„TENNISSEN KUN JE TOT 65 JAAR
Astor's successen resultaat
van jarenlange trainingen
Sjef Vlaeminck:
grootste lawaaimaker
op schietingen
RENE JOSIASSEN TROTS OP ZIJN DUITSE HERDER
Kleed
Gelegenheid
Geen elite
Collegialiteit
Bekers
Oefenen
Speuren
Examen
DONDERDAG 6 FEBRUARI 1975
Sectie tennis
S.V. Zaamslag
5 jaar oud
ZAAMSLAG - De sectie ten
nis van de Sport Vereniging
Zaamslag is een bloeiende club,
die binnenkort, op gepaste wij
ze, haar eerste lustrum gaat vie
ren. Om precies te zijn op 28 fe
bruari wordt dit feit met een
feestavond in het Nederlands
hervormde verenigingsgebouw
De Kank gevierd.
Het bestuur, bestaande uit de
heren J. Meertens (voorzitter),
E. de Graaf (secretaris) en P.
Lentze (penningmeester), hopen
op die avond vele van de ruim
130 leden die de vereniging telt
daar te ontmoeten. Een bijzon
derheid toch wel is dat ruim 80
procent van die leden ouder is
dan 16 jaar. Hoe komt dat?
Voorzitter Meertens: „Als je re
delijk gezond bent kun je tennis
spelen tot je vijfenzestigste. De
meeste andere sporten zijn maar
geschikt tot je vijfendertigste,
toch zeker die in teamverband
beoefend worden. Bij tennis ligt
dat toch wel eningszins anders.
Het is weliswaar geen lichte
sport, maar je kunt je tegen
stander zelf kiezen, die dan van
gelijke kracht en sterkte is.
De Zaamslagse tennisclub
waarvan overigens de helft van
de leden uit Terneuzen komt,
beschikt over twee buitenbanen,
waarvan er één ook in de wi-
nermaanden voor gebruik be
schikbaar is, maar die in deze
periode weinig wordt gebruikt.
De weersomstandigheden zijn
deze winter van dien aard, dat
men bepaald niet wordt gelokt
om een partijtje tennis te spelen.
Haast iedere dag regen en veel
wind. Bovendien is de baan glad
omdat er in het najaar nogal wat
afgewaaide boombladeren op
komen te liggen. Voorzitter
Meertens kan daarover mee pra
ten. De vorige winter is hij daar
over uitgegleden en dat leverde
hem een week ongemak op
doordat bij die val zijn rechte
rarm uit de kom school
Tenslote is er het probleem
van de kleedgelegenheid, die er
in feite helemaal niet is. Ook
voor het aanstaande seizoen zal
men het nog zonder kleedgele
genheid moeten stellen. Secre
taris De Graaf: „We hebben van
de gemeente Terneuzen wel de
toezegging gehad dat we in
1976, als voor het personeel van
het naast de tennisbanen gele
gen zwembad, dat eigenlijk ook
geen kleedgelegenheid bezit,
een gebouwtje wordt neergezet,
daarvan ook een gedeelte mogen
gebruiken, maar dat heeft ook al
op de urgentielijst voor 1975 ge
staan".
Een andere vurige wens die bij
het actieve bestuur leeft is het
bouwen van een zogenaamde oe
fenmuur, maar die zou als de
club deze zelf zou aanbrengen
zesduizend gulden gaan kosten
en hoewel de club niet „armlas
tig" is, gaat dit haar financiële
draagkracht toch net iets te bo
ven Wat de kleedgelegenheid
betreft hoopt het bestuur dat
voor dit jaar deze kan worden
opgelost door in het thans in
aanbouw zijde buurthuis van de
werkeenheid Zaamslag van de
Centrale Stichting voor Sociaal
en Kultureel werk een plaatsje
daarvoor beschikbaar kan ko
men.
Dat tennis een elitesport is wil
er bij de heren niet in, ook niet
dat tennis duur zou zijn, althans
niet duurder dan vele andere
sporten. Het lidmaatschap kost
50 gulden per laar en voor een
kleine honderd gulden (racket,
ballen en schoenen) ben je inge
spannen. Nu nog tenminste,
Het bestuur van de tennissectie van S.V. Zaamslag. Van links naar rechts de heren E. de Graaf, P. Lentze en J.
Meertens.
want voor 1976 kan de club re
kenen op een forse huurverho
ging van de banen, waarvoor
men nu per jaar 4500 gulden aan
de gemeente Terneuzen moet be
talen. In competitieverband
wordt (nog) niet deelgenomen en
dus is de club geen lid van de
KNLTB. „We zijn nog een jonge
club en moeten daar ook nog
naar toe groeien, hoewel dat in
de toekomst niet is uitgesloten",
aldus de heer Lentze. Wel wordt
zo nu en dan een toernooi geor
ganiseerd voor de leden. De be
langstelling daarvoor neemt toe.
Ook heeft de club een trainer die
enkele uren per week beschik
baar is. Niet alleen jonge leden
maar ook ouderen nemen les
hetgeen er op wijst dat men zich
ook op wedstrijdniveau wil gaan
bekwamen.
CEES DE ZEEUW
De toekomstige koning van Sint Jan.
SINT-JANSTEEN - De
schutters zijn het gewoon dat
Sjef Vlaeminck van de schut-
terssociëteit St.-Jan te Sint-
Jansteen boven iedereen uit
schreeuwt op de schietingen.
»Als ik geen lawijt maak", zegt
Sjef, „dan komen de schutters
vragen of ik ziek ben"
Het is gewoon zijn aard. Als
één van zijn collega-schutters
een kleine vogel afschiet, dan
VV,1 Sjef het nu eenmaal beter
doen cn geeft dan op niet te mis
kennen wijze te horen dat hij
ook minstens één kleine vogel
zal afschieten of nog wel een
hoge vogel. Lukt het dan niet.
dan wordt er met hem ook nogal
eens de draak gestoken.
De nu 40-jarige Sjef Vlae
minck is 20 jaren getrouwd en
verkoos als hobby 19 jaren gele
den de schutterssport. Aange
spoord door zijn vader die toen
een café exploiteerde te Kem-
zeke in België, die ook deze
hobby had, meende hij dat een
getrouwd man ook recht had op
zijn vermaak en hij werd lid van
de Belgische sociëteit Winter
vermaak te Kemzeke. Hier beoe
fende hij echter steeds de schut
terssport op de liggende wip
Een drietal jaren geleden is hij
hd geworden van de sociëteit
Et.-Jan te Sint-Jansteen en hij
geeft nu veruit de voorkeur aan
de schieting op de staande wip.
Als oorzaak hiervan noemt hij
de betere kansen die men heeft
op de staande wip. „Kijk", zegt
Sjef, „als je scherp durft te staan
onder de staande wip en je mist
de kleine vogels, dan heb je nog
altijd kansen op een hoge vo
gel". „Je moet dan natuurlijk
een beetje kunnen schieten",
vervolgt Sjef.
Ook de collegialiteit van de
schutters vindt hij bij de staande
wipschutters geweldig goed. Als
hij op zaterdag of zondag naar
een schieting wil, dan komen
zijn collega's hem steeds per
auto halen en thuisbrengen. In
zijn woning aan Plein de Mate te
Sint-Jansteen, zijn volop be
kers, trofeeën en wandborden te
zien, maar deze zijn echter alle
maal gewonnen door zijn 17-
jarige zoon Rudy, die ook koning
is van de jeugdschutters van de
sociëteit St -Jan. Ook de 10-
jarige zoon Danny wil schutter
worden en mag bij bijzondere
gelegenheden wel al eens mee
doen op een schieting. Voor hem
heeft Sjef achterzi in woning een
prankske gebouwd, waarop dan
geregeld geoefend wordt.
In de zomermaanden trekt
Sjef er elke zaterdag en zondag
op uit en bezoekt schietingen te
Clinge. Nieuw-Namen, Graauw,
Hu Isi Zuiddorpe. Koewacht.
Axel, Westdorpe, Kloosterzande
en durft ook nog wel eens naar
Zwijndrecht in België te gaan.
In de wintermaanden is hij gere
geld deelnemer aan de schietin
gen in de Toren te St.-Giilis-
Waes. Een enkele maal bezoekt
hij een voetbalmatch en is dan
als geboren Clingenaar nog een
supporter van de v.v. Clinge.
Hoewel hij in de zomermaanden
in de vroege uurtjes ook nogal
eens aan de hengelsport deed en
hiervoor een vergunning bezat
op het Groot Eiland, is hij niet
meer van plan om nog een vis
vergunning af te halen. Hij
werkt nl. op een tapijtfabriek te
Sint-Niklaas en heeft hier ploe
gendienst waardoor hij vele
nachten moet werken en er van
vissen niet veel meer terecht
komt.
Ook heeft hij steeds een 100
zangvogels gehouden waarvoor
hij per jaar voor f 600,- voeder
moest aankopen wat hij uitein
delijk te duur vond en alles op
ruimde. Sjef is van plan om zich
in de maand maart a.s. koning te
gaan schieten van de sociëteit
St.-Jan en oefent zich hiervooi
naarstig. „Nu ik dat gezegd
heb", zegt Sjef, „en het mocht
niet lukken, dan zal ik het op de
smeerdag die na de koningschie-
ting wordt gehouden, zeker wel
moeten horen".
GUUST REI.INS
HULST - Wanneer je de
prachtige woning van René
Josiassen aan de Glacisweg
30 in Hulst binnentreedt en
je in een grote maar oer
gezellige salon wordt bin
nengeleid, wordt je onmid
dellijk geconfronteerd met
Astor, René's beste vriend.
Als „vriend" Astor enkele
stappen in je richting doet,
breekt je ongetwijfeld het
klamme zweet uit en je eerste
reactie is: enkele stapjes te
rug.
„Ach, je moet echt niet bang
zijn", zegt René Josiassen.
„Kom maar gerust binnen, hij is
bijzonder lief. Hij zal echt niets
doen, alleen op het commando
van zijn baas gaat hij tot de aan
val over". Toch kijkt vriend As
tor je niet zo vriendelijk aan.
Maar zoals René Josiassen -
secretaris van Kringgroep „De
Speurhond" uit Hulst, aangeslo
ten bij de V.D.H. (Vereniging
van Fokker en Liefhebbers van
Duitse herdershonden) - net
heeft gezegd: zijn Duitse herder
werkt alleen op zijn commando.
Tijdens het gesprek verroert As
tor geen vin, en hij draait zonder
meer zijn kop naar een ander
kant als zelfs een familie-lid
hem met een koekje wil verlei
den. Als zijn baasje het voor hem
ook lekkere koekje overneemt
houdt hij daar geen oog van af.
Maar hij weigert weer als het
koekje hem met een linker hand
wordt gepresenteerd. Als het
naar de andere hand verhuist,
verdwijnt het onmiddellijk in
zijn grote muil, daarna houdt hij
weer rustig bij zijn baas de
wacht"
Astor van de Willemskrone,
stamboom nummer 451602. Be
haalde resultaten VH 1, 2,3 en
UV (uithoudingsvermogen). Het
hoogste wat er met zo'n hond te
winnen is. De tientallen bekers,
standaards, plaquettes en me
dailles die in de salon een opval
lende plaats hebben gekregen
zijn daar een duidelijk bewijs
van. Uit de kast haalt René Jo
siassen verschillende rapporten
met daarop de punten waar hij
zijn VH-diploma's mee heeft
behaald.
Astor van de Willemskrone,
die hoogte van een normale keu
kentafel, is zonder meer een
prachtig dier. En René Josiassen
de eigenaar daarvan, is daar
maar al te trots op. Een tweetal
dat door vele jaren..hard" wer
ken tot een volledige eenheid is
gegroeid. René Josiassen plukt
daar nu samen met Astor de
vruchten van. Maar niet alleen
zijn Astor, ook de vereniging
..De Speurhond" heeft bij hem
een belangrijke plaats ingeno
men. Als secretaris van die ver
eniging is hij elke zaterdagmid
dag en zondagmorgen samen
met voorzitter Gaston Everaert
en gediplomeerd instrukteur R.
Sierens uit Sas van Gent op het
voor de Hulstenaren wel al be
kende veld te vinden. Onder de
bezielende leiding van dit drie
tal - Everaert en Josiassen vol
gen een cursus en lessen voor het
diploma instrukteur - krijgen
tijdens het weekend ruim 31 le
den les hoe men nu precies een
hone moet africhten. Secretaris
Josiassen: „We krijgen veel
mensen met hun hond aan de
deur die denken dat wij hun
hond africhten, maar zo is het
beslist niet. Dat zou natuurlijk
wel gaan, maar dat is niet de be
doeling. Kijk, als wij dat doen
dan kan de eigenaar er niet mee
werken, en dat is uiteindelijk de
bedoeling".
Elk weekend wordt er door de
leden intens en met volle over
gave met hun troeteldier ge
werkt, om zo eens het VH-
diploma op zak te kunnen ste
ken. Een aantal zal eens die
wens in vervulling zien gaan, dit
na vele jaren oefenen, oefenen
en nog eens oefenen. Josiassen:
„We raden onze leden dan ook
altijd aan om buiten de normale
lessen ook thuis elke dag met
hun hond te oefenen. Leden die
dat doen kunnen we er een week
later gewoon uitpikken. Je moet
dat gewoon als huiswerk zien,
maar het is nodig om zo een ge
heel te krijgen. De hond moet
weten wat hij wel en niet mag
doen, maar ook hoe hij het moet
doen. Hij moet zijn baas door en
door leren kennen, zodat beiden
weten wat ze aan elkaar hebben.
Want ik blijf er bij, een niet af
gerichte Duitse herder of Bou
vier blijft voor ons gevaarlijk.
Soms hoor je de gekste verha
len over het africhten van een
hond. Zo zou een hond waarmee
men bijvoorbeeld drie maanden
werkt al helemaal afgericht zijn.
Kletspraat, zonder meer. Velen
denken dat het zo maar gaat.
maar dat is beslist niet waar.
Het eerste jaar moet je echt niet
op hoge prestaties rekenen. Dat
kan ook niet. Een jonge hond is
speels en heeft er de grootste lol
in om overal in te bijten".
Dat soort dingen moet er al
lemaal uit. De hond moet bijten
op momenten die hem tijdens de
lessen worden geleerd. Elke za
terdagmiddag van 14 tot 17 uur
wordt de gehoorzaamheidsoe
feningen afgewerkt terwijl zon
dagsmorgens van 10 tot 12 uur
de oefeningen speur- en pa-
kwerk worden afgewerkt. Jo
siassen: „Leden die elk weekend
twee keer met hun hond present
zijn en daarnaast ook thuis nog
veelvuldig oefenen, kunnen na
zo'n zes maanden echt al leuk
werken met hun hond Daar
naast is natuurlijk ook het ka
rakter van een hond bijzonder
belangrijk. De ene hond leert
een bepaalde oefening makke
lijker aan dan een andere. We
beginnen altijd met gehoor
zaamheidsoefeningen, zoals zit
ten, volgen enz. Dat is een eerste
vereiste want de hond moet zi|n
Astor met zijn baas.
baas leren gehoorzamen. Dit ge
beurt allemaal aangelijnd, want
zoals ik al gezegd heb, een niet
afgerichte hond is zonder meer
gevaarlijk".
Nadat vervolgens de hond in
samenwerking met zijn baas een
examen heeft afgelegd - maxi
maal 105 punten, beoordeeld
door de drie afzonderlijke in
structeurs - gaat men over naar
de klasse gevorderden. Hierbij
komt het springen, apporteren,
speuren, en het pakwerk aan de
beurt. „Vervolgens komt daar
ook nog het onderdeel, de hond
vooruit sturen bij Dat is voor
elke hond zonder meer de moei
lijkste oefening. Omdat een
hond zijn baas niet verlaat, en
nu moet hij het".
Buiten dit vormt verder ook
het parkwerk Ronnv Josiassen
(zoon van de secretaris) volgt in
Helmond een cursus voor pa-
kwerker - een moeilijk onder
deel in de opleiding tot bewa
kingshond. De hond wordt hier
geleerd wanneer hij we! en niet
moet bijten. Als hij dat allemaal
onder „knie" heeft, is de hond
niet alleen voor zijn baas maar
ook voor het bedrijfsleven kapi
talen waard. Zo'n hond is dan
echt met meer met een koekje te
verleiden Het is dan ook geen
wonder dat vele middenstan
ders, zakenmensen maar ook
particulieren overgaan tot de
aanschaf van een afgerichte
waakhond. De toenemende cri
minaliteit is daar zeker de voor
naamste reden van. Josiassen:
„Honden die de mensen willen
laten africhten moet zonder
meer in het bezit zijn van een
echte stamboom. Dat is in onze
vereniging de eerste vereiste".
Dan volgt een jarenlang oefe
nen, oefenen, en nog eens oefe
nen. Voor een aantal volgt dan
het succes dat René Josiassen
met zijn Astor kent.
PIET DE MAAT