'Ia
ibliotheek van
ivoren toren
ui
aar informatiecentrum voor iedereen
Het einde van een
sekte zonder seks
EUWSE
wsmmm
-monteur
thai"
MERKEDEN,
SELAARS,
6ERS en
tRVLECHTERS
Bezwaren
Ontplooiing
9
cegrosip
tfc tfe «5
Zaterdag 12 oktober 1974.
ales
abriek
n elektriciteit
1100 medewerkers
Zeeuwsch-Vlaanderen
,e bibliotheek gaat aan de weg timmeren. Een
week lang. Gisteravond is het feest begonnen, in de
■nreehtse jaarbeurs, met een officieel tintje. Staats
secretaris Meijer van CRM heeft er zijn zegje gedaan,
^Hzijn prijzen uitgereikt voor de beste en mooiste
eken over het bibliotheekwezen, er is een peper
bek zo noemen ze tegenwoordig een eenvoudig
uitgevoerd, maar toch prijzig boek aangeboden
die „Uitgelezen" heet, zodat je dan ook nooit meer
naar een bibliotheek of boekhandel toe hoeft en er is
een drankje gedronken.
het aftakken van
aanleggen van dienst-
ervan;
iraties aan gas-
rruik;
materialen en de
n afgestemd op die
Dpname in het
unnen zich schriftelijk
inct-directeur
en Organisatie,
elburg.
varmings Unie B. I/.
sweg 36
en Tel, 01150-3641'
>p korte termijn
verwarming voor het»
;h-Vlaanderen.
De modernste bibliotheek van Nederland is de Haarlemse Stadsbibliotheek, die donderdag officieel werd geopend.
Overigens is de Haarlemse bibliotheek tevens een van de oudste, want ze stamt uit 1596. Onder de 375.000 banden be
vinden zich talrijke incunabelen, oude handschriften en aan Laurens Janszoon Coster toegeschreven drukken. De foto
toont de centrale uitleningshal van het door ir. W. Bijvoet en prof. G. H. M. Holt ontworpen complex.
In de openbare bibliotheken van stad en land rolt het
festijn nog tot en met volgende week zaterdag door. Met
affiches, suikerzakjes, stickers, bierviltjes, ballonnetjes,
•borden, prenteboeken, lucifersmapjes en een gele-
sidsgrammofoonplaatje. Zelfs de bioscoopreclame
wordt niet geschuwd. Dat duidt erop dat de bibliotheek
dBiensen van hun drempelvrees wil afhelpen, dat ze de
laatste resten van een zekere reputatie van plechtigheid
en Hef ii gheid wil uitbannen. Het is natuurlijk de vraag
of een dergelijke roep ooit terecht is geweest, maar een
institu ut krijgt wel eens een naam ondanks zichzelf.
Da directeur van het Neder- beweeglijkheid in de arbeids-
lande Bibliotheek en Lectuur- markt, de grotere betrokken-
centtun: dat zich steeds heid van de bunger bij wat in
meet alleen NBLC noemt de maatschappij op hem af
komt en de toenemende vrüe
tijd.
irvoor in aanmerking we»
kunnen solliciteren scta|
indeling na telefonische
ip bovengenoemd adres
IELGIË omgeving Ge®
te
ZWANENBERG, tel. 0115
289 - 23220 - 33181
de Beer D. Reumer, vindt dat
de Bibliotheek haa>r overdre
ven culturele karakter moet
verlaten om een normaal ser-
vic&instituut voor iedereen te
■t Het bordje „Stilte"
moet worden weggegooid, in
^^^Bibliotheek moet je een
kop [koffie kunnen drinken,
aas een bar zitten, kunnen
schaken of daimmen, je moet
er Binnen discussiëren. De bi
bliotheek wil „openbaar" wor
den, miet alleen de betekenis
dat Iedereen er welkom is
maar [dat ze zich naar buiten
prétentet- I
Dé heer Reumer: „De bibli
otheek is, zij het wat aarze
lend, uit haar hoekje gekomen
en Jieeft haar plaats in de
volop in beweging zijnde
maatschappij ingenomen. Van
uit .die maatschappij komen
allerlei impulsen op de biblio
theek af, die een goede biblio
theek binnen haar mogelijkhe
den I zal moeten verwerken".
En hij noemt aanstonds een
paar van die impulsen: het OuiZet
toenemende aanbod aan infor
matie, de verlenging van de
leerplicht en de zelfwerk
zaamheid binnen het ander-
wijs, de herscholing en de
Isatie als gevolg van de
De bibliotheek-nieuwe-stijl
ziet zichzelf dan ook steeds
meer als een centrcm van in
formatieoverdracht in de
ruimste zin van het woord. Ze
wil aan iedere burger infor-
malie beschikbaar stellen en
voor hem/ ontsluiten. Nu zijn
er nog steeds mensen die
schrikken als ze merken dat
anderen ook wijzer kunnen
worden, zodat de heer Reumer
er wel geruststellend aan toe
voegt dat het niet de taak van
de bibliotheek is om als actie
centrum te gaan fungeren van
waaruit de maatschappij zal
worden hervormd. Dat neemt
natuurlijk weg dat de openba
re bibliotheek door haar bezit
aan geestelijke ontploffings
middelen daartoe indirect wel
bijdraagt, zo goed als de uit
vinding van de boekdrukkunst
dat heeft gedaan
worden vervangen. De wereld
litteratuur, de erkende stan
daardwerken zullen altijd
voorradig moeten zijn. Blijven
over de verouderde boeken en
de boeken die uit de, pu
blieke belangstelling zijn
geraakt. Natuurlijk duikt
in elke bibliotheek wel eens
de lezer op die per se nog een
roman van Israel Querido wil
hebben. Het gaat niet aan om
voor die ene klant per jaar (of
minder) kostbare planknuimt»
te bezetten-
Het is vanzelfsprekend dat
een oudere generatie zowel
onder gebruikers als van wer
kers in de bibliotheken, het
met deze stijlwijziging wel
eens moeilijk hebben. De bi
bliotheek lijkt tegenwoordig
vaak meer op een boekensu-
permarkt, waarin het behalve
van kwantitatieve omzet wel
eens belangrijker lijkt dan de
kwalitatieve behoeftebevredi
ging van de klant. Alweer ter
wille van het uitbannen van
een meer veronderstelde dan
wezenlijke drempelvrees zijn
de normen voor de aanschaf
fing vooral in de sector van de
ontsparnnmimgslectuur gaande
weg verlaagd. Men ontkomt
niet aan de indruk dat de
zucht om steeds „het nieuw
ste" in huis te hebben het wel
eens wint van de wens om de
lezers ook het „beste" te kun
nen bieden.
Toegegeven moet worden
dat op dat punt ook veel mis
verstand heerst. Door het ver
dwijnen van het particuliere
leesbibliotheekj e-op-de-hoek
dat eens voor een dubbeltje
leesgeld een romannetje een
week uitleende, moest dat gat
in de markt tocih worden ge
vuld. Met het voordeel dat
daardoor een publiek wordt
bereikt dat nu ook eens de
kans heeft met andere publi-
katies op allerhande terrein
kennis te maken. De discussie
over het wat-wel-en-wat-ndet
moet worden gekocht is uiter
aard onbegrensd.
De traditionele bibliotheek
gebruikers kijken trouwens
met argusogen toe wat er met
het boekenbestand gebeurt.
Dat heeft men kunnen merken
toen meer erudiete lezers er
achter kwamen dait er een
vervangingsnorm voor de boe
ken bestaat van vijftien per
cent. Dat wil zeggen dat elke
bibliotheek gehouden is vijf
tien percent van haar boeken
bezit per jaar te vervangen.
Dat heeft een ontzettende rel
gegeven. Wie een dergelijke
vuistregel zonder bijkomende
kennis verneemt, denkt al
licht: dius in zeven jaar tijd
gooien ze alles weg, waardevol
of niet, om nieuw goed op de
plank te hebben. Al sommige
eerbiedwaardige bibliotheken
In plaatsen beneden de
dertigduizend inwoners zijn
het de door de prov. biblio
theekcentrales verzorgde "bi
bliotheken die een efficiënte
lectuurvoorziening garande
ren. Hier een overzicht van
de vorig jaar in gebruik ge
nomen bibliotheek van Hulst
met een aantrekkelijke hoek
voor de jeugd.
met een eeuwenoude traditie,
zoals de Stadsbibliotheek van
Haarlem, dat systeem van be
gin af aan hadden gevolgd,
was er nu geen middeleeuwse
incunabel meer over!
Maar zo hevig is het alle
maal ook weer niet. In de
eerste plaats verslijten er een
heleboel boeken al binnen de
zeven jaar, met name de boe
ken uit de jeugdafdelingen.
Die worden vaak letterlijk
stukgelezen. In de tweede
plaats is het wel de bedoeling
dat zoveel mogelijk de te ver
wijderen boeken door nieuwe
exemplaren van dezelfde titel
Gelukkig voor hem kent het
Nederlandse bibliotheekwezen
de zogenoemde „bewaarbiblio
theken": dat zijn de grotere
stedelijke boekerijen, die van
oudsher al een dergelijke, se-
mic-wetenschappelijke functie
hebben gehad. Dez bibliothe
ken fungeren dan tevens als
regionale depots voor werken
waar zelden naar wordt ge
vraagd, maar die toch wel be
reikbaar moeten blijven. De
grootste bewaarbibliotheek is
de Koninklijke im Den Haag,
die we nog aan Lodewijk-Na
poleon danken. Maar de Ko
ninklijke leent eigenlijk niet
uit. Vandaar dat nu een stelsel
van regionale steurabibliothe-
ken in opbouw is (vaak gepa
renteerd aan een bewaarbibli
otheek) waarop de openbare
bibliotheken kunnen terugval
len. Sommige grote moderne
bibliotheken, zoals die te Arn
hem, maken al van de telex
gebruik om de behandeling
van de aanvragen te versnel
len. We zijn in Nederland ech
ter nog niet zo ver als in
Engeland, waar de videoappa
ratuur de bibliothecaressen
van onderling op verre afstand
gelegen bibliotheken laat zien
of het aangevraagde werk wel
of niet voorhanden is.
Wil de openbare bibliotheek
haar rol in de permanente
educatie, zoals de behoefte en
de noodzaak aan actuele infor
matie een heel mensenleven
lang tegenwoordig wordt ge
noemd, goed kunnen vervullen
dan ihoet ze daartoe ook de
duiten krijgen. Gelukkig dat
de Bibliiotheekweek kan wor
den gevierd in het teken van
een aanvaarde Bibliotheekwet.
Het rijk betaalt voortaan het
personeel en twintig percent
van de overige^ kosten, waar
voor dan verder de gemeente
besturen opdraaien of de pro
vincies. De lezer betaalt meest
al het Vonhoff-tintje, zo ge
noemd naar de liberale staats
secretaris van CRM die meen
de aldus aan het profijtbegin
sel te moeten voldoen. Op het
totaal van het bibliotheekbud
get is dat tientje zo'n druppel
op een gloeiende plaat, dat
men zich in bibliotheekkrin
gen afvraagt of men aan admi-
nistratierompslomp al niet
meer mankracht kwijt is dan
uit het Vontioff-tientje kan
worden bekostigd. Met als na
deel dat zelfs dit ogenschijn
lijk bescheiden bedrag toch
nog een hoge drempel voor
het bibliotheekgebruik vormt
In Rijswijk, waar de gemeen
te he<t Vonhoff-tiantje voor
haar rekening heeft genomen,
is het bibliotheekgebruik na
melijk met sprongen toegeno
men. In het omringende buiten
land en met name in Engeland
dat trouwens het grote
voorbeeld op bibliotheekge
bied iswordt meestal geen
leesgeld geheven.
In elk geval zal op grond
van de Bibliotheekwet geen
leesgeld meer worden geheven
van jongeren tot achttien jaar
dus dat is alweer meegeno
menl
Van evenveel belang is dat
de Bibliotheekwet openbare
bibliotheken mogelijk maakt
waar die nu nog niet zijn
Vierhonderd gemeenten met
samen twee miljoen inwoners
hebben nog geen enkele bibli
otheekvoorziening, zoals vele
plaatsen in Zeeland. In vele
steden zijn filialen nodig. Dooi
de nieuwe wettelijke basis zal
het ook mogelijk worden meer
personeel aan te trekken om
de openingstijden te kunnen
aanpassen aan de bezoekmoge-
lijkheden van het publiek, zo
als een service-instituiut voor
informatieoverdracht be
taamt.
Toch zou het verkeerd zijn
in mineur te eindigen. De heer
Reumer produceert namelijk
met evenveel gemak een rCeks
feiten en cijfers die een fees
telijke Bibliotheekweek meer
dan rechtvaardigen. Daar is in
de eerste plaats de in tien jaar
praktisch voltooide integratie
van de verschillende levenso
vertuigingen, waardoor een
eenheid in verscheidenheid is
ontstaan. Tezelfdertijd onder
ging het Nederlandse biblio
theekwezen een spectaculaire
uitbreiding. Er kwamen vijf
honderd nieuwe vestigingen
bij, het boekenbezit groeide
van vijf miljoen naar zeven
tien miljoen.
Het aantal personeelsleden
steeg van 2250 naar 3600. Dat
personeel moet overigens wel
drie keer zo hard werken,
want werden er in 1960 ne
genduizend boeken per perso
neelslid uitgeleend, nu zijn het
er 25.000, wat twee keer zo
veel is als in andere Europese
landen. Het aantal uitleningen
nam van twintig miljoen per
jaar toe tot 85 miljoen en het
aantal lezers van een half mil
joen naar twee miljoen. Dat
was in 1960 nog geen vijf
procent van de bevolking, te
gen ruim vijftien percent nu.
De gehele openbare biblio
theekvoorziening kost om
streeks homderdvijftig miljoen
gulden. Daar zijn de vele spe
ciale bibliotheekdiensten voor
blinden, bejaarden, zieken,
scholen, schippers en zeelui
bij inbegrepen.
Tegelijk met de integratie is
ook de efficiency toegenomen.
Dat komt onder meer tot ui
ting in de centrale boekenin-
koop (anderhalf miljoen boe
ken per jaar), die uniform
worden gebonden en gecatalo
giseerd (7Vt miljoen kaartjes
per jaar). De provinciale bi
bliotheekcentrales, waar aller
lei andere werkzaamheden
worden gedaan voor de klei
nere bibliotheken, maken het
mogelijk dat ook de lezer in
Zwingelspaan of Zuiddorpe
aan zijn trekken kan komen.
Nederland zal voorlopig nog
wel aan zijn lectuur en infor
matie kunnen komen, of het
nu Margr-eet van Hoorn of
Marouise betreft.
JOOP BARTMAN
ktober a.s.
in
m.v
strijd
(Van onze correspondent)
WASHINGTON De Shakers
rijnouder dan de Amerikaan
se republiek: ze vieren in ok
tober het tweede eeuwfeest
van een van de merkwaardig-
ste Bftiffieuze sekten in de
Verenigde Staten. Er zijn nog
maa<r twaalf Shakers over, al
len .vrouwen, waarvan er en
kelei tegen de tachtig lopen-
Vermoedelijk de voornaamste
oorzaak van het geringe Sha
kerbestand is dat afzwering
van seksuele activiteit de
hoeksteen is van de sekte.
De officiële maar bijna verge
ten naam van de Shakers is
»De Verenigde Sociëteit van
Gelovers in de Tweede Op
standing van Christus". Vroe
ger werden ze wel aangeduid
met de naam „Shaking Qua
kers". De Bevers of de Schud-
ders plachten tijdens hun
godsdienstoefeningen derwisch-
achtige dansen uit te voe
ren en opzienbare stuiptrek
kingen te vertonen. Vandaar
de naam
Ten tijde van de Amerikaanse
Burgeroorlog waren er onge
veer 6000 Shakers, niet te ver
warren met de „Heilige Rol
lers', die enkele generaties
geleder een korte bloeiperiode
beleefden 9e Shakers kwa
men in 1774 onder leiding van
Ann Lee uit Enge'and. Zij wa
ren toei neuen in getal en
reisden aan boord van het
zeilschip „Mariah' Ann Lee's
echtgenoot, de smid Abraham
Standerin, had haar vier kin
deren geschonken, die allen in
de wieg overleden. De reis
naar Amerika werd onderno
men omdat Ann, een analfabe
tische vrouw met een over
daad aan theologische ijver,
vanwege haar godsdienstige
opvattingen werd opgesloten,
vervolgd en met stenen beko
geld.
De reis van de „Mariah" duur
de drie maanden. De kapitein
van het schip, zo lees ik in het
maandblad „Smithsonian",
voelde zich gekrenkt door de
Shakerdansen op het dek van
zijn schuit door de negen
vreemde passagiers en hij
dreigde ze overboord te wer
pen.
Toen brak er een geweldige
storm los; de „Mariah" werd
getransformeerd tot een kar
kas met losse planken en
dreigde te zinken. Ann Lee
deelde ne barse schipper mede
dat zij een visioen had gehad
waarin een engel haar had
medegedeeld dat het schip en
de bemanning de reis zouden
overleven Nauwelijks was zij
uitgesproken toen er een enor
me golf op hef schip beukte,
die alle losse planken weer op
hun olaats nagelde. Er werd
vanzelfsprekend op het dek
gedanst
In een cel in Engeland was
Ann Lee tot de overtuiging
gekomen dat de tweede Ver
rijzenis al binnen haar li-
chaam had plaatsgevonden en
dat iedereen toegankelijk was
onder voorwaarde dat men
zich bekeerde. Seks en vlese
lijke lust waren volgens haar
het begin van alle kwaad. Ab
raham. haar echtgenoot, nam
de wijk naar een andere
vrouw.
Ann Lee stierf in 1784, maar
in de tien jaar van haar Ame
rikaanse bestaan had „Moeder
Ann" tal van bekeringen ge
maakt en een soort communis
tische subcultuur ontwikkeld,
op de hoekstenen van maagde
lijke zuiverheid, vrede, recht
en seksloze liefde
De Shakers beleden hun zon
den in het openbaar, volgden
de regels van de geweldloos
heid (ze weigerden in de Bur
geroorlog te dienen), leefden
in gemeenschap van goederen,
geloofden in universele broe
derschap en in de gelijkheid
van man en vrouw, in de vrij
heid van meningsuiting en in
de afschaffing van de slaver
nij. Na de dood van Ann Lee
werden de Shakers geleid
door Vader Joseph Meachan
en Moeder Lucy Wright. Er
ontstonden welvarende Sha
ker-gemeenschappen in New
York, Massachusetts, New
Hampshire, Maine, Kentucky
en Ohio. Een elegante voorstad
van Cleveland draagt nog
steeds de naam van Shaker
Heights,
Aangezien maagdelijke ge
boorten waren uitgesloten
konden de Shakers slechts in
aantal toenemen door bekerin
gen en - na de Burgeroorlog -
door het adopteren van oor
logswezen. De mannen en
vrouwen werden zorgvuldig
uit elkaar gehouden: alle Sha
ker gemeenschapshuizen had
den aparte ingangen voor
mannen en vrouwen, afzonder
lijke trappen, eettafels, woon-
verdiepingen en gescheiden
plaatsen in de religieuze dien
sten. Bij tijd en wijle won de
vleselijke lust het over de ij
zeren regel, maar dat leidde
nimmer tot ernstige moeilijk
heden. De afvalligen kregen
na een proeftijd van zes
maanden om zich te bezinnen
en dan een paard, voedsel en
een beurs geld om elders een
bestaan op te bouwen.
De Shakers waren uitnemende
boeren, tuiniers, timmerlieden
en uitvinders. Zowel de man
nen als de vrouwen werkten
op een breed front van specia
liteiten; sommige handige Sha
kers konden twaalf vakken
met meesterschap uitvoeren.
De Shakers werden alom ta
melijk wei gewaardeerd, met
uitzondering op de doctrine
van net seksloze bestaan.
De negentiende-eeuwse humo
rist Artemus Ward had het
daar zeer moeilijk mee. Hij
logeerde tijdens een stormach
tige nacht in een Shakerhuis
en schreef later: „Mijn vrien
den, Gij zijt zindelijk en
schoon. Uw land vloeit over
van melk en honing. Uw be
zems zijn van uitnemende
kwaliteit- Uw appelsap is eer
lijk. Gij pleegt geen bedrog.
Gij zijt kalm en Gij stoort
niemand." Ward komt dan met
zijn bezwaar: „Gij spreekt
over de zonden van de wereld
en Gij weet daar niets van
af..."
Er zijn nu 12 Shakers over,
voor het merendeel stokoude
vrouwjtes, die in twee ge
meenschappen wonen in New
Hampshire en Maine, in Can
terbury en Sabbathday Lake.
In 1960 overleed de laatste
mannelijke Shaker, Delmer
Wilson en twee van de 12
Shaker-vrouwtjes zijn bedle
gerig. De jongste is Zuster
Frances Carr. Zij is 47 en
Zuster Mildred (77) zingt
het lied „Progress" (Voor
uitgang).
zegt: „Wij zullen verdwijnen,
zoals iedereen Maar onze
ideeén er, onze levenswijze zul
len altijd blijven bestaan"-
Als de 12 Shakervrouwtjes de
aarde hebben verlaten zullen
antiquairs zoeken naar de
mooie stoelen die ze hebben
Zuster Miriam Wall (78)
met'haar Shaker kookboek.
gemaakt en anderen zullen
zich kunnen verheugen om de
architectuur de muziek en de
kookkunst van de Shakers, die
het op wonderbaarlijke wijze
twee eeuwen hebben uitge
houden.
BERT VAN VELZEN