VISIC
lerveren
De Stem
Kerstkrant
Door
Jan Koesen
Foto:
Ronald Sweering
k vo>**
"Zo zit
je met
de radio
mee te
zingen,
en zo
staat er
een mes
op je
kee!
1DAG 19 DECEMBER 197J
vanzelf. Ik hoef er niet meer
bij na te denken. Ik weet niet
hoe ik het zeggen moet. Je kent
elke hoek, elke steeg, ik heb
ook nooit ernstige ongelukken
gehad. Wel een paar van die
kleintjes waar je moeilijk on
deruit kunt. We hebben wel de
naam dat we resoluut rijden,
maar als je de statistieken ziet,
waar iedereen zo graag mee
schermt, dan valt het ontzet
tend gunstig uit qua kilometer
en tijd.
Hoe langer ik er nu in zit, hoe
groter mijn hekel aan de
avonddienst wordt, 's Avonds
is je gezin compleet. Thuis is de
sfeer anders. Het hele spul is
bij elkaar. Er zijn jongens die
zweren bij avonddienst, maar
ik til er niet aan. Misschien is
het de leeftijd.
In principe weiger ik geen
vrachtjes, alhoewel er omstan
digheden zijn dat ik het wel
moet doen. Als iemand te dron
ken is, begin ik er niet aan. Dan
zoek je narigheid. Dan rij ik
voor bij het café 1 en dan zie ik
het. Dan zeg ik: "ga jij maar
met de gemeente" Nou met die
november-wet hebben we het
drukker gekregen
Ik breng ze ook als ze willen
naar de vrouwtjes. Ja waarom
niet. Dat hangt van het jaarge
tijde af. In het toeristenseizoen
zijn er buitenlanders die zeg
gen dat ze het wel eens willen
bekijken. Ja ja, als het bij be
kijken blijft. Provinciemensen
gaan meestal lopend"
Vraag: Ik heb wel eens van taxi
chauffeur gehoord, dat hij vijf
honderd gulden kreeg van de ei
genaar van een dure sex-tent,
toen hij daar klanten bracht. Is
zoiets mogelijk?"
Ottens: "Ja...eh...heeft hij dat
tegen u gezegd als zodanig, als
journalist bedoel ik?. Nou, dan
vind ik dat onverstandig. Van
wege de fiscus. Het lijkt me een
vrij sterk verhaal, maar het is
niet onmogelijk.
Soms krijg je herrie met de
wet. Jongens zijn veroordeeld
door de rechter op punten
waar ze moreel in het gelijk
stonden. Kijk, er stapt een
vrouw in en die zegt: "chauf
feur, hard naar het ziekenhuis.
M'nman ligt op sterven, dan
ga je hard, maar juridisch zit je
natuurlijk scheef. Dat neemt
niet weg dat je het een tweede
keer weer doet. En die ver
oordelingen. ik vind dat je
rechtsgevoel er door aangetast
wordt. Het gaat niet om de cen
ten van de boete, want dan lap
pen we allemaal voor elkaar,
maar je voelt dat het niet eer
lijk is.
Laatst had ik een geschift
vrachtje. Ik moet voorrij den in
noord. Er stapt een nette me
neer in, met zo'n diplomaten
koffertje. Hij zegt, mag dat kof
fertje achterin Ik denk: ik ben
te laat voor het Centraal Sta
tion, breng me maar naar
Zandvoort. Nou, ik naar Zand-
voort. Hij steekt een sigaretje
op en zegt dat hij eigenlijk naar
Engeland moet. Ik ga voelen
dat het niet jofel zit. Zo'n onbe
stemd gevoel. Hij vertelt dat
hij met een homosexuele
vriend in Engeland een boer
derij wil kopen en ik denk ja ja.
Maar we zijn in Zandvoort, en
laat hij daar inderdaad een re
latie hebben. Maar die wil hem
niet ontvangen. Nou, zegt de
klant, dan gaan wé maar naar
mijn werk. Ga maar naar de
Bijenkorf. Ik zeg: in Amster
dam?
Nee, zegt ie, in Rotterdam. Ik
zeg, daar begin ik niet aan. Dat
mag ik niet eens. Zo ver. Zullen
we nou maar afrekenen?. Ja,
zegt ie, maar ik heb geen geld
bij me. We moeten naar de
bank. Nou meneer, het is zeven
uur in de ochtend, ik had
vroege dienst en dan zijn er
geen banken open. Onderweg
terug naar Amsterdam geeft
hij mij zijn gouden ringen het
koffertje. En ik denk; dan heb
ik tenminste wat.
We komen thuis op noord.
Komt zijn moeder naar buiten
en vertelt ze me een heel ver
haal. Die man is helemaal over
zijn toeren. Hij had een grote
zaak in Antwerpen, helemaal
over de kop. En hij is van z'n
vrouw af. En ze vraagt me of ik
hem niet bij de politie of zo kan
brengen, want ze weet niet wat
ze met hem aanmoet. Nou ja,
wat doe je? Ik krijg hem zo gek
dat hij mee gaat naar het WG,
naar het Wilhelmina Gasthuis.
En daar heb ik hem gelost. Die
centen heb ik later van zijn
thuis gekregen in ruil voor de
ring en de koffer."
En ik weet niet hoe 't komt. Ik
lig niet aan hun te denken..o
nee...maar toch...Kijk, over de
mobilofoon je collega's waar
schuwen, dat gaat alleen in de
stad. Maar daarbuiten duurt
het te lang.... Die solidariteit
onder taxi-chauffeurs... zoiets
vind je nergens. Het is geen
kwestie van vriendschap. Ik
heb niet veel vijanden in het
bedrijf. Ik heb een partner en
we werken al twaalf jaar sa
men, maarikkom nooit bij hem
over de vloer en hij bij mij ook
niet. Dat kun je beter zo hou
den. Maar die solidariteit...ik
bedoel, kijk...kijk...mijn groot
ste concurrent, hè, mij n groot
ste concurrent, ja verdomd, die
legde het eerst twee riksen op
tafel voor mij toen ik beroofd
was....We helpen elkaar. Een
schreeuw over de mob, en een
taxi-chauffeur gaat gegaran
deerd met zijn geld naar huis.
Dan lappen we met zijn allen.
Zo ook laatst. Toen wou 'n
klant niet betalen. We gingen
er gelijk op af. Ja, kijk, ik vind
het niet goed dat ze die klant
met zijn blote kont op straat
hebben gezet, maar het is er
gens te begrijpen. Die solidari
teit is ontstellend groot...onbe
grijpelijk...binnen de kortste
keren zijn we er, met klant en
al. Ze komen op je af als je
schreeuwt over de mob. Ik zelf
ga ook zo gauw ik iets hoor... En
het is niet primair of de klant
er begrip voor heeft. Als hij
geen begrip heeft, dan gaat hij
maar lopen. Alles, alles is on
dergeschikt aan die nood
kreet".
Otto Ottens, drie hoog, in de
Huydenstraat, vlak onder dé
Westertoren, drie kromme
trapjes op, vuilnisemmer, post
op de treden, een versleten
touw, een donker gat dat om
hoog kronkelt, beschreven
deuren, een blaffend keffer
tje..Ha ha jongens 't valt niet
mee hè, die smalle trap...een
piepklein kamertje dat uitkijkt
op een zeventiende eeuwse
steeg, „ik verwoon honderd per
maand maar de nieuwe huis
baas wil me eruit. Dan stopt hij
er cv in en een badkamer en
dan vraagt ie zevenhonderd
Ja. ja. maar mij krijgen ze na
26 jaar er niet meer uit. Hij
heeft zijn relaties, jazeker,
maar ik ook..." Keffertje op de
bank, zoontje sluipt in onder
broek in het aleoofje daar
naast", lusten jullie koffie jon
gens"?
Vraag: „Spelen taxi-chauf
feurs niet te vaak eigen rech
ter?
„Het wordt ons verweten, en
dat is een begrijpelijke zaak.
Volgens officiële instanties ben
je verplicht de politie te bellen
als er een moeilijke klant is.
Maar het is een utopische ge
dachte dat je overal in de stad
stantepede de politie kunt bel
len. Bovendien is het dan vaak
veel te laat. Wij doen het an
ders. Een druk op de knop, je
zegt waar je bent, en ze komen
op je af. Nou kon ik natuurlijk
bij die overval niet op de knop
drukken, want dan was het ge
lijk gedaan geweest met die
koopman. Overigens valt het
best mee met die overvallen.
Op al die tienduizend ritten is
het in percentages niet uit te
drukken. Dit was mijn eerste
overval in 26 jaar. Ik weet niet
hoe dat komt. Misschien heb ik
meer tact. Er zijn jongens in
het bedrijf die om de haver
klap wat hebben".
Otto Ottens werd 26 jaar gele
den taxi-chauffeur. „Ik was
pas uit militaire dienst. En als
tegenstander voor dat strenge
gedoe wilde ik het een half
jaartje in een taxi proberen.
Die vrijbuitersmentaliteit trok
me wel aan. En ik ben het ge
bleven. We hebben in Amster
dam zo'n 600 taxi's. Iedere wa
gen wordt door twee man bere
den in ploegendienst. Nee,
over snorders praat ik niet. Dat
valt trouwens best mee. Iedere
professionele taxi moet aange
sloten zijn bij een koepel van
minstens 40 wagens en daar
naast bij de taxi-centrale. Je
bent verplicht van de overheid
om middels een rooster over
al le uren te rijden. Anders zou
den er alleen maar taxi's op de
leuke uren rijden. Wij draaien
gemiddeld vijftig uur per
week. En dat is nog een beetje
asociaal in deze tijd. Per jaar
maken we 40000 tot 50000 kilo
meter. Allemaal in de stad. Ik
rij nogal rustig. Ik koop altijd
een tweedehands Amerikaan
met mijn partneren daar doen
we zo'n jaar of twee mee. En
we rekenen met elkaar af op
basis van verreden kilometers,
leder van ons twee rijdt voor
zichzelf, maar we draaien sa
men voor de vaste kosten op en
zo. We hebben ook een reserve
wagen voor het geval de Ame
rikaan een beurt moet hebben.
De verdiensten zitten iets bo
ven de gemiddelde arbeider.
Maar wij hebben wel meer
vrijheid. Het rijen dat gaat
Er is één rit, die de Amster
damse taxi-chauffeur Otto Ot
tens, 49, gehuwd, 4 kinderen,
kleine zelfstandige, nooit zal
vergeten.
„Veertien dagen geleden ben
ik overvallen. Drie van die tbr-
fuguren waren ontsnapt,
waarvan twee potentiële
moordenaars. Ja, dat wist ik
natuurlijk pas later. Een van
hen was opgesloten voor
moord op zijn eigen stiefdoch
tertje van zeven.
Het is een kwestie van secon
den.
Zo zit je met de radio mee te
zingen, en zo staat er een mes
op je keel en is er een revolver
op je gericht. Ze stapten in op
zaterdagavond op het Leidse-
plein. Het was druk. Er ston
den zeker een stuk of veertig
mensen op een taxi te wachten.
En ik zag het niet van buiten.
Je kunt het zien. Onderwe
reldfiguren zien er uit als net te
meneren en nette meneren
zijn soms onderwereldfiguren.
Ze moesten naar Vinkenveen,
een vrachtje van een gulden of
dertig. En onderweg, op de
grote weg, ben ik overvallen.
Ze hebben mijn auto gepakt en
daarmee alles wat ik had. Mijn
geld, mijn papieren, alles.
Mij zetten ze aan de kant. Nou
ben ik een nuchtere noorder
ling. Ik kom uit Groningen,
maar van mijn vijfde af woon
ik al in Amsterdam. En ik
raakte niet in paniek. Nee. het
was net of het een ander ge
beurde, of ik er buiten stond.
Dat ene moment heb je effen-
tjes echt angst, als je stil staat,
echt stil staat, met een mes op
je keel.
Ik ben teruggelift. Dat viel niet
mee. 's avonds maar na drie
kwartier kreeg ik een lift. Ik
ging naar de politie en die had
gelijk in de gaten dat het om
die drie pas ontsnapte gedeti
neerden ging En toen zat de
kat in de gordijnen. Ook Drie
bergen, de rijkspolitie bedoel
ik, vloog er gelijk op. Ze kregen
er twee vrij kort daarna te pak
ken, en de derde een dag later.
Ze waren tegen een hek gere
den. Ik heb zo'n grote Ameri
kaan, daarmee kun je niet in
de polder gaan rammen want
dan ga je er gelijk mee onder
uit. Nou had ik al een aversie
tegen de avonddienst. Maai
nou...nu heb ik de laatste tijd
dat ik niet meer in slaap kan
komen. Vannacht was het
weer vier. vijf uur En dat heb
ik nooit gehad Als ik een kus
sen rook, was ik weg. Gelijk.