Een avontuurlijke reis dank zij de sneeuwpop van Pim en Bert r* li TkVs f i f l W P J ml de prijzen voet 20 stuks V99 Verklaring van Vaticaan over jodendom stelt Israël teleur BöLL EN SOLZJENITSYN EEN JAAR LATER: PO LITIEKE CONTROVEESE gsmens AAG? IKKEN LUIERS üartinus Nijhofï- )rijs voor Barber Veeda-van de Pol LDMARKT ■BU#| 7Cl kleine stem door JAN WINÏRAECKEN MEETLAT OP REIS TOVENAARS -1 GOED Okomo J IS VUIL [ARDITA Tekort WOENSDAG 8 JANUARI 1975 and? In een jaar van hevige mcentratie gaan de vrouwen ■achten eigen en andermans entaliteit en natuur te rev ideren- Zij gaan een culture revolutie plegen, die van in en beginne reeds te veroor- len want een tegennatuurlij- is. Het gevaar is groot. Zij omie een meerderheid, wij mi iderheid. In een demo- ■atie zoals wij die onderhou- »n is dat levensgevaarlijk, aarom: tet op. Onze stille ennoten treden in horden aar voren. Met een wieg in e heup. Wangen om te stre- m. Een mond om zacht te yenen- Een leest om te meten, gen om in te kijken. Van les om in te knijpen. Vron en, je kunt ze niet missen, zen dag. Maar in 1975 moe- n we ze ons uit zelfbehoud m het Kjf houden. DEN HAAG (ANP) De oor het Prins Bernhard onds in 1953 ingestelde Martinus Nijhoffprijs voor 'ertalingen" is dit jaar op oordracht van de jury toege wezen aan mevrouw Barber Veeda-Van de Pol voor haar 'ertalingen van Zuidameri- aanse literatuur in het Ne- lerlands, in het bijzonder van ulio Cortazar's Rayuela. De jury werd gevormd door )alf Verspoor voorzitter, idrriaan Mornen, Henk Mui- er, Mevrouw E. du Perron-De loos, Paul Rodenko, Peter (erstegen, Bert Voeten en H A. de Bie secretaris. De itreiking van de prijs, groot I 000, is bepaald op 28 jonua- IET Tweede-Kamerlid mr. J. 1. Scholten (ARP) is door de oorzitters van de Eerste en weede Kamer aangewezen :ls lid van de raadgevende •ergadering van de raad van "uropa. Hij volgt als zodanig ■e onlangs tot Zeeuwse com- lissaris van de koningin C. loertien (ARP) op. 1AROKKO en Libië hebben aar in Rabat is meegedeeld un sinds ruim drie jaar ver roken diplomatieke betrek ingen hersteld. Pim komt bij Bert logeren. Hy vindt het leuk, want je kan daar zo leuk in de sneeuw spelen. Pim zijn moeder zegt: „Twee weken mag je bü Bert logeren". Dat vindt Pim allang genoeg. Per trein komt hij naar Bert. Als hjj bij Bert aankomt gaan ze meteen in de sneeuw spelen. Er zijn nog veel meer kinderen aan het spelen in de sneeuw. De jongens spe len oorlogje met sneeuwbal len. Pint en Bert doen al gauw mee. Dat gaat leuk. Pats daar krijgt Pim een sneeuwbal in zijn gezicht. De jongens moeten daar om la chen, maar Pim vindt het helemaal niet leuk. Zo gaat het een hele tijd door. Totdat het 12 uur is, want dan moeten ze eten. Ze eten boerekool met worst. Dat smaakt wel na zo'n sneeuw ballengevecht. Na het eten gaan ze weer in de sneeuw spelen. En weer gaan as sneeuwballen gooien. Om een uur of vier zijn ze moe. Dus ze gaan naar huis. Thuis kij ken ze naar de televisie. Er is een spannende film bezig; de film heet Tarzan. Om half 6 is de film klaar, dat geeft niet want om half 6 moeten ze eten. Nu eten ze gewoon brood. De moeder van Bert zet de radio aan. Daar wordt net gezegd dat er morgen in het hele land een wedstrijd ge houden wordt wie de grootste sneeuwpop kan maken. Pim en r»rt beginnen te juichen. „Wij geven ons ook op hé?" vraagt Pim aan Bert. Het ant woord van Bert is; „Natuur lijk". De volgende morgen staat le hele stad op de kop. Want nu zou de wedstrijd gehouden worden. Al dp deren van de stad geven op. Pim en Bert staan vooru- in de rij. Een man zegt, jullie kunnen al beginnen. Al gauw is iedereen aan de sneeuwpop bezig. De sneeuwpop -n Pim en Bert is nog niet ze —oot. Maar na een paar uur 'e sneeuwpop al aardig groot geworden. Onder tussen is het al 12 uur. De man lie gezegd had wanneer ze mochten beginnen zei dat het 12 uur was, dus gingen de jongens naar huis. 's Middags gingen ze weer verder. Tot dat het half 6 was. Ze gingen toen naar huis. (De valigende morgen) Pim en Bert kleden zich vlug aan en gaan naar bun sneeuwpop die nog steeds buiten staat. Al gauw beginnen ze er weer aan. Tot de sneeuwpop klaar is. Ze laten de sneeuwpop aan de man zien. De man zegf dat de sneeuwpop heel groot is, dat vinden Pim en Bert ook. De man meet de sneeuwpop, de sneeuwpop is 5 meter hoog en 2 meter breed. Nu wordt de laatste sneeuwpop gemeten, die is 5 meter hoog en 2 meter breed. Dat kan niet zegt de man, we hebben een betere meetlat nodig. En dan belt de man de koningin op en die laat de beste meetlat bij haar brengen. De volgende dag komt de meetlat in de stad aan. De mensen kijken vol spanning toe. Want nu gaat het gebeu ren. Wie de winnaar is krijgt een prachtige prijs. De man stapt naar voren en meet de sneeuwpoppen. En reu komt de uitslag. De sneeuwpop van Pim en Bert is een hailve milli meter groter dan de andere pop. Pim en Bert staan al te juichen en het volk is ook blij dat Pim en Bert gewonnen Vbben. En nu komg de prijs: en reis op een vliegend tapijt naar de Sjah van Perzië. Hoi, hoi, ve hebben de prijs ge wonnen. En gauw gaan ze het thuis vertellen- Maar ze zijn net bij huis of er staan hon derden journalisten om het huis. Ze moeten alles vertel len. En de volgende dag komt het verhaal over alle radio's. En zelfs komen ze nog op de televisie. Ook daar moeten ze A 1 kJ w ant alles vertellen. In het begin zijn 'e een beetje verlegen. Maar na een tijd niet meer. Pim en Bert zijin nu heel be roemd geworden. En als ze die reis naar de Sjah van Perzië maken zijn ze over de hele wereld beroemd. m ■'.-séWBMWSk fiffiia... ia 3Br& Shirley-Jane Nice, Heikant, 5 jaa» Na een paat' weken gaan ze op reis. Ondertussen hebben ze het kleedje al thuis gekre gen. Het is een gewone pers, maai- er zit een vlek op. En er zit ook nog een voorbeeld bij. Er staat in als je over de vlek wrijft ga je vliegen. Maar als je ge woon over het kleedje wrijft land het kleedje. Trek geen dikke kleren aan, want je vliegt over warme woestij nen. En in een van de woestij nen zit een hele grote leeuw, dus je hebt kans dat je opge geten wordt. En dan zegt Piim opeens; „Als we maar niet op gegeten worden". „Dat kan toch niet", zegt Bert. „Als we landen wrijven we gewoon over de vlek". Nu is Pim niet meer zo bang. Na een paar uur hebben ze de pers hele maal bestudeerd. Dan nemen ze afscheid en vliegen weg. Heel de stad roept nog eens na, tot het kleedje helemaal uit het zicht verdwenen is. Z'jjzz zjjzz zjaz, daar vliegt het kleedje van Pim en Bert. Ze praten en kijken maar. En opeens zegt Pim: „Ik krijg liet zo warm". „Geen wonder" zag* Bert. „We vliegen over een of andere woestijn". „Oh", hoe heet deze woestijn? vraagt Pim. „Misschien de Sahara", antwoord Bert. Woestijnen zijn eigenlijk gevaarlijk, want je kan hier goed verdwalen. En zo praten ze een hele tijd door. Tot ze een leeuw zien. „Kijk daar is de leeuw", zegt Pim. „Ja, als we hier landen worden we opgegeten". En hij had het nog maar net gezegd of ze daalden naar beneden. „Vlug wrijven", roept Pim. En ze beginnen vlug te wrijven. En ja hoor. daar stijgen ze weer op". „Hé, hé, was me dat even schrikken". Ja, zeg dat wel". Jn het boekje stond dat we twee keer konden landen, maar de tweede keer kon je dan niet meer opstijgen." Daar heb ik wel aan gedacht", zegt Bert. Ik heb het boekje mee genomen. Ik zal het stukje voorlezen: Voor de tweede keer als je land kan je niet meer opstijgen, maar als je land moet je naar een grot zoeken. En als je de grot ge- vonde i hebt, ga dan naar bin nen en daar zie je kabouter tovenaars die zullen je dan helpen. „Ik hoop dat we weer landen", zegt Pim, want dan kan ik de kabouters zien. O, o, had hij het maar niet gezegt, want het kleedje landde weer. „Stommerik" scheld Bert. Nu dalen we weer. Pim zegt maar niiets terug, want hij is een beetje bang. En daar staan ze :vu, midden in de woestijn. Kom we gaan de grot zoeken. Het duurde wel heel lang voor dat ze de grot gevonden had- de., Een beetje bang lopen ze de grot binnen. Ze kijken rond, maar ze zien nergens tovenaars. Maar opeens horen ze zachte stemmetjes. Pim en Bei* kijken naar beneden. En ze zien kleine kaboutertjes met hoge hoeden op. „Zijn jullie de tovenaars?" „Ja" zegt de aanvoerder van de tovenaars. Vertel eens \yat jullie komen d'oen". En dan vertellen de jongens het verhaal. „Zo, zo zit dat zo. „Ik kan jullie wel helpen maar dan moeten jullie hier /el blijven slapen. Daar geven Pim en Bert niet om. „Maar met wat gaat u ons helpen?" vraagt Pim. „Met •»en tovermiddel, wat ik op de vlek smeer Weet u hoe laat het is? Het is 6 uur. „Dan moeten we eten". Dan moeten wij ook eten zeg gen de tovenaars. En dan to veren ze iets heel lekkers. Dat lekkers is nasi met saté. Mmm mmm zeggen Pim en Bert allebei tegelijk. „Ja, dat lusten jullie wel", zegt één van de tovenaars. „Ja, dat vin den wij heel lekker" zegt Pim. En dan beginnen ze te smullen. Het duurt dan ook niet lang voordat alles op is. „Ik zit vol", zegt Bert. De anderen zijn het daar mee eens. Dan zeggen de jongens maar waar moeten we in sla pen. Dat is geerr probleem, we toveren gewoon een bed voor jullie. En dan staat er een halve seconde later een lekker zacht bed voor hun neus. Oh, dank u wel, zeggen de jon gens. Na een paar uur liggen Pim en Bert lekker te slapen. De tovenaars zijn aan het naden ken. Ze denken na over Pim en Bert, want ze weten nog Steeds niet wat voor tover spreuk ze moeten maken. Maar dan opeens ik weet het weer. En dan zegt hij de to verspreuk. „Kram pam jam ram klam bam" En dan zijn de tovenaars blij. (De volgende dag) Waar ben ik? Oh, ja we zijn bij die kabouter tovenaars. En dam gaan ze naar de kabouter to venaars. En de tovenaars kij ken heel blij. We hebben de toverspreuk gevonden. Dank u wel zeggen Pim en Bert. En dan gaan ze om het kleedje. Als het kleedje gevonden is, gaan ze naar de tovenaars. De baas van de tovenaars zegt: „Kram pam jam ram klam bam. En daar vliegen Pim en Bert weg. Maar ze worden te rug geroepen. En dan wrijven de jongens over het kleedje, het kleedje gaat meteen dalen. Wat is er tovenaar? vraagt Bert. „Jullie krijgen nog een landkaart die wijst de weg naar het paleis van de Sjah van Perzië. Het duurt nog vel een paar dagen voor je in Perzië bent. De jongens be dankten nog een paar keer. En nu Vliegen de jongens weg, een nieuw avontuur tege moet. Hans Menu, Goes, 9 jaar. Ij ^4, t f - r Ièk. Mirjan Stoffelen, Rijsbergen, 9 jaar Omdat er de afgelopen weken geen Kleine Stem is geweest hebben we jullie in de gewone krant moeten vragen om mee te doen aan de carnavalswedstrijd. eindredactie rieja van aart Voor degenen, die alleen de Kleine Stem lezen en die het stukje over de wed strijd dus hebben gemist, zullen we hier nog even uitleggen wat de bedoeling is. Alle jongens en meisjes kunnen een tekening van hun zus, moeder of oma in carnavalskostuum opstu ren. Je mag het kostuum zelf ontwerpen. Stuur de tekening snel op dan kan de jury begin volgende week de beste eruit zoeken. De winnende tekeningen komen in de carnavals krant te staan en de jon gens en meisjes, die ze heb ben gemaakt krijgen een aardige verrassing. kvan. -t/ooïtaati: (Van onze correspondent) TEL-AVIV De Israëli sche minister van Godsdienst zaken Raphael kent aan het dezer dagen gepubliceerde Vaticaanse document over de verhouding tussen de katho lieke kerk en het jodendom geen historische betekenis toe. Volgens minister Raphael is er geen wezenlijke veran dering gekomen in de hou ding van de katholieke kerk jegens het jodendom. In de ze terughoudende officiële Is raëlische reactie, welke af wijkt van de gunstige ont vangst van het document in joodse krimigen in de VS, spreekt de minister er zijn teleurstelling over uit, dat de kerk vasthoudt aan de ge dachte, dat op de schouders van de joodse leiders uit de tijd van Jezus de verant woordelijkheid ligt voor de kruisiging van de Messias. Dat weegt zijns inziens niet op tegen het feit dat de ka tholieke kerk de joodse erf- sohuld voor de kruisiging van Jezus heeft afgezworen. stige tekortkoming dat het Vaticaan de staat Israël niet bij name in het document noemt. Volgens de Israëlische minis ter liigt op de christelijke kerk vanwege het door de eeuwen heen aan de joden en jodendom aangedane on recht de morele verplichting het joodse volk te helpen bij de opbouw van zijn land en het verzamelen van de ballin gen. Het niet bij naam noemen van de staat Israël betekent volgens minister Raphael, dat de kerk haar ogen sluit Minister Raphael prijst de in bet document tot uitdrukkins komende veroordeling van het anti-semitisme. Typerend voor zijn zienswijze plus en minpunten tegen elkaar af te wegen, acht hij het een ern- voor het grootste goddelijke verschijnsel van onze tijd en ver staat van de gedachte de historische en religieuze band tussen het joodse volk en het land van Israël te erkennen. Lovend Paulus VI De kritiek van minister Ra phael op het Vaticaanse docu ment is eerder door politieke dan religieuze motieven in gegeven. Het is Jeruzalem een doorn in het oog dat het Vaticaan geen diplomatieke betrekkingen met Israël wil onderhouden. Prof. Flusser, een van de gezaghebbende kenners van het christendom liet zich vanuit een zuaver theologisch standpunt eergis teren tijdens een tv-vraagge sprek lovend over het Vati caanse document uit. Zijns inziens hoeft het nie mand te verbazen dat in dit theologische werk de staat Israël niet wordt genoemd. Aan de kritiek van de Israëli sche minister van Gods dienstzaken op de stellingna- ne van het Vaticaan jegens het jodendom kan nauwe lijks of geen theologische be tekenis worden toegekend. Een gezaghebbende theologi sche Israëlische reactie zal moeten komen van de zijde van het Opperrabinaat. Beide Israëlische opperrabijnen heb ben echter tot dusverre ge zwegen. BONN (Reuter) Nog geen jaar nadat hij gastheer was van Alexander Solzjenit- syn is de Westduitse schrijver Ileinrich Böll gewikkeld in een literaire en politieke con troverse met de verbannen Russische auteur. Het is al meer gebeurd, maar deze keer is de binnen landse politiek van de bonds republiek erbij betrokken en Böli's standpunt verschilt dui delijk van dat van zijn onver wachte gast uit Moskou in fe bruari 1974, toen Solzjenitsyn uit de Sovjet-Unie werd uitge wezen en naar Frankfort werd overgevlogen. De controverse begon met het uitkomen in Bonn van een nieuw letterkundig tijdschrift, Continent, dat zich „onafhan kelijk forum voor Russische en Oosteuropese schrijvers" noemt. Het eerste nummer kon bijn niets anders dan een van de grootste literaire ge beurtenissen van 1974 worden, al was het alleen maar om de indrukwekkende lijst'van con tribuanten, onder wie Solzje nitsyn, zijn landgenoot Andrei "inyavski en de verbannen ex-primaat van Hongarije, kardinaal Jozef Mindszenty. Voor Böll en apdere geest verwante intellectuelen was er één onverteerbare kant aan: de uitgeverij achter Continent behoort toe aan Axel Springer de conservatieve persharon wiens naam alleen al politiek links in de Bondsrepubliek doet opvliegen. Continent deed zodoende meer dan onorthodoxe literato ren uit Rusland en elders een forum verschaffen, het bood de lezer iets om over van mening te verschillen. Een van de eersten die in het strijd perk trad was Boil's collega Günter Grass, die Solzjenitsyn en Sinyavski in een open brief Heinrich Böll minderheid". Het was volgens Grass juist datgene wat Solz jenitsyn en Sinyavski in de Sovjet-Unie aan den lijve had den ondervonden. Sinyavski begon zijn repliek Ln Springers invloedrijke dag blad Die Welt met de erken ning dat hij niet goed op de hoogte was van de strijd var üe westerse democraten en de omstandigheden in het westen. Maair hij voegde er ad rem aan toe dat het slechte gezel schap waarin Grass hem zag verkeren, „niet één schrijver heeft doodgeschoten of naar gebruikt als een middel om afkeuring over facetten van de binnenlandse politiek uit te spreken". Wat Böll bedoelde waren waarschijnlijk de commenta ren in de Springerbladen op de affaire Continent en Sov jet-dissidenten in het alge meen. In een van de jongste commentaren schreef Car) Gustaf Ströhm, lid van de hoofdredactie van Continent, dat ie Russische dissidenten, zonder de mogelijkheid te hebben voorzien of te willen, „grote verwarring" hadden ge- om verhaal vroeg. Hij schreef: „Is het nu echt nodig dat men om zijn ge rechtvaardigde tegenstand te gen totalitaire regimes te ui ten, steun moet zoeken bij krachten die de ogen hebben gesloten voor dictaturen in het westen en die, in hun anti communistische blindheid, be reid zijn de duivel van het communisme uit te drijven met de Beëlzebub van het fas cisme?" Gras:- schreef dat de Sprin gerpers dagelijks voorbeeldei geeft van „door doctrinaire opvattingen vervalste voorlich ting, het neerhalen van poli tieke tegenstanders en oproe pen tot het sluimerend geweld van de zogenoemde zwijgende een concentratiekamp ge stuurd". Solzjenitsyn repliceerde o y een persconferentie. Hij stelde boos de retorische vraag: „Kar. len nu werkelijk kieskeurig zijn oij het zoeken van eer uitgeverij wanneer het gaat om 490 miljoen onderdrukte ersen in Oost-Europa?" Pas na dit duel mengde Böi zich in de controverse. Hij ze; tegen een dagblad dat hij blij was lat de verbannen scbrij- •ers nu een spreekbuis lïhd- den. Hij was niet van plan dvies te verstrekken waarom niet gevraagd was, maar één ding verontrustte hem: „Het is duidelijk niet alleen een zaak van het verschaffen van een forum aan de verbannen schrijvers. De krant wordt ook t «Cü Alex. Solzjenitsyn sticht in de gelederen der linkse Intellectuelen. "Soizjenitsyns en Maximovs verwijt dat links in het wes ten zich met de „beulen" heeft verbroederd, raakt helaas het kernpunt van de zaak", aldus Ströhm. Vladimir Maximov, eveneens een uitgeweken Rus, is h oofdredacteur van Conti nent, dat verschijnt in het Duits en in het Russisch. Het voortgaande dispuut dreigt Continents belang als een ,-h rij versforum te ver drukken, waardoor het moei lijk is te zeggen of literaire of politieke belangstelling heeft bijgedragen aan de oplaag Tot dusver is van de Duitse versie een oplaag gehaald van 25.000 en van de Russische een klei ne ".OW) exemplaren. -vat meer is dan de uitgever had verwacht van een blad dat lö mark kost. Alleen reeds door zijn aard moest Continent politieke striidvrageri oowernen- Soizje nitsyns bijdrage, een niet eer der gepubliceerd gedeelte uit ..Dt Eerste kring", maakt de nnlit'p''e instructie in de Sov- iet-Unie belachelijk. En Siny- ■■vsk: heeft een opstel over Russische literatuur aangegre pen om een appeltje te schil len met de Literaire Gazet, iet iff'ciële weekblad vam de Russische schrijversbond, en te snieren aan het adres van dichter Yevgeni Yevtoesjen- '10. Er zijn verschillen in de Duits- en Uicsisdir edities In fen artikel van de redactie begeeft de Russische versie zich in groter details en zet de vier voornaamste beginselen van Continent uiteen: religieus idealisme. anti-intalitarisme, steun aan de democratie en politieke onnartiidigheid. Ge schipper hiermee wordt uitga- sloten.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1975 | | pagina 9