zalge* R"
au
DouaneschoolUniek instituut
BIJ DE FOTO'S:
37455.
Dcht
Juur.
idisch
es,
Anders doen
Kontrole
ZATERDAG 26 OKTOBER 1974
DE HONDHET BESTE
WAPEN VAN DE POLITIE
Het is een vertrouwd beeld geworden, dat bij voetbal
wedstrijden met veel en vaak emotioneel publiek, politie
agenten met honden staan opgesteld rond de grasmat. Ook
bjj massale straatrellen, zoals die in de grootste steden
kunnen voorkomen, is het gewoonte geworden politiehon
den in te zetten. Doorgaans alleen in deze bijzondere situ
aties gebruikt de politie honden.
Een uitzondering hierop maakt het Bredase politiekorps.
Op een voor Nederland unieke manier is hier het dier zo
geïntegreerd in de dagelijkse politiële dienst, dat het een
doeltreffend middel en wapen is geworden in de strijd te
gen de misdaad en bij het handhaven van orde en veilig
heid.
De politiehond heeft bij het
grote publiek de naam vals en
onbetrouwbaar te zijn. Ken
ners echter wijzen deze beoor
deling van de hand. Zij stellen
dat de politiehond niet vals is,
maar „scherp". Het verschil
tussen deze twee begrippen
dat een valse hond op de
meest onverwachte momenten
en in het wilde weg om zich
heen bijt, terwijl een scherpe
hond aleen bijt op commando
van z'n baas of onder bepaalde
omstandigheden.
Door zijn vaak imponerende
gestalte, onverschrokken op
treden en zijn geoefendheid in
bewaken en bijten boezemt de
.politiehond ontzag in. Dit
maakt hem uiterst geschikt
voor gebruik bij surveillance,
opsporen en aanhouden van
misdadigers, en andere politië
le taken. Daarbij is het - ui
teraard - niet de bedoeling dat
de hond zoveel mogelijk zijn
getraindheid in bijten im de
praktijk brengt. Voornaamste
functie is het preventief effect
door zijn aanwezigheid.
Een opgewonden menigte
mensen zal vaak alleen maar
agressiever worden wanneer
meerdere politieagenten al dan
niet met gummiknuppels ten
tonele verschijnen. De komst
echter van een politiehond
leidt er doorgaans toe, dat de
spanning onder het publiek
vanzelf afneemt.
De leiding van het Bredase
politiekorps onderkende enke
le jaren geleden het preventie
ve nut van de hond, en ging
ertoe over het dier geheel te
integreren in de dagelijkse
dienst. Het korps beschikt mo
menteel over acht honden.
Dank zij het gebruik van
honden neemt de criminaliteit
in Breda af, dit in tegenstel
ling tot de rest van het land
waar sprake is van een sterke
toename. Mede ook door de
politiehond is in Breda het
aantal aanhoudingen op heter
daad toegenomen met dertig
procent. In ongeveer zestig
procent van de aanhoudingen
was de hond in meerdere of
mindere mate betrokken.
Dag en nacht is er minstens
èen hond in dienst. Vooral 's
nachts en in de weekenden
gaat hij mee op surveillance.
Daarvoor zijn er twee speciale
„hondeauto's (de Blafdaf
en de Blaffo) beschikbaar.
Op tijden dat zich vechtpar
tijen en caféruzies kunnen
voordoen patrouilleert de hon
denwagen in de buurt van de
binnenstad. Zodra zich ergens
moeilijkheden voordoen wordt
de hondewagen onmiddellijk
naar het strijdtoneel gediri
geerd.
De Bredase praktijk leert
dat alleen bij het zien van de
Blaffo of de Balfdaf ruzies
worden bijgelegd. Meestal
blijft de hond in de wagen,
maar een enkele keer is meer
„machtsvertoon" nodig.
Zo slaagde er onlangs een
aantal agenten er niet in een
café waar gevochten werd, te
ontruimen. Integendeel. de
agressiviteit nam toe. Ook de
mededeling dat de hondewa
gen voor de deur stond hielp
niet, zodat de geleider met
zijn Meohelse herder naar bin
nen stapte. Vanaf dat moment
stroomde het etablissement
automatisch leeg. Eén vech
tersbaas hield ook toen niet
op, en wilde zijn gram halen
op baas en hond. Een minuut
later ging hij - zeer timide -
en zonder broek (die was aan
flarden) mee naar het politie
bureau.
Ook bij recente moeilijkhe
den tussen straatbewoners,
waarbij tientallen mensen vij
andig tegenover elkaar ston
den, bleek de komst van twee
politiehonden voldoende om de
partijen uit elkaar te houden
en de gemoederen tot bedaren
te brengen. Zouden, in plaats
van de honden tien of vijftien
agenten zijn ingezet' dan was
de situatie waarschijnlijk ont
aard in een massale vechtpar
tij.
Sinds de Bredase politie
permanent honden in dienst
heeft en ze gericht betrekt bij
de surveillance, is het rustiger
in de binnenstad tijdens de
weekeinden. Voor die tijd
daarentegen was er elke zater
dag en zondag wel een flinke
vechtpartij. Zware mishande
lingen zijn er de laatste an
derhalf jaar helemaal niet
meer voorgekomen.
Een belangrijk aspect van
de politiehond is ook de in
vloed van zijn aanwezigheid
op de dienstdoende politie
mannen. De gedachte dat, als
het gaat spannen in conflictsi
tuaties, er een hond wordt in
gezet, geeft een gevoel van
De „boef" gaat er vandoor op de fiets, de hond ach
tervolgt hem (links bovenaan). Hap, zegt de hond en
de vluchteling gaat onderuit, waarna de hond hem
onder controle houdt. Verder vluchten heeft geen zin,
weet de „boef" en hij laat zich opbrengen door de
hondegeleider. Dan toch nog een wanhoopspoging
(foto boven), maar opnieuw grijpt de hond reso
luut in.
Foto's: Johan van Gurp
persoonlijke veiligheid, waar
door gespannenheid bij de
mannen tot een minimum be
perkt blijft. Dit heeft weer tot
gevolg dat zijn optreden, oc»
in moeilijke situaties, beheers
ter zal zijn.
Ook het inzetten van de
hond bij inbraken en dergelij
ke gebeurt met succes. Meer
aan eens zijn inbrekers die
vluchtten of zich verborgen
hadden bij de komst van de
politie, door de hond opge
hoord Het zal duidelijk zijn
dat een paar agenten met
alleen een zaklantaarn moeilij
ker een dader vinden die zich
heeft verstopt in struikgewas,
tussen gebouwen of in een
schuurtje dan een hond, die
met neus, oren en ogen veel
meer waarneemt. En hoe vaak
leest men niet, dat een ge
zochte er in slaagde vlak voor
de neus van de politie te ont
vluchtten. Ook wat dat betreft
is het de Bredase politie sinds
het permanente gebruik van
honden niet meer overkomen,
dat een gezochte haar ontglip
te.
Onlangs gebeurde het dat
een hondegeleider, te voet sur
veillerend in een park, een
man met de handen omhoog
uit het struikgewas zag Ko
men, met de mededeling dat
hij zich overgaf, want met die
hond erbij had hij toch geen
kans.
Hij vertelde de - verbaasde -
agent, zich even tevoren schul
dig te hebben gemaakt aan
mishandeling. De politieman
nam hem mee naar het
burea, maar zat met het
probleem dat er geen slachtof
fer was om aangifte te doen.
Na een oproep in de plaatse
lijke pers kon de zaak worden
„opgelost".
De onverlaat die meent de
politiehond te kunnen onder
schatten, zou eens een kijkje
moeten nemen bij de weke
lijkse training van de honden.
Naast de traditionele appeloe
feningen die ook elke huis
hond krijgt, althans behoort te
krijgen wordt de politiehond
getraind op bijten, bewaken
en opsporen.
Hij neemt met gemak een
twee meter hoge schutting,
spoort spelenderwijs verloren
voorwerpen op, weigert perti
nent voedsel aan te nemen
van een vreemde, gromt drei
gend als men een voorwerp
dat hij bewaakt, wil wegne
men, en bijt zich met overga
ve vast in de „boef" die pro
beert te vluchten of zijn baas
aanvalt. Dat hij bij dit laatste
wordt geslagen met een tak of
voorwerpen naar z'n kop
krijgt gegooid schrikt hem
niet af.
Centraal in de oefening
blijft de eis dat het dier alleen
bijt. wanneer z'n baas daartoe
opdracht geeft. Hij doet het
uit eigen beweging wanneer
de „boef" blijft proberen te
vluchten. Blijft de man stil
staan, dan laat de hond los,
maar blijft attent op nieuwe
vluchtpogingen. Zelfs wanneer
de „boef' op de fiets vlucht
wordt hij in een oogwenk door
de hond vakkundig van het
rijwiel „geplukt" en bewaakt
tot de baas ter plekek is. Is de
politiehond primair bedoeld om
inciruk te maken en te helpen
bij het opsporen en aanhou
den, daarnaast wordt hij ook
beschouwd als een wapen ter
verdediging van de baas zelf.
Daarvan zegt een in het vak
vergrijsde geleider: „De hond
is voor de politieman het bes
te, en voor de verdachte het
veiligste wapen".
'Van onze onderwijsredac-
tenr)
HiPEI I - Miljoenen vracht-
anto s, talloze schepen en
™fStuii;c> brengen jaar in
War uit de meest uiteenlopen-
"■brodukten naar ons land.
vervoeren Nederlandse
__*ren naar het buitenland.
j"e onafgebroken stroom, elk
War| tientallen miljoenen gul-
«ns waard, moet snel en efli-
nent worden behandeld. Door
^^■ne-atnbtenaren. Vooral
j' Want als ergens tijd geld
i—i Be' '1'er- Een kostbare
«achtainoeombinatie met be-
Jnanni- dje een ^jj epn
^■overgang moet wachten,
S T eisenaar zeker acht- n.Ju,;,11
KD gulden extra. Een Opleiding
da hetzelfde overkomt
een haven kost de reder
Hnden guldens meer dan
gaande goederen hebben de
ambtenaren van de dienst der
invoerrechten en accijnzen.
Er zijn zo'n negentig kleine
re grensovergangen. Die
worden uitsluitend bemand
door douane-ambtenaren. Zij
verzorgen er de grensbewa
king en controleren er zowel
het personen- als het goede-
renevrvoer.
en ik merken als regel
nlers"?|V/ Van die "doua"
we ergens een grens
Zeker niet als dat
bij een van de grote
kantoren. Daar vindt ook
'•"onscontrole door de
—-."".„ssee Plaats- 't Toezicht
ae uuuienkomende en uit-
Kaa
Wbeur.
De dienst telt op het ogen
blik zo'n vijfduizend mede
werkers. Elk jaar moeten er
een kleine driehonderd aspi
rant-douane-ambtenaren wor
den aangetrokken om dat aan
tal op peil te houden. Die
lopen dan enige weken mee in
fle praktijk en gaan vervol
gens drie weken naar de dou
aneschool Een opleidingsinsti
tuut dat sinds enige jaren ge
vestigd is in het gebouwen
complex van de Doopsgezinde
Broederschap In het rustieke
Elspeet op de Veluwe.
.,De jongelui, vogels van di
verse pluimage, moeten een
beeld krijgen van het beroep
waarvoor ze gekozen hebben.
Wij proberen ze hier dat beeld
te geven. Door ze wat ver
trouwd te maken met de filo
sofie van het douanewerk en
ze enige aanloopvakkennis
bij te brengen. Ook leggen wij
bij de opleiding veel nadruk
op de geest die onze dienst
bezielt". Dat zegt het hoofd
van de school, mr. G.M.
Visch
Het instituut is in 1947 op
gericht. De drie weken Inten
sieve beroepsoriëntatie - met
veel sport - vormen voor de
aspirant douane-ambtenaren
op het ogenblik eigenlijk het
begin van een langdurige vak
opleiding. Die krijgt hij (zij)
via mondelinge cursussen
één dag in de week - en door
zich aria schriftelijk studiema
teriaal met de aspecten van
het douanewerk vertrouwd te
maken. Dat betekent een ver
plichte studie van twee jaren
voor elke aspirant. „Als hij
die studie niet wil doen, wordt
hij niet aangesteld".
Na die basisstudie kan de
douane-ambtenaar verder le
ren en zich aan onderzoeken
onderwerpen. „In principe
staan alle rangen voor onze
mensen open. Maar wel is het
zo dat de selectie steeds stren
ger wordt en de studie steeds
zwaarder naarmate men ver
der in rang opklimt bij onze
dienst".
Volgend jaar september gaat
men de basisopleiding van de
dienst ancers aanpakken. Onze
douaneschool wordt dan Dou
ane Opleidings-Instituut. De
jongelui komen hier dan vier
maanden intern. Wij kunnen
daarvoor, veel meer dan nu,
de vakopleiding én de vor
ming gaan combineren. Boven
dien kunnen wij daardoor hier
gaan doen wat nu nog doer
mondelinge cursussen en
schriftelijke aanvullingen
wordt gedaan", aldus mr.
Visch.
Vijf pijlers gaan die oplei
ding dragen. Er wordt veel
aandacht besteed aan de vor
ming van de persoonlijkheid,
het bijbrengen van vakkennis,
de bedrijfsoriëntatie. de licha
melijke vorming en het uiter
lijk optreden. „Ambtenaren
van onze dienst zijn burgers.
Ik leg daarop de nadruk, om
dat zulks het publiek niet al
tijd duidelijk voor ogen staat-
Onze mensen dragen unifor
men, omdat ze grensbewa
kingsdiensten moeten verrich
ten en omdat ze in de uitoefe
ning van hun beroep herken
baar moeten zijn. Ze vervullen
een taak in dienst van de
overheid, van de gemeenschap.
Ze zijn er om het publick te
helpen. Niet om mensen dwars
te zitten. Van die gedachten
proberen we onze studenten te
doordringen. Men kan zeggen
dat het begrip welwillendheid
heenloopt door de opleiding
die we ze hier geven".
Douane-ambtenaren hebben
toezicht op de goederenstro
men die ons land inkomen of
uitgaan. Hier en daar ook op
het grensoverschrijdend per
sonenverkeer. Dat is een toe
zichthoudende en controle
rende functie. Het eerste doel
ervan is uiteraard ervoor te
zorgen dat er geen goederen
de grens overgaan, waarvoor
geen rechten zijn betaald.
„Maar het is heel duidelijk",
aldus mr. Visch, „dat er in de
loop der jaren in het werk
van onze mensen een accent
verschuiving heeft plaatsge
vonden. Ze hebben veel eer
een algemene grenstaak ge
kregen. De internationalisering
is daarbij sterk op de voor
grond getreden. Douane-amb-
tenare, moeten op de hoogte
zijn van talloze EEG-maatre-
gelen, van kwaliteitseisen, van
de verschillende landbouw-
heffingen. Vult u zelf maar
aan. In onze diensi krijgt de
administratieve beoordeling
van de goederenstroom steeds
meer nadruk. Dat geldt trou
wens ook voor de verwerking
van die stroom. Daarbij geldt
voor ons dat de belangen van
de handel primair zijn- We
werken daarom binnen de
EEG met één document voor
een zending goederen uit een
EEG-Iand. Dat voorkomt ver
traging aan de grenzen. Er
zijn ook gemengde grensover
gangen met Belgische of Duit
se douanen.
„De opleiding die wij hier
onze aspiranten geven speelt
op dat alles in. Waarbij dan
vooral veei nadruk wordt ge
legd op de zelfwerkzaamheid
van de mensen. Want die
leidt, zo vinden wij, naar een
zelfstandigheid die nodig is
om het douaneberoep goed te
kunnen uitoefenen. Wij werken
in onze school in groepen en
subgroepen. Elke subgroep
heeft een eigen taak. De dis
cussies worden door aspiran
ten zelf gevoerd. In elke groep
is een hunner gespreksleider.
Onze docenten begeleiden dat
alles en ronden de discussies
af. Ook verlangen we dat er
door enkele leden van de
groep lesverslagen worden ge
maakt. Onze douaneschool, en
straks zekc ons Douane Op
leidings-Instituut. streeft er
naar voor de aspirant-douanen
een soort laboratorium te zijn.
Ze leren er de beginselen van
hun vak- krijgen er een flink
stuk algemene vorming. Te
vens prpberen we deze jonge
mensen iets bij te brengen
van de geest die onze dienst
bezielt".
TSOQITES LEVIJ