Horst met zijn malene-ikoon. „Ik loop op straat, het strand Vindt en stuk roest, hout Het is niets meer. Ik bekijk het Wat mooi! Breng het samen in har monie en zegging soms figura tief; soms abstract Het roept zeer uiteenlopende associaties op „God, dit noem ik de laatste dag", zei een vrouw bit een schilderij, een week voordat ze zelfmoord pleegde Hier een dood vogeltje, gevonden onder een harde koeienplak; het liep graantjes pikkend achter de koe „Alles in zijn waarde laten" zegt dr. Anton van den Horst. „Deze houding ontstaat nu ook ten aanzien van gehandicapten. Vroeger werden die onvolwaar dig genoemd". Maar Van den Horst heeft het nu op de eerste plaats over de eigen waarde van de materialen waarmee hij zijn zogenaamde materieschilderin gen samenstelt. „Wat wil je met die oude troep, zullen de mensen wel vragen." Wat hij ermee wil is eigenlijk hetzelfde als hetgeen hij als psycholoog met mensen wil; vanuit hun eigenwaarde la ten functioneren!. Zijn collage s/schilderingen, die tot en met 23 maart in De Lievenkamp te Oss te zien zijn, spreken een ei gen, krachtige taal, die verder reikt dan pure schoonheidson troering. Na bijna dertig jaar is deze in Tcteringen geboren Am sterdamse psycholoog en weten schappelijk hoofdmedewerker aan de hoofdstedelijke universi teit voor het eerste met een ten toonstelling naar zijn geboorte land teruggekeerd; een exposi tie, die eerder in Amsterdam op vallende aandacht trok. Of je met Anion san der Horst nu over zijn beeldende expressie praat of over zijn vak, je praat telkens over mensen. Het is één vak geworden. Oorspronkelijk: „een dualisme in mezelf", zegt hij. Na het O.L. Vrouwelyceum in Breda stond hij voor de keuze. Hij kende de kunstenaar Niel Steenbergen; werd zijn leerling aan de kunstnijverheidsschool in Tilburg. „Die man, met zijn bijbelse verhalen, met zijn filo sofieën, heeft iets voor me bete kend. Als ik nu in de colleges met studenten bezig ben en fvS zeg: leer met je eigen ogen kij ken; waar ben jezelf?, aan zijn dat dingen, die ik van Niel Steenbergen al geleerd heb" Toch wilde Anton van der Horst óók arts worden Maar hij zit vanaf zijn jeugd zelf met de handicap slecht horen „Arts worden ging niet, kon bv de harttonen niet horen". Na één jaar Tilburg, werd het psychologie-studeren in Am sterdam en later in Groningen „Psychologie en kunst liggen niet ver uit elkaar" Op advies van Steenbergen kreeg Anton van der Horst twee middagen in de week boetseerles van Geurt Brinkgreve in ruil voor het schoonmaken van zijn atelier op zaterdagmiddag. Prof. Revesz, wiens colleges hij volgde, hield zich vooral bezig met de psycho logie der blinden en kunst. „Als kind voelde ik me, tengevolge van mijn slechte horen, al vaak gediscrimineerd. Dat is zeker medebepalend geweest bij mijn verdere ontwikkeling". Hoe kunnen slecht horenden, vanuit hun eigen waarde, functione ren? „Horen en taal" heette dan qok het proefschrift, waaop hij in '68 promoveerde. „Ik voel me aangetrokken tot de psychologie van het horen. Heb een aantal tests ontwikkeld; daarover nogal veel gepubliceerd;, wordt bv in de Engelse er) Russische literatuur genoemd. De verbon denheid met de mens, de wijze waarop hij communiceert, is voor mij erg belangrijk. Dat speelt niet alleen in de psycho logie, maar ook in de kunst een grote rol. Ik vind het fijn als de mensen bij mijn schilderijen zeggen: dat is goed in plaats van aan. Wat is daar een leven over heen gegaan! Dat is een kikker- kist. Denk eens aan de waarde van de kikkers in onze samenle ving.. Dat is materie-1koon: de mens als gevangene Als ik bezig ben filosofeer ik. Opgeraapt van de straat, in een nieuwe context gebruikt. Het frappeert me, als anderen erdoor aangesproken worden. Niet alleen intellectu eel-Middel tot kontakt. Onder het volk zit meer wijsheid en fi losofie dan je denkt" De suppoost van Lievekamp staat te luisteren. Meneer, ik be grijp niets van kunst". Hij be gint te praten Over de schilde rijen van Anton van den Horst. Hij begrijpt het niet, maar voelt wel wat er aan de hand is. „Ik ga niet uit van een leer, maar ik wil wel naar emoties toe" aldus Anton vander Horst. „Wat zegt het jou? Ik vind mij terug in Dali's uitspraak: ik schilder niet, het schilderen schildert". De tijd is rijp voor de herontdekking van de waarde van ons emotionele leven; de mensen gaan ervoor open. Dat merk je aan de wijze waaop An ton van der Horst bezig is met zijn audiologie, met zijn studen ten, met zijn schilderijen. Daar bij heeft hij in de loop der jaren ook zoveel beeldende vaardig heid opgedaan, dat hij in staat is dikwijls op verrassende wijze afgeschreven waarden in men sen en dingen te herijken. HENK EGBERS (Van onze kunstredactie) BREDA - Een klein zaaltje. Vijftig mensen. Vormingswerkers, werkende jeugd, studenten sociale academie „Goed hè, dat mensen zich verzetten!" klinkt het door de luidsprekers. Anderhalf uur: film, üia'3, muziek, tekst en een lezer. „Samen staan we sterk", heet de tweede produktie onder die titel van werkgemeenschap De Kri- tiese Filmers in Breda. „Kom ook eens kijken en zeg wat je ervan vindt". En daar zat ik dan te vinden Op een van de laatste zoge naamde introductievoorstellingen. Tussen Amsterdam en Antwer pen hebben groepen kennis kunnen nemen van deze produktie. „De reacties waren wel goed" De film blijkt discussies op gang te brengen bij mensen. (Tie werksituaties kennen, bij vakbondsgroepe ringen, kaderorganisaties, vormingscentra, middelbare scholieren etc. Een bewustmakend solidariteitsprogramma. Nu zijn dit soort vormings programma's even talrijk aan net worden als het v.erzet erte gen groeit. Ze polariseren; laten ae meningen (en vaak méér) bot sen. Ik weet niet of het uitblijven van subsidies aan De Kritiese Filmers ermee te maken heeft. Ze worden in ieder geval van het kastje naar de muur gestuurd. Hoewel ik best een aantal be zwaren heb tegen hun werkwij ze, mag deze ondernemende groep, die na vierenhalf jaar on der zeer primitieve omstandig heden bestaansrecht heeft ver worven, best een steuntje in de rug. Kritiese Filmers kunnen kri tiek verwachten; dat is een we zenlijk onderdeel van hun be staan. Ik heb, als antwoord op de vraag: wat vind je van Samen Sterk, geen behoefte me links of rechts op te stellen. Probeer (en niet méér dan dat) alleen te kij ken wat er gebeurt. Daarom eerst globaal - en sèc, hoop ik - wat er te zien is in Samen sterk, zodat aanvragers (Cathanna- straat 20, Breda, tel. 01600- 39324) weten wat ze voor f 350 in huis krijgen Het eerste deel van Samen sterk begint met, zo zou je het kunnen noemen, een geschiede nis van onderdrukking en ver zet. „Om te laten zien, dat er ontwikkeling zit in de geschie denis van onderdrukkers en on derdrukten. Geschiedenis, om de situatie van nü beter te Ieren interpreteren". Gezegd wordt dat de scholen daaromtrent een verkeerd beeld geven. Aan de hand van vooral reprodukties van oude schilderijen e.d., af komstig o a van het Internatio naal Instituut voor Sociale Ge schiedenis in Amsterdam en en kele, op Loevestein gespeelde, filmfragmenten wordt de on derdrukking van het volk door adel en later door kooplui ge schetst; de opkomst van de in dustrie. Ondanks de Franse re volutie, vakbonden, stakingen etc. is de arbeidersrevolutie - behalve in Rusland - nog niet geslaagd, omdat het leger de kant van het kapitaal kiest. „De kapitalisten zullen nooit met je praten om' de met ons geld ge jatte fabrieken aan ons af te ge ven". De dertiger jaren, deover- produktie en werkloosheid, het „misleidende" kiesrecht; de na-oorlogse jaren, waarin de re geringen „ons weer belazerden" etc worden in honderden beel den geschetst „Nu wordt het onze beurt, wij arbeiders zullen ons verzetten" Beelden van sta kingen, fabrieksbezettingen Uit de film Samen Sterk: de crisisjaren dertig. Na het stempelen siaan enkele arbeiders de ruit van een winkel in om spullen mee te nemen uit de etalage. (fragmenten uit Enka-film) etc Waar „de heren" het momenteel om te doen is: de sol idariteit van de arbeiders breken door ze tegen elkaar op te zetten via jeugdlonen (concurrentie), soor ten arbeid, die contact onmoge lijk maakt etc. Een dus nogal agressieve film, waarin de overvloed aan beel den handig afgewisseld wordt door middel van film, dia's, mu ziek, tekst via luidspreker of rechtstreeks door een lezer. De wijze van maatschappij kritische benadering doet den ken aan die van Proloog wat be treft de kritiek, alleen blijft de stellingname veel opener, wordt er geen bepaalde maatschappij-visie aangeboden als „de" oplossing; is er - dunkt me - méér ruimte voor een open discussie. Toch een paar kantte keningen. De kwaliteit van het materi aal, de technische verwerking, doet niet erg vermoeden, dat de werkgemeenschap over profes sionele krachten beschikt, die St.-Joost doorlopen hebben. Er is veel gewerkt aan de inhoud, maar nog te weinig aan de vormgeving. Hoewel enkele leden van de gemeenschap inmiddels ook nog de sociale academie volgen, lijkt - op wat folders na - de educa tieve begeleiding voor en na de film nog onvoldoende. Je neemt met het vertonen van een derge lijk werkstuk wel een grote ver antwoordelijkheid op je Het wordt bijna eentonig t a v dit soort produkties: de benadering blijft te eenzijdig Het aanpunten van een onder werp vraagt weliswaar om een zijdigheid, maar deze mag niet gaan ten koste van een veel ge nuanceerdere realiteit. Door middel van historische beelden uit de kunstgeschiedenis zijn bv. ook tegengestelde thema's (bv. levensvreugde bij „het volk" in de 16e eeuw) te bewijzen. Het is niet waar dat „de" school ge schiedenis vervalst en dat alle werkgevers rotzakken zijn. Misschien zou het zinvol zijn in deze film iets in te bouwen over het begrip „werk". Daar zijn de laatste jaren wel wat an dere opvattingen over ontstaan. De bedrijfsbezetting staat nog erg centraal. Dit actiemid del lijkt momenteel veel van zijn kracht ingeboet te hebben Loopt deze film niet een beetje achter de feiten aan? Zijn er geen zinvolle alternatieven? Zou het niet goed zijn een echte tekstschrijver aan te trek ken, zodat de kreterigheid wordt vervangen door indrin gender teksten Een kreet heeft Een afbeelding van een ball roomdanspaar zoals je dat ner gens meer tegenkomt, siert het omslag van de gedichtenbundel van R.A. Basart: Het Oranjebal (Bert Bakker, 56 pag f 9,90). Na veel literair geharrewar werd uiteindelijk de Fontijn aanmoedigingsprijs door jury Komrij, Van Keulen, Luijters en Bakker aan Basart toegekend. Een blik op de lijst van namen van de jury is voldoende om te weten wat voor soort poëzie be kroond is, en ja hoor, een tref fend voorbeeld Je zier de zon door de vitrage Ergens krijgt iemand pianoles Nu kijkje niet meer in het glaasje 'Waar rechtstreeks in de fles In niets onderscheidt Basart zich van voorgangers als Kal, Komrij, Scheepmaker of Spaan Het is weer de modieuze combi natie van verhevenheid met het alledaagse, dat altijd een komi sche werking heeft Als in deze bundel qua originaliteit geen uitschieter, het blijft poëzie die ik voortdurend herlees De bundel ts verdeeld in vier hoofdstukken, Quick-steps valeta's: Een goed glas; Weer die vervloekte blues en Een eenvou dig hapje Het zijn afwisselend korte notities („Fantastisch. Acht keer herlas hij de eerste re gel Nu de volgende"), gedichten in liedjesvorm met refrein en sonnetachtige verzen Voorgoed begrip van het volgende geci teerde gedicht is het aardig te weten dat de titel. Het zingend hart. overeenkomt met de titel van Reve's laatste gedichten bundel en dat leraar Nederlands Basart een variant geeft op Kloos' beroemde De bomen dor ren in het laat seizoen. Volgens het bovenvermelde principe be reikt hij het komisch effect Vroeger volgd'ik nauwgezet De wisseling der seizoenen „Dat frisse groen! Of God hier net De bomen heeft staan boenen!" En niet veel later: Wel ver domd! Daar dorren reeds de bldren!" Ja, nauw'lijks was mijn lied ver stomd Of 'k greep weer in de snaren. Maar tegenwoordig ben je weg Als je niet zingt van arak en vrouwen, Dus zwijgt mijn lier dat is de pech Voor flikkers die qeheelonlhou- den. Dit gedicht is typerend voor de hele bundel Basart is een verzenmaker die soms spits kan zijn en met taal weet te spelen Maar daar blijft het bij. Wat hij niet kan is emoties oproepen Daarom blijft deze gedichten bundel steriel Bedoeld om op poëzieavonden voor te lezen of gewoon als je een opkikkertje nodig hebt. In Amsterdam gebeurt op let- terkundegebied alles en in de provincie lopen er veel boeren rond die hun eerste Nederlandse zin nog moeten schrijven. Zo denkt de Amsterdamse literaire inteelt erover. Je ziet het aan kunstprogramma's (Beeld spraak) en voor een deel aan de literaire tijdschriften: het is de randstad waar de schrijvers vandaan komen De instelling van de Fontijn- aanmoedigingsprijs zal daar weinig aan veranderen, de Reina Prinsen Geerling-prijs staat er altijd borg voor dat er een pro vinciejongen wordt ontdekt. Er gebeurt in de „rest van Neder land" meer dan Amsterdam kan vermoeden. In 1973 werd de Keina Prinsen Geerling-prijs toegekend aan Frans Kusters voor zijn verha lenbundel De Reis naar Brabant (Bezige Bij, 116 pag, f 14,50) Een debuut dat er zijn mag De verhalen hebben een gemid delde lengte van twee en een halve pagina en ziin voor het grootste deel sfeerbeschrijvin gen. Je rent als lezer van de ene werkelijkheid naar de andere en vandaar dat het schetsen blij ven, aanzetten voor langere ver halen. Een afgeronde bundel is het niet geworden, het lijkt erop dat alles wat Kusters ooit heeft geschreven in één boek is sa mengevat. Dat betekent dat er notities in staan die beter weg gelaten hadden kunnen blijven, maar er blijft genoeg over om van een opmerkelijk debuut te spreken Sterkste punt van Kus ters is de beschrijving van sfeer tussen de romanpersonen. Een gedwongen samenzijn van twee vreemde mensen levert het vol- De beroemde Russische cellist en dirigent Mstislav Ro- stropovitsj heeft vorig jaar zijn geboorteland verlaten. Hij was van oordeel dat hij in de Sovjet-Unie niet meer kon werken. Voor zichzelf, zijn vrouw (de al even beroemde sop raan Galiya Vitsjevkaja) en twee dochters vroeg hij een uit reisvergunning, die hem na enkele maanden ook werd ver strekt. Het Franse dagblad Le Monde publiceerde vorige week een brief van Rostropovitsj die was geïnspireerd door de opmerking van een vriend, dat veel „kunstenaars de Sovjet-Unie toch eigenlijk vrijwillig hebben verlaten en daardoor twijfelen of zij wel goed hebben gehandeld". Rostropovitsj vraagt zich af of zijn vriend goed heeft nagedacht toen hij het woord „vrijwillig" gebruikte Wat moet een kun stenaar doen, zegt hij, als men hem berooft van alle mogelijk heden om aan zijn inspiratie ge stalte te geven. Een musicus weet dat zijn kunst met hem leeft en sterft en dat het daarom goed is dat zijn werk op platen wordt vastgelegd. Wat moet hij doen als de studio's voor hem ge sloten worden, of wanneer hij ontdekt dat, door een of andere geheimzinnige ingreep, een mu ziekwerk plotseling verminkt is overgekomen. „Op zekere dag kreeg mijn vrouw een verzoek van Herbert von Karajan, om in Wenen te komen zingen in de opera Boris Godounov van Moussorgsky Buiten haar medeweten liet het ministerie van Cultuur Von Ka rajan weten dat Galina een sop raan was en daarom onmogelijk de partij in kwestie kon zingen. Haar stem was daar niet ge schikt voor. Spijtig voor Von Karajan, maar hij had kunnen weten dat een minister van Cul tuur nu eenmaal meer van mu ziek weet dan hij. Vrijwillig? Wat is vrijwillig? Heb ik politiek onbehoorlijk gehandeld door Solzjenitsyn onderdak te ver schaffen. Moest dat een reden zijn om mij tot een marionet te maken in handen van „Goscon- certs", het staatsorgaan dat de uitwisseling van kunstenaars met het buitenland regelt? Toen men mij, in januari 1974, niet naar Parijs wilde laten gaan om met Jehudi Menuhin een Trio van Beethoven te spelen tijdens het jubileumconcert van de Unesco, liet men Menuhin dood leuk weten dat ik niet kon ko men omdat ik ziek was Ik voelde me zo gezond als een vis. Men heeft ook gezegd dat ik teveel in het buitenland wilde spelen en geen aandacht had voor het Russische publiek Welnu, in de afgelopen vijfent wintig iaar, heb ik ervoor ge zorgd dat het conservatorium van Moskou meer dan twintig musici afleverde, die de hoogste prijzen behaalden op interna tionale concoursen. Het eerste muziekfestival in Gorki heb ik georganiseerd en ik heb ge speeld in de meest afgelegen plaatsen van de Sovjet-Linie. Bij gebrek aan een piano liet ik mij als cellist door een accordeon begeleiden. Nog veel meer had ik voor mijn land willen doen, indien men mij mijn artistieke vrijheid gelaten had en niet had getracht mijn persoonlijkheid en mijn kunst te vernietigen. Ik droomde ervan een aantal be kende opera's te gaan dirigeren toen ik uit het Bolsjoi-theater werd gegooid. En nadat ik me maandenlang had voorbereid op een uitvoering van Strauss werd mij in Moskou toegang ontzegd tot het Theater voor ae Komi sche Opera. Zo zou ik kunnen doorgaan. Is het mijn fout, dat bijna al mijn dromen werkelijkheid werden in New York, San Francisco, Londen, Parijs, Milaan-en We nen en niet in mijn eigen land? Men moet mij niet verwijten dat ik de druk niet kon verdragen die men op mij uitoefende. Een mens kan bijna alles verdragen. Mijn vrouw heeft het beleg van Leningrad meegemaakt. Wij hebben de honger en de ellende van de oorlog gekend. Echter: „die dingen verdraagt men niet zonder te geloven in een toekomst-ideaal. Een musicus wil zijn kunst ónder de mensen brengen. Wij ziin niet gevlucht voor het Russische Volk. Wij zijn uitgeweken voor de bureaucra ten, die men de middelen heeft gegeven om de kunstenaars te kwellen en te bespotten. Som migen zeggen dat wij het voor het geld hebben gedaan. Onzin. We hadden geld genoeg, maar geen vrijheid Het is geriefelij ker in eigen land een datsja te bewonen dan te moeten leven in hotels. Er is maar één reden waarom we gegaan zijn: de vrijheid te hebben om als kun stenaars te kunnen leven. In ons werk zullen we alsnog de liefde kunnen tonen voor Rusland en voor ons prachtige volk". Tot zover de brief van Rostro povitsj. J VERDIESEN zijn uitwerking zolang hij duurt; het succes vaneen toneel speler is afgelopen als het ap plaus voorbij is. Wat vind je ervan? Het is goed, dat de Kritiese Filmers er zijn Hun produkten kunnen een zin volle bijdrage vormen in een open discussie, die goed geleid wordt. De gevraagde kritiek op de kritiek heeft als doel een nog beter functioneren van een stuk bewustwordingswerk, dat aan dacht verdient van alle „par tijen" die erbij betrokken zijn. HENK EGBERS fende op: „Wij vermeden het el- aar aan te zien. Gebeurde dit echter toch, dan waren wij on middellijk in de weer met fijn zinnige lachjes en schuldbewust heen en weer geschuif in onze stoelen". Als hij zich wat meer regels gunt om de personen meer karakter mee te geven, dan wordt Kusters een hele grote Een naam om inde gaten te hou den Doet Amsterdam het niet. dan doen wij het wel JOHAN DIEPSTRATEN eindredactie henk egbers De wisselwerking tussen fotografie en schilderkunst is interes sant om te volgen; zeker nu in de laatste tijd de fotografie als evenwaardige partner wordt beschouwd. Opmerkenswaard is daarom, dat reeds hij de opkomst der fotografie de schilder Breit ner, deze reeds als hobby had. Dat werd enkele jaren geleden al eens duidelijk ga llustreerd met een tentoonstelling, waarin het verband tussen de fotografie en de schilderkunst van Breitner aan de orde was. Wie deze tentoonstelling gezien heeft, zal wat teleurgesteld zijl door het boek van A. B. Osterholt: „Breitner en zijn foto's" (uitg. De Arbeiderspers, 34,5(1). Onder de nalatenschap van Breitner, die zo n twee en een half duizend foto's gemaakt moet hebben, bevond zich een album met 250 foto's. Daaruit is voor dit boek gekozen. Osterholt schreef een biografie van Breitner voor dit boek. Daarin komt zijn geldverslindende hohbv fotograferen, wel aan de orde, maar het is geen specifieke inleiding op zijn fotografe ren, het onderwerp van dit boek. Alleen aan het slot merkte hij op: „In wezen hadden zijn foto's een zelfde taak als zijn schetsboekno tities, namelijk van geheugensteun. Hoe gering ook de afstand tus sen foto en schilderij door de heide kenmerkende sfeer ook lijkt, van kopiëren is geen sprake" Ik herinner me nog de tentoonstellling, waarop de foto's in ruitjes waren ingedeeld nm exact op doek overgenomen te worden. Het boek bevat overigens een 75-tal foto's (behalve die bij de biografie), die treffend de sfeer van HET Am sterdam, begin deze eeuw. en van een aantal van zijn modellen karakteriseren. Alleen bet papier waarop ze afgedrukt zijn was niet het geëigende papier om de toch al zwakke foto's uil het begin van de fototechniek helemaal gjied over te brengen. Veel van de sferen, die je op deze foto's aantreft (zie boven) vind je ook terug op zijn schilderijen. Het hoekjs vooral als historisch document wel interes sant.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1975 | | pagina 23