RIK VAN STEENBERGEN:
Als de naam Rik van
Looy uitgesproken
wordt, begint m'n
moeder te bibberen"
TERR
DAGBLAD VOOR ZUIDWEST-NEDERLAND
Jong prof
„De wilde
Men in
Argentinië
weg over
Regenboogtrni
Tweestrijd
SLOT.
Anekdote
Business
VAN WELEER
Van journalisten moet Rik van Steenbergen, een van de
grootste wielrenners aller tijden en mogelijk wel de com
pleetste renner die de wereld ooit gehad heeft, niets meer
hebben. Ze zijn voor hem afgebrand na de publikaties over
zijn levenswandel, waardoor hij veelvuldig in aanraking
kwam met de justitie. Toen onze sportredacteur Hein
Groothuis een afspraak wilde maken voor een interview
bitste Rik I dan ook: „Ik praat niet meer met journalisten. Die
hebben voor mij afgedaan". De opmerking dat het uitslui
tend over zijn wielercarrière zou gaan, kon hem niet ver
murwen. „Daar trap ik niet in. Alle journalisten zijn lin-
kaards", zei hij. Dat wij u - als afsluiting van de serie Sport
sterren van Weleer - toch een vraaggesprek met Rik van
Steenbergen kunnen presenteren, is uitsluitend te danken
aan de bemiddeling van Madenaar Harry van de Elshout, al
zo'n 27 jaar nauw bevriend met de oud-wereldkampioen en
altijd een van de trouwste supporters van de succesrijke
Belg geweest. Van de Elshout haalde Rik van Steenbergen
over een uitzondering voor onze krant te maken. Van
Steenbergen: „Ik heb het alleen gedaan om Harry een ple
zier te doen. Anders was het nooit gebeurd".
STEM
FOTO BOVEN: Rik van Steenbergen te midden van de be
kende Belgische oud-coureur Jef Dervaes (links) en de Made-
naar Harry van de Elshout.
FOTO MIDDEN: Rik van Steenbergen is niet uitgeblust. De
felheid spreekt nog steeds uit zijn ogen. Dezelfde felheid
waarmee hij bijna 25 jaar successen bij de beroepswielrenners
najoeg. (FOTO: JOH AN VAN GURP)
FOTO ONDER: Rik van Steenbergen werpt Rik van Looy in
de strijd in de zesdaagse van Berlijn in 1963.
(Van onze sportredactie)
WILRIJK - Rik van Steenbergen leeft momenteel wat afgezonderd. In het roerige hartje
van Antwerpen, op het Koningspleintje met al zijn verleidingen laat hij zich niet meer zien.
Hij slijt zijn dagen in Wilrijk, waar hij sinds goed een half jaar een somber ingericht
volkscafé uitbaat. Het Rik I genaamd etablissement stroomt niet óver van de klanten, maar
heeft een behoorlijk aantal vaste stamgasten (veelal mensen, die de oud-coureur nog steeds
adoreren), die de drank in hoog tempo laten aanrukken. „Als Rik in het centrum van
Antwerpen was begonnen, zou hij het drukste café van Antwerpen hebben gehad. Zo
populair is hij nu nog", zeggen intimi van de vermaarde Belg. IVÏaar Rik van Steenbergen
verlangt niet meer naar het turbulente leven in de havenstad. Hij wil rust.
Rik van Steenbergen, in een
paar jaar tijd aardig wat gezet
ter geworden, is bezadigder ge
worden. Maar hij is geenszins
uitgeblust. Hij is nog steeds
strijdbaar. De felheid straalt
nog immer uit zijn ogen, die fon
kelen als hij kwaad wordt. De
zelfde felheid, waarmee hij on
geveer 25 jaar succes bij de be
roepswielrenners najoeg.
Rik van Steenbergen was een
der jongste profs, die er ooit in
de historie van de wielersport is
geweest. Op zijn achttiende jaar
reeds stapte hij rechtstreeks van
de junioren over naar de be
roepswielrenners Niet door
dacht Maar van de ene op de
anderedag Geld was het motief
De Brusselse baandirecteur
Ernest van Hammee had een
vierde renner nodig om de
tweede halve finale van het Be
lgisch omniumkampioenschap
voor profs te completeren. Hij
vond er maar een geschikt voor
en dat was Rik van Steenbergen
Om hem te overreden prof te
worden nam Van Hammee Van
Steenbergen, die in die tijd
slechts op twee man afging -zijn
oom Jan en zijn leermeester Ka-
rel Kaers - apart Van Hammée
had al eerder de verzotheid van
Rik I op geld opgemerkt, toverde
hem een lapje van duizend frank
(hetstartgeld)voordeneus en de
zaak was voor elkaar.
Rik van Steenbergen heeft
van die daad nooit spijt hoeven
te hebben. Hij brak meteen door
naar de top. In 1943, toen hij nog
18 was, werd hij Belgisch kam
pioen op de weg, twee jaar later
verdedigde hij zijn titel met suc
ces (in '44 werd het kampioen
schap niet gehouden). In 1954
veroverde hij nogmaals het na
tionale kampioenschap. Maar
die titels staan in de schaduw bij
zijn drie regenboogtruien, die
hij in 1949, 1956 (beide jaren
Kopenhagen) en 1957 (Ware-
gem) greep.
Volgens Rik I, diemtotaal aan
elf wereldkampioenschappen
deelnam, hadden het er echter
meer moeten zijn „Ik ben drie
keer wereldkampioen gewor
den, maar ik had zes keer moe
ten winnen In '46 in Zürich ver
loor ik de titel door tweestrijd
onder de Belgen Wij waren nie!
tot een overeenkomst kunnen
komen en toen Kint, de Zwitsei
Knecht en ik op kop lagen reden
Kint en ik mekaar in de wielen,
waardoor Knecht eerste werd
In '52 in Luxemburg kon ik
normaal niet verliezen In die
tijd moest je zelf een mannetje
zoeken dat voor je de sprint aan
trok. Ik was akkoord met Briek
Schotte. Maar zeven kilometer
voor de meet viel Schotte terug
door een lekke band. Daarna
gade behield zijn voorsprong.
Als Van Looy niet op kop was
gaan rijden, waren we zeker bij
hem gekomen. En Darrigade
vreesde ik in het geheel niet in de
sprint. Van de rappen was hij de
minst rappe. Van Looy is daarna
ook drie of vier weken geschorst
geweest door de Belgische Wie
reed, gebruikte ik andere spie
ren. Als ik me echter uitsluitend
op de weg had toegelegd, weet ik
zeker dat ik de bergen ook goed
was opgegaan".
al een renner zien slippen en een
volgauto tegen een vangrail zien
botsen. Magni pakte bijna drie
minuten en daarmee was mijn
voorsprong van ruim een mi
nuut als sneeuw voor de zon
verdwenen".
Rik van Steenbergen, die ook
indeVueltavan 1956, waarin hij
zes ritten won, aantoonde wel
degelijk te kunnen klimmen,
werd in drie ronden eindwin
naar: in de Omloop van het Wes
ten ('51), de Ronde van Argenti
nië ('52) en de Ronde van Karls
ruhe ('57).
samen zet rijden ze alles naar
huis toe. En van hem moest er
een Duitse ploeg winnen. Op het
laatst zeiden we: „We laten u
baas". We zijn toen tweede ge
worden achter Altig-Bugdahl.
Altig moest winnen om de zes
daagse in Duitsland hoog te
houden. Maar Kanters heeft het
later wel gevoeld. Wij hadden de
conditie gesteld dat we het vol
gend jaar samen wilden rijden
en toen we terugkwamen heb
ben we een geweldige demon
stratie gegeven".
Mooie herinneringen bewaart
hij aan zijn verblijf in Zuid-
Dat hij in de grote ronden toch Amerika. „De vrouw van Peron,
heb ik nog geld aan anderen ge
boden, maar die wilden niet
meer Het derde kampioenschap
dat ik miste was in '59 in Zand-
voort, waar Darrigade won. Dat
kwam door de tweestrijd met
Van Looy Om die tweestrijd op
te lossen waren Van Looy, Van
Buggenhout en ik tevoren bij el
kaar gekomen in een café in
Herentals We spraken daar af
dat we elkaar niet in de weg
zouden rijden en besloten elk
300.000 frank op de bank te zet
ten. De man, die zou verliezen
zou 600.000 frank krijgen. Maar
wat gebeurde er? Darrigade was
op een zeker moment een mi
nuut weg. Ik ging met vier man
achter hem aan. We zaten bijna
bij hem, toen Van Looy met alle
man aan z'n gat bij ons aansloot.
Het viel daardoor stil en Darri-
ler Bond"
Rik van Steenbergen, die ook
diverse klassiekers op zijn naam
schreef, was een groot wegren
ner. Hij etaleerde dat voorname
lijk in de eendagswedstrijden. In
grote ronden trad hij veel min
der op de voorgrond. Rik van
Steenbergen „Ik heb drie keer
de Tour gereden tegen m'n goes
ting. Ik heb er een paar ritjes in
gewonnen. Voor de einduitslag
heb ik nooit gereden Dat inte
resseerde me niet Het was nu
eenmaal zo dat het wereldkam
pioenschap in die tijd veel hoger
geschat werd dan de Tour La
ter, door die extra-sportieven, is
dat veranderd Ik heb mezelf
trouwens ook nooit gezien als
een mogelijke Tour-winnaar
Feitelijk kon ik de bergen niet
op Doordat ik veel op de piste
wel heel wat in zijn mars had
bewees Rik van Steenbergen
onder meer in de Giro van 1951,
waarin hij op de tweede plaats
in het eindklassement beslag
legde. Voor kopstukken als Kü-
bler, Coppi, Koblet, Bobet en
Bartali.
Van Steenbergen: „Ik was
bijna heel de ronde leider en ik
ging met de besten naar boven.
Op de laatste col van de laatste
bergetappe in de Dolomieten,
dat was in de etappe Cortina-
Bolzano, moest ik echter de eer
ste plaats nog afstaan aan Mag
ni. Magni kon geweldig dalen,
net zoals Rini Wagtmans en
Eddy Merckx. Terwijl het re
gende stortte hij zich van die
laatste berg af naar beneden. Ik
durfde hem niet volgen Ik had
de president van Argentinië,
was net gestorven en hij wilde
een ronde groots organiseren.
Alle landenploegen moesten
naar Argentinië komen. Nou,
daar hebben we wel avonturen
beleefd. Er was daar een schitte
rende natuur, maar er kon van
alles gebeuren. Zo zaten we een
keer midden in een enorme klat
sprinkhanen. En een andere
keer stak een groep wilde paar
den pal voor ons de weg over.
Weg kon je het overigens soms
nauwelijks noemen. Op een
avond zeiden die Argentijnen
tegen me: „Morgen ga je de
ronde verliezen. Ze zeiden dat
de Argentijn, die toen hoog in
het klassement stond, zou toes
laan. Nou het was een barre rit,
240 kilometer door het zand,
bijna zonder water, want als je
onderweg water aanpakte was
je verloren. Daat zat van alles in.
Op het laatst bleven we met z'n
drieën over: die Argentijn, Oc-
kers en ik. Eerst moest die Ar
gentijn lossen en Ockers vijf ki
lometer voor de streep. In dat
laatste stuk raakte Ockers nog 5
minuten achter op me".
Rik van Steenbergen, die nog
met Eddy Merckx in een ploeg
gezeten heeft (in de Solo
formatie in '62), behoorde ook
tot's werelds besten op de piste.
Meest sprekende resultaten van
Rik I, die alle onderdelen van de
baan tot in de perfectie beheer
ste, zijn wel zijn veertig
zesdaagse-overwinningen,
waarmee hij zesdaagse-keizer
was totdat Peter Post hem over
troefde. Van Steenbergen: „Ik
wil niks van Post zeggen, want
hij is een geweldig renner ge
weest. Maar het is natuurlijk
wel een voordeel voor hem ge
weest dat er na mijn afscheid
meer zesdaagsen kwamen en er
minder uren werd gereden.
Vroeger was het echt een stukje
zwaarder. Ik heb zelf nog een
keer met Post gereden. In Essen
was dat. Wat 'n feest was dat. En
wat was het gemakkelijk om met
zo'n renner te winnen
Aan die overwinning zit
trouwens een anekdote vast. Ik
reed in Essen met Lyke en Post
met Pfenninger. Palle had iets
aan zijn zitvlak en Pfenninger
had ook iets. Op de derde dag
vielen zij allebei uit. Het was
normaal dat er dan direct een
nieuwe ploeg geformeerd werd.
Maar Post en ik moesten twee
dagen alleen rijden. Die direc
teur, Peter Kanters was dat,
dacht natuurlijk: als ik die twee
Rik van Steenbergen heeft op
de baan met vier man een vast
koppel gevormd: Marcel Kint,
Sta'n Ockers, Miel Severeyns en
Palle Lyke, die zijn schoonzoon
werd. Rik van Steenbergen: „Ik
heb met Kint een ploeg gevormd
na dat wereldkampioenschap in
Zürich. De mensen wezen me op
straat na en daar kon ik niet
tegen. Kint kon echter wat. Hij
was een geweldige renner en ik
reken hem tot een van de groot
sten, die er ooit geweest is. Met
Ockers ben ik gaan rijden door
zijn klasse en met Severeyns was
het een kwestie van geld. Sever
eyns werd gelanceerd door zijn
schoonvader, een tamelijk grote
loodgieter. Ik heb Ockers laten
vallen, omdat die schoonvader-
van Severeyns me geweldig veel
geld bood. En Lyke tenslotte
was een familiekwestie".
Als een rode draad door de
tweede helft van de glanzende
Er of carriere van Rik van Steen
ergen, die Coppi de beste ron
derenner noemt, Van Looy de
beste coureur in klassiekers en
de Spanjaard Poblet zijn meest
gevreesde tegenstander in de
sprint, loopt de geweldige
tweestrijd met Rik van Looy ofte
wel Rik II. Rik van Steenbergen:
„Hij was een geweldige coureur-.
Maar het was jammer dat hij
onbetrouwbaar was. Als je al
een afspraak met hem kon ma
ken, kwam hij ze niet na. Daar
door is ook de vete tussen Van
Looy en Post ontstaan. In
Parijs-Roubaix van 1963 had
Van Looy Post in de slag geno
men. Post zou de sprint aan
trekken voor Van Looy, Post
deed dat ook, maar Van Looy
werd geklopt door Miel Daems.
Van Looy kreeg 400.000 frank
voor de tweede plaats. Het was
normaal geweest als hij die aan
Post had gegeven. Maar Post
kreeg geen cent van hem en die
werd daar terecht kwaad over.
Van Looy is zover gegaan dat
m'n eigen moeder zei: „Als
ploegmaat bezie ik hem noot
meer".
Van Steenbergen en Van Looy
waren als water en vuur, maar
toch reden zij in de nadagen van
Van Steenbergens loopbaan nog
een keer samen. In 1959kwamen
zij in een omnium uit tegen de
Fransen Rivière en Bellenger op
de Gentse wielerbaan. Dat ge
beurde door een list van baandi
recteur Oskar Daemcrs. Hij be
naderde zowel Rik I als Rik II
met het smoesje dat hij de ander
al had gecontracteerd, maar dat
die vond dat met de andere Rik
een ploeg geformeerd kon wor
den die bij machte was de Fran
sen te verslaan. Dat werkte op
het sentiment en een fors ge
vulde buidel deed de rest. Zegt
Rik van Steenbergen nu: „Ik heb
het toen gedaan voor de busi
ness. Maar ik had het nooit moe
ten doen. Achteraf heb ik er veel
spijt van gehad. M'n moeder is
nooit meer naar een wedstrijd
gaan kijken. En als de naam Van
Looy nu nog uitgesproken
wordt, begint ze helemaal te
bibberen".
ttPTV GROOTITT'It:
I