DEN UYL: NIEUWE VOOR VRIJE Econo mische orde in liet Lanser (CNV) kiest voor spreiding van maeht KOK (NVV) WIL ARBEID VERDELEN Prol. van Esveld voorstander van medezeggenschap Verstrooid We zijn niet gevorma om het leven te groeten I -rT ue vaste gan° door Onopgelost Overheidstaak Werkloosheid Verandering T"< !«- L -^[ferlandse bisschop-' Ate de Adventsbrief 1974 ben .1 1ema -Bidden" heh- Uita»jW1Jti' vergelijken de een';.1 Van nu die van Paler Hulshof DOOR CORi\ VERMOEI E\ IINSÉN Pfl-NGEN PEILINGEN PELNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN NGEN,^PÊIL|NGfN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILING ÉlLlNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGE .Socialisme, «en beweging naar een maatschappij zon- klassetegenstellingen, naar in de ene mens de an der mei meer uitbuit. Waarin de een op grond van bezit en eigendom geen overmacht mcer heeft over de ander. Waarin inkomensongelijkheid „os slechts de matige weer ga. is van uiteenlopende ver antwoordelijkheden. Waarin zelfbestuur in alle samen werkingsverbanden is ver wezenlijkt" Dat is het maatschappij beeld dat minister-president drs. J. den Uyl voor ogen staat. Hij schetste dat 1 okto ber j.l. in Nijmegen. Hij gaf daar voor de leden van het Werkgeversverbond zijn vi sie op „socialisme en de vrije ondernemingsgewijze prodnktie". Socialisten- zo betoogde drs Den Uyl, hebben nooit op erg goede voet gestaan met die productiewijze. In Neder,and hebben ze tussen 1920 en nu herhaaldelijk in plannen en studies gepleit om de particuliere eigendom ran de produktiemiddelen in te perken. Nu, in 1974. bestaat „dé" vrije ondernemingsgewijze produktie niet meer- De overheid legde ze met tal van maatregelen aan banden. Er is echter heel duidelijk een nieuwe fase in de ont wikkeling van de economi sche orde ingetreden. Door de technologie en de nieuwe schaarste, waarvan we ons nog maar kort bewust zijn. Ook door ons besef dat het mildieu niet te zwaar belast mag worden. De minister-president be kende zich als een tegenstan der van staatssocialisme. En als een voorstander van een beperkte economische groei, waarin de inkomensverschil len worden verkleind en de overheid een flinke vinger in de investeringspap moet heb ben. Er is de laatste jaren veel veranderd in het economisch bestel. Daardoor is het vraagstuk van de eigendom van de produktiemiddelen minder zwaarwegend gewor den. Het is echter niet opge lost. Onopgelost liggen er nu de vraagstukken van de me dezeggenschap. de verhou ding kapitaal en arbeid m de onderneming. Duidelijk sprak drs- Den Uyl uit dat de werkloosheid (ernstig) niet los kan wor den gezien van de beperkin gen die de overheid de laat ste jaren aan de onbelem merde economische groei heeft opgelegd. Er is een spanning tussen wat de rege ring wil doen om de volledi ge werkgelegenheid te waar borgen en haar wens econo mische ontwikkelingen te beperken, het milieu te be schermen en grondstoffen te sparen. De ondernemingsstructuur dient verdergaand hervormd te worden en het produktie- proces moet verdergaand vermaatschappelij kt worden, aldus drs. Den Uyl. Hij ziet een economische orde waarin allen die in het produktie- proces werken samen het ka pitaal organiseren en waarin de tegenstelling tussen kapi taal en arbeid overwonnen De economische orde het systeem van voortbren ging; van diensten en goede ren moet er in de eerste plaats toe bijdragen dat de mens zich zo volledig moge lijk in zo groot mogelijke vrijheid kan ontplooien. Dat houdt in dat men moet kij ken welk economisch sys teem het beste bijdraagt tot een zo groot mogelijke sprei ding van de macht. Dat zei CNV-voorzitter J. Lanser op 17 oktober in Lun- teren in de rede die hij uit sprak ter gelegenheid van het 80-jarig bestaan van de Christelijke Bedrijfsbond. Hij reageerde kennelijk op do socialistische opvattingen die minister-president Den Uyl in Nijmegen kenbaar had gemaakt. Lanser baseer de zich op zijn christelijke maatschappijvisie* H.i liet er geen twijfel over bestaan de huidige eco nomische orde de vrije ondernemingsgewijze pro- duktie niet ideaal te vin den. Maar er is hem geen bestaande economische orde bekend die beter, of minder slecht is dan de westerse. Omdat die de mens de beste waarborgen biedt zijn ver antwoordelijkheden in zo groot mogelijke vrijheid te dragen. Hij kiest voor een economisch systeem dat daarvoor het beste kader biedt. Daarom wijst hij staatsproduktie af. Want daarbij is van spreiding van macht, geen sprake. ..Weini gen beslissen dan over zeer velen". Hij is daarom ook huiverig voor die instelling van een nationaal investe ringsfonds. De heer Laser heeft „een zekere voorkeur" voor de particuliere ondernemingsge wijze produktie, mits daarbij democratisering van de on derneming voortgaal. Want die economische orde waar borgt liet best de spreiding van de macht. Een levens groot gevaar in die orde is echter de schaalvergroting, waarbij ook weer concentra tie van macht plaats vindt- Als dat doorgaat kan- zo vindt de heer Lanser, er nog maar weinig ruimte overblij ven voor principieel verweer tegen concentratie van macht bij de staats-overheid. Hij voelt niets voor „ver- gemeenschappelijking van de produktie". Wel voor ..demo cratisering van de produk tie". Ondernemers die zich verzetten tegen deze demo cratisering van de onderne ming verzetten zich in feite, zo stelde de heer Lanser, te gen een meer fundamentele uitbouw van de onderne mingsgewijze produktie. In dat economisch systeem heeft de overheid de taak en de plicht de welvaart en het welzijn van het hele volk te dienen. Zij moet de werkge legenheid en de sociale ze kerheid bevorderen. Ze heeft liet recht het bedrijfsleven lasten op te leggen en voor waarden te stellen. Het CNV pleit „met een zekere hartstocht" voor ver sterking van de medezeggen schap van de werknemers Omdat dit bijdraagt tot het dragen van gespreide verant woordelijkheid. En. omdat daardoor ook de verdeling van het inkomen van de on derneming een zaak van ge meenschappelijke verant woordelijkheid wordt. De gedachtemvisse- ling over het econo misch systeem in ons land is in een stroom versnelling gekomen. De discussie was al en kele jaren aan de gang. De energiecrisis en de huidige economi sche crisis, die gepaard gaat met een steeds stijgende werkloos, heid, heeft de vraag, of de vrije onderne- mingswijze produktie" ons al of niet uit de moeilijkheden kan hel pen zeer actueel ge maakt. Er zjjn daarover de afgelopen maanden ve le meningen verkon digd, vele visies op hel tapfjt gebracht. Het is duidelijk dat het vraagstuk van de economische orde een van de grote strijdpun ten in ons land aan het worden is. Het lijkt niet on waarschijnlijk dat dat vraagstuk ook een niet onbelangrijke plaats op de achtergrond zal in nemen, als de regering volgende week het par lement haar plannen voorlegt, die tot doel hebben de economische teruggang en de werk loosheid te bestrijden- Onze redacteur Jac ques Levij heeft vier visies die over die eco nomische orde de afge lopen weken zijn gege ven, samengevat. Omdat zij de kernen bevatten, waarom het in de toekomstige dis cussies erover zal gaan: totale verande ring van de economi sche orde, vergaande hervormingen die zul len leiden tot een sterk door de overheid gelei de economie, of hand having van het huidige systeem niet diepgaan de of lichte aanpassin gen aan de eisen „van de tijd". Het NVV zal ..de daden van de regering blijven be oordelen op de mate waarin ze erin slaagt de spreiding van inkomen. kennis en macht voort te zetten en de maatschappelijke structuur wezenlijk te veranderen". Dat zei NVV-voorzit ter drs. IV. Kok op 20 september j.l. in de vergadering van het ver bonds bestuur. Hij gaf er de eerste reactie van het NV V-hoofdbestuur op de troonrede en miljoenenno ta. Hij liet er geen twijfel over bestaan dat het NVV, over het algemeen, wordt aangesproken door het beleid van het kabinet-Den Uyl- Om-lat hel streeft naar: afbouwen van ongelijkhe den; wegnemen van onrecht vaardigheden, scheppen van gelijke kan sen; eerlijker verdeling van inkomens en vermogens; spreiding van ontplooi ingsmogelijkheden, macht en zeggenschap. De heer Kok constateerde ook dat er in het regerings beleid te veel sprake is van nota's, studies en onderzoe kingen. Dat leidt tot onge wenste vertragingen. Van enig rege rings-initiatief is geen sprake op het gebied van: grondpolitiek, het toet sen van investeringen op hun maatschappelijke betekenis, het inkomensbeleid en de herziening van het stakings recht. Duidelijk kritisch was de NVV-voorzitter toen al over „de zwakke plek in het regering beleid", de werkge- legenheidspolitiek. Daarover bestond bij het NVV „enige twijfel" en „enige zorg". De structurele werkloosheid, al dus de heer Kok, vloeit voort uit de aard van het econo misch bestel en de verande ringen die zich daarin vol trekken. Er zullen regelingen moeten komen die gericht zijn op het .eerlijk verdelen van de beschikbare ar beid". „Het particulier initiatief is niet meer in staat de soci aal-economische doelstellin gen van volledige werkgele genheid in voldoende mate waar te maken". Drs. Kok pleitte vervolgens voor „nieuwe instrumenten van economische politiek met een gericht karakter die de over heid in staat .stellen om daar waar dat nodig is haar in vloed namens en ten behoeve van de gemeenschap aan te wenden". Het NVV wil, in de eerste plaats, dat de overheid de investeringen van de onder nemingen kan beheersen, zo dat ze kunnen worden „ge toetst aan het maatschappe lijk effect dat ze teweeg brengen". In dat verband wil het NVV ook afroming van onevenredig hoge winsten om zwakkere bedrijfstakken op de been te houden. De voorzitter van de In dustriebond van het NVV, de heer A Groeneveldt, zei vo rige week in Frankfurt op de algemene vergadering van de Europese Metaalbewerkers hond recht-toe, recht-aan dat zijn organisatie streeft naar een anti-kapitalistische sa menleving, omdat „een vak bond die meent met aanpas sing de kapitalistische struc tuur van onze samenleving aan te tasten, een fout maakt"* De economische orde kan men niet los zien van de aard van de mens. En van de actuele situatie, waarin die mens zich bevindt. Essentieel voor de huidige problematiek rond het vraagstuk van het produktie-systeem is de kloof tussen leiders en me dewerkers. In dit raam pleit de Leidse hoogleraar in het sociaal recht, professor mr. N. van Esveld. liberaal, voor een economische orde die enerzijds de kloof minstens verkleint, anderzijds de mens in staat stelt dingen zelf te doen. Die tegemoet komt aan zijn verlangen zelf verant woordelijkheden te dragen. Hij doet dat in een zojuist verschenen boekje. Van Esveld betoogt dat in de afgelopen eeuw de onder nemingsgewijze produktie „in vele opzichten veranderd is". De moderne mens echter is nog meer en nog ingrijpender veranderd. Hij is veel mon diger geworden., staat echter ook veel meer bloot aan pressiegroepen, halve infor matie. en gelooft niet meer in veel van wat vroeger als "goed" gold. De moderne mens is onrustig. Hij is, te recht meent Van Esveld. ook maatschappijkritisch. Allerlei instituties en structuren ver oorzaken onbehagen. Pas op, aldus Van Esveld. "Want als we voor vernieuwing kie zen, moet het middel niet erger zijn dan de kwaal. Hij gelooft niet dat een wijziging van de economi sche orde de onrust, het on behagen zal wegnemen. Na tionalisering van de fabrieken of socialisering kunnen hoog stens de stool geven tot het treffen van maatregelen die wél nodug zijn. Hij geen onverdeeld be wonderaar van de huidige vrije ondernemingsgewijze produktie. Maar hij wijst een systeem af. waarbij het de individuele mens onmogelijk wordt gemaakt zelf een bij drage te leveren, op zijn ma nier. aan de gemeenschap en er verantwoordelijkheid voor te dragen. Keuze-vrij he id, vrijheid van arbeid en vrij heid van consumptie acht hij uitdrukkingen van democra tie. Hij is voorstander van me dezeggenschap binnen de huidige "semi-kapita'listisehe economische orde". Daarbi.i denkt hij vooral aan verbete ring van de werkomstandig heden. Hij acht ook het stre ven naar een ruim sociaal muiimum inkomen voor ie- dereen geboden. Daarbij moet ook worden gestreefd naar een rechtvaardiger en betere inkomensverdeling. Waarbij de particuliere, op winst gerichte, onderne mingsgewijze produktie ge handhaafd moet worden. Van Esveld erkent dat de over heid in dit alles een belang rijke taak heeft Maar voor zichtigheid is daarbij gebo den. Want voortdurende groei van het overheidappa raat kan leiden tot de groei van een "vierde macht" die de neiging heeft een staat in een staat te worden- De huidige economische orde in ons land is democra tischer dan elke andere be kende economische orde Ze spreidt de macht en geeft mensen veel vrijheid. Ze zal steeds moeten worden aange past aan de omstandighe den. "STELSEL TER SPRAKE", een discussie over de econo mische orde tussen de hoog leraren dr. W. Albeda en mr. N. van Esveld en dr. S* Mansholt (Uitg. Stichting maatschappij en onderne ming, 116. p., f 6,50). •Het een woordenloze regel- pwt laat de Marokkaanse ar- '®l®cr m Re hoek van de cou pe een sebedssnoer door zijn jagers glijden. Hij doet zijn ederlandse medereiziger opeens denken aan de titel jan een elpee van Boudewijn Groot „Hoe sterk is de Manie fietser?". Misschien s de gedachte wel wat voor- lfHebben wij het bidden liie d Wat kun je eigen- ,z®Sgen over het bidden Wei- Min- '-«ss "ordt et- veel gebeden? 5*' Ran vroeger? Min ul. yr°eeer? Het ant- h«t i 'S n'el 70 eenv0lKIig als "jkt. ,le waarneming is jmers beperkt. ljn dc vormen, Wat je ziet f d» l vorme,L Re uitingen, M *el)e<,sPrakti.jkcn. Zij ont- amw wntwikkelen zich, ver- fa» Cn' vcrs®huiven en ver- u,' i eventueel. Tot op ze- tan 10y»te kun je ze hespre- erzoeken en tot voor- *JLva.n ee» vergelijkende Sn! "«ken. Maar warmee uian.cn. .virtdi jezeg/6 'S n°2 lanff niet alles W „1 of 'wintig geleden feen twintig jaar gele- alles in de kerk- sacrale; de taal Sez»menlijke op- de 7anei,1'<>uvvde formules 'dU&. rfp lta,„. U.l 1-1., ld. ^een I n a<femde "de n" he' ELstl!'e. de Ide .a.. '"wae formules t ÏÏfm ,"ou het licht, dc I ItrgronH Jaar* ac^" Rui"- Jttar* Op de ach- a;': ls geraakt, thuis zo- PiielenHou kerk< het neer- boofd u - "anden vouwen, het de ogen sluiten, zich op de borst kloppen, dc blik richten op een beelte nis". De balans lijkt negatief. Maar het gaat om een vaststel ling en de vraag is wat zo'n vaststelling betekent. Wat de één als een verarming voelt, zou iemand anders als een zui vering kunnen ervaren. Wat de één als de leegte van het „niet meer kunnen bidden als vroeger" beleeft, komt mis schien op iemand anders af als een bevrijdende stilte. De bis schoppen zijn inderdaad voor zichtig in hun oordeel, wan neer zij onmiddellijk na de boven aangehaalde vergelij king opmerken: ..Wie het vele positieve dat zich aandient, niet ziet. krijgt de indruk dat al die vormen verdwenen, ont luisterd. verkocht zijn". Al is dus voorzichtigheid ge boden wanneer je de religieu ze situatie van nu wilt gaan beoordelen, er is geen twijfel aan dat we over het algemeen veel meer moeite mei bidden hebben dan vroeger. Sommige gelovigen voelen zich onthand nu veel vertrouwde gebeds vormen zijn weggevallen. Bij anderen dreigt het gebed als religieuze uiting onder hun inzet voor de maatschappij te verkommeren. Weer andere lijken soms meer bezorgd over de bedreiging van de zuivere geloofsleer dan over de ver schraling van het gebedsle ven. Hoe komt het dat de van zelfsprekendheid waarmee veel mensen vroeger konden bidden, plaats gemaakt heeft voor hulpeloosheid, onwennig heid en aarzeling? Het is niet simpelweg een kwestie van gebrek aan goede wil. Het bidden heeft de tijd niet mee, vinden de bisschop pen. We leven in een samenle ving, waarin kennen, kunnen, beheersen, plannen, verande ren en organiseren méér in tel zijn dan de bewegingen van het hart: spijt, blijdschap, op standigheid, hulpbehoevend heid. dankbaarheid, heimwee naar het leest, rouw, verwon dering.... „Er is behoefte aan meer ruimte voor het gemoed. Maar we zijn niet gevormd om het leven te groeten. Het in nerlijk is verschraald" De Adventsbrief gaat uit voerig in op deze situatie. De brief is doortrokken van een diep respect voor de rijke en veelvormige gebedscultuur van de joodse en christelijke overlevering. En toch vind je in de brief iets heel anders dan vermaningen en aanspo ringen om tot de vertrouwde gebedsvormen terug te keren. Dat maakt deze brief.' tot vera demende lectuur. De moraliserende toon ont breekt volledig. De brief tast het brede veld van het mense lijk leven af. de humuslaag van de menselijke ervaring, waaruit de overgeleverde ge bedsvormen konden ontstaan We worden meegenomen op een ontdekkingstocht. Aan de hand van de psalmen zien we, hoe mensen dan tot bidden komen, wanneer er breuken ontstaan in de oppervlakte van het. leven. Waar de oppervlak kigheid van het leven, de ge wenning aan mensen, dingen en gebeurtenissen doorbroken wordt, komt. er ruimte voor gevoelens van bevreemding, ver w onder mg, vlu ch ti g hei d. verbondenheid. afhankelijk heid, schuld en verantwoorde lijkheid. Bij deze ontdekking van het leven hooi t ook de ontdekking van Gods verborgenheid, het gevoel dat je God niet tegen komt, de ervaring dat God Mei deze eerste bijdra ge van pater dr. J. Huls hof verschijnt voor het eerst sinds enige tijd ook weer de rubriek "Kerk in Beweging'. Het ligt in de bedoeling dat pa ter Hulshof, die de le zers zich zullen herinne ren van een beschou wing over de abortus kwestie onlangs in deze krant, regelmatig in de ze rubriek bijdragen zal leveren. Nadat dr. Huls hof, een pater Marist, een aantal jaren in Zeeuwsch-Vlaanderen In het bedrijfsapostoiaal gewerkt heeft, is hij sinds het begin deze maand als kapelaan In Hulst werkzaam. zich vaak niet laat beleven of gevoelen. De brief wijst erop dat deze ervaring een wezen lijk element is binnen een echte geloofsontwikkeling. Wp kunnen God niet ontbieden of achter de hand houden. De vertrouwelijke en per soonlijke manier waarop Jesus „Abba". „Vader", kon zeggen, lijkt In strijd met deze diep menselijke ervaring van Gods verborgenheid. Wanneer .Te- zus God „Vader" noemt, wijst dit inderdaad op een weergaloze vertrouwelijkheid met God. Maar de Advents brief waarschuwt voor een misverstand. De aanspraak „Vader" is niet romantisch op te vatten De vertrouwelijk heid die in deze aanspraak tot uitdrukking komt, is niet al leen ontleend aan ervaringen van geborgenheid en beschut ting. Het gaat om een vertrouwen dat onder verpletterende erva ringen werd beproefd en uit gedaagd en toch on ge binken bleef. „Lijden en toch het ver trouwen niet opzeggen. Ten ondergaan en God toch geloof blijven schenken. God aanroe pen en tegelijk zeggen dat Hij je verlaten heeft. Zeggen dat je niet kunt bidden. Ook dat kan bidden z:jn". Wie probeert te bidden in de lijn van Jesus za deze raadselachtige kwetsbaarheid van het gebed ervaren. Het zal nooit vanzelfsprekend zijn dat mensen God „Vader" noemen. Vertrouwen moet telkens op nieuw op het leven heroverd worden. Ook hier voel je de onderliggende tendens van de Adventsbrief. De ervaring dat bidden moeilijk is, kan een element zijn in de ontwikke ling naar een meer volwassen geloof. De bisschoppen besteden veel aandacht aan de prakti sche problemen bij het bidden Ze wijzen op de positieve zin van gezette tijden en onderlin ge afspraken. Ze wijzen op de hulp die de gemeenschap aar de enkeling kan bieden De verbondenheid niet anderen kan iemand uittillen boven de begrensheid van de gemoed stoestand van het ogenblik. Het ..Onze Vader" wordt uit gelegd als een richtinggevend model van christelijk bid den. De Adventsbrief gaat in op de verscheidenheid van moge lijke gebedsvormen en op de vragen en moelijkheden rond de verhoring van het smeek gebed. De brief heeft oog voor het feit dat ook het bidden aan fasen gebonden is. In de ene cultuur zal men 'anders bidden dan in de andere Jon geren zullen anders bidden dan mensen van middelbare leeftijd en deze werd anders dan bejaarden. Het is te hopen dat deze Adventsbrief veel lezers vindt. De prachtige gebedsteksten, die bijna spelenderwijs in1 dp brief theoretische, maar een praktische aangelegenheid is. Ze laten zien dat het kan en hoe het kan, niet hoe het moet. Al met al een bemoedi gende brief. Hij wekt de ver wachting dat ook het bidden zijn Advent beleefttoe komst heeft. DR. J. HULSHOF Herderlijk schrijven voor de Advent van 1974. Verkrijgbaar bij de persdienst van het Bis dom Breda. Vcemarklstr. 48, Breda. Tel.: 01600-17414. Prijs: f 1,25 met verzendkosten. De Adventsbrief vestigt de aan dacht op het boekje „Thuis bidden", een uitgave van de persdienst van het bisdom Breda. Prijs: f 2,75. Ik ben altijd jaloers geweest op mensen die echt ver strooid zijn-Jammer genoeg ken ik er maar een paar en ik heb de indrukdat zij erg gelukkig zijn. Van sommige anderen lijkt het of ze een beetje verstrooid zijn, maar dan blijkt het niet om een echte, intellectuele verstrooid* heid te gaan, maar om een van de talloze andere vormen van suffenafwezigheid en bijbe doelingen. Je hoort als het wa re in hun hoofd een kassa rinkelenje ziet ze ambitieuze plannetjes koesteren of in ge dachten al het volgende onder werp aansnijden. De aanwe zigheid is aan een zo klein plaatsje en een zo kort mo ment gebonden, dat afwezig heid eerder waarschijnlijk dan onverklaarbaar is. Er is een vorm van suffen waardoor ik persoonlijk nogal eens geteisterd wordHij is bijna e onbenullig om te ver tellen, maar bij een voorzichti ge steekproef bleek mij. dat er meer mensen onder lijden dan k gedacht had. Deze vorm heeft, vrees ik, niets met de groteklassieke verstrooid heid. te maken, ook niet met creatief of regenererend suffen, maar eerder met vijandelijke troepen die een leeg hoofd be zet houden liet gebeurt dat. er de hele dag lang een kreet of een liedje in mijn hoofd zoemt en dat ik het niet. kwijt kan raken. Het blijft niet hangen omdat het mij geïmponeerd heeftmaar juist vanwege de irritatie die het veroorzaakt. Ik moet op zo'n moment op mijn woorden passen om niet juist die woorden te zeggen of te zingen. En dat is te meer gênant omdat het werkelijk niet om mooie teksten gaat maar juist om dingen die ik volstrekt niet in mijn hoofd wil hebben. Het is een vreem de ervaring te merken, dat je de meest onbenullige dingen onthoudt en dat die tot een obsessie worden. Het geheu gen leidt een eigen leven. Vroeger zoemden m mijn hoofd nog wel eens zinnen uit boekendie door hun merk waardige vorm bleven han gen, tegenwoordig zorgt de te levisiereclame gewoonlijk voor zulke obsessies. En wat ik ook denk of doe. elk ogenblik moet ik de strijd aanbinden met dingen als het fijnste vlees bij uw e delslagerbrood om in te bijten, een prachtig montuur en waarachtig niet duur, met een uitzend,bur oho of het zal Jantje de Boer niet wezen. De bijbehorende merken blijvenzelden hangen, dus enig commercieel effect is ran deze bezetting met te ver wachten. Er is bijna geen beginnen aan deze vijanden te bestrij den en als zulke dingen niet een levendige haat opwekten tegen de bezetters en wat er van hun naam blijft haft gen, zou ik er een. teken in kunnen zien, dat reclameook al is zij irritant of juist daardoor, blijft hangen en op die manier ren dement oplevertVoor mij zelf geloof rk daar niets van, want ik koop uitsluitend zaken die ik niet ken van reclamekre ten. Maar daar gaat het nu niet om; het effect van de reclame is mijn zorg nietwat mij betreft, mag het bij iedereen negatief zijnEen feit is. dat ik indringers aantref in mijn hoofd en dat ik mij nauwe lijks van hun opdringerige aanwezigheid kan verlossen. Ik kan denken aan droeve za ken waarbij me de tranen in de ogen schieten, maar de ge zellige mensen die. altijd van die smurrie in huis hebben, de gelukkige bezitters van een- of tweedranken en de aanstel lers die aan de lijn doen door almaar te etenjoelen erdoor heen: neem het er maar van, laat z'es glunderen, hapt zo heerlijk weg. die fijne bon bonkwaliteit. Dal w geen verstrooidheid en geen lekker suffen, maar lijden onder het meest onbe nullige en daardoor onschuldig schijnende geweld, een maat schappelijk goedgekeurde her senspoeling van commerciële nadrukkelijkheid Tegen dit geweld is, voorzover ik het kan overzien, helemaal niets te doen: er kan alleen maar onder geleden worden. Zelfs een totale, louter intellectu ele ontmanteling nan dat ge teeld ligt niet in onze moge lijkheden, juist omdat het ons verstand verduistert. Wij leven in bezet gebied en menen vrij te zijn.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1974 | | pagina 19