„Ik vind
schrijven
leuk
BOEK o BOEK o BOEK
Kraar:
RUU
RLE
ZICI
Merckx
Rotterd
in Antu
Kunnen wij wel opnieuw beginnen?
99
Als de wetenschap regeert
Hoornik: man van twee werelden
Hoe verveling boeiend kan zijn
NICO SCHEEPMAKER r
ALS VEELSCHRIJVER:
DESKUNDOLOGIE ROND SERVET-SHOWS
kunst
cultuur
WOENSDAG 27 NOVEMBER 1
77
Nico Scheepmaker (bijna
44) is één van de veelzijdigste
Nederlanzse schrijvers. Er
verschenen drie gedichteubun
dels van zijn hand: „Poëtisch
fietsen" (in '55), „De kip van
Egypte" (in '57) en „Hoppers
in Holland" (in '73). Plannen
voor een vierde zijn er al.
Zijn literaire prozastukken
bundelde hij in „Hollands
Kwartier" ('66). Naast dat al
geniet hij bekendheid door
zijn t.v.-kritiek voor twaalf
provinciale dagbladen Scheep
maker doet dat al veertien
jaar. Verder schrijft hij ru
brieken over sport in Vrij Ne
derland, Voetbal International.
Het Parool en de provinciale
kranten, over kunst in Avenue
en over de t.v. in Vrij Neder
land. Columns over diverse
onderwerpen schrijft Scheep
maker voor de Volkskrant
(wekelijks onder het zeer be
kend geworden pseudoniem
Hopper) en Het Parool (om
de week). Onregelmatig wil
hij ook nog wel eens artikelen
schrijven voor de omroepgid-
sen en het Amsterdamse stu
dentenblad Propria Cures. In
'72 verscheen er een boek
over Cruiiff in Hopperstijl:
„Cruijff, Ilenricus, Johannes,
fenomeen". De tekst van de in
'73 verschenen strip „Abe,
hotstory van een voetballeri
na" was ook van hem. In het
jubileumnummer van Tirade
staan vijf nieuwe gedichten
van ziin hand. Dit najaar nog
verschijnt bij De Arbeiders
pers een selectie uit zijn
ilopperrubriek. Met anderen is
hij voor uitgeverij Thomas
Rap bezig aan een boekje over
gezinstaai. Daan Cartens.
sprak onlangs met dit „schrij
versfenomeen".
Voor het grootste deel van
de week is het schilderachtige
Noordhollandse dorpje Broek
i n Waterland het domicilie
van Nico Scheepmaker. De an
dere dagen woont hij nabij de
afsluitdijk in het Friese Ping-
juin, al sinds '70 zijn tweede
huis. Tot augustus woonde hij
in Amsterdam -Buitenveldert.
Wanneer Scheepmaker huist
in zijn geheel groen geverfde
huis. in de schaduw van de
kerk in Broek, willen vrien
den van de Scheepmakers nog
wel eens de woning in Pingjum
bezetten. Het interview, het
eerste in zijn nieuwe huis,
met hem, vond plaats in de
overheersend donkerbruine
zitkamer, waar bij het binnen
komen twee boven elkaar ge
plaatste t.v.-toestellen de aan
dacht trekken.
Wat waren zijn eerste
schrijvereactiviteiten. „Ik was
redacteur van „De Vijfling"
het schoo'blad van de eerste
vijfjarige hbs-B in Amster
dam. De school van Kloos,
Van de Goes, Admiraal Door
man, burgemeester Oud en
Lely, er zijn er nog een paar.
maar diie ben ik vergeten. Ik
schreef een rubrieik. die kun
je vergelijken met Hopper.
Met daarin allerlei kleine din
getjes". Nog voor zijn militai
re diensttijd schreef hij ge
dichten. De stimulans was ge
komen van zijn lerares Neder
lands, mejuffrouw Solkema,
zij had hem gewezen op Du
Perron en Ter Braak en die
maakten indruk op hem.
„Vooral met Du Perron „klik
te het" meteen. Ik vond het
een boeiende schrijver die 'mij
aanspreekt. Zijn proza en poë
zie hebben iets becommenta-
riërends, dat doe ik als Hop
per ook". lik zeg hem dat ik
zijn poëzie uit de vijftiger ja
ren nogal vindt verschillen met
die van nu. „Ja, misschien
wel, hoewel er zijn dingen die
samenvallen: toen waren er
ook al gedichten die rijmden
en een bepaalde anecdotiek
heeft er altijd in gezeten. Ik
ben gestopt met dichten nadat
ik in '58 de Anne Frankprijs
gekregen had. Ik ben daar
toen enorm van geschrokken,
en dacht: als ik nu nog ge
dichten wil maken, moeten ze
van een bepaald niveau zijn
en dat trok me niet. Een paar
jaar geleden moest ik voor de
boekenweek een modern „poe-
sievers" maken. Dat moest ui
teraard rijmen en dat ts te
vens het begin geworden van
„Hoppers Holland". Die bun
del is goed verkocht, zo'n
tweeduizend exemplaren en
dat is veel voor poëzie, zodat
het in de lijn van de verwach
tingen ligt dat er nog weieens
Iets zal verschijnen". Laat mij
vervolgens zijn nieuwste ge
dichten zien: een vijftal, deze
zijn binnenkort te lezen in het
zeer interessante jubileum
nummer van Tirade.
Na zijn hbs-tijd, studeerde
hij Slavisch. „Ja, ik had in
mijn diensttijd op de School
Militaire Inlichtingendienst in
Harderwijk gezeten en daar
leerden we Russisch dan
ironisch dan konden we
„ze" de weg wijzen als ze
kwamen. Nadien ben ik ermee
doorgegaan op de universiteit
van Amsterdam. Ik heb. met.
een ruilbeurs ook nog een half
jaar in Belgrado gestudeerd"
Scheepmaker heeft vroeger
veel Rmssich en Servo - Kroa-
tisch vertaald, o a. Pasternak?
,.Dt. Zjivago" Nu is hij nog
altijd begaan met het lot van
de dissidenten in de Soviet
Unie. Andrei Amalr'k (vnric
jaar was Seheenmpker secreta
ris van een Comit* voor de
vrijlating van dorp historicus")
kent hij persoonlek
In 1960 begint een nieuwe
activiteit, die Scheepmaker tot
op de dag van vandaag nog
uitoefent: de t.v.-kritiek Iede
re avond een kritiek. Komt
het noodt voor dat hii er eens
moeite mee heeft, dat het eer
avond is geweest waar niet
over te schrijven valt. Scheen
maker: ..Dat gaat automat'seh
als de tv is afgelopen ga ik er
voor zitten en dan is het bin
nen een half uur ('"'""'ri Kiik
zo'n omroeto als de F.O dat ic
wel eens moeilük om daar over
te schri iven Kwa'Htnbef ge
zien is die omroen niet ope''
genoeg en ovpr ppn knart'-
vailt na+uuniiik ilberhsorot nipt
te sehriiven" V" ae bps+e om
roepen „De AVRO en de VA
RA, die staan bovenaan. Als
de VPRO meer zendtijd had,
hoorde die omroep er ook bij,
verhoudingsgewijs brengt de
VPRO interessante program
ma's". Hoe denkt Nico
Scheepmaker over de TROS
„Het is natuurlijk prima dat
ze nu een actualiteitenrubriek
hebben, al is dat nog niet zo'n
gloede. We leven in een vrij
land, iedereen heeft het recht
te doen wat hij wil. de TROS
heeft bewezen dat de mensen
hun programma's waarderen
en als ze dan zo door willen
gaan dan is dat gewoon demo
cratie, volgens de mening van
sommige mensen en daar is
inderdaad wat voor te zeggen.
Maar God bewaar ons dat alle
omroepen zo gaan handelen,
dan wordt het enorm eenzijdig
en dat is natuurlijk geen de
mocratie". Missen doet
Scheepmaker in ieder geval
niets: hij kijkt naar beide net
ten, van één zet hij het geluid
af. Totaal bezit hij zes toestel
len: daar is één kleuren hij
maar ook een paar tweede-
nands van zo'n 200 gulden.
Verder schrijft hij in zijn
rubrieken en columns over de
meest uitéénlopende onder
werpen: „Ik schrijf over alles
wat ik tegen kom, omdat ik
anders het gevoel heb dat ik
tijd verspeel. Tachtig van de
honderd dingen interesseren
me, ik vind schrijven leuk".
Hoe bomt hij aan zijn onder
werpen „Ik lees veel, boeken
krijg Ik vaak gratis van de
uitgeverijen en wat kranten
betreft ben ik niet zuinig, ik
gebruik ze veel (voor mij lig
gen op die tafelstapels dagbla
den, opinieweekbladen, t.v.-
gidsen en andere periodieken
zoals bijvoorbeeld Propria Cu
res en Het Schaakbulletin).
Ik redeneer ook als volgt: als
ik bijvoorbeeld iets tegenkom
in de Sunday Times en ik
schrijf daar een artikeltje over
waar iik 150 gulden voor krijg,
dan lees ik weer een jaar lang
de Sunday Times, hoewei er
gaat natuurlijk ook belasting
af, ma-ar ja. Overigens lees ik
een krant niet als totaal, ik
lees bepaalde stukken omdat
ik van de schrijvers weet dat
waarover ze en de manipr
waarop ze schrijven me beval
len. Het komt overigens voor
dat ik nog moet beginnen aan
de oude Vrije Nederland nis
de nieuwe net binnenvalt. De
Tijd ook, dat blad valt we]
mee. maar ik lees er niet zo
veel in. Als ik katholiek was,
/.ou ik dat wel doen. De Tijd
vind ik het vakblad voor ka
tholieken".
Wekelijks zoveel artikelen,
/oor zoveel kranten (Scheep
maker is overigens voor een
noodfonds voor de pers: „zo
iets als geestelijke goederen
moeten beschermd worden")
„wilt u nou nooit dat u ge
woon redacteur was", vraag ik
hem „Nee. misschien als ik
oud ben. dian zou ik we] re
dacteur kunsten of überhaupt
redacteur willen zijn. Ik kom
weieens op de krant en dan
zie ik het: ze produceren één
artikel en d'an ziin ze al moe-
Als ik ook zo ben. oud en
moe- dan lijkt het me wel
wat: redacteur zijn. dan he-h
je niets te doen heb ik het
idee".
Voorlopig blijft Scheepma
ker gewoon zijn rubrieken vol
sdhrijven- over sport en in het
bijzonder voetbal hi'voorbeeld
Vanaf zijn twaalfde gaat hii
naar voetbal kóken Zeg nou
zo'n dertig jaar ieder seizoen
dertig wedstriiden. dan kon
ik aan negenhonderd in to
taal". Zijn er nog speciale
wedstriiden hem bijgebleven
„Nee, behalve misschien een
junioren wedstrijd uit bij Uit
hoorn, toen i'k zelf nog voet
balde, verder blijven me wel
spelmomenten vaak zijn dat
doelpunten, bij". Scheepma
ker, die vaste tribuneplaatsen
in het Ajax- en Amsterdam
stadion heeft („uit gemak
zucht ga ik dan vaak daar
na-ar toe en diat oluibje speelt
ook wel aardig'') gaat iedere
zondiaig naar 't voetballen.
Meestal turft hiij 'n speler,
d.w.z. hij hout bij hoe vaak 'n
bepaalde, speler aan de bal is,
hoe vaak hij iets goeds met de
bal doet- hoe vaak iets slechts
en tenslotte hoe vaak iets wat
tussen de vorige mogelijkhe
den inlilgt. Scheepmaker
brengt hiervan, onder liet
pseudoniem Ivo Vettewinkel
verslag uit in Het Parool. Wie
is de beste?. Cruijff, daar kan
niemand aan tiippen, dat is de
beste, hoewel aan Abe Lenstra
vroeger ook veel aan af te
kijken was". Over de Spaanse
Nederlander schreef Scheep
maker in '72 een boek: „Dat
was specifiek mijn eigen kijk
op Cruijff meer als een echt
portret. Hoewel de uitgeverij
toen de rechten van de titel
„fenomeen" geclaimd heeft,
zou ik nooit zo'n boek over
bijvoorbeeld Van Hanegem
willen schrijven, dan val je in
herhalingen- Als ilk me ertoe
zou zetten, zou ik wel graag
een studie over Pim Muiier
willen schrijven (de pionier
van zovele sporten-Dnc)".
Ziet hij ook wel eens voetbal
op de t.v. „Ja, televisie is wat
dat betreft veel spannender-
Als ik op de tribune zit, ik
vermaak me best hoor- daar
niet van, zit ik heel rustig, ik
kan alles overzien. De t.v. is
veel enerverender, je ziet niet
wat de mogelijkheden zijn. of
er een kans komt, of er nog
een speler vrijloopt achter de
balbezittende speler. ALs ik
arts was en ilk had een patiënt
met een hartkwaal dan zou ik
het hem verbieden voetbal op
de t.v- te zien".
Naast de sport- en t.v.-ru-
brietan schrijft Scheepmaker
ook nog columns over allerlei
zaken die hij tegenkomt: de
Hoppercolumn en sinds kort
over één onderwerp, uitge
breid in Het Parool: „Ja. ik
moest eens wat hebben, waar
ik wat langer over iets bezig
kon zijn en dat is nou die ru
briek geworden- Maar de ironi
sche toon zit er altijd wel in,
dat wel". Ik verbaas me erover
dat er nog nooit een bundel is
verschenen van zijn Hopper
columns zodat ze dan voor een
groter publiek bereikbaar zijn.
„Daar zijn we mee bezig, voor
Sinterklaas wil de Arbeiders
pers zo'n boekje uitgeven. Ik
oen stukken aan het selecte
ren en je moet ze natuurlijk
ook enigermate actualiseren"
Dat is niet het enige boek
waaraan Scheepmaker bezig
is: Voor Thomas Rap ben ik
met anderen bezig aan een
boekje over gezinstaai Dat
zijn uitdrukkingen diie speci
fiek in één gezin voorkomen
/aak zijn het vermaningen
van ouders voor hun kindern
om eens een voorbeeld te noe
men: de variaties over neus-
oeuteren- Wanneer het uit
komt? Dat zal nog wel even
iuren, men is het nog aan het
littypen", Scheepmaker vindt
het ook hoog tijd worden dat
hij eens een roman schrijft:
„lik ben er weieens mee be
gonnen, in een paar dagen heb
Wie voelt met regelmatig de
oehoefte in zich opnieuw te
willen beginnen en wie er
vaart niet even regelmatig, dat
het helaas bij een behoefte zal
moeten blijven omdat „de om
standigheden" diaar toe dwin
gen.
Een in het leven geslaagde
Franse heer, JACUES MAS-
SACRIER geheten, heeft „de
omstandigheden" gelaten voor
wat ze waren en is opnieuw
begonnen. Met vrouw en kin
deren verdween hij uit de
grote stad Parijs en dook weer
op op een eiland met een naar
Nederlandse begrippen zalig
klimaat: Ibiiza.
Deze Massaerier lijkt er ln
geslaagd opnieuw te beginnen.
Aan de hand van een enorm
aantal ervaringen die hij heeft
opgedaan, schreef hij een boek
vol: OPNIEUW BEGINNEN
(uitg. Elsevier - f 17,50, na 1
jan- f 24,50).
Men zou het een boek met
overlevingskansen kunnen
noemen. Maar dan wel voor
lieden die deze westerse geïn
dustrialiseerde samenleving
vaarwel hebben gezegd, zoals
meneer Massacaei dat deed.
Immers, op Ibiza kocht hij een
oude boerderij, zonder elektri
citeit, zonder gas en zonder
waterleiding. Een echte terug
tocht naiar de natuur- En de
natuur op Ibiza biedt da-ar
kennelijk ruimschoots de mo
gelijkheid toe. De boerderij
knap je op het land bewerk
je en alleen de hoognodige
grondstoffen koop je. Prachtig
allemaal] en het in deze tijd
groeiende gezelschap van
mensen, die op een of andere
wijze „terug naar de natuur"
willen al: een vlucht uit de
druk van deze samenleving of
gewoon matar omdat ze het
leuk vinden zal zich enorm
voelen aangesproken door de
wereld en het leven dat in dit
boek „Opnieuw beginnen"
wordt geschetst.
Maar je kunt je todh de
vraaig stellen in hoeverre „Op
nieuw beginnen" geschikt ls
als handleiding voor een soort
.even in ons kikkerlandje, zo
als Massacrier en de zijnen
dat thans leiden. Nederlanders
kijken misschien wel teveel
net scheve ogen naar het kli
maat op Ibiza, waar deze pri
mitieve leefwijze zoveel aan
genamer lijkt. In ieder geval
is het niet zo voor de hand
liggend te veronderstellen, dat
zelfs de primitief levende Ne
derlander ter wille van zijn
lichamelijke en geestelijke ge
zondheid zijn yogaoefeningen
terwille van zijn lichamelijke
en geestelijke gezondheid 's
morgens vroeg in zijn blote
bast in de buitenlucht uit
voert- En dat diezelfde Neder
laindse huisvader de vrije na
tuur (waar is die eigenlijk
nog in Nederland?) intrekt om
heemst, malve en betonie te
verzamelen om zijn zieke
nuisgenoten te kunnen gene
zen jazeker, ook als je op
nieuw bent begonnen, kun je
ziek worden zie ik ook niet
zo zitten.
Maar er staan tussen de
driehonderd wenken toch mi
wel tweehonderd in
die erg praktisch zijn,
Je niet onmiddellijk hetV-l
van de oonsompetie'i,aalsJll,|
pij van je nek werpt i?!
ners, het is altijd nuttis 1
weten hoe men zijn eenvL'
>ptreK.ie verlicht zonder g?
triciteit evenals het
van praktische en toch
f4l
DakeJ
Kledij zonder een lapje stoj'i!
t
ke plaats in in het bi'?
.J.ll
ie stad te kopen. Eten
drinken nemen een beW.'f
l- - 1 - - *- ,®ty|
daarin vindt men
neest realiseerbare zaken-
Het boek is erg aantre!
ijk uitgevoerd, als een
cahier, met een
tetter en vol met praktisch I
tekeningen. De schZII
maakte die zelf, wat niet
verwonderlijk is
Dttl
weet, dat hij art-director t»
bij een Parijs reelamébu«»
Het boek werd vertaald b.
werkt en gekalligrafeerd i»
Stefain Mesker
EIA ROOSt
Als een meisje met een we
tenschapsman trouwt, gaat zij
dan een koel nuchter leven
tegemoet, of kan zij ook tede
re liefde en erotische belevin
gen verwachten? Wat betekent
het ais voor allerlei actuele
problemen steeds meer weten
schapsmensen worden ingezet,
die ook regeringen geacht
worden te adviseren. Welke
waarde heeft de wetenschap,
of is zij vrij van waarden,
d.w.z: waardeloos. ABRAHAM
MASLOW. die in grotere
krin,g bekendheid krijgt door
zijn bestudering van de gezon
de persoonlijkheid, heeft zich
op deze vragen geworpen in
zijn boekPSYCHOLOGIE
VAN DE WETENSCHAP
(uitig- Leimniscaat). Hij komt
daarbij tot belangrijke inzich
ten, niet in de laatste plaats
over de opleiding tot weten
schapsman.
De menswetenschappen heb
ben teveel gewerkt met de
methodieken van de natuur
wetenschap, gericht op het
kennen van de wereld buiten
ons. In de menswetenschappen
speelt eohter veel meer de re
latie tussen kenner (de weten
schapsman) en gekende (de
andere mens of jezelf) een rol.
De natuurwetenschappelijke
onderzoeker kan, naar de we
reld buiten hem kijken zonder
haar te beminnen. De mens
diie voelt dat hij niet bemint
wordt sluit zich voor de ken
ner; hij laat zich niet kennen.
Maar wat moet je dan met het
gezegde: „liefde maakt blind".
Maslow geeft aan dat liefde
die blind maakt geen echte
liefde is maar angst of projec
tie. Echte liefde opent en
durft de waarheid aan. De
angstige wetenschapper ver
kleint de wereld en draagt
dan weinig bij tot het echte
weten.
De natuurwetenschappelijke
methode is te weinig receptief
(ontvangend), zij weet niet te
wachten en kan de chaos niet
aan- Werkelijke kennis kan
het stadium van chaos niet
ontberen. Maslow zegt zelf dat
hij dit alles niet bewijzen kan;
hij fundeert het op ervaringen
en een grenzeloze liefde voor
het weten. Als wetenschap»; I
niet gedreven worden fal
liefde heeft hun wetenseha» I
weing waarde en kan rtjl
makkelijk een goed w«m.|
schapper zijn combiner»!
met een goede beul zijn inwl
concentratiekamp.
Als wetenschapsmensen, rel
geringen adviseren, en zij
gen dat wetenschap alleenl
dient om te bepalen hoe it!
dient te gebeuren, beroven ij I
de wetenschap van haar be-l
voegdheid door de waarde ranl
de waarheid gezondmakend it I
werken. Een boek dat men I
moet lezen als men met mei-
sen werkt, en wie doet dit'
eigenlijk niet.
MARIANNE I
ik toen zo'n vijftig pagina's
geschreven en toen dacht ik
j.a, dat kan ik ook en toein ben
ik ermee gestopt".
Nico Scheepmaker is een
aardige, een beetje gezette
man, die rustig en voortdu
rend op één toonhoogte
spreekt. Hij rookt niet („maar
ik hoest wel, waarschijnlijk
ben ik verkouden") en drinkt
geen alcohol: „Voor het blaas
pijpje, maak ik me geen zor
gen, ik drink bij het eten wel
altijd wijn, maar dan moet
Anne me weieens aansporen
het glas leeg te drinken- maar
aangeschoten laat staan dron
ken ben ik nog nooit ge
weest". Dassen draagt hij ook
niet: „Ik vind het vervelend,
ik draag ook noodt ringen of
als ik thuis ben een polshorlo
ge" (dat klopt het ligt op de
tafel) alleen op begrafenissen
doe ik een das aan, omdat ik
vind dat ik de aandacht van
de familie niet mag afleiden
door geen das te dragen, maar
toen ik eens naar Beatrix en
Claus ben geweest heb ik er
toah ook maar geen aange
daan. hoewel ik er wel over
nagedacht heb". Zelf treedt hij
over het algemeen de mensen
positief tegemoet, alleen heeft
hij een hekel aan mensen die
niet deugen voor hun vak, zo
als Henk van der Meyden en
Dr. Fadrhonc- „Zijn er men
sen die aan u een hekel heb
ben", vraag ik (hoewel ik het
me nauwelijks kan voorstel
len). ,.Dat valt verschrikkelijk
mee, hoewel ik laatst hoorde
(even peinzend, dan:) dat
Frans Boelen die regisseur van
de Stratemakeropzeeshow, iets
tegen me had- wat weet ik
eigenlijk niet meer".
Over kunst schrijft Nico
Scheepmaker in Avenue,
waarin hij een rubriek heeft
„Avenue Galerie", waarin het
werk van een bepaalde kun
stenaar aan bod komt- In zijn
overigens prachtig ingerichte
huis komen we ook de nodiige
kunstvoorwerpen tegen. In
mijn argeloosheid had ik na
melijk de achterdeur voor de
voordeur aangezien. Toen ik
dan ook geen bel en naam
bordje vond keek ik naar bin
nen en bij die aanblik wist ik
zeker dat ik verkeerd was, het
leek meer op een museumka
mer als de zitkamer van Nico
Scheepmaker. In de zitkamer
hebben de Scheepmakers o.a
werk hangen van de Joego
slaaf Stupica en de Amster
dammer Siet Zuyderland. Dat
schilderij, het huwelijkscadeau
van hun vrienden, is een heel
bijzonder. Het is verdeeld in
vier vakken. In één ervan zien
we de namen van de vrienden,
in een ander de gezichten van
Amalrik en Cruijff. Daarmee
de verbondenheid van Scheep
maker met de voetballerij en
de Russische dissidenten
symboliserend. Ik vraag hem
of hij tot slot nog een bood
schap voor ons heeft: ,.Ik zal
er even over nadenken" We
praten nog wat verder Scheep
maker zegt o.a nog dat ieder
een eigenlijk lid moest wor
len van Amnesty Internatio
nal, omdat die enorm nutti-
verk doen en dan zegt hij
„Ik heb die boodschap: Wee:
niet bezorgd ik heb dat een:
een keer op het Waterloopleii
ergens op aangetroffen het
is me altijd bijgebleven. Ik
vind het een erg aardige
spreuk.
DAAN CARTENS
Als derde deel van het ver
zameld werk van ED. HOOR
NIK verscheen in de Meulen-
hofi-editie zijn JOURNALIS
TIEK l'ROZA en brieven.
(f27,50). Hoornik was van
huis uit journalist én dichter.
In alle door hem beoefende
genres treft men de kenmer
ken van beide wezens aan.
Zijn gedichten zijn vaak tijd
gebonden door hun onderwerp,
zijn journalistieke impressies
(ik betwijfel of Hoornik ooit
een "echte" verslaggever was)
bezitten duidelijk een literaire
dimensie meer. Zelfs noemt
hij zich een man van een
grensgebied, van een nie
mandsland een twee-walletjes
eter ook.
Aan de journalistiek is
Hoorniks proza verwant omdat
het in de eerste plaats "ge
bruiksliteratuur" is. De schrij
ver wil een breed publiek be
reiken en daarom blijft zijn
vleugeslag binnen het oog- en
begripsbereik van de door-
snee-lezer. Zijn intense zeg
gingskracht maakt dat de met
huis-tuin-en-keuken woorden
opgebouwde gecomponeerde
schetsen en vertogen tien,
twintig jaar later nog steeds
de moeite va-n het lezen en
overdenken waard blijken.
Niet alleen literair is Hoor
nik een man van twee werel
den. Hij blijft het ook door
zijn verbondenheid met het
tijdvak waarin hij leefde: 1910
tot 1970, Als kind moet hij
nog een beetje weet hebben
gehad van de eerste wereld
oorlog; als volwassene heel:
hij deelgehad aan de Tweede,
voorafgegaan door de crisisja
ren; gevolgd door de zich van
spanning tot spanning en van
onzekerheid tot onzekerheid
voortslepende en nog steeds
voortdurende periode erna
Tijdens de Tweede wereldoor
log was Hoornik een der dui
zenden die de Duitse2~s als
prooi gevangen hielden in
Vugt, Dachau, Bergen-Belsen
Hij is nooit meer losgekomen
van de menselijke ontluiste
ring welke hij daar moest
aanschouwen en meemaken.
Zijn verslagen van en rede
voeringen bij dodenherdenkin
gen ademen dan ook een on
zegbaar verdriet en een wan
hopige gelatenheid. Dit deel
van Hoorniks Verzameld werk
komt juist op tijd voor de
generatie wier lot en leven tot
het einde toe door de helse
ervaringen van de vijf oor
logsjaren zal worden gebrand
merkt. Maar het is nog veel
belangrijker als authentieke
getuigenis van wat mensen el
kaar aandeden -als individuen, I
niet als massale getallen- voor I
een nieuwe generatie die vaak
de indruk wekt de jongste j
schredenis als folklore te be-1
schouwen, vergelijkbaar met I
net Turfschip van Breda of ie
Tiendaagse veldtocht.
Een enkel woord over it I
verzorging door de in dit soort
uitgaven bedreven K. Lekker-
kerker. De teksten zijn zoveel I
nogelijk gehandhaafd in de J
lorspronkelijke vorm en spel-l
ling, behalve wanneer het op-1
gelegde zetfouten betrof. De I
verschrijvingen of slordighe-1
ten die onder de zweep van I
de klok of van de kalende: I
ontstonden en die dus mede
het journalistieke karakter v
net werk bevestigen liet del
tekstverzorger terecht onver-1
let.
Natuurlijk is niet alles even I
jelangrljk in deze bundel oils
het allemaal even "gc
Maar de verzameling laat vol
ledig recht wedervaren aan de
virtuoze schrijver als aan d(
fel-levende, sympathieke mens
die Ed. Hoornik was.
JOOP BARTMA.1
Je vraagt je af waarom een
herdruk van het in '36 geschre
ven boekje van FRANS COE-
NEN: ONPERSOONLIJKE
HERINNERINGEN (uitg- Bru-
na en zn f 12,50) op dit mo
ment erg gloed getimed ligt.
Het is, dunkt me- een roman
tisch boekje, dat velen nog zal
aanspreken. Niet alleen door
de literaire kwaliteiten van
het strakke, registrerende pro
za, maar zeker ook door de
uitstekende zwartgallige sfeer
tekening van een rijke Am
sterdamse familie, die zich in
de vorige eeuw letterlijk dood
heeft verveeld.
Coenen, die dit boek vlak
voor zijn dood schreef (om de
belasting te kunnen betalen)
debuteerde in 1892 met zijn
raman Verveling (die in een
herdruk bij Meulenhoff uit
komt). Hij maakte in het be
gin van deze eeuw vooral
naam als een nogal cynische
literaire criticus (o.a. in De
Groene). Zijn werk (o.a. en-
Kele romans) heeft remini
scenties met die Tachtigers,
maar had zich evenzeer ont
wikkeld in de richting van
„de Dertigers". Van 1905 tot
1933 was hij conservator in
het Amsterdamse museum
Willet-Holtuysen. waarvan de
oorspronkelijke geschiedenis
hem inspireerde tot dit boek
Onpersoonlijke Herinneringen.
Het grote grachtenhuis werd
bewoond door een familie Die-
fenbadh en Coenen verte]!
(beter: registreert commenta
riërend) aan de hand van door
hem gevonden dagboeken van
de heer Diefenbach over huis
en leven van deze patriciërs
familie. Een leven, waarin
niets gebeurt, waarin iedereen
langs elkaar heen leeft; waar
in de feesten onecht waren en
hemeltergende toestanden
werden toegedekt in het dis
crete zwijgen van het burger
lijk fatsoen. Emotieloos en
pijnlijk oppervlakking. Coenen
gebruikt een schrijfstijl- die
daar helemaal bij past.
Het feit, dat je je niet ver
/eelt bij het lezen daarvar
getuigt van een zeer persoon
lijke stijl rond een onpersoon
lijk gebeuren. Coenen: „De
heren van deze soort en stand
waren niet gewoon zich op
enige wijze episch of lyrisch
te uiten. Zij uitten zich in
cijfers en in hun koopmans
ooeken, maar stonden wa!
/reemd tegenover de eiger
persoonlijkheid en haar bewe
gingen". Dit slant dan op de
dagboeken van de oude Die
fenbach, die emotieloos feiten,
data, plaatsen en dergelijk
vermeldt van zijn vele re»
uit verveling in het t
tenland. Daarbij komt lang
merhand dochter Louise op
proppen, die lesbisch van w»
een geldhuwelijk sluit we'®|
lichtvoetige Abram Le M
die zijn vertier zoekt onder t*
kunstenaars in Arti etc- W1'
terlij k en figuurlijk re»
Jeiden elkaar achterna;
in de misère weten ze met!
delen. Maar er wordt gezwe
gen en hoofs geknikt. Een
schuwelijke sfeer, die
xroond" wordt met Louw
besluit om het familie-huis
lemaal te ont-persoonliji»»
door het als museum een
stemming te geven. Een w
boekje, waarvan in het v»
jaar nog een tv-bewerking S
maakt werd onder de I
Huis aan de gracht.
HENKEGBEBS
Servet en Haché blijken een
onuitputtelijke bron voor na
beschouwingen. Na de boeken
Jrima de Luxe en Aan die
vuile viezerikken is uitgever;
'ontact gekomen met HEI
JAREN D SERVET EFFEC'
(f 19,50). Het bevat de letter
ijke teksten op de vij
VPRO-shows en beschouwin
gen van dr. Peter Hofstede, ir
M. Schwarz, prof. dr. Peter
Hoefnagels, drs Jet Radema
kers. Frans Haks en H. Hof
land. Als je van de tekster
van de shows leest, merk je
eigenlijk dat ze op het effect
geschreven zijn; je mist de
beelden. In zoverre dalen ze
in waarde. Anderzijds gingen
door de opgeroepen beeldei
op het scherm nogal eens tek
ten verloren. Wanneer je
os van je waardering of af
grijzen nu de letterlijki
eksten van Schippers, Jat
bare. Van Hemert en Van de;
Landen voor je hebt, zie je hoe
geraffineerd die soms in ei
ka-ar zitten: heeft het dus we
zin ze te lezen. De beschouwin
gen er omheen zijn soms een
bieuwe Servet-show een rim
ram van deskundig breiwerk
zodat Servet ook aan de
deskundologie zijn bijdrage
heeft geleverd.
Het eerste kamerlid voor
□'66 Schwarz merkt o.a. op:
.Moord is een misdaad, maai
iet vertonen daarvan niet; de
geslachtsdaad is geen misdrijf
naar het vertonen daarvar
vel". Hoefnagels vraagt zich
i-a. at waarom er wei pogin
gen ondernomen worden on
Je VPRO te vervolgen en de
EO, die seksuele minderheder
jrobeert te kwetsen niet. Ra
demakers neemt de Servettaa
onder de loep Haks ziet sa
menhang met de Fluxus-bewe
ging en Hofland zegt dat de
shows zich bewezen hebben in
het gebruik. Hofstede: r
vroegere tijden zouden de
vetmakers zijn verbrand-
aanklacht zou duiden)»
veest zijn Maar nu n
even moeilijk om het on
gen over het programma i
'e formuleren als om duro
re maken welke wag
en normen precies üesl „ij
rijn" Daarom kan v'00
'edereen zijn zegje n°S yj.
>n „filosoferen" over he
et-effect Wie daar noj
tan de hand van de
teksten, over wil na('
schaffe zich dit boek aan.
TURIJN Hans Kraay k
wekte stem sprak somber:
lijke najaarszonnetje in Tui
Ajax bereidde zich gistere
je „revanche van Belgrado"
streek van spitsspeler Ruud
Vrolijk fluitend begaven de
Ajacieden zich gistermorgei
rond halfelf op weg naar het
stadion Comunale in Turijr
voor de enige training die eer
uurtje zou duren. Het wai
heerlijk weer, een uitstekende
gelegenheid om lekker te dol-
Eddy Merckx: wel of n
dam
(Van onze sportredactie)
ANTWERPEN Start Ed
dy Merckx wel of niet in de
Rotterdamse zesdaagse van
dit winterseizoen. Dat was
de grote vraag bij de presen
tatie van het winterprogram-
raa van het Antwerpse sport
paleis gisteravond in de bak
stenen kolos aan de autoweg
Antwerpen-Brussel. Walter
de Winter, directeur van het
gebouw waar in Antwerpen
s winters de wielersport
binnenshuis wordt bedreven
zwaaide vol vertrouwen met
het contract, dat de wereld
kampioen op de weg tekende
voor het omnium op zaterdag
-J januari ki Antwerpen.
Merckx verbond zich via zijn
handtekening om op die da
tum strijd te leveren met
hoger de Vlaeminck, Rik
var Linden,Frans Verbeeck
sn Freddy Maertecis om naar
enkele namen te noemen.
Unnertussen blijft Peter Post
de manager van de Rotter
damse zesdaagse die op 23
januari van het volgend jaar
"mar honen, dat hij ziin
trekpleister van de laatste
ee jaar (lees Merckx) als-
"Oor Rotterdam kan ha-
'en V\ alter de Winter: „Zo-
Vler .R e-r nu voor staat rijdt
it K U Antwerpen, maar
neb met Post tijdens de
kl /se van Gent ofgespro-
"0< een contract voor
m, zesdaagse altijd voor
van Saan voor een contract
al. pee" av°ndmeetin!T. Dus
o Post er in slaagt Merckx
«snog over te halen om in
kan-l te vertrekken dan
ik h u a,,e.en maar zeegen:
Vla-i. mi'n best gedaan.
hpV aan de andere kant is
lieer* Z0' ('a' Pos* Schuiten
in». Ver,">'jen in de zes-
"frtL i van Antwerpen te
fehruart"m.dat Po? in
wii ir-.. 111 tramiinrskaiTin
"aan a"k' -als hpt ™et
ill a" 7-'t het er natuur-
on u p i^t ik enis-e druk
op og za' uitoefenen om
en H» "'"""ei hier te starten
"om mnrdra!rSe Van Rotler-
ils p„ 7 I te ver-eten Maar
ts. h[R Merckx zover kriigt
...ij"en contract voor rün
TM' L?; 'C""' "O" 'eg ik
...p,., m°et ik
ne#»r
trau wens
Hpt
vetwc.W'n'Prnr"ïr"m'T,a von
Tntp Lr; bestaat Uit vier
'"•a-irn "eovondan en ui-
Pitnvso, aïe
He' li fTr vqn
'Mpa R" ""or! wordt
"Krtt wSolpro-ola
1 n3ts on 7nterrfo?