T5
Russische cellist
uitgeweken vooi
bureaucraten -
„Ieder mens, elk ding
heeft eigen waarde"
Samen sterk
toch wat zwak
Breitner-foto
VERZEN ALS OPKIKKERTJE, SOMS STERK PROZA
TREFZEKERE GEVOELIGE PLATEN
BRABANDER
AMSTERDAMMER
PSYCHOLOOG
ARTIEST
ANTON VAN DER HORST
linistratie
Lidit 5
voorde
ndelijks
neen
'n overzicht
licht
jrobleem.
igevens op
ïrking bij
ronische
an met uw
als on-line
Aan uw
transmissie
•esseerd
amonstreerd
plaatsen in
Dverde
eem.
ning zou u
inde buurt
orm
oek
ide rol apMtt Over-
-nmercleel Inzicht an
zijn voor mjccm in
oedanlghedon. Walk*
leze enerverende en
kerngezonde onder-
Dr Anton van der Horst met
zijn malene-ikoon.
„Ik loop op straat, het strand
Vindt en stuk roest, hout Het is
niets meer. Ik bekijk het Wat
mooi! Breng het samen in har
monie en zegging soms figura
tief; soms abstract Het roept
zeer uiteenlopende associaties
op „God, dit noem ik de laatste
dag", zei een vrouw bit een
schilderij, een week voordat ze
zelfmoord pleegde Hier een
dood vogeltje, gevonden onder
een harde koeienplak; het liep
graantjes pikkend achter de koe
„Alles in zijn waarde laten"
zegt dr. Anton van den Horst.
„Deze houding ontstaat nu ook
ten aanzien van gehandicapten.
Vroeger werden die onvolwaar
dig genoemd". Maar Van den
Horst heeft het nu op de eerste
plaats over de eigen waarde van
de materialen waarmee hij zijn
zogenaamde materieschilderin
gen samenstelt. „Wat wil je met
die oude troep, zullen de mensen
wel vragen." Wat hij ermee wil
is eigenlijk hetzelfde als hetgeen
hij als psycholoog met mensen
wil; vanuit hun eigenwaarde la
ten functioneren!. Zijn collage
s/schilderingen, die tot en met
23 maart in De Lievenkamp te
Oss te zien zijn, spreken een ei
gen, krachtige taal, die verder
reikt dan pure schoonheidson
troering. Na bijna dertig jaar is
deze in Tcteringen geboren Am
sterdamse psycholoog en weten
schappelijk hoofdmedewerker
aan de hoofdstedelijke universi
teit voor het eerste met een ten
toonstelling naar zijn geboorte
land teruggekeerd; een exposi
tie, die eerder in Amsterdam op
vallende aandacht trok.
Of je met Anion san der Horst
nu over zijn beeldende expressie
praat of over zijn vak, je praat
telkens over mensen. Het is één
vak geworden. Oorspronkelijk:
„een dualisme in mezelf", zegt
hij. Na het O.L. Vrouwelyceum
in Breda stond hij voor de keuze.
Hij kende de kunstenaar Niel
Steenbergen; werd zijn leerling
aan de kunstnijverheidsschool
in Tilburg. „Die man, met zijn
bijbelse verhalen, met zijn filo
sofieën, heeft iets voor me bete
kend. Als ik nu in de colleges
met studenten bezig ben en
fvS
zeg: leer met je eigen ogen kij
ken; waar ben jezelf?, aan zijn
dat dingen, die ik van Niel
Steenbergen al geleerd heb"
Toch wilde Anton van der Horst
óók arts worden Maar hij zit
vanaf zijn jeugd zelf met de
handicap slecht horen „Arts
worden ging niet, kon bv de
harttonen niet horen".
Na één jaar Tilburg, werd het
psychologie-studeren in Am
sterdam en later in Groningen
„Psychologie en kunst liggen
niet ver uit elkaar" Op advies
van Steenbergen kreeg Anton
van der Horst twee middagen in
de week boetseerles van Geurt
Brinkgreve in ruil voor het
schoonmaken van zijn atelier op
zaterdagmiddag. Prof. Revesz,
wiens colleges hij volgde, hield
zich vooral bezig met de psycho
logie der blinden en kunst. „Als
kind voelde ik me, tengevolge
van mijn slechte horen, al vaak
gediscrimineerd. Dat is zeker
medebepalend geweest bij mijn
verdere ontwikkeling". Hoe
kunnen slecht horenden, vanuit
hun eigen waarde, functione
ren? „Horen en taal" heette dan
qok het proefschrift, waaop hij
in '68 promoveerde. „Ik voel me
aangetrokken tot de psychologie
van het horen. Heb een aantal
tests ontwikkeld; daarover
nogal veel gepubliceerd;, wordt
bv in de Engelse er) Russische
literatuur genoemd. De verbon
denheid met de mens, de wijze
waarop hij communiceert, is
voor mij erg belangrijk. Dat
speelt niet alleen in de psycho
logie, maar ook in de kunst een
grote rol. Ik vind het fijn als de
mensen bij mijn schilderijen
zeggen: dat is goed in plaats van
aan. Wat is daar een leven over
heen gegaan! Dat is een kikker-
kist. Denk eens aan de waarde
van de kikkers in onze samenle
ving.. Dat is materie-1koon: de
mens als gevangene Als ik bezig
ben filosofeer ik. Opgeraapt van
de straat, in een nieuwe context
gebruikt. Het frappeert me, als
anderen erdoor aangesproken
worden. Niet alleen intellectu
eel-Middel tot kontakt. Onder
het volk zit meer wijsheid en fi
losofie dan je denkt"
De suppoost van Lievekamp
staat te luisteren. Meneer, ik be
grijp niets van kunst". Hij be
gint te praten Over de schilde
rijen van Anton van den Horst.
Hij begrijpt het niet, maar voelt
wel wat er aan de hand is.
„Ik ga niet uit van een leer,
maar ik wil wel naar emoties
toe" aldus Anton vander Horst.
„Wat zegt het jou? Ik vind mij
terug in Dali's uitspraak: ik
schilder niet, het schilderen
schildert". De tijd is rijp voor de
herontdekking van de waarde
van ons emotionele leven; de
mensen gaan ervoor open. Dat
merk je aan de wijze waaop An
ton van der Horst bezig is met
zijn audiologie, met zijn studen
ten, met zijn schilderijen. Daar
bij heeft hij in de loop der jaren
ook zoveel beeldende vaardig
heid opgedaan, dat hij in staat is
dikwijls op verrassende wijze
afgeschreven waarden in men
sen en dingen te herijken.
HENK EGBERS
(Van onze kunstredactie)
BREDA - Een klein zaaltje. Vijftig mensen. Vormingswerkers,
werkende jeugd, studenten sociale academie „Goed hè, dat mensen
zich verzetten!" klinkt het door de luidsprekers. Anderhalf uur:
film, üia'3, muziek, tekst en een lezer. „Samen staan we sterk", heet
de tweede produktie onder die titel van werkgemeenschap De Kri-
tiese Filmers in Breda. „Kom ook eens kijken en zeg wat je ervan
vindt". En daar zat ik dan te vinden Op een van de laatste zoge
naamde introductievoorstellingen. Tussen Amsterdam en Antwer
pen hebben groepen kennis kunnen nemen van deze produktie. „De
reacties waren wel goed" De film blijkt discussies op gang te
brengen bij mensen. (Tie werksituaties kennen, bij vakbondsgroepe
ringen, kaderorganisaties, vormingscentra, middelbare scholieren
etc. Een bewustmakend solidariteitsprogramma.
Nu zijn dit soort vormings
programma's even talrijk aan
net worden als het v.erzet erte
gen groeit. Ze polariseren; laten
ae meningen (en vaak méér) bot
sen. Ik weet niet of het uitblijven
van subsidies aan De Kritiese
Filmers ermee te maken heeft.
Ze worden in ieder geval van het
kastje naar de muur gestuurd.
Hoewel ik best een aantal be
zwaren heb tegen hun werkwij
ze, mag deze ondernemende
groep, die na vierenhalf jaar on
der zeer primitieve omstandig
heden bestaansrecht heeft ver
worven, best een steuntje in de
rug.
Kritiese Filmers kunnen kri
tiek verwachten; dat is een we
zenlijk onderdeel van hun be
staan. Ik heb, als antwoord op de
vraag: wat vind je van Samen
Sterk, geen behoefte me links of
rechts op te stellen. Probeer (en
niet méér dan dat) alleen te kij
ken wat er gebeurt. Daarom
eerst globaal - en sèc, hoop ik -
wat er te zien is in Samen sterk,
zodat aanvragers (Cathanna-
straat 20, Breda, tel. 01600-
39324) weten wat ze voor f 350
in huis krijgen
Het eerste deel van Samen
sterk begint met, zo zou je het
kunnen noemen, een geschiede
nis van onderdrukking en ver
zet. „Om te laten zien, dat er
ontwikkeling zit in de geschie
denis van onderdrukkers en on
derdrukten. Geschiedenis, om
de situatie van nü beter te Ieren
interpreteren". Gezegd wordt
dat de scholen daaromtrent een
verkeerd beeld geven. Aan de
hand van vooral reprodukties
van oude schilderijen e.d., af
komstig o a van het Internatio
naal Instituut voor Sociale Ge
schiedenis in Amsterdam en en
kele, op Loevestein gespeelde,
filmfragmenten wordt de on
derdrukking van het volk door
adel en later door kooplui ge
schetst; de opkomst van de in
dustrie. Ondanks de Franse re
volutie, vakbonden, stakingen
etc. is de arbeidersrevolutie -
behalve in Rusland - nog niet
geslaagd, omdat het leger de
kant van het kapitaal kiest. „De
kapitalisten zullen nooit met je
praten om' de met ons geld ge
jatte fabrieken aan ons af te ge
ven". De dertiger jaren, deover-
produktie en werkloosheid, het
„misleidende" kiesrecht; de
na-oorlogse jaren, waarin de re
geringen „ons weer belazerden"
etc worden in honderden beel
den geschetst „Nu wordt het
onze beurt, wij arbeiders zullen
ons verzetten" Beelden van sta
kingen, fabrieksbezettingen
Uit de film Samen Sterk: de crisisjaren dertig. Na het stempelen siaan enkele
arbeiders de ruit van een winkel in om spullen mee te nemen uit de etalage.
(fragmenten uit Enka-film) etc
Waar „de heren" het momenteel
om te doen is: de sol idariteit van
de arbeiders breken door ze
tegen elkaar op te zetten via
jeugdlonen (concurrentie), soor
ten arbeid, die contact onmoge
lijk maakt etc.
Een dus nogal agressieve film,
waarin de overvloed aan beel
den handig afgewisseld wordt
door middel van film, dia's, mu
ziek, tekst via luidspreker of
rechtstreeks door een lezer. De
wijze van maatschappij
kritische benadering doet den
ken aan die van Proloog wat be
treft de kritiek, alleen blijft de
stellingname veel opener, wordt
er geen bepaalde
maatschappij-visie aangeboden
als „de" oplossing; is er - dunkt
me - méér ruimte voor een open
discussie. Toch een paar kantte
keningen.
De kwaliteit van het materi
aal, de technische verwerking,
doet niet erg vermoeden, dat de
werkgemeenschap over profes
sionele krachten beschikt, die
St.-Joost doorlopen hebben. Er
is veel gewerkt aan de inhoud,
maar nog te weinig aan de
vormgeving.
Hoewel enkele leden van de
gemeenschap inmiddels ook nog
de sociale academie volgen, lijkt
- op wat folders na - de educa
tieve begeleiding voor en na de
film nog onvoldoende. Je neemt
met het vertonen van een derge
lijk werkstuk wel een grote ver
antwoordelijkheid op je
Het wordt bijna eentonig
t a v dit soort produkties: de
benadering blijft te eenzijdig
Het aanpunten van een onder
werp vraagt weliswaar om een
zijdigheid, maar deze mag niet
gaan ten koste van een veel ge
nuanceerdere realiteit. Door
middel van historische beelden
uit de kunstgeschiedenis zijn bv.
ook tegengestelde thema's (bv.
levensvreugde bij „het volk" in
de 16e eeuw) te bewijzen. Het is
niet waar dat „de" school ge
schiedenis vervalst en dat alle
werkgevers rotzakken zijn.
Misschien zou het zinvol zijn
in deze film iets in te bouwen
over het begrip „werk". Daar
zijn de laatste jaren wel wat an
dere opvattingen over ontstaan.
De bedrijfsbezetting staat
nog erg centraal. Dit actiemid
del lijkt momenteel veel van zijn
kracht ingeboet te hebben
Loopt deze film niet een beetje
achter de feiten aan? Zijn er
geen zinvolle alternatieven?
Zou het niet goed zijn een
echte tekstschrijver aan te trek
ken, zodat de kreterigheid
wordt vervangen door indrin
gender teksten Een kreet heeft
Een afbeelding van een ball
roomdanspaar zoals je dat ner
gens meer tegenkomt, siert het
omslag van de gedichtenbundel
van R.A. Basart: Het Oranjebal
(Bert Bakker, 56 pag f 9,90).
Na veel literair geharrewar
werd uiteindelijk de Fontijn
aanmoedigingsprijs door jury
Komrij, Van Keulen, Luijters en
Bakker aan Basart toegekend.
Een blik op de lijst van namen
van de jury is voldoende om te
weten wat voor soort poëzie be
kroond is, en ja hoor, een tref
fend voorbeeld
Je zier de zon door de vitrage
Ergens krijgt iemand pianoles
Nu kijkje niet meer in het
glaasje
'Waar rechtstreeks in de fles
In niets onderscheidt Basart
zich van voorgangers als Kal,
Komrij, Scheepmaker of Spaan
Het is weer de modieuze combi
natie van verhevenheid met het
alledaagse, dat altijd een komi
sche werking heeft Als in deze
bundel qua originaliteit geen
uitschieter, het blijft poëzie die
ik voortdurend herlees
De bundel ts verdeeld in vier
hoofdstukken, Quick-steps
valeta's: Een goed glas; Weer die
vervloekte blues en Een eenvou
dig hapje Het zijn afwisselend
korte notities („Fantastisch.
Acht keer herlas hij de eerste re
gel Nu de volgende"), gedichten
in liedjesvorm met refrein en
sonnetachtige verzen Voorgoed
begrip van het volgende geci
teerde gedicht is het aardig te
weten dat de titel. Het zingend
hart. overeenkomt met de titel
van Reve's laatste gedichten
bundel en dat leraar Nederlands
Basart een variant geeft op
Kloos' beroemde De bomen dor
ren in het laat seizoen. Volgens
het bovenvermelde principe be
reikt hij het komisch effect
Vroeger volgd'ik nauwgezet
De wisseling der seizoenen
„Dat frisse groen! Of God hier
net
De bomen heeft staan boenen!"
En niet veel later: Wel ver
domd!
Daar dorren reeds de bldren!"
Ja, nauw'lijks was mijn lied ver
stomd
Of 'k greep weer in de snaren.
Maar tegenwoordig ben je weg
Als je niet zingt van arak en
vrouwen,
Dus zwijgt mijn lier dat is de
pech
Voor flikkers die qeheelonlhou-
den.
Dit gedicht is typerend voor
de hele bundel Basart is een
verzenmaker die soms spits kan
zijn en met taal weet te spelen
Maar daar blijft het bij. Wat hij
niet kan is emoties oproepen
Daarom blijft deze gedichten
bundel steriel Bedoeld om op
poëzieavonden voor te lezen of
gewoon als je een opkikkertje
nodig hebt.
In Amsterdam gebeurt op let-
terkundegebied alles en in de
provincie lopen er veel boeren
rond die hun eerste Nederlandse
zin nog moeten schrijven. Zo
denkt de Amsterdamse literaire
inteelt erover. Je ziet het aan
kunstprogramma's (Beeld
spraak) en voor een deel aan de
literaire tijdschriften: het is de
randstad waar de schrijvers
vandaan komen De instelling
van de Fontijn-
aanmoedigingsprijs zal daar
weinig aan veranderen, de Reina
Prinsen Geerling-prijs staat er
altijd borg voor dat er een pro
vinciejongen wordt ontdekt. Er
gebeurt in de „rest van Neder
land" meer dan Amsterdam kan
vermoeden.
In 1973 werd de Keina Prinsen
Geerling-prijs toegekend aan
Frans Kusters voor zijn verha
lenbundel De Reis naar Brabant
(Bezige Bij, 116 pag, f 14,50)
Een debuut dat er zijn mag De
verhalen hebben een gemid
delde lengte van twee en een
halve pagina en ziin voor het
grootste deel sfeerbeschrijvin
gen. Je rent als lezer van de ene
werkelijkheid naar de andere en
vandaar dat het schetsen blij
ven, aanzetten voor langere ver
halen. Een afgeronde bundel is
het niet geworden, het lijkt erop
dat alles wat Kusters ooit heeft
geschreven in één boek is sa
mengevat. Dat betekent dat er
notities in staan die beter weg
gelaten hadden kunnen blijven,
maar er blijft genoeg over om
van een opmerkelijk debuut te
spreken Sterkste punt van Kus
ters is de beschrijving van sfeer
tussen de romanpersonen. Een
gedwongen samenzijn van twee
vreemde mensen levert het vol-
De beroemde Russische cellist en dirigent Mstislav Ro-
stropovitsj heeft vorig jaar zijn geboorteland verlaten. Hij
was van oordeel dat hij in de Sovjet-Unie niet meer kon
werken. Voor zichzelf, zijn vrouw (de al even beroemde sop
raan Galiya Vitsjevkaja) en twee dochters vroeg hij een uit
reisvergunning, die hem na enkele maanden ook werd ver
strekt.
Het Franse dagblad Le Monde publiceerde vorige week
een brief van Rostropovitsj die was geïnspireerd door de
opmerking van een vriend, dat veel „kunstenaars de
Sovjet-Unie toch eigenlijk vrijwillig hebben verlaten en
daardoor twijfelen of zij wel goed hebben gehandeld".
Rostropovitsj vraagt zich af of
zijn vriend goed heeft nagedacht
toen hij het woord „vrijwillig"
gebruikte Wat moet een kun
stenaar doen, zegt hij, als men
hem berooft van alle mogelijk
heden om aan zijn inspiratie ge
stalte te geven. Een musicus
weet dat zijn kunst met hem
leeft en sterft en dat het daarom
goed is dat zijn werk op platen
wordt vastgelegd. Wat moet hij
doen als de studio's voor hem ge
sloten worden, of wanneer hij
ontdekt dat, door een of andere
geheimzinnige ingreep, een mu
ziekwerk plotseling verminkt is
overgekomen.
„Op zekere dag kreeg mijn
vrouw een verzoek van Herbert
von Karajan, om in Wenen te
komen zingen in de opera Boris
Godounov van Moussorgsky
Buiten haar medeweten liet het
ministerie van Cultuur Von Ka
rajan weten dat Galina een sop
raan was en daarom onmogelijk
de partij in kwestie kon zingen.
Haar stem was daar niet ge
schikt voor. Spijtig voor Von
Karajan, maar hij had kunnen
weten dat een minister van Cul
tuur nu eenmaal meer van mu
ziek weet dan hij. Vrijwillig?
Wat is vrijwillig? Heb ik politiek
onbehoorlijk gehandeld door
Solzjenitsyn onderdak te ver
schaffen. Moest dat een reden
zijn om mij tot een marionet te
maken in handen van „Goscon-
certs", het staatsorgaan dat de
uitwisseling van kunstenaars
met het buitenland regelt? Toen
men mij, in januari 1974, niet
naar Parijs wilde laten gaan om
met Jehudi Menuhin een Trio
van Beethoven te spelen tijdens
het jubileumconcert van de
Unesco, liet men Menuhin dood
leuk weten dat ik niet kon ko
men omdat ik ziek was Ik
voelde me zo gezond als een vis.
Men heeft ook gezegd dat ik
teveel in het buitenland wilde
spelen en geen aandacht had
voor het Russische publiek
Welnu, in de afgelopen vijfent
wintig iaar, heb ik ervoor ge
zorgd dat het conservatorium
van Moskou meer dan twintig
musici afleverde, die de hoogste
prijzen behaalden op interna
tionale concoursen. Het eerste
muziekfestival in Gorki heb ik
georganiseerd en ik heb ge
speeld in de meest afgelegen
plaatsen van de Sovjet-Linie. Bij
gebrek aan een piano liet ik mij
als cellist door een accordeon
begeleiden. Nog veel meer had
ik voor mijn land willen doen,
indien men mij mijn artistieke
vrijheid gelaten had en niet had
getracht mijn persoonlijkheid
en mijn kunst te vernietigen. Ik
droomde ervan een aantal be
kende opera's te gaan dirigeren
toen ik uit het Bolsjoi-theater
werd gegooid. En nadat ik me
maandenlang had voorbereid op
een uitvoering van Strauss werd
mij in Moskou toegang ontzegd
tot het Theater voor ae Komi
sche Opera.
Zo zou ik kunnen doorgaan. Is
het mijn fout, dat bijna al mijn
dromen werkelijkheid werden
in New York, San Francisco,
Londen, Parijs, Milaan-en We
nen en niet in mijn eigen land?
Men moet mij niet verwijten dat
ik de druk niet kon verdragen
die men op mij uitoefende. Een
mens kan bijna alles verdragen.
Mijn vrouw heeft het beleg van
Leningrad meegemaakt. Wij
hebben de honger en de ellende
van de oorlog gekend. Echter:
„die dingen verdraagt men niet
zonder te geloven in een
toekomst-ideaal. Een musicus
wil zijn kunst ónder de mensen
brengen. Wij ziin niet gevlucht
voor het Russische Volk. Wij zijn
uitgeweken voor de bureaucra
ten, die men de middelen heeft
gegeven om de kunstenaars te
kwellen en te bespotten. Som
migen zeggen dat wij het voor
het geld hebben gedaan. Onzin.
We hadden geld genoeg, maar
geen vrijheid Het is geriefelij
ker in eigen land een datsja te
bewonen dan te moeten leven in
hotels. Er is maar één reden
waarom we gegaan zijn: de
vrijheid te hebben om als kun
stenaars te kunnen leven. In ons
werk zullen we alsnog de liefde
kunnen tonen voor Rusland en
voor ons prachtige volk".
Tot zover de brief van Rostro
povitsj.
J VERDIESEN
zijn uitwerking zolang hij
duurt; het succes vaneen toneel
speler is afgelopen als het ap
plaus voorbij is.
Wat vind je ervan? Het is goed,
dat de Kritiese Filmers er zijn
Hun produkten kunnen een zin
volle bijdrage vormen in een
open discussie, die goed geleid
wordt. De gevraagde kritiek op
de kritiek heeft als doel een nog
beter functioneren van een stuk
bewustwordingswerk, dat aan
dacht verdient van alle „par
tijen" die erbij betrokken zijn.
HENK EGBERS
fende op: „Wij vermeden het el-
aar aan te zien. Gebeurde dit
echter toch, dan waren wij on
middellijk in de weer met fijn
zinnige lachjes en schuldbewust
heen en weer geschuif in onze
stoelen". Als hij zich wat meer
regels gunt om de personen meer
karakter mee te geven, dan
wordt Kusters een hele grote
Een naam om inde gaten te hou
den Doet Amsterdam het niet.
dan doen wij het wel
JOHAN DIEPSTRATEN
eindredactie
henk egbers
De wisselwerking tussen fotografie en schilderkunst is interes
sant om te volgen; zeker nu in de laatste tijd de fotografie als
evenwaardige partner wordt beschouwd. Opmerkenswaard is
daarom, dat reeds hij de opkomst der fotografie de schilder Breit
ner, deze reeds als hobby had. Dat werd enkele jaren geleden al eens
duidelijk ga llustreerd met een tentoonstelling, waarin het verband
tussen de fotografie en de schilderkunst van Breitner aan de orde
was. Wie deze tentoonstelling gezien heeft, zal wat teleurgesteld
zijl door het boek van A. B. Osterholt: „Breitner en zijn foto's"
(uitg. De Arbeiderspers, 34,5(1). Onder de nalatenschap van
Breitner, die zo n twee en een half duizend foto's gemaakt moet
hebben, bevond zich een album met 250 foto's. Daaruit is voor dit
boek gekozen. Osterholt schreef een biografie van Breitner voor dit
boek. Daarin komt zijn geldverslindende hohbv fotograferen, wel
aan de orde, maar het is geen specifieke inleiding op zijn fotografe
ren, het onderwerp van dit boek. Alleen aan het slot merkte hij op:
„In wezen hadden zijn foto's een zelfde taak als zijn schetsboekno
tities, namelijk van geheugensteun. Hoe gering ook de afstand tus
sen foto en schilderij door de heide kenmerkende sfeer ook lijkt, van
kopiëren is geen sprake" Ik herinner me nog de tentoonstellling,
waarop de foto's in ruitjes waren ingedeeld nm exact op doek
overgenomen te worden. Het boek bevat overigens een 75-tal foto's
(behalve die bij de biografie), die treffend de sfeer van HET Am
sterdam, begin deze eeuw. en van een aantal van zijn modellen
karakteriseren. Alleen bet papier waarop ze afgedrukt zijn was niet
het geëigende papier om de toch al zwakke foto's uil het begin van
de fototechniek helemaal gjied over te brengen. Veel van de sferen,
die je op deze foto's aantreft (zie boven) vind je ook terug op zijn
schilderijen. Het hoekjs vooral als historisch document wel interes
sant.