DEN UYL: NIEUWE
VOOR VRIJE
Econo
mische
orde
in liet
Lanser (CNV)
kiest voor
spreiding
van maeht
KOK (NVV)
WIL ARBEID
VERDELEN
Prol. van Esveld
voorstander
van
medezeggenschap
Verstrooid
We zijn niet gevorma om
het leven te groeten
I -rT ue vaste gan° door
Onopgelost
Overheidstaak
Werkloosheid
Verandering
T"< !«-
L -^[ferlandse bisschop-'
Ate de Adventsbrief 1974
ben .1 1ema -Bidden" heh-
Uita»jW1Jti' vergelijken de
een';.1 Van nu die van
Paler Hulshof
DOOR
CORi\
VERMOEI E\
IINSÉN Pfl-NGEN PEILINGEN PELNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
NGEN,^PÊIL|NGfN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILING
ÉlLlNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGE
.Socialisme, «en beweging
naar een maatschappij zon-
klassetegenstellingen,
naar in de ene mens de an
der mei meer uitbuit. Waarin
de een op grond van bezit en
eigendom geen overmacht
mcer heeft over de ander.
Waarin inkomensongelijkheid
„os slechts de matige weer
ga. is van uiteenlopende ver
antwoordelijkheden. Waarin
zelfbestuur in alle samen
werkingsverbanden is ver
wezenlijkt"
Dat is het maatschappij
beeld dat minister-president
drs. J. den Uyl voor ogen
staat. Hij schetste dat 1 okto
ber j.l. in Nijmegen. Hij gaf
daar voor de leden van het
Werkgeversverbond zijn vi
sie op „socialisme en de
vrije ondernemingsgewijze
prodnktie".
Socialisten- zo betoogde
drs Den Uyl, hebben nooit
op erg goede voet gestaan
met die productiewijze. In
Neder,and hebben ze tussen
1920 en nu herhaaldelijk in
plannen en studies gepleit
om de particuliere eigendom
ran de produktiemiddelen in
te perken.
Nu, in 1974. bestaat „dé"
vrije ondernemingsgewijze
produktie niet meer- De
overheid legde ze met tal
van maatregelen aan banden.
Er is echter heel duidelijk
een nieuwe fase in de ont
wikkeling van de economi
sche orde ingetreden. Door
de technologie en de nieuwe
schaarste, waarvan we ons
nog maar kort bewust zijn.
Ook door ons besef dat het
mildieu niet te zwaar belast
mag worden.
De minister-president be
kende zich als een tegenstan
der van staatssocialisme. En
als een voorstander van een
beperkte economische groei,
waarin de inkomensverschil
len worden verkleind en de
overheid een flinke vinger in
de investeringspap moet heb
ben.
Er is de laatste jaren veel
veranderd in het economisch
bestel. Daardoor is het
vraagstuk van de eigendom
van de produktiemiddelen
minder zwaarwegend gewor
den. Het is echter niet opge
lost. Onopgelost liggen er nu
de vraagstukken van de me
dezeggenschap. de verhou
ding kapitaal en arbeid m de
onderneming.
Duidelijk sprak drs- Den
Uyl uit dat de werkloosheid
(ernstig) niet los kan wor
den gezien van de beperkin
gen die de overheid de laat
ste jaren aan de onbelem
merde economische groei
heeft opgelegd. Er is een
spanning tussen wat de rege
ring wil doen om de volledi
ge werkgelegenheid te waar
borgen en haar wens econo
mische ontwikkelingen te
beperken, het milieu te be
schermen en grondstoffen te
sparen.
De ondernemingsstructuur
dient verdergaand hervormd
te worden en het produktie-
proces moet verdergaand
vermaatschappelij kt worden,
aldus drs. Den Uyl. Hij ziet
een economische orde waarin
allen die in het produktie-
proces werken samen het ka
pitaal organiseren en waarin
de tegenstelling tussen kapi
taal en arbeid overwonnen
De economische orde
het systeem van voortbren
ging; van diensten en goede
ren moet er in de eerste
plaats toe bijdragen dat de
mens zich zo volledig moge
lijk in zo groot mogelijke
vrijheid kan ontplooien. Dat
houdt in dat men moet kij
ken welk economisch sys
teem het beste bijdraagt tot
een zo groot mogelijke sprei
ding van de macht.
Dat zei CNV-voorzitter J.
Lanser op 17 oktober in Lun-
teren in de rede die hij uit
sprak ter gelegenheid van
het 80-jarig bestaan van de
Christelijke Bedrijfsbond.
Hij reageerde kennelijk op
do socialistische opvattingen
die minister-president Den
Uyl in Nijmegen kenbaar
had gemaakt. Lanser baseer
de zich op zijn christelijke
maatschappijvisie*
H.i liet er geen twijfel
over bestaan de huidige eco
nomische orde de vrije
ondernemingsgewijze pro-
duktie niet ideaal te vin
den. Maar er is hem geen
bestaande economische orde
bekend die beter, of minder
slecht is dan de westerse.
Omdat die de mens de beste
waarborgen biedt zijn ver
antwoordelijkheden in zo
groot mogelijke vrijheid te
dragen. Hij kiest voor een
economisch systeem dat
daarvoor het beste kader
biedt. Daarom wijst hij
staatsproduktie af. Want
daarbij is van spreiding van
macht, geen sprake. ..Weini
gen beslissen dan over zeer
velen". Hij is daarom ook
huiverig voor die instelling
van een nationaal investe
ringsfonds.
De heer Laser heeft „een
zekere voorkeur" voor de
particuliere ondernemingsge
wijze produktie, mits daarbij
democratisering van de on
derneming voortgaal. Want
die economische orde waar
borgt liet best de spreiding
van de macht. Een levens
groot gevaar in die orde is
echter de schaalvergroting,
waarbij ook weer concentra
tie van macht plaats vindt-
Als dat doorgaat kan- zo
vindt de heer Lanser, er nog
maar weinig ruimte overblij
ven voor principieel verweer
tegen concentratie van macht
bij de staats-overheid.
Hij voelt niets voor „ver-
gemeenschappelijking van de
produktie". Wel voor ..demo
cratisering van de produk
tie". Ondernemers die zich
verzetten tegen deze demo
cratisering van de onderne
ming verzetten zich in feite,
zo stelde de heer Lanser, te
gen een meer fundamentele
uitbouw van de onderne
mingsgewijze produktie.
In dat economisch systeem
heeft de overheid de taak en
de plicht de welvaart en het
welzijn van het hele volk te
dienen. Zij moet de werkge
legenheid en de sociale ze
kerheid bevorderen. Ze heeft
liet recht het bedrijfsleven
lasten op te leggen en voor
waarden te stellen.
Het CNV pleit „met een
zekere hartstocht" voor ver
sterking van de medezeggen
schap van de werknemers
Omdat dit bijdraagt tot het
dragen van gespreide verant
woordelijkheid. En. omdat
daardoor ook de verdeling
van het inkomen van de on
derneming een zaak van ge
meenschappelijke verant
woordelijkheid wordt.
De gedachtemvisse-
ling over het econo
misch systeem in ons
land is in een stroom
versnelling gekomen.
De discussie was al en
kele jaren aan de gang.
De energiecrisis en
de huidige economi
sche crisis, die gepaard
gaat met een steeds
stijgende werkloos,
heid, heeft de vraag, of
de vrije onderne-
mingswijze produktie"
ons al of niet uit de
moeilijkheden kan hel
pen zeer actueel ge
maakt.
Er zjjn daarover de
afgelopen maanden ve
le meningen verkon
digd, vele visies op hel
tapfjt gebracht.
Het is duidelijk dat
het vraagstuk van de
economische orde een
van de grote strijdpun
ten in ons land aan het
worden is.
Het lijkt niet on
waarschijnlijk dat dat
vraagstuk ook een niet
onbelangrijke plaats op
de achtergrond zal in
nemen, als de regering
volgende week het par
lement haar plannen
voorlegt, die tot doel
hebben de economische
teruggang en de werk
loosheid te bestrijden-
Onze redacteur Jac
ques Levij heeft vier
visies die over die eco
nomische orde de afge
lopen weken zijn gege
ven, samengevat.
Omdat zij de kernen
bevatten, waarom het
in de toekomstige dis
cussies erover zal
gaan: totale verande
ring van de economi
sche orde, vergaande
hervormingen die zul
len leiden tot een sterk
door de overheid gelei
de economie, of hand
having van het huidige
systeem niet diepgaan
de of lichte aanpassin
gen aan de eisen „van
de tijd".
Het NVV zal ..de daden
van de regering blijven be
oordelen op de mate waarin
ze erin slaagt de spreiding
van inkomen. kennis en
macht voort te zetten en de
maatschappelijke structuur
wezenlijk te veranderen".
Dat zei NVV-voorzit ter
drs. IV. Kok op 20 september
j.l. in de vergadering van het
ver bonds bestuur. Hij gaf er
de eerste reactie van het
NV V-hoofdbestuur op de
troonrede en miljoenenno
ta.
Hij liet er geen twijfel
over bestaan dat het NVV,
over het algemeen, wordt
aangesproken door het beleid
van het kabinet-Den Uyl-
Om-lat hel streeft naar:
afbouwen van ongelijkhe
den;
wegnemen van onrecht
vaardigheden,
scheppen van gelijke kan
sen;
eerlijker verdeling van
inkomens en vermogens;
spreiding van ontplooi
ingsmogelijkheden, macht en
zeggenschap.
De heer Kok constateerde
ook dat er in het regerings
beleid te veel sprake is van
nota's, studies en onderzoe
kingen. Dat leidt tot onge
wenste vertragingen. Van
enig rege rings-initiatief is
geen sprake op het gebied
van: grondpolitiek, het toet
sen van investeringen op hun
maatschappelijke betekenis,
het inkomensbeleid en de
herziening van het stakings
recht.
Duidelijk kritisch was de
NVV-voorzitter toen al over
„de zwakke plek in het
regering beleid", de werkge-
legenheidspolitiek. Daarover
bestond bij het NVV „enige
twijfel" en „enige zorg". De
structurele werkloosheid, al
dus de heer Kok, vloeit voort
uit de aard van het econo
misch bestel en de verande
ringen die zich daarin vol
trekken. Er zullen regelingen
moeten komen die gericht
zijn op het .eerlijk verdelen
van de beschikbare ar
beid".
„Het particulier initiatief
is niet meer in staat de soci
aal-economische doelstellin
gen van volledige werkgele
genheid in voldoende mate
waar te maken". Drs. Kok
pleitte vervolgens voor
„nieuwe instrumenten van
economische politiek met een
gericht karakter die de over
heid in staat .stellen om daar
waar dat nodig is haar in
vloed namens en ten behoeve
van de gemeenschap aan te
wenden".
Het NVV wil, in de eerste
plaats, dat de overheid de
investeringen van de onder
nemingen kan beheersen, zo
dat ze kunnen worden „ge
toetst aan het maatschappe
lijk effect dat ze teweeg
brengen". In dat verband wil
het NVV ook afroming van
onevenredig hoge winsten
om zwakkere bedrijfstakken
op de been te houden.
De voorzitter van de In
dustriebond van het NVV, de
heer A Groeneveldt, zei vo
rige week in Frankfurt op de
algemene vergadering van de
Europese Metaalbewerkers
hond recht-toe, recht-aan dat
zijn organisatie streeft naar
een anti-kapitalistische sa
menleving, omdat „een vak
bond die meent met aanpas
sing de kapitalistische struc
tuur van onze samenleving
aan te tasten, een fout
maakt"*
De economische orde kan
men niet los zien van de
aard van de mens. En van de
actuele situatie, waarin die
mens zich bevindt. Essentieel
voor de huidige problematiek
rond het vraagstuk van het
produktie-systeem is de
kloof tussen leiders en me
dewerkers. In dit raam pleit
de Leidse hoogleraar in het
sociaal recht, professor mr.
N. van Esveld. liberaal, voor
een economische orde die
enerzijds de kloof minstens
verkleint, anderzijds de mens
in staat stelt dingen zelf te
doen. Die tegemoet komt aan
zijn verlangen zelf verant
woordelijkheden te dragen.
Hij doet dat in een zojuist
verschenen boekje.
Van Esveld betoogt dat in
de afgelopen eeuw de onder
nemingsgewijze produktie „in
vele opzichten veranderd is".
De moderne mens echter is
nog meer en nog ingrijpender
veranderd. Hij is veel mon
diger geworden., staat echter
ook veel meer bloot aan
pressiegroepen, halve infor
matie. en gelooft niet meer
in veel van wat vroeger als
"goed" gold. De moderne
mens is onrustig. Hij is, te
recht meent Van Esveld. ook
maatschappijkritisch. Allerlei
instituties en structuren ver
oorzaken onbehagen. Pas
op, aldus Van Esveld. "Want
als we voor vernieuwing kie
zen, moet het middel niet
erger zijn dan de kwaal.
Hij gelooft niet dat een
wijziging van de economi
sche orde de onrust, het on
behagen zal wegnemen. Na
tionalisering van de fabrieken
of socialisering kunnen hoog
stens de stool geven tot het
treffen van maatregelen die
wél nodug zijn.
Hij geen onverdeeld be
wonderaar van de huidige
vrije ondernemingsgewijze
produktie. Maar hij wijst een
systeem af. waarbij het de
individuele mens onmogelijk
wordt gemaakt zelf een bij
drage te leveren, op zijn ma
nier. aan de gemeenschap en
er verantwoordelijkheid voor
te dragen. Keuze-vrij he id,
vrijheid van arbeid en vrij
heid van consumptie acht hij
uitdrukkingen van democra
tie.
Hij is voorstander van me
dezeggenschap binnen de
huidige "semi-kapita'listisehe
economische orde". Daarbi.i
denkt hij vooral aan verbete
ring van de werkomstandig
heden. Hij acht ook het stre
ven naar een ruim sociaal
muiimum inkomen voor ie-
dereen geboden. Daarbij
moet ook worden gestreefd
naar een rechtvaardiger en
betere inkomensverdeling.
Waarbij de particuliere, op
winst gerichte, onderne
mingsgewijze produktie ge
handhaafd moet worden. Van
Esveld erkent dat de over
heid in dit alles een belang
rijke taak heeft Maar voor
zichtigheid is daarbij gebo
den. Want voortdurende
groei van het overheidappa
raat kan leiden tot de groei
van een "vierde macht" die
de neiging heeft een staat in
een staat te worden-
De huidige economische
orde in ons land is democra
tischer dan elke andere be
kende economische orde Ze
spreidt de macht en geeft
mensen veel vrijheid. Ze zal
steeds moeten worden aange
past aan de omstandighe
den.
"STELSEL TER SPRAKE",
een discussie over de econo
mische orde tussen de hoog
leraren dr. W. Albeda en mr.
N. van Esveld en dr. S*
Mansholt (Uitg. Stichting
maatschappij en onderne
ming, 116. p., f 6,50).
•Het een woordenloze regel-
pwt laat de Marokkaanse ar-
'®l®cr m Re hoek van de cou
pe een sebedssnoer door zijn
jagers glijden. Hij doet zijn
ederlandse medereiziger
opeens denken aan de titel
jan een elpee van Boudewijn
Groot „Hoe sterk is de
Manie fietser?". Misschien
s de gedachte wel wat voor-
lfHebben wij het bidden
liie d Wat kun je eigen-
,z®Sgen over het bidden
Wei-
Min-
'-«ss
"ordt et-
veel gebeden?
5*' Ran vroeger? Min
ul. yr°eeer? Het ant-
h«t i 'S n'el 70 eenv0lKIig als
"jkt. ,le waarneming is
jmers beperkt.
ljn dc vormen,
Wat je ziet
f d» l vorme,L Re uitingen,
M *el)e<,sPrakti.jkcn. Zij ont-
amw wntwikkelen zich, ver-
fa» Cn' vcrs®huiven en ver-
u,' i eventueel. Tot op ze-
tan 10y»te kun je ze hespre-
erzoeken en tot voor-
*JLva.n ee» vergelijkende
Sn! "«ken. Maar
warmee
uian.cn. .virtdi
jezeg/6 'S n°2 lanff niet alles
W „1 of 'wintig geleden
feen twintig jaar gele-
alles in de kerk-
sacrale; de taal
Sez»menlijke op-
de 7anei,1'<>uvvde formules
'dU&. rfp lta,„. U.l 1-1.,
ld. ^een
I n a<femde
"de n" he'
ELstl!'e. de
Ide .a.. '"wae formules
t ÏÏfm ,"ou het licht, dc
I ItrgronH Jaar* ac^"
Rui"- Jttar* Op de ach-
a;': ls geraakt, thuis zo-
PiielenHou kerk< het neer-
boofd u - "anden vouwen, het
de ogen sluiten,
zich op de borst kloppen, dc
blik richten op een beelte
nis".
De balans lijkt negatief.
Maar het gaat om een vaststel
ling en de vraag is wat zo'n
vaststelling betekent. Wat de
één als een verarming voelt,
zou iemand anders als een zui
vering kunnen ervaren. Wat
de één als de leegte van het
„niet meer kunnen bidden als
vroeger" beleeft, komt mis
schien op iemand anders af als
een bevrijdende stilte. De bis
schoppen zijn inderdaad voor
zichtig in hun oordeel, wan
neer zij onmiddellijk na de
boven aangehaalde vergelij
king opmerken: ..Wie het vele
positieve dat zich aandient,
niet ziet. krijgt de indruk dat
al die vormen verdwenen, ont
luisterd. verkocht zijn".
Al is dus voorzichtigheid ge
boden wanneer je de religieu
ze situatie van nu wilt gaan
beoordelen, er is geen twijfel
aan dat we over het algemeen
veel meer moeite mei bidden
hebben dan vroeger. Sommige
gelovigen voelen zich onthand
nu veel vertrouwde gebeds
vormen zijn weggevallen.
Bij anderen dreigt het gebed
als religieuze uiting onder hun
inzet voor de maatschappij te
verkommeren. Weer andere
lijken soms meer bezorgd over
de bedreiging van de zuivere
geloofsleer dan over de ver
schraling van het gebedsle
ven.
Hoe komt het dat de van
zelfsprekendheid waarmee
veel mensen vroeger konden
bidden, plaats gemaakt heeft
voor hulpeloosheid, onwennig
heid en aarzeling? Het is niet
simpelweg een kwestie van
gebrek aan goede wil.
Het bidden heeft de tijd
niet mee, vinden de bisschop
pen. We leven in een samenle
ving, waarin kennen, kunnen,
beheersen, plannen, verande
ren en organiseren méér in tel
zijn dan de bewegingen van
het hart: spijt, blijdschap, op
standigheid, hulpbehoevend
heid. dankbaarheid, heimwee
naar het leest, rouw, verwon
dering.... „Er is behoefte aan
meer ruimte voor het gemoed.
Maar we zijn niet gevormd om
het leven te groeten. Het in
nerlijk is verschraald"
De Adventsbrief gaat uit
voerig in op deze situatie. De
brief is doortrokken van een
diep respect voor de rijke en
veelvormige gebedscultuur
van de joodse en christelijke
overlevering. En toch vind je
in de brief iets heel anders
dan vermaningen en aanspo
ringen om tot de vertrouwde
gebedsvormen terug te keren.
Dat maakt deze brief.' tot vera
demende lectuur.
De moraliserende toon ont
breekt volledig. De brief tast
het brede veld van het mense
lijk leven af. de humuslaag
van de menselijke ervaring,
waaruit de overgeleverde ge
bedsvormen konden ontstaan
We worden meegenomen op
een ontdekkingstocht. Aan de
hand van de psalmen zien we,
hoe mensen dan tot bidden
komen, wanneer er breuken
ontstaan in de oppervlakte van
het. leven. Waar de oppervlak
kigheid van het leven, de ge
wenning aan mensen, dingen
en gebeurtenissen doorbroken
wordt, komt. er ruimte voor
gevoelens van bevreemding,
ver w onder mg, vlu ch ti g hei d.
verbondenheid. afhankelijk
heid, schuld en verantwoorde
lijkheid.
Bij deze ontdekking van het
leven hooi t ook de ontdekking
van Gods verborgenheid, het
gevoel dat je God niet tegen
komt, de ervaring dat God
Mei deze eerste bijdra
ge van pater dr. J. Huls
hof verschijnt voor het
eerst sinds enige tijd ook
weer de rubriek "Kerk
in Beweging'. Het ligt
in de bedoeling dat pa
ter Hulshof, die de le
zers zich zullen herinne
ren van een beschou
wing over de abortus
kwestie onlangs in deze
krant, regelmatig in de
ze rubriek bijdragen zal
leveren. Nadat dr. Huls
hof, een pater Marist,
een aantal jaren in
Zeeuwsch-Vlaanderen In
het bedrijfsapostoiaal
gewerkt heeft, is hij
sinds het begin deze
maand als kapelaan In
Hulst werkzaam.
zich vaak niet laat beleven of
gevoelen. De brief wijst erop
dat deze ervaring een wezen
lijk element is binnen een
echte geloofsontwikkeling. Wp
kunnen God niet ontbieden of
achter de hand houden.
De vertrouwelijke en per
soonlijke manier waarop Jesus
„Abba". „Vader", kon zeggen,
lijkt In strijd met deze diep
menselijke ervaring van Gods
verborgenheid. Wanneer .Te-
zus God „Vader" noemt,
wijst dit inderdaad op een
weergaloze vertrouwelijkheid
met God. Maar de Advents
brief waarschuwt voor een
misverstand. De aanspraak
„Vader" is niet romantisch op
te vatten De vertrouwelijk
heid die in deze aanspraak tot
uitdrukking komt, is niet al
leen ontleend aan ervaringen
van geborgenheid en beschut
ting.
Het gaat om een vertrouwen
dat onder verpletterende erva
ringen werd beproefd en uit
gedaagd en toch on ge binken
bleef. „Lijden en toch het ver
trouwen niet opzeggen. Ten
ondergaan en God toch geloof
blijven schenken. God aanroe
pen en tegelijk zeggen dat Hij
je verlaten heeft. Zeggen dat
je niet kunt bidden. Ook dat
kan bidden z:jn".
Wie probeert te bidden in
de lijn van Jesus za deze
raadselachtige kwetsbaarheid
van het gebed ervaren. Het zal
nooit vanzelfsprekend zijn dat
mensen God „Vader" noemen.
Vertrouwen moet telkens op
nieuw op het leven heroverd
worden. Ook hier voel je de
onderliggende tendens van de
Adventsbrief. De ervaring dat
bidden moeilijk is, kan een
element zijn in de ontwikke
ling naar een meer volwassen
geloof.
De bisschoppen besteden
veel aandacht aan de prakti
sche problemen bij het bidden
Ze wijzen op de positieve zin
van gezette tijden en onderlin
ge afspraken. Ze wijzen op de
hulp die de gemeenschap aar
de enkeling kan bieden De
verbondenheid niet anderen
kan iemand uittillen boven de
begrensheid van de gemoed
stoestand van het ogenblik.
Het ..Onze Vader" wordt uit
gelegd als een richtinggevend
model van christelijk bid
den.
De Adventsbrief gaat in op
de verscheidenheid van moge
lijke gebedsvormen en op de
vragen en moelijkheden rond
de verhoring van het smeek
gebed. De brief heeft oog voor
het feit dat ook het bidden
aan fasen gebonden is. In de
ene cultuur zal men 'anders
bidden dan in de andere Jon
geren zullen anders bidden
dan mensen van middelbare
leeftijd en deze werd anders
dan bejaarden.
Het is te hopen dat deze
Adventsbrief veel lezers vindt.
De prachtige gebedsteksten,
die bijna spelenderwijs in1 dp
brief theoretische, maar een
praktische aangelegenheid is.
Ze laten zien dat het kan en
hoe het kan, niet hoe het
moet. Al met al een bemoedi
gende brief. Hij wekt de ver
wachting dat ook het bidden
zijn Advent beleefttoe
komst heeft.
DR. J. HULSHOF
Herderlijk schrijven voor de
Advent van 1974. Verkrijgbaar
bij de persdienst van het Bis
dom Breda. Vcemarklstr. 48,
Breda. Tel.: 01600-17414. Prijs:
f 1,25 met verzendkosten. De
Adventsbrief vestigt de aan
dacht op het boekje „Thuis
bidden", een uitgave van de
persdienst van het bisdom
Breda. Prijs: f 2,75.
Ik ben altijd jaloers geweest
op mensen die echt ver
strooid zijn-Jammer genoeg
ken ik er maar een paar en ik
heb de indrukdat zij erg
gelukkig zijn. Van sommige
anderen lijkt het of ze een
beetje verstrooid zijn, maar
dan blijkt het niet om een
echte, intellectuele verstrooid*
heid te gaan, maar om een van
de talloze andere vormen van
suffenafwezigheid en bijbe
doelingen. Je hoort als het wa
re in hun hoofd een kassa
rinkelenje ziet ze ambitieuze
plannetjes koesteren of in ge
dachten al het volgende onder
werp aansnijden. De aanwe
zigheid is aan een zo klein
plaatsje en een zo kort mo
ment gebonden, dat afwezig
heid eerder waarschijnlijk dan
onverklaarbaar is.
Er is een vorm van suffen
waardoor ik persoonlijk nogal
eens geteisterd wordHij is
bijna e onbenullig om te ver
tellen, maar bij een voorzichti
ge steekproef bleek mij. dat
er meer mensen onder lijden
dan k gedacht had. Deze
vorm heeft, vrees ik, niets met
de groteklassieke verstrooid
heid. te maken, ook niet met
creatief of regenererend suffen,
maar eerder met vijandelijke
troepen die een leeg hoofd be
zet houden liet gebeurt dat. er
de hele dag lang een kreet of
een liedje in mijn hoofd zoemt
en dat ik het niet. kwijt kan
raken. Het blijft niet hangen
omdat het mij geïmponeerd
heeftmaar juist vanwege de
irritatie die het veroorzaakt.
Ik moet op zo'n moment op
mijn woorden passen om niet
juist die woorden te zeggen of
te zingen. En dat is te meer
gênant omdat het werkelijk
niet om mooie teksten gaat
maar juist om dingen die ik
volstrekt niet in mijn hoofd
wil hebben. Het is een vreem
de ervaring te merken, dat je
de meest onbenullige dingen
onthoudt en dat die tot een
obsessie worden. Het geheu
gen leidt een eigen leven.
Vroeger zoemden m mijn
hoofd nog wel eens zinnen uit
boekendie door hun merk
waardige vorm bleven han
gen, tegenwoordig zorgt de te
levisiereclame gewoonlijk voor
zulke obsessies. En wat ik ook
denk of doe. elk ogenblik
moet ik de strijd aanbinden
met dingen als het fijnste
vlees bij uw e delslagerbrood
om in te bijten, een prachtig
montuur en waarachtig niet
duur, met een uitzend,bur oho
of het zal Jantje de Boer niet
wezen.
De bijbehorende merken
blijvenzelden hangen, dus
enig commercieel effect is ran
deze bezetting met te ver
wachten.
Er is bijna geen beginnen
aan deze vijanden te bestrij
den en als zulke dingen niet
een levendige haat opwekten
tegen de bezetters en wat er
van hun naam blijft haft gen,
zou ik er een. teken in kunnen
zien, dat reclameook al is zij
irritant of juist daardoor, blijft
hangen en op die manier ren
dement oplevertVoor mij zelf
geloof rk daar niets van, want
ik koop uitsluitend zaken die
ik niet ken van reclamekre
ten.
Maar daar gaat het nu niet
om; het effect van de reclame
is mijn zorg nietwat mij
betreft, mag het bij iedereen
negatief zijnEen feit is. dat
ik indringers aantref in mijn
hoofd en dat ik mij nauwe
lijks van hun opdringerige
aanwezigheid kan verlossen.
Ik kan denken aan droeve za
ken waarbij me de tranen in
de ogen schieten, maar de ge
zellige mensen die. altijd van
die smurrie in huis hebben, de
gelukkige bezitters van een-
of tweedranken en de aanstel
lers die aan de lijn doen door
almaar te etenjoelen erdoor
heen: neem het er maar van,
laat z'es glunderen, hapt zo
heerlijk weg. die fijne bon
bonkwaliteit.
Dal w geen verstrooidheid
en geen lekker suffen, maar
lijden onder het meest onbe
nullige en daardoor onschuldig
schijnende geweld, een maat
schappelijk goedgekeurde her
senspoeling van commerciële
nadrukkelijkheid Tegen dit
geweld is, voorzover ik het
kan overzien, helemaal niets
te doen: er kan alleen maar
onder geleden worden. Zelfs
een totale, louter intellectu
ele ontmanteling nan dat ge
teeld ligt niet in onze moge
lijkheden, juist omdat het ons
verstand verduistert. Wij leven
in bezet gebied en menen vrij
te zijn.