Toekomst: S/a op steeltjes „TV KAN AGRESSIE OPWEKKEN" Vervuilers! Sluipwesp Augurk Bloemen Opwinding Geluid Agressie Bij de teelt van uw malse slakroppen moeten er schimmels worden bestreden. Die groeien in het vochtige, slecht geven tileerde mini-milieutje onder de op de grond liggende onder ste slabladeren. Van de bestrijdingsmiddelen tegen schim mels willen we zoveel mogelijk af, maar die schimmel moe ten we ook kwijt. Wat dan? Slakroppen op steeltjes, dat zou een oplossing zijn want dan krijgt het vocht en daarmee de schimmel geen kans, Tuinbouwspecialisten zijn inderdaad bezig met het kweken van sla op steeltjes. Erg ver zijn ze daarmee nog niet gekomen al zijn de vooruitzichten en ervaringen bemoedigend. Een tussenoplossing is er wel: slarassen die hun bladeren steiler omhoog gericht houden. Experimenten als dat met de sla worden gehouden in een aantal proeftuinen, waarvan we er een bezochten. Oogmer ken van de onderzoekingen: produktverbetering, produkt- vernieuwing, rationalisatie in de teelt, biologische be strijding van ongedierte en onkruid en - sinds een jaar - energiekostenbesparing. De proeftuin ligt in het hart van het „Bredase" tuin bouwgebied, recht tegenover de nieuwe veilinggebouwen. De „volle grond", zoals zo'n akker heet, ligt er zwart en leeg bij maar in de kassen wordt al geoogst: komkom mers, tomaten en heel bin nenkort ook aardbeien. Ook de tuinbouw deelt in de geneugten van de herwaarde ring van de natuur. De boom kwekerij, bijvoorbeeld, dankt een forse groei aan boomplant- dagen en milieu-manifestaties, zodat Brabant thans de grootste oppervlakte aan boomkweke rijen heeft in heel Nederland. Nog veel frappanter is een an der voorbeeld dat proeftuin directeur J G. Haker en be drijfsleider H. Nuyten de ogen heeft doen uitwrijven van pure verbazing: „Toen we een paar maanden geleden in De Stem een advertentie plaatsten waarin we een heel gewone baan als tuinarbeider aanboden, kwamen daarop maar liefst honderdvijftig reacties. En dat was niet alles. Onder de reflec tanten waren verbazend veel mensen die in hun huidige func ties meer verdienden dan ze bij ons konden krijgen. Kantoor mensen bijvoorbeeld". Uit zo'n verhaal blijkt dat de „Terug-naar-de-Natuurdrang" flink om zich heen grijpt. Intus sen echter beweegt het tuin- bouwfront zich steeds verder weg van wat de romantici te recht als „De Natuur" beschou wen. Steeds verfijnder wer kende verwarminssystemen, au tomatisch geregelde regenbuien en lichtversterkende, witte bo dembedekking van plastic in de aardbeienkassen hebben weinig met „De Natuur" van doen. Om nog maar niet te spreken van de computer die zich ook in de tuinbouw aandient of opd ringt. De milieubewuste na tuurminnaar zal dit alles een gruwel zijn maar hij mag zich troosten met de wetenschap dat de tuinbouw tegelijkertijd óók probeert met de veelgeplaagde natuur weer een beetje in het reine te komen, een hecht en lu cratief bondgenootschap te smeden met de computer en de vrije doch te manipuleren krachten van de natuur. Proeftuin-chef Nuyten: „We krijgen hier veel bezoek. Ook groepen huisvrouwen en mi lieugroepen. Met opgestoken vingertje komen ze het erf op: jullie vervuilers!, lijken ze ons toe te roepen. Maar als we laten zien wat we allemaal uitprobe ren, dikwijls met succes, om het gebruik van chemische midde len te beperken, dan verandert de stemming wel wat". Directeur Haker: „Helemaal ervan afkomen kunnen we nooit. Kunstmest en insectici den blijven nodig anders sterven er nog meer mensen van de hon ger dan nu al het geval, met in begrip van wijzelf op de duur. Maar je kunt dergelijke midde len wel veel en veel kritischer toepassen. Dat gebeurt ook al. In de fruitteelt bijvoorbeeld. Daar is een in potentie schadelijk in sect niet meer een aanleiding om maar meteen te gaan spuiten. Dergelijke insecten zijn pas een gevaar als hun getal te groot wordt. Welnu er zijn nu metho den om hun getal te meten en ook om het onder controle te bouden. Pas als er echt teveel omen, dan wordt er gespoten. Dat is een heel verschil met vroeger". De strijd in eigen tuinbouwk- nng tegen het overmatig of on nodig gebruik van bestrij dingsmiddelen is al langer aan de gang. Vooral via de afzet ge beurde er al het een en ander, fa bijvoorbeeld komt alleen maar via steekproefsgewijs uit gevoerde laboratoriumcontrole op de veiling. Veilverboden en Kostbare wachttijden zijn de Directeur Haker en chef Nuyten op het witte plastic tussen de aardbeien. sancties tegen tuinders die te overvloedig hebben gespoten. Het is echter de taak van de proeftuinen het gebruik van in secticiden nog verder terug te dringen door middel van nieuwe teelttechnieken. Nuyten: „Biologische be strijding is geen toekomstmu ziek meer. Dat is al een feit. Tegen de witte vlieg op de to maat gebruiken we de sluip wesp. Die kunnen we gewoon kopen bij kwekers die zich toe leggen op het leveren van derge lijke insecten voor bestrijdings- doeleinden. De komkommer heeft ook een vaste schadelijke vijand, de spint. Om die te be strijden laten we de roofmijt erop los. Behalve deze natuurlijke me thoden zijn er ook die het voor komen van ziekten op het oog hebben. Neem sla. De huis vrouwen houden van frisse, flinke uitstaande kroppen. Maar tijdens de groei daarvan bedek ken de onderste bladeren de grond. Daar ontstaat dan een vochtig miniklimaat waarin schimmels gedijen die de plant aantasten en dus bestreden moe ten worden. We ontwikkelen nu rassen met rechter opstaande bladeren zodat er onder de plant voldoende ventilatie is en de schimmels wegblijven". Een ander voorbeeld is witlof. Die ontstaat op de voorge- kweekte wortel. Om de witlof wit te houden moest hij worden ingekuild hetgeen weer schim mels veroorzaakte Nu probeert men de witlof wit te houden ge woon door hem in het donker te kweken. De proeftuin doet dat op twee manieren met de wortel in de grond en de wortel in wa ter. Het experiment ziet er goed uit. zo constateren we zelf in de donkere witlofruimte bij een streep gnjs licht die door de open gelaten deur naar binnen kiert. Haker: „In de fruitteelt is de biologische bestrijding minder gemakkelijk maar er wordt wel aan gewerkt. Intussen is daar, zoals ik U al vertelde, de tole rantie groter geworden. De vraag spuiten of niet, wordt veel kritischer bekeken. Dat - en de biologische bestrijding - vragen van de teler wel meer zorgvul digheid. Hij moet precies het goede moment kiezen om de sluipwespen in de kas te bren gen want die diertjes hebben maar tien levensdagen de tijd om de larven van de witte vlieg uit te zuigen en er hun eigen ei tjes in te leggen. Desondanks slaat het wel aan in de tuin bouw. Ongeveer 50 procent van de tuinders in het Westland be strijdt nu de witte vlieg met sluipwespen in plaats van met roofetabletten en blauwzuur- gas". De proeftuinen zijn er van zelfsprekend in de eerste plaats om de tuinder te helpen het hoofd boven water te houden. Zoals zoveel bedrijven en vak ken is ook dat van tuinder on derhevig aan opgedrongen ont wikkelingen van buitenaf. Nuyten: „De tuinbouw ver liest al vanouds produkten aan de landbouw. Aardappelen, do perwten, spinazie en bonen wa ren eens tuinbouwprodukten. Zo gauw iets machinaal oogst- baar wordt, dan is het land bouw. De augurk staat op het punt van overstappen. Ik schat da! die binnen vijf jaar machi naal oogstbaar is. Een voor waarde, aan de voldoening waarvan hard gewerkt wordt, is dat alle vruchten aan de plant tegelijk rijpen en niet, zoals nu, in elkaar opvolgende lagen". „Een ander soort verlies lijden we door buitenlandse concur rentie. Grenzen zijn geen barriè res meer en transport vormt ook geen probleem Israël biedt hier aardbeien aan voor een prijs waarvoor de Nederlandse tuin der ze nooit kan leveren. Zuid franse sla is een ander voorbe eld. Dit alles betekent dat de Nederlandse tuinbouw naar an dere produkten moet uitzien. Ons werk is daarom ook gericht op uitbreiding en vernieuwing van het groentepakket. Onder glas bijvoorbeeld, paprika, au bergine, augurk, koolrabi, bleekselderie en ijssla" (ijssla blijft een maand bros in de koel kast! Red.). „Ondertussen schakelen tuinders over op de bloemen teelt en dat we met onze nieuwe methoden en produkten succes hebben blijkt uit het feit dat de produktie blijft stijgen ondanks de afname van het tuinbouwa- reaal door overschakeling op bloemen". „Momenteel staat de aardbei uit de volle grond onder zware druk van concurrentie uit Polen. We zoeken naar antwoorden daarop Een ervan is de late aardbei die veel later rijp wordt dan normaal in de volle grond zodat we weer aardbeien kun nen aanbieden als de normale oogst voorbij is. Achteraf gezien is het een simpel foefje geble ken Zestig dagen voordat de aardbei normaal zou rijpen, ha len we hem uit de grond. We conserveren de planten in koel huizen meteen temperatuur van 2 graden C en planten ze later weer uit. Tegen oktober komen we dan met verse aardbeien op de markt". Rationalisatie, automatise ring, managementsverbetering en yooral veel onderzoek in vin dingrijkheid houden de tuin bouw in Nederland in stand Nuyten: „Ik zie de toekomst voor de tuinbouw zonnig in. Dat zonnig is misschien een wat groot woord want rijk wordt de tuinder niet. Hij zal blijvend een harde strijd moeten voeren maar er zijn overwinningskansen Er zullen er afvallen. Dat is al tijd al zo geweest Al sinds Adam en Eva. Met Kaïn als landbouwer en Abel als veeboer was toen 100 procent van de mensheid boer! WIM KOCK Als men de agressie wil beteugelen, moet men de agressiedaad als zodanig niet alleen belichten vanuit de plaats van de agressor; even belangrijk, zo niet belang rijker, is de positie van het slachtoffer. De overheid besteedt enerzijds immense bedragen aan de vermeer dering van het agressie-potentieel, maar stelt ander zijds nauwelijks middelen beschikbaar om de agressie met behulp van wetenschappelijk onderzoek te beteu gelen. Als een bandopname in staat is de spreeksnelheid van de luisteraar ongemerkt te be nvloeden, moeten de massamedia een ongekende invloed op ons gedrag heb ben. Dat zijn drie, zo u wilt agressieve, stellingen die O. Wiegman (35) presenteerde bij z'n proefschrift „Aan stekelijkheid van gedrag", waarop hij vrijdagmiddag promoveerde tot doctor in de sociale wetenschappen aan de Utrechtse universiteit Doctor Wiegman is we tenschappelijk medewerker aan het Utrechtse Instituut voor Sociale Psychologie. Hij bestudeert vooral de ma nier waarop de omgeving het menselijk gedrag ba'n- vloedt, ten goede of ten kwade. Ook houdt hij zich bezig met de invloed van de massacommunicatiemiddelen, vooral de televisie, op het gedrag van mensen. In z'n dissertatie bespreekt hij, onder andere, de re sultaten van wat studies en proeven die door het Insti tuut zijn gedaan bij kleuters en volwassenen, de neiging hebben hun gedrag aan te passen aan voorbeelden. En ook om uit te maken, of agressiviteit kan worden ver sterkt door kleuters agressieve films voor te zetten. In bijgaande bespiegeling geeft onze redacteur Jac ques Levij enkele gedachten weer waartoe het proef schrift van dr. Wiegman aanleiding kan zijn. Waarbij in de gaten moet worden gehouden dat men bij het Utrechtse Instituut met veel verderstrekkende studies en onderzoekingen bezig is dan waarvan in het proef schrift sprake is. Gedrag van mensen werkt aanstekelijk (Van een onzer redacteuren) UTRECHT - Mensen apen elkaar na. Ze doen dat, elke dag opnieuw, tal loze malen. Het gebeurt veelal zonder dat ze dat zelf dóór hebben, automa tisch als het ware. Die „aanstekelijkheid van ge drag" is meestal een ge volg van het feit dat ze nu eenmaal niet moederziel alleen op een eiland leven. Mensen zijn opgenomen in een samenleving. Met en door el kaar laten ze die samenleving reilen en zei len. Dat betekent ook dat ze over het algemeen niet altijd - leven en wer ken en denken vanuit de normen van die samenle ving. Dat is een stuk - om het eens wat deftig te zeg gen - sociale gewenning. Het is zelfs maar de vraag, of een samenleving prak tisch mogelijk zou zijn, als die inpassing-in-grote- lijnen van individuen in het algemeen geldend ge dragspatroon niet zou plaatsvinden. Die na-aperij is natuur lijk in de meeste gevallen niet schadelijk. Maar toch I Neem nu de agressie in de voetbalsport. Waarmee we keer op keer kennis kunnen maken via een massacommunica tiemiddel als de televisie. Zwaar betaalde beroeps voetballers hebben er een gewoonte van gemaakt terwille van de overwin ning nogal eens ver over de schreef te gaan. Bent u wel eens wezen kijken naar de voetballertjes die in aspiranten- of juniore nelftallen spelen? Nou, onder die knaapjes zitten er heel wat die het alle maal goed hebben beke ken. Bij de minste of ge ringste botsing met een tegenstander - soms zelfs als de twee jongelui el kaar helemaal niet raken -vallen ze met misbaar en prachtig acteertalent op de grasmat. Daar liggen ze dan. Krimpend van pijn. Of ze maken gebaren die aan moeten duiden dat ze op het punt staan el kaar fel te lijf te gaan. Tien tegen een dat er in feite niets aan de hand is. Ze apen gewoon die aan beden volwassen sterren na. Ze piepen nu al zoals de ouden op het ogenblik zingen. Nog een voorbeeld. Het is een bekend verschijnsel dat mensen die een auto- of motorrace hebben be zocht, sterk de neiging hebben zichzelf als coureur-van-klasse te be schouwen als het achter de rug is en de weg naar huis moet worden bere den. Ook een vorm van na-aperij. Het laatste kan al wat kwalijker gevol- gem hebben dan het eer ste. We weten eigenlijk al lemaal wel dat een film, of een teeveespcl, mensen kan opwinden. Zeker als er geweld aan te pas komt. Films, bijvoorbeeld, ben vloeden kleuters heel sterk. Ook als ze voor hun na-aperij niet worden be loond. Dat laatste is niet van belang ontbloot. Want we mogen rustig aannemen dat een beloning de na- aperij, en vaak ook de agressie, in de hand werkt. Doctor Wiegman deed, juist om die neiging tot na-aperij - het imite ren van anderen - te pei len wat eenvoudige proe ven met zo'n 400 Utrechtse kleuters. Jon gens en meisjes die nog vrij „natuurlijk" reageer den, omdat ze nog niet volledig in het sociale ge dragspatroon van de grote-mensenmaatschappi waren ingepast. Hij wilde weten, hoe zulke jonge kinderen zou den reageren op een film waarin poppen elkaar fiks te lijf gingen. Om ze ver volgens een rolprent van eigen maaksel voor te zet ten, waarin de poppen erg lief voor elkaar waren. Waarna ze ook nog een filmpje te zien kregen waarin de poppen zich heel erg neutraal gedroe gen. Welnu, hij is tot de voorlopige - conclusie ge komen dat die jonge kin deren agressiever worden, als ze mogen kijken naar die vechtlustige poppen. Hij gelooft ook dat dit met kinderen - en met hen al leen? - het geval is als ze op de televisie, in een film, bij een poppenspel, met vechtlustige situaties in aanraking worden ge bracht. Maar hij heeft ook ge constateerd, en dat is iets nieuws, dat diezelfde kin deren ook sterk geneigd zijn een „lief" voorbeeld na te doen. Zeker is verder dat de vechtlust van kin deren, hun agressiviteit, zich gemakkelijker richt op een dood voorwerp een pop, een blokken- bouwsel enz. - dan op een levend object. Waar schijnlijk komt dat, om dat zo'n levend slachtof fer van zulk een agres- siedrang van zich af kan bijten of slaan. Ook wel, omdat er bij de aanvaller medelijden gaat optreden, of vrees. Opvallend was, zo vindt dootor Wiegman, dat meisjes over het algemeen bij de proeven minder so ciale agressiviteit ver toonden dan jongens. Dat wil beslist niet zeggen dat hun agressieneiging min der was. Het is best moge lijk dat zij die op heel an dere manieren botvieren. Maar meisjes hebben minder de neiging om de ander lichamelijk aan te pakken, er lekker op los te slaan. Waarin hem dat zit? Wie zal het zeggen? Misschien is ook bij die heel jonge meisjes toch de vrouwelijke rol al iets dat meespeelt. Het is ze met de paplepel ingegeven. Jongens zijn misschien vechtlustiger, omdat dat „mannelijker" lijkt. Maar nu de keerzijde van deze medaille. Meis jes worden ook minder be- ïnvloed door „lieve" films. Ze kunnen ook moeilijker zich een opof fering getroosten als de si tuatie waarin ze verkeren dat vereist. Het heeft er veel van dat meisjes in de kleuterleeftijd minder gemakkelijk door hun omgeving, de sociale ge wenning, worden ba'n- vloed dan jongens op die leeftijd. Toch wel iets, vindt doctor Wiegman, om eens goed over na te denken. Zeker de makers van kin derprogramma's voor de televisie zouden dat moe ten doen. Die kleuters apen ook heel gemakke lijk het voorbeeld van ou deren, en anderen, na. Een maskertoets bewees dat zonneklaar. Men liet de kinderen, afzonderlijk, een „boos" masker zien en een „lief" masker. On zichtbaar bootste een volwassene bij het eerste masker het geluid van huilen na en bij het tweede kreetjes van ple zier. Toen die kinderen la ter die maskers weer za gen, werd dat patroon van verdriet en vreugde veelal prompt nageaapt. Een proef met volwas senen toonde aan dat mensen sterk geneigd zijn, onbewust hun ge drag af te stemmen op een voorbeeld. Doctor Wieg man liet een gToot aantal volwassenen, mannen en vrouwen, een tekst nale zen die ze eerst via een bandrecorder hadden ge hoord. Het bleek dat er snel gelezen werd als de spreker van de band snel gelezen had. En langzaam als die langzaam gelezen had. Doctor Wiegman vindt dat een opvallende zaak. Want er blijkt uit dat men mensen kan ma nipuleren alleen al door „iets" te doen met hel ge luid. Datzelfde geldt trouwens ook voor het werken met kleuren. Men kan met geluid, om maar wat te noemen, bepaalde bestaande vooroordelen versterken. Of proberen er eigen meningen mee te versterken. Een proef met volwas senen bewees dat. Men liet een voor- en een tegenstander van de NAVO teksten uitspre ken. Die liet men mensen horen. Daarna stelde men over die teksten vragen. Het bleek dal de voor standers van de NAVO bepaalde uitlatingen van de tegenstander aan de voorstander toeschreven als ze gunstig voor die or ganisatie waren. En om gekeerd. Spreekgedrag, voorbe eld, eigen oordeel en me ning, de manier waarop men mensen via de mas samedia benadert, oefe nen invloed uit op het menselijk gedrag. Op het doen en laten van talloze mensen. Om daarvan wat meer te weten te komen, is het Utrechtse Instituut voor Sociale Psychologie op het ogenblik een groots opgezet onderzoek aan het voorbereiden, in sa menwerking met een van de teevee informatierubrieken. Men hoopt uit die studie enig inzicht te krijgen over de manier waarop uitzendingen en de wijze waarop ze worden gepre senteerd mensen ben vloeden. Doctor Wiegman is er van overtuigd dat agressie en agressiviteit wel zullen blijven bestaan. De aan hangers van Freud zijn vaak nog van mening dat het goed is, in ieder geval geen kwaad kan, mensen agressieve films enz. voor te zetten. Ze kunnen dan, zo redeneren zij, hun na tuurlijke vechtlust kwij traken. Want door te kij ken staat het zweet in hun handen en op hun voor hoofden, trekken hun spieren zich samen. Ze reageren dan hun neigin gen af. In de psychiatrie, aldus doctor Wiegman, huldigt men die opvatting nog sterk. De psychologen echter, zo stelt hij, hebben daar over een heel andere me ning. Ze proberen hun in zichten meer en meer aan de praktijk te toetsen. Zij geloven, onder andere, dat het kijken naar agres sieve films, enz. agressivi teit opwekt. Agressie noemt hij de handeling, of het gedrag van personen die anderen kwetst of benadeelt, ter wijl de agressor dat weet Een definitie die aanduidt dat overal en op alle mo gelijke manieren agressie wordt begaan. Niet alleen door mensen lichamelijk kwaad te doen. Maar ook door ze op andere manie ren te benadelen. Bij voorbeeld, in hun maat schappelijke loopbaan, of in het aanzien dat ze in een bepaalde kring genie ten. Doctor Wiegman ge looft niet dat er voor dat probleem echte oplossin gen te vinden zijn. „Het is wel aardig dat ons onder zoek, onder andere, heeft uitgewezen dat men kleu ters met een „lieve" film kan sterken in hun nei ging om ook lief te zijn. Maar je kunt volwassenen natuurlijk niet steeds maar „lieve" dingen voor zetten. „Dat is gruwelijk vervelend. Bovendien be antwoordt dat niet aan het beeld dat ze hebben van de samenleving waarin ze functioneren. Hij gelooft dan ook dat agressiviteit wel zal blij ven bestaan. En dat al heel wat gewonnen zóu zijn, als de agressiviteit die anderen benadeelt zo veel mogelijk zal worden tegengegaan". In dat verband wijst hij op het „levensgrote pro bleem in ons land" van de jeugdcriminaliteit. Het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschap pelijk Werk wordt er zo door benauwd dat het van plan is naar de oorzaken en achtergronden van die criminaliteit een onder zoek te laten doen. JACQUES LEVIJ

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1975 | | pagina 21