„Literatuur
kan
gezellig
zijn
i
vrij
uit
Van noten naar verf: hele sprong
Böll en de krantenlui, die onschuldige mensen aanpakken
B'
TEGEN KAALSLAG
CULTUUR-GRABBELTON
"f
Dr. Gerard Knuvelder schreef
Onachterhaalbare tijd
V)
orm
xpositie
oek
ZATERDAG 16 NOVEMSEf,
fe* fe fe
HONDERD Nederlandse
keramisten zullen van 13 de
cember tot 6 januari expose
ren in galerie De Ark in Box
tel. Interessant overzicht kera
mische kunst in Nederland
met o.a. Baarspul, Bago, Blits,
Boekhorst-Froger, Braat, Van
Ernst, Hooft, Kunkeler, Kui
pers, Van Leeuwen, Ligt hart,
Manche, Mertens. Van de
Meys, Oosterman, Rutten, Van
der Steen, Stolk, Stultiens,
Trapman, Verhagen, Van
Vlaardingen, etc.
HEDENDAAGSE Duitse
grafische kunst, tot 9 decem
ber in cultureel centrum Ven-
lo.
JOHN en Josina van de
Rest-Van Dalsum (mensen van
goede wil) krijgen in Haagse
Post rectificatie n.a.v. artikel
John van de Rest en zijn af
fectie voor geestelijk zwakke
ren. Kort geding ging daarom
niet door.
FOTOGRAM*; van Ameri
kaanse Diana Arbus na
New York, Tokio en Londen
nu te zien in Van Abbemu-
seum te Eindhoven, Tot 6 ja
nuari.
KINDER-postzegelont-
werpen„ sinds 50 jaar, te zien
in Nederlands Postmuseum te
Den Haag; tevens ontwerpen
voor nieuwe serie met foto's
van kinderen rond eeuwwisse
ling. Tot 6 j anuari.
KLEINPLASTIEK van
Hans van Eerd uit Oirschot en
de reeds eerder aangekondigde
tentoonstelling Grafiek 74 in
De Krabbedans te Eindhoven
tot 2 december.
ERHARD Queiser. een
schilder uit Hannover, .die
zijn inspiratie vindt bij schil
ders als Jeroen Bosch en Grü-
newald, exposeert zijn knappe
schilderijtjes tot 15 december
in Noordbrabants museum te
Den Bosch.
WIENER Sangerknaben
zingen zondag 17 november in
Dei Doelen te Rotterdam,
Schubert, Monteverdi, Mozart
en J. Strauss.
TERUG NAAR Vandaag,
heet een expositie met ele
menten uit mode,, muziek, in
richting, speelgoed e.a. uit de
periode 1890—-I960 in toet
Bouwcentrum te Rotterdam.
Vanaf 28 november tot en met
11 januari.
HARRY van Thillart met
sieraden, plastieken en licht-
objecten nog dit weekend in
kunstzaal De Hoge Hees tus
sen Eërsel en Steensel.
HONDERD jaar architec
tuur in Chicago, tentoonstel
ling in hal tb-Eindhoven. Tot
8 december gratis toeganke
lijk.
VERSCHAEVE, het ge
ruchtmakende toneelstuk, dat
in België zoveel opschudding
veroorzaakte, maar in Amster
dam goed ontvangen werd, is
op 16, 17, 29 en 30 nov. en op
1, 4, 5, 6, 7 december om 21
uur nog te zien in Mickery.
SETH's Verdiwazingen,
Gaaikema's one-man show, die
op zondag 17 nov. nog op tv te
zien is, staat ook op een nieu
we lp.
OOSA, Oude Delft 183 b
exposeert deze maand kera
miek van Sharon Hansen, An
ne van der Waerden, Miek
Blits, Bart Vogel, textiel van
Wil Minderman, Alexandra
Stapff, metalen van Jacob de
Groas, Coenraad Zielstra, Pe
ter van de Meer, Jan Rot.
MARGARET Drabble, jon
ge Britse romanschrijfster
(o.a. The Needle's Eye en The
Waterfall) houdt lezingen in
ons land. O.a. te Rotterdam op
26 nov. en in Eindhoven op 28
nov. (inf. tel. 070645800).
DE TOVERFLUIT (Mo
zart) wordt nog door KVO
Antwerpen gespeeld op 16, 22
en 24 nov. (telefoon 9336685).
DE WIJZE Kater vain Heij-
ermans wordt weer gespeeld
door Stadstoneel Rotterdam.
Première zaterdag 23 nov.
20.15 uur in schouwburg, Rot
terdam.
SALARISSEN van musici
van negen symfonie-orkesten
in ons land zitten nu in de
computer van de Nederlandse
Spoorwegen (CVI)
BALLET van Vlaanderen
danst Concerto voor Acht
(Mozart) Halewijn (Kersters)
en Offenbach op 17 en 30 nov
en op 6 en 8 december in
KVO Antwerpen.
„Het is een beetje een
vreemde gedachte, dat ik zo
ongeveer nog de enige van
mijn generatie (Van Duinker
ken, Engelman. Marsman e.a.)
ben, die nog leeft; dat ik over
ben gebleven om de sterfdata
van mijn generatiegenoten te
boek te stellen". Zo besluit
Gerard Knuvelder het ge
sprek, dat ik met hem heb in
zijn Eindhovense woning, naar
aanleiding van zijn vorige
week verschenen boek „ON
ACHTERHAALBARE TIJD"
(uitg. Malmberg-Orion f
15,75). Een autobiografisch ge
schrift. „Een deel van mijn
biografie", verbetert hij (een
tweede en derde deel zijn
overigens al geschreven).
„Een leer- en leesboek voor
jong en oud", voegt hij eraan
toe. Gerard Knuvelder als
schoolmeester? Hij lacht: .Jk
voel me in zoverre school
meester als je helderheid bij
jezelf moet scheppen om ande
ren iets duidelijk te maken".
Op een zeer plezierige en
open wijze vertelt hij in dit
boek over zijn leven in de
literatuur, waarbij hij van zijn
eigen leven geen literatuur
maakt. „Knuvelder", een be
griptot genoegen of onge
noegen voor allen, die de
laatste dertig jaar op de mid
delbare school literatuurles
kregen ;voor studenten hoger
onderwijs in de letterkunde
e.a. Wie is deze man, wiens
naam op je handboek stond-
staat? Ik heb zijn „bekentenis
sen" in één adem uitgelezen.
„Die reactie heb ik al méér
gekregen", vertelt hij.
Zijn naam wordt nogal eens
verward met die van zijn
broer Louis, de man van het
Miohael-Legioen en andere or
thodoxe r.-k.-bewegingen. Ge
rard Knuvelder wordt er niet
kwaad om, maar vind het wel
vervelend. „Ik heb, dacht ik.
me redelijk anders opgesteld
in mijn leven", zegt de oud
hoofdredacteur van het eens
positief strijdbare weekblad
De Nieuwe Eeuw. Maar hij
merkte dezer dagen b.v. ook
hoe studenten in Utrecht hem
nog vanuit de literatuur
verlaten opvattingen in de
schoenen schuiven. „Dat is het
nadeel ais je een beetje lang
leeft en je eigen opvattingen
verschuivingen ondergaan. Je
moet ermee leren leven".
In dit boek schrijft Gerard
Knuvelder over zijn Arnhemse
jeugd, middelbare schooltijd,
studie in Tilburg, tijd in Ber
gen op Zoom, over zijn contac
ten met Van Duinkerken, prof
Gerretson (Gossaert), Poeter
v.d. Meer de Walcheren, Mol-
ler en de ontwikkeling van de
tijdschriften Roeping (Raam)
en De Gemeenschap; zijn ere
doctoraat en vele andere inte
ressante zaken om uiteindelijk
het ontstaan van zijn levens
werk, het Handboek tot de
geschiedenis der Nederlandse
Letterkunde en tot de Moder
ne Letterkunde daarop te en
ten. Van een „roeman" kom je
al lezende terecht in een stuk
theorie over tekstbehandeling
en de samenhang tussen lite
ratuur en geschiedenis. Gerard
Knuvelder beschikt over een
zeer groot en waardevol ar
chief waarover hij de nodi
ge zorgen heeft maar
schreef dit boek practisch uit
zijn hoofd od.
„De aanleiding was een ver
zoek van Lambert Tegen-
boseh: vertel nu eens hoe jij
in een mensenleven in de lite
ratuur bent geëvolueerd. Ja,
en dan ga je vertellen over je
schooltijd, over je opstellen,
over de jongen in je, die beïn
vloed werd door een acteur als
Royaards en voordrachten van
Bernhard Verhoeven" (Mol-
kenboer, Molenaar, Schreurs
e.d.) „Hoe evolueer je?",
vraagt Gerard Knuvelder zich
ook nu nog af. Je hangt je op,
zei iemand tegen hem, toen hij
schreef, dat Moller er voor
zorgde, dat hij zonder kosten
aan de r.-k. Leergangen kon
studeren voor Nederlands
Daar hoef je je niet voor t»
sahamen, vindt hij.
„Mollers invloed is ook van
groot belang geweest voor
mijn oriëntatie op de zuidelij
ke Nederlanden", schrijft hij.
Zijn eerste praktische oriënta
tie vond plaats in Bergen op
Zoom, waar hij in 1921 docent
werd bij het middelbaar on
derwijs o.l.v. directeur Th. de
Jager. Hij vertelt over zijn
herinneringen (dierbare, zegt
hij nu) aan de stad, Oscar van
Hemel, Cor Slootmans e.a.,
maar vooral aan Anton van
Duinkerken, die toen semina
rist in Hoeven was. Van Duin
kerken vond in Gerard Knu
velder een man. bij wie hij
zijn literaire aspiraties kon ui
ten. „Ik heb dat eigenlijk
maar zeer kort behandeld in
dit boek", zegt Gerard Knu
velder, die in zijn archief tal
loze brieven van Van Duin
kerken uit die periode be
waart. „Ik heb alles nog, maar
mijn archief is een complete
chaos. Nijmegen wil het graag
hebben. Ik moet er nog eens
goed over nadenken; zelf heb
ik geen tijd om het uit te
zoeken. Ik werk momenteel
alleen in opdrachten en dat is
al zoveel, dat ik aan mijn
eigenlijke werk (herziening
handboek, schoolboeken) nau
welijks toekom, Hoe lang blijf
ik nog fit? Je moet prioritei
ten stellen.
Een andere belangrijke fi
guur in zijn archief is prof.
Gerretson (Geerten Gossaert),
van wie hij de essays uitgaf
en wiens volledige werken
momenteel verschijnen. Over
hem vertelt Knuvelder aardige
anecdotes in zijn boek. Bij
voorbeeld. dat een niet onaan
zienlijk deel van de proef
schriften waarop afgestudeer
den promoveerden voor een
deel of soms geheel door Ger
retson geschreven waren. Mo
tief b.v.: de te promoveren
jongeman stond op punt van
vertrek naar Nederlands-Indië
(als bestuursambtenaar) en
had niet de tijd, gelegenheid,
respectievelijk de hersens om
in korte tijd zijn proefschrift
te schrijven of te voltooien.
Gerretson had toch de nodige
teksten (bronnen) gereedlig
gen. Gerard Knuvelder be
schikt over een rijtje namen
hem door Gerretson verstrekt,
maar heeft ze uit zijn boek
gelaten. „Het zijn nu hoogge
leerde bekende heren". Ook
schreef Gerretson redevoerin
gen, die op naam van Colijn
staan. Uit de Nieuwe Eeuw
periode vertelt Knuvelder
over Gerretson iin zijn boek en
aan mij: „Zijn artikelen waren
meestal twee tot drie maal zo
lang (20 vellen getikt b.v.) als
ze verschenen. Hij stuurde mij
dan een telegram van 17 vel
len achteraf met het bewijs
materiaal (bv in de Indië-
kwestie t.a.v. Van Mook), die
hij niet kon publiceren, maar
waarvan hij vond, dat ik als
redacteur die moest kennen".
Uitvoerig besteedt Gerard
Knuvelder in zijn boek aan
dacht aa n de controversen en
samenwerkingspogingen van
de tijdschriften Roeping en De
Gemeenschap. We praten sa
men over het al en niet sa
mengaan van De Linie en De
Nieuwe Eeuw indertijd. „De
jezuj'ten kwamen mij de op
richting ervan meedelen. We
schrokken ervan: de kapitaal
krachtige jezuietèn. Ik heb er
altijd naar gestreefd heteroge
ne dingen bij elkaar te bren
gen. Je kunt zeker niet zeg
gen. dat De Nieuwe Eeuw tra
ditioneler katholiek was dan
De Linie, integendeel, maar
De Linie zat in Amsterdam,
De Nieuwe Eeuw in Helmond;
zij werkten meer met sterke
verhalen dan wij; factoren, die
naar mijn mening het einde
van De Nieuwe Eeuw mede
bepaald hebben", aldus Knu
velder, die nu in ..zijn" tijd
schrift Brabantia in toenemen
de mate streeft naar een inte
resse-verbreding naar actuele
culturele politieke zaken.
De interesse-verbreding
voor de Nederlandse literatuur
vind je bij hem ook in zijn
aandacht voor de Vlaamse li
teratuur. Daarover lees je in
Onachterhaalbare Tijd. Actief
is hij nu nog in het Guido
Gezelle-Genootsohap. Voor
deel IV van zijn handboek,
dat hij momenteel in bewer
king heeft, zijn juist deze
week „de kaarten geschud". In
deel Hl behandelt hij de Ne
derlandse en Vlaamse literato
ren nog apart, maar in deel
vier zal hij ze onder één noe
mer vatten, omdat ze naar el
kaar toegegroeid zijn. „lp
Vlaanderen gebeuren momen
teel veel interessantere dingen
dan hier".
Zijn leraarschap. Dat on
derwerp zou nog jn één van
de 24 delen kunnen verschij
nen, die ik nog in mijn hoofd
heb; zoals b.v. één over Van
Duinkerken. Ik ben vermoede
lijk een zeer onorthodox do
cent geweest. Dat meen ik o.a.
te merken aan. oud-leerlingen,
die ik nog wel eens ontmoet.
We zijn met de literatuurwe
tenschap nog in een beginsta
dium. Wie weet wat nu pre
cies literatuur is? Er is epn
periode geweest, dat de ge
schiedenis helemaal wegge
schoven werd; dat er op de
scholen alleen maar belang
stelling bestond voor actuele
schrijvers als Wolkers, Reve
e.d. Er is echter een kentering
gaande; de jeugd blijkt ook
geïnteresseerd in oude teksten.
Maar een dooie pier kan na
tuurlijk Vondel niet interes
sant maken. Zelf ben ik altijd
tegen een Gijsbrecht-uitvoe-
ring voor de massa geweest.
Dat is goed om de belangstel
ling voor literatuur de nek om
te draaien. Begin met b.v een
klucht en ontdek, dat litera
tuur ook gezellig kan zijn".
En dan praten we nog wat
over Maatje, Van Dijk,
Chomsky: Gerard Knuvelder
blijft de ontwikkelingen vol
gen om zijn boeken bij de tijd
te houden. Tijdschrift Raam:
„Zo, verdwijnt dat? Ja. het
wordt wel geschreven, maar
zo gauw moet je de moed niet
opgeven. Ben bezig het bij
een andere uitgever onderge
bracht te krijgen. Ik denk, dat
er plaats is voor een literair-
wetenschappelijk en literair-
kritisch tijdschrift voor een
breder publiek in een niet te
ingewikkelde stijl. Er bestaat
geen literaire kritiek meer",
zegt hij. „Dat is jammer".
Dat was een gesprek in de
marge van zijn boek Onach
terhaalbare tijd, dat op zijn
instignatie een coproduktie
werd van een Nederlandse en
een Vlaamse uitgever. „Dat
zou méér moeten gebeuren".
Op de omslag staat een foto
van de Drunense duinen. Ge
rard Knuvelder is Brabander
met de Brabanders geworden,
maar nog geen literatuur met
de literatuur. Hij is nog volop
bezig.
HENK EGBERS
Hilvarenbeek is. als dorp
langs de Vlaams-.Nederlandse
grens al jaren een begrip in
het culturele leven. De Kem-
pisohe cultuurdagen z.g. wach
ten nog steeds op een eigen
tijdse vervanging. Tussen
haakjes: Wat momenteel in
het Grensland-kontakt van
Groningen tot en met Limburg
langs de Nederlands-Duitse
grens gebeurt zou kunnen sti
muleren. Met het uitreiken
van de Beneluxprijzen voor
nieuwe harmonie- en fanfare
composities vorige week in
Hilvarenbeek, heeft deze
plaats nog weer eens bewezen
op de stimulerende functie,
die ze nog steeds heeft op het
oulturele leven, dat grenzen
overschrijdt. Bij gelegenheid
van dit gebeuren is er momen
teel tot 18 nov. dagelijks
van 2 tot 5 uur een uitgebrei
de tentoonstelling te zien on
der het motto MUZIKAAL
PALET. Een origineel thema,
dat gezien de honderden in
zendingen, is aangeslagen. On
geveer tweehonderd creatieve
produkten van beeldende kun
stenaars, gemaakt op het the
ma muziek, hangen in het
raadhuis, het dicht daarbij
gelegen Rabo-bankgebouw en
in galerie De Kinderkus, ach
ter de molen.
Het gevaar van zo'n open
inzending (en tentoonstellen
ervan) is natuurlijk dat rijp
en groen doorheen hangt. Je
kunt het ook zien als een pre
sentatie van tallozen, die in de
provincie hetzij knutselend,
hetzij vakbekwaam bezig zijn.
„Valse triste" heet een inzen
ding van Sylvia Muller uit
Sprundel. Voor mij een beetje
een karakteristiek van het to
tale gebeuren. Natuurlijk han
gen er ook goede dingen van
kunstenaars als Gerrit de Mo-
ree, Ru van Rossum, H.
Ubink, Will Vaes. Evarsky,
Jan Strube e.a.: gekke dingen
als een muziekmachine van
Th. Walenberg en keramische
muziekinstrumenten van Geert
Jacobs. Maar van een integra
tie tussen muziek en beelden
de kunst is niet alleen weinig
sprake, het zou ook niet goed
zijn wanneer dit een weer
spiegeling was van het muzi
kaal gebeuren in ons land. Je
doet er best aardige ontdek-
Het nieuwe boek van HE1N-
RICH BÖLL, waarvan de afge
lopen week de Nederlandse
vertaling versoheen: DE VER
LOREN EER VAN KATHA-
RINA BLUM (uitg. Elsevier f
16.90) balanceert tussen wraak
•n literatuur. Hoewel het
structureel enigszins aansluit
bij zijn verslaggeversfunctie
in zijn vorige boek (Groepsfo
to met Dame) bezit het m.i.
niet die kracht. In het Katha-
rina-boek vereffent Böll op de
eerste plaats een rekening met
het Duitse Springer-boule
vard-blad Bildzeitung, dat
hem in '72 verdacht maakte in
verband met de Baader-Mein-
hof-groep. De ondertitel van
het boek: Hoe geweld kan
ontstaan en waartoe het kan
leiden, is dan ook wel zo be
langrijk, omdat het zijn inten
tie duidelijk weergeeft. Het
dilemma tussen persvrijheid
en „het soort krantenlui, die
onschuldige mensen van hun
ter, hun reputatie en hun ge-
■IMVWiHlllliRM
zondheid beroven" en de wijze
waarop dat gebeurt staat cen
traal.
„Indien zich bij de beschrij
ving van bepaalde journalis
tieke praktijken overeenkom
sten hebben voorgedaan met
de praktijken van Bildzeitung,
dan zijn deze overeenkomsten
niet opzettelijk en evenmin
toevallig, maar onvermijde
lijk", zet Böll aan het begin
van zijn boek. Maar het is wel
duidelijk, dat dit boulevard
blad („dat lor") aan de orde is
bij het verzonnen verhaal.
Verder komen er een aantal
personen en situaties aan de
orde, die je kunnen laten gis
sen. Maar daarvoor zul je goed
ingevoerd moeten zijn in al
lerlei Duitse situaties.
Het boek is een soort thril
lerachtige detective. Aanmer
kelijk korter dan zijn vorige
turf (58 korte, tot zeer korte
en ruim.gedrukte hoofdstukken
over 172 pagina's). Om het
verhaal zelf hoef je het niet te
lezen; ook niet om de visie,
die Böll geeft op de sensatie
pers, want daar komen geen
zaken aan de orde, die we nog
niet weten. Ik las het boek
juist in de dagen, waarop de
kranten nogal aandacht be
steedden aan een „benedictij
nenklooster in het zuiden des
lands" en wie dan verschillen
de kranten naast elkaar legt
weet precies wat Böll bedoelt.
Maar het is toch de ongemeen
knappe verteltrant van Böll,
die daarbij alle mogelijke va
rianten bespeelt, die je het
boek geboeid laten lezen; ook
als je zoals ik anders
nauwelijks in staat bent een
detective uit te lezen.
Böll noemt zijn boek „een
verslag". Het bestaat dan ook
grotendeels uit de weergave
van verhoren door de politie
van Katharina Blum, die een
journalist van Zeitung over
hoop geschoten heeft, omdat
de krant haar kortstondige re
latie, tijdens carnaval, met een
een door de politie gezochte
man, op allerlei mogelijke ma
nieren verdraaid in het nieuws
had gebracht. Daarbij geeft
Böll verslag van deze kranten
berichten eu de reacties van
de mensen, die bij de zaak op
een of andere wijze betrokken
zijn. Hij dikt daarbij de zaak
zo aan (Katharina als de pron
te kuise Duitse dienstbode en
mannen van gewicht op vrij
ersvoeten), dat er als het ware
een nieuw Bild-verhaal ont
staat. Maar de moralist in Böll
kan het niet laten daar com
mentaren tussendoor te vlech
ten. Het aftappen van tele
foons komt aan de orde. „Heb
ben de superieuren er een
idee van wat zij van hun amb-
teriaren, hun employés psy-
ahisch eisen", vraagt hij .zich
af. „Dit is eindelijk een ter
rein (de telefoonzedengang-
sters), waarop kerken en vak
bonden zouden kunnen samen
werken", luidt zijn ironische
aanbeveling. Maai- bovenal wil
nij waarschuwen tegen de
Sohund-journalistiek, stoom
fluit van een ondergesneeuwd
driftleven bij talloze lezers er
van en van de commercie. Je
hoeft maar om je heen te kij
ken om te weten, dat de waar
schuwing lijkt op die van.
Rook niet meer, slecht voor je
gezondheid. Het boek is dan
ook vooral een persoonlijke
rekening, die hij te vereffenen
had. En dat doet hij knap, al
heeft hij méér te bieden.
H.E.
„Tegen de kaalslag in de
steden zeggen we momenteel:
stop! Maar tegen de kaalslag
op concert- en toneelpodium
schijnt men geen enkel be
zwaar te hebben", aldus de
Brabantse commissaris van de
koningin J. v. d. Harten on
langs op de jubileumviering
van het Zuidelijk Historisch
Contact. Voor wat het, toneel
betreft komen de laatste tijd
de eerste bezwaren daartegen
los met name tegen de voor
genomen subsidie-verlaging
van het toneelgezelschap Glo
be. De kaalslag van f 240.000,
die voor het volgende seizoen
op Globe gepleegd moet wor
den, betekent niet alleen een
inkrimping van ongeveer 15
leden op het personeelsbe
stand, maar bovendien een in
krimping van activiteiten.
Die consequenties zijn dode
lijk, aldus Gerard Knuvelder
in het jongste nummer van
Brabantia. „Met de thans toe
gestane middelen wordt het
gezelschap in een positie ge
dwongen, die binnen enkele
jaren zou overeenkomen met
die van Podium. Dan ligt het
voor de liand, dat Globe op
ook dezelfde wijze met dezelf
de argumenten van de lijst
der gesubsidieerde toneelge
zelschappen zal worden afge
voerd, zoals recentelijk met
Podium is gebeurd. Immers:
de enkelvoudige bespeling be
tekent minder voorstellingen
in Brabant en de noodzaak
van een veilige repertoire
keuze (die betékentkassuc
cessen). Het is een raadsel hoe
GS, de Staten en andere sub-
sidiënten deze mutilering om
wille van een onnozele paar
ton accepteren", aldus Knuvel
der, die voorrekent, hoe one
venredig hoog en verhoogd de
uitgaven voor wegenbouw in
vergelijking met de kosten
voor „ontwikkeling en opvoe
ding" in '74 en '75 op de
provinciale begroting zijn.
En daar komt waarschijnlijk
weinig verandering in omdat
GS o.a. meent, dat de secun
daire en tertiaire wegen ver
beterd moeten worden. Het
moge dan tussen haakjes
een gevolg zijn van een be
wuster ervaren van het na
tuurlijke milieu (en daar kun
nen weinig bezwaren tegen
zijn) het is de vraag of deze
mening gedeeld wordt op de
eerste plaats door de mensen,
die aan deze secundaire en
tertiaire wegen wonen en op
de tweede plaats door de men
sen, die daarvan gebruik ma
ken? Zelf heb ik er de smoor
over in, dat een zeer bochtige
en vrij labiele secundair,
waarover ik dagelijks
rijden, binnenkort „verJ
wordt tot een „primaire
heidsweg. En ik sta daar'
alleen in. Vorm vaneen*
re bewustwording?
maar dat kan geen kwaal
Een beetje ervan kunrt-
op cultureel terrein ook
gebruiken en zeker in j,
ten en in gemeenten
waarin de economische
nog prefereert boven de
rele groei. Iets van een q
bewustzijn speur je nu
eerste reacties op de 51
politiek. De woorden
Knuvelder werden door t
Provinciaal Genootschap
Kunsten en Wetensc
overgenomen in een
aan GS en de vier grote"»
diërende steden,
wordt ingehaakt op een'h|
gemeenteraad van Eiqfal
aanvaarde motie waarin li
W. verzocht worden pr0n,
le en rijksoverheid te b
gen Globe kansen te gevet]
vanuit het rapport Het 1
vraagstuk in Noord-B.
(samengesteld op verwek!
het provinciebestuur) tot j
nieuwe structuur te kn
die n.b. méér geld gaat k»
Het bewustzijn breekt t_
waarmee zijn we elgenüj j
zig? Met cultuurerosie,
Gerard Knuvelder. Met 1
slag zegt commissaris Van1
Harten.
Er is indertijd wel eensp
zegd: Verdwijnt Globe,
blijven er nog genoeg tone
gezelschappen over, die 1
kunnen spelen. Antwoord j
is parasiteren op andere
vincies, die gezelschapp...
subsidiëren en waarteps j
voorstellingssommen niet 1
wegen. Eenzelfde situatie t
zich eigenlijk voor in
waarvoor het overigens 1
geen zin heeft een eigen J
zeischap overeind te hm
De andere gezelschappen 1
Zeeland gegund, maar tl
iets van een onrechtvi
heid in, zoals boven ges
ook al is Zeeland na I
ae provincie, die in den li
het meest neertel* voor t
lk blijf het zinvol vinden l
een herstructurering moJ
lijk aan de hand van genos
rapport van Zuidelijk li
neel Globe, Zeeland bij I
overleg en de consequente I
nanciering (herverkaveling!
betrekken. Een gezamenlijk
verantwoordelijkheid,
als één van de vier grote a
sidiërende gemeenten heel:4
dertijd, als eerste, in de
meenteraad een positieve
wijkende mening tav 1
Proloog-kwestie ingenw
Mogelijk gaat deze raad
nu ook eens vanuit andere jj|
zichtshoeken bekijken,
gens zijn we zeer beni
naar de consequenties in tn
na de kaalslag-uitspraak n
commissaris Van der Harten I
kingen en het geheel is leuk
om te bezoeken. Sympathiek
is ook het feit, dat de erkend
goede kunstenaars hangen tus
sen de hobbyisten. Je haalt ze
er zelf wel uit. Nog enkele
namen van deelnemers uit de
ze regio: H. Borster, Wim van
der Beek, Anke Sinninghe,
Paul Lemmens, W. v.d. Boorn,
R. Korsmit, R. Miltenburg, J.
Miohielsen. R. Nelissen, Peter
van Saane, Niels van Spaen-
donck.
H.E.
eindredactie
henk egbem
Het wordt de laatste laren steeds prettiger om te
verschijning van hoe zul je liet noemen jaarboek,
tiegids, of cultuuragenda die gekomen is voor de aloude "J
almanak. De SNOECKS '75 (uitgeverij Nijgh Va"
f 7,25) is er. Ik zag hem ai liggen op de Vlaamse Boekrug
kreeg de indruk, dat ze wegvlogen. Heb zo'n idee, dat
ieder jaar groter wordt De behoefte aan culturele 1 T
neemt overhand toe. Ook al wordt dit vaak nog Sf"r"
wat geen geld opbrengt en alleen maar geld kost: heiff
zeker niet voor deze Snoeckg (geen geld) en het tv
waar, want het genoegen dat veel mensen eraan belfl
indirect toch omgezet in klinkend metaal voor degev"
alleen maar oog voor hebben Het boek(je) bevat n!i::i
na's, die uiterst prettig in zwart-wlt en kleur gedrukl W1
fotomateriaal bevatten. De informatie is soms wat
maar er staan ook zeer gedegen stukken in. Echt
„voor elk wat wils" Tei informatie enkele grepen rr
Rep vertelt, als introductie op de komende NCR!
nog weer eens hoe het Etigiandspiel in elkaar zat; alUV^ <t
cartoontekenaars Mordiuo en Franquin; literatuur j
pagina's met o.m. verhalen van Gijsen. Hazeu en A111
dragen over verschenen boeken in het afgelopen 13:11
land (Dubois), Frankrijk (Bonnefoy), in het
taalgebied (Thielemans en in Duitsland (Matthijse)^
schrijft over de Sovjetliteratuur, Van Nuffel over
Geursen over Nobelnrijswinnaar White; mode
multi-nationals klassiekmuziek (van Theo Olof)
beeldende kunst (Hyperrealisme, Belle Epoque), toneri
en China, arm en gelukkig zijn en aantal onderv eri1™
kleurige grabbelton, die u ervan mogen overtuigen,
kat in de zak koopt met deze Snoecks '75.
Opgave
Wie verre rei
zen doet, moet
heel wet af
zoenen. Dat
geldt zeker
voor de
Amerikaanse
minister van
buitenlandse
zaken, die hier
bezig is met een
soort mond-op-
mond-beademing
van;
a. Ethel Kennedy
b. Tina Onasais
c. Nancy
Kissinger.
Hier woreft
iemand met enige
moeite een be
kend Nederlands
gezegde
ontfutseld,
namelijk:
door H. W. FILARS
EEN ZET VI
dammZi3n a!Remeenheid kar
weet te dat diegeen
gaat h k,|ken da" zijn té
denlrf ,SteIlin? ook °P;
beert achts in één kleur
verion de eerste slag
°P te doorvorsen.
H°e doet u b.v. dit:
5 4
VB 9 8
<*AB9
A H 2
A 10 8
f Géén
O H 8 7 6
10 8 2
West'na 8.ever' niemand kw
pen -Tu' - noord één hai
ruiten ™ee ruiten
8en te kunü U (zuid'
Sen tp u "nc'n maken, besl
uSa^atou?nTpevenJnet het a
heer Uit ,gen drie SA kc
twee na°ost moedigt aan
Het is not°0St iegt schopp
sch°Ppen m u zonder
een schönn»1^?1 aaa te ne.
Paar zetten kking over-
8rePen. dit K -rder k«kt nii
Hoeten 1 van de ruit
d zitten. Wel da