dern VERPLEEGSTER
SPORTSTERREN
DAGBLAD VOOR ZUIDWEST-NEDERLAND
van
de eis
„Ze goten me vol
met cognac; ik
stond te schudden
van de kou
zig
Afzien
Campari
VAN WELEER
A
1
DE STEM
t'S Vv~' 1 "v-"
PIET VAN EST
MET UNIFORM
VAN EEN
t ook bij auto's met voorwie-
indrijving mogelijk is een
hte besturing te construeren
it echter nog lang niet alle fa-
ieken is gelukt. Het wegged-
is zonder meer uitstekend,
wagen ligt zowel op de rechte
'g als in bochten rotsvast.
Lof verdient ook de bedie-
ïg, die zeer gemakkelijk is.
in het stuur zitten handels
or verlichting, richtingaan-
jzers, ruitewissers (2 snelhe-
o) en -sproeier en voor de
irminstallatie. Vooral de zeer
ivoudige bediening van het
•warmings- en ventilatiesys-
m verdient lof; reeds vanaf
1 begin heeft de bestuurder
:n enkel probleem de gewen-
temperatuur op de gewenste
iatsen te krijgen, wat bij me-
automerk bepaald niet het
ral is.
3e vering is stug, maar rede-
comfortabel, niet het aller-
rkste punt van de 50. Opmer-
ijk was dat de remmen een
j stevige pedaaldruk nodig
iben en dat er zelfs op de
arste 50 geen rembekrachti-
aanwezig is (wel als extra
krijgbaar) Rij- en zitpositie
/oortreffelijk, de voorstoelen
dienen de lof van de jury, ge-
een zeer goede steun met
ne zijwaarts en in de lende-
wat vooral bij lange ritten
belang is. De voorstoelen
voorzien van hoofdsteunen
voorin is de beenruimte ro
il, de hoofdruimte redelijk,
ar achterin is alleen plaats
ir (kleine) kinderen tenzij de
tuurder bereid is zijn stoel
naar voren te schuiven met
consequentie een ongemak-
ijke zit achter het stuur.
AAN
AFGEVOERD
(Van onze sportredactie)
FIJNAART-Wie de naam Van Est hoort denkt ongetwijfeld eerst aan „den IJzeren Willem". Het verhaai over zijn
dramatische val in de ronde van Frankrijk en de driftig doortikkende Pontiac zal iedereen wel kunnen dromen. Maar
de Nederlandse wielrennerij heeft nog een Van Est gekend. Piet, de tien jaar jongere broer van de Wimme, de
meesterknecht. Charley Gaul, de engel van het hooggebergte, en Rik van Looy, de rappe Belgische sprinter zullen die
naam beslist nog niet vergeten zijn. Want wie Piet van Est in dienst had kon op de nodige steun rekenen. Hij was
steeds vooraan te vinden.
ïemslangen en remleiding:
leze moeten jaarlijks worden
'econtroleerd, de slangen op
scheuren of schuurplekken,
le leiding op roest; remslan-
;en en -leidingen mogen niet
(elakt of met een antiroest-
niddel behandeld worden.
lemvoerings/remblokjes:
ilke 10.000 km moet men de
roeringdikte en wielcylin-
lers op lekkage laten contro-
eren.
iandrem: de slag van de
ïandremhefboom kan men
elf controleren; bij lange
lag onmiddellijk laten af
tellen.
eerd
else sportwagens van dit
k te blijven kopen. Geen en-
importeur wilde een derge-
verbintenis aangaan zon-
enige zekerheid omtrent de
omstige produktie van As-
Martin.
„Als je knecht bent moet je al
les voor je kopman over hebben
Woord is woord. En dat hoefde
voor mij echt niet zwart op wit te
staan. Ik heb zeven maal de Tour
de France gereden. Mijn beste
klassering was de 22ste plaats
Misschien had ik wel hoger
kunnen eindigen, maar als
knecht moei je niet naar je eigen
klassering kijken De plaats van
je kopman is belangrijker. Ja, ik
heb bergen werk verzet. Die
etappekoersen lagen me wel. Ik
herstelde erg snel van de gedane
inspanningen. En dat is in die
grote rondes natuurlijk erg be
langrijk".
Piet van Est begon in 1952 als
nieuweling De prestaties waren
met zo denderend, omdat het
werk het niet toestond deze
harde sport intensief te bedrij
ven. Ook zijn eerste jaar als
amateur leverde niet veel suc
cessen op. In '54 ging het heel
wat beter. Piet van Est won ne
gen koersen en schreef boven
dien een etappe in Olympia's
Toer op zijn naam. Twee jaar la
ter zocht hij het wat hogerop.
Hij trad toe tot de rijen der on
afhankelijker éen categorie
tussen de amateurs en beroeps.
Piet van Est: „In dat jaar werd
de ronde van Europa verreden.
Om voor deelname in aanmer
king te komen, moest je tenmin
ste onafhankelijk zijn Toen ik
in Chaam de derde plaats pakte,
kwam Klaas Buchly naar me
toe Hij vroeg of ik mee wilde Ik
had daar wel zin m Maar ik
moest dus overstappen naar de
onafhankelijker In die ronde
van Europa die door Joegosla
vië, Italië, Oostenrijk, Duits
land, Luxemburg en België
voerde werd ik elfde in het eind
klassement en derde in het pun
tenklassement. Het was me veel
meegevallen. Ik werd eigenlijk
zomaar zonder enige voorberei
ding in die ronde gegooid lk had
nog nooit een berg gezien En
daar moest je dan gelijk maar
overheen zien te komen"
In '57 begon Piet van Est aan
zijn eerste Tour de France Hij
was intussen toegetreden tot de
Magneetploeg („Voor een fiets,
een broek, en een trui"). „In die
tijd werd er nog een A- en een
B-ploeg geselecteerd Dieselec
ties werden toegepast na de
Dauphinë Liberé Buchly was
toen ploegleider Ik reed erg
goed Werd tweede in het pun
tenklassement en bezette m het
eindklassement de achtste
plaats. En geloof maar dat het
een erg zware ronde was"
Een jaar later startte de
Nelux-ploeg in 's werelds meest
bekende ronde En combinatie
van Luxemburgers en Neder
landers. Charley Gaul triom
feerde „Voor hem heb ik enorm
veel werk verzet ledereen reed
natuurlijk tegen Gaul Dat is lo
gisch En ik geloof niet dat da'
afgesproken werk was Je pro
beert de leiders altijd te pakken
Maar dat betekende wel dat ei
heel wat keien gedemarteeii'
werd. En iedere keer moesten we
er achter aan. Steeds opnieuw
aanzetten en maar rijden om de
plaats van je kopman veilig te
stellen. Maar als het gelukt was,
was je tevreden en blij. Dan
telde die vermoeidheid niet
meer De mooiste ronde van
Frankrijk vond ik overigens die
van 'fill Er waren toen twee ver
schillende ploegen Ploegen van
twaalf en van zeven man. Er wa
ren ook twee klassementen Met
de Nederlandse equipe hebben
we toen dat klassement voor de
kleine ploegen gewonnen. Dat
gebeurde onder anderen met
Geldermans en Wim was er toen
ook nog bij.
De pijn was niet te harden. Op
een gegeven moment viel ik. Ik
krabbelde overeind en wilde een
jas aan doen. Een paar mensen
hebben me opgevangen en naar
een cafeetje gebracht. Daar
hebben ze me volgegoten met
cognac. Ik stond gewoon te
schudden van de kou. Ik werd
uiteindelijk naar het ziekenhuis
gebracht. Maar ja de rest was
doorgereden en ik had natuur
lijk geen kleren gebracht. Ze
hebben me toen maar het uni
form van een verpleegster aan
gedaan en met een ziekenauto
ben ik veilig naar het hotel ge
bracht
den had. overhandigde ik hem
één van die flesjes. Hij keek er
eens naar en zei: „Piet. als ik dat
opdrink ben ik zo zat als een toe
ter". Had ik Campari meegeno
men. Alles voor niets geweest".
Dat Piet van Est echter meer
kon dan knecht zijn heeft hij tij
dens zijn carrière meerdere ma
len bewezen. „In '57 heb ik de
ronde van Nederland gewonnen.
Toen reed ik als „vrij man" In
die ronde reden toch alle grote
mee Peter Post, Gerrit Schulte,
Rik van Steenbergen en onze
Wim In Breda was er toen een
valpartij. Het peleton viel in
twee groepen uiteen. Ik zat in de
laatste groep. De vedetten wa
ren allen in de eerste groep ver
zeild geraakt. Alleen Peter Post,
die stond toen tweede in het
klassement, was bij mij. Gerrit
Schulte wachtte Peter Post op.
Maar ze konden mijn wiel niet
houden. Ik reed zo naa r de eerste
groep toe Ik ben ook eens als
..vrij man" naar de rond^ van
Catatonia geweest Die heb ik
door domme pech niet op mijn
naam kunnen schrijven. In de
voorlaatste rit - een tijdrit -
werd ik door een motor onder
steboven gereden. Gebeurt dat
niet, dan won ik die ronde, maar
ik kon het wel vergeten In Cata-
lonië was het trouwens niet zo
gemakkelijk We waren er met
zijn tweeën naar toegegaan. Ji
menez was mijn maat, maar die
verdween al vrij vlug van het to
neel En dan moet je m je eentje
verder Je verstaat die taal niet
en meer van die dingen. Dan is
het behelpen geblazen".
Van die zeven keer dat Piet
van Est aan de Tour begon,
moest hij twee keer voortijdig
het strijdperk verlaten Iets wat
hij met tegenzin deed Want af
zien kon hij Maai in'59 was een
knieblessure hem toch teveel en
vijf jaar later werd hij uit de
strijd genomen wegens tijdso
verschrijding in een etappe naar
Pau Ook in de ronde van Italië
weid het hem eens te machtig
„Dat was in '62 Toen reed ik in
dienst van Rik van Looy Des-
medt van onze ploeg stond aan
de leiding en ik was derde Ineen
etappe ging er een Italiaan aan
de haal. die gevaarlijk dichtbij
Maar de meesten waren toen
al over de streep gekomen En
Piet van Est was nergens te zien.
Ze dachten toen dat ik kwijt
was Even later kwam ik echter
prinsheerlijk in die warme zie
kenauto aangereden Dat was
een verschrikkelijke lijdensweg.
Ik geloof niet dat er ook maar
eentje normaal de meet gepas
seerd is. De etappe was ook in
gekort. In dat jaar zijn er maar
33 renners aangekomen"
stond Dus wij er achter aan. In
die etappe viel ik twee keer Ik
lag helemaal open Maar we
hebben de zaak nog kunnen kla
ren De volgende dag stond ei
een bijzondere zware etappe op
het programma Er zaten wel
vijf cols in En het was erg koud
Wij tn ons truitje met kort*
mouwen aan de start. Nou dat
hebben we geweten. We waren
op de derde col Er lagen onge
veer 15 man aan de leiding Ik
had het enorm koud Mijn armen
waren wel ingezwachteld maar
door de regen was dat allemaal
osgegaan
Knecht zijn betekende na
tuurlijk meer dan hard rijden en
steeds maar vluchters terug
pakken. Fietsen afstaan en wa
ter halen behoren eveneens tot
rijn werkzaamheden. Ook Piet
van Est moest heel wat keren
rijn kopmannen van de nodige
drank voorzien. Maar ook in
dergelijke zaken kan men zich
gemakkelijk vergissen ..Dat ge
beurde eens in Italiè. Ik moest
voor de ploeg water halen. Nou.
tk ga een cafe binnen en zie daar
van die kleine flesjes staan. Wat
er inzat leek erg veel op water. Ik
dacht, dat zal wel goed zijn. Ik
mijn nek volgehangen met die
flesjes en weer naar de groep ge
reden. Toen ik Van Looy gevon-
gr.. 'ÉjÉpH
I fl 1ÉÉë£^S&
Piet van Est: „Kopman zijn zou mi] niet gelegen hebben. IIc kon
wel keihard zijn voor mijzelf maar niet voor anderen"
FOTO: BEN STEFFEN.
reden heb ik wel een etappe ge
wonnen. Behalve in de ronde
van Frankrijk Dat is me nooit
gelukt. Maar het was niet zo
eenvoudig om kopman te wor
den. Er waren in die tijd nog niet
zoveel sponsors. En ik geloof
reik lag. Maar ja dat wist je van
tevoren Je was knecht en ik heb
het al gezegd, dan moet je jezelf
helemaal wegcijferen".
Vergelijkingen trekken tussen
vroeger en nu doet Piet van Est
vooruit zit, gebeurt het wel eens
dat de ander kapot zit. Die zegt
dan wel je mag winnen van me.
Nou ja kunst. Je mag blij zijn als
je aan het wiel kunt blijven.
Maar al gauw wordt er dan ge
zegd. Die koers is verkocht.
Op de baan heeft Piet van Est
nooit furore kunnen maken. En
dat betreurt hij wel een beetje.
„Ik heb wel geprobeerd om er
tussen te komen maar dat was
bijzonder moeilijk. Schulte en
Van Vliet waren de grote man
nen. Je kreeg gewoon geen kans.
Ik vind dat zij samen met de di
recties de baansport kapot ge-
maakt hebben. Kijk, als je de
jeugd geen kans geeft moet het
wel dood gaan. Dat is precies
hetzelfde als mei een voetbal
club. Je mag dan nog zo'n goed
elftal hebben, als je geen aan
dacht schenkt aan de jeugd krijg
je een grote terugval. Dat is toch
logisch? Ik vind het wel jammer
dat ik het eens niet op de haan
mocht proberen. Ik heb in '56
een wedstrijd op de piste gere
den. En dat was gelijk de laatste
keer ook Misschien waren di
grote mannen wel bang om een'
te verliezen van zo'n jong knarp
je".
Piet van Est heeft er geen spij
van dat hij zijn hele carnet'
knecht gebleven is. „Misschic
had ik wat meer kunnen berei
ken Als vrij man heb ik tens
lotte toch het een en ander ge
wonnen In alle rondes die ik ge
I
trouwens dat ik geen goede
kopman geweest zou zijn. Je
moet dan ontzettend hard zijn.
Dat ben ik wel altijd voor mezelf
geweest, maar voor een ander
zou ik het nooit zijn Dat ligt me
niet zo. Als kopman zou ik even
goed het vuile werk doen En dat
is nou net iets wat je aan je
knechten moet overlaten Nee, je
moet als kopman keihard zijn en
lie mentaliteit is niet ïedereei
gegeven Natuurlijk zijn er we
eens momenten geweest dat, al
ie voor je eigen kansen zou rij
den naam had kunnen maken. I:
le Dauphine Liberé bijvoorbt
•ld Toen reed ik voor Henk va
len Broek Die viel uit. Om da
voor je eigen te kansen gaan rij
den is het te laat Dan neb je a
zoveel minuten verspeeld da
een eindzege ver buiten het be-
niet graag. „Je zult me nooit ho
ren zeggen dat ik te vroeg gebo
ren ben. En: ze hebben het nu
veel gemakkelijker. Dat vind ik
onzin. Geloof maar dat er
tegenwoordig erg veel van de
renners geëist wordt. Natuurlijk
is er veel verbeterd. Neem de
medische begeleiding. Daar was
in mijn tijd nog geen sprake van
Iedere periode heeft uiteraard
rijn eigen moeilijkheden. Nee
die vergelijkingen maken zie il>
niet zo zitten. Ik heb met Vai
Looy, Anquetil en Schulte gere
len. Maar om te winnen moetei
allemaal hard, zo hard moge
ijk rijden. Dat was in '50 en da
s nou nog. Ik heb trouwens ooi
nooit meegemaakt dat er eei
koers verkocht werd. Geloof m<
maar, iedereen wil winnen
Kijk, als je met zijn tweeën
En om op die vergelijkingen
terug te komen. Van Loov en
Anquetil waren vedetten. Maar
totaal verschillend. Anquetil
was pure klasse. Die man had
een enorme kracht. Hij reed
vaak achter in het peloton. Maar
als er vooraan iets gebeurde,
ging zijn kop omhoog en dan
reed hij er zo naar toe. Hij reed
ook vaak in de wind. Dat kon
hem niets schelen. Als je bij An-
ijuetil aan het wiel zat kon je
jezelf altijd goed uit de wind zet
ten. Tussen de kant van de weg
en hem lag altijd wel een meter
En dan die tijdritten! Voor hem
had ik een enorme bewondering,
iiik van -Looy was weer anders.
Een eeh-e vechtersbaas, die
•norm tekeer kon gaan. Als hij
.vat meer :o»t zijn verstand ge
reden had. had hij het volgens
mij nog heel wat verder kunnen
brengen. Maar hij smeet met zijn
krachten. Hij had wat zuiniger
moeten zijn. Maar ja dat was
zijn karakter niet. Hij was im
pulsief en ging er altijd keihard
tegenaan. Ook voor de knechten
kon hij meedogenloos zijn. Maar
hij wist ook donders goed dat hij
ze niet kon missen".
De nu 40-jarige Piet van Est
kijkt in ieder geval met tevre
denheid terug naar zijn carrière.
Al heeft het hem wel erg veel
pijn gedaan dat hij de wieler
sport vaarwel moest zeggen. „In
1905 ben ik gestopt met wiel
rennen. Het jaar daarna heb ik
nog wel een licentie aange
vraagd en nog veel getraind.
Maar van die licentie heb ik
nooit gebruik gemaakt. In die
tijd was er trouwens niet zoveel
meer te verdienen. Er waren
bijna geen sponsors meer. Nee
het was niet lonend meer. Dat
was wel de voornaamste reden
dat ik er een punt achter zette.
En ik werd een jaartje ouder hé.
Nou ja het is voorbij.
Maar ik ben blij dat ik ge
koerst heb. Het blijft voor mij de
meest boeiende sport En ik heb
er wel voordeel van. Ik heb nu
een groot bloembollenbedrijf.
Door het slechte weer moest er
veel met de hand gebeuren. Het
was keihard werken en afzien.
Maar dat had ik in de wielrenne
rij wel geleerd. We hebben ge
lukkig nog alles kunnen red
den". En lachend voegt hij er
aan toe: „Ik ben nu in ieder geval
pok kopman".
EOMA1N VAN DAMME