trecht
UIMAN N.V.'
en n MANBEKESST P
A LVSLAC OP
99
S- ut en
ZATERDAG 12 OKTOBER 1974
Verkrachting of aanranding kan alleen dat men over deze „dingen" - als ze een
ten ander overkomen, menen vele vrou- maal gebeurd zijn - niet spreekt. Naar de
wen. Het is een van de talrijke misvattin- politie gaan voor aangifte is er vaak hele
gen op dit terrein. Zoals ook de opvatting maal niet bij.
- X%\
v m»
tA*ecS
rk.
jel
BES
vrn.
EEL VROUWEN
n
k cm ïitkfy
rafniflcii
t rwep' ;>;IH
t t t
4 l.
n r,1"" -
h.u *-• „e<(
ïljetten geeft de
stukken aan
ooptijd van circa
litbetaald.
commissionairs
ind- Utrecht.
rplan van de
(vrij rendement
iij overlijden. Uw
eeft u graag alle
lanier van
echt is de
houdt zich bezig
eigen huis. Uw
en Gulden
ENKEN DAT
'T ALLEEN 'N ANDER KAN GEBEUREN
A. %tr
fcfe,
6»*
V
K
Het aantal verkrachtingen en aanrandingen neemt toe.
Bij de politie in Den Haag kwamen vorig jaar tweemaal
zoveel aangiften binnen (respectievelijk 38 en 109) als in
1972. Verwacht wordt dat deze cijfers, ook voor de rest
van het land, dit jaar opnieuw zullen stijgen, mede gezien
de totaalcijfers die het centraal bureau voor de statistiek
begin oktober publiceerde over de golf van gewelddadig-
iden gedurende de eerste drie kwartalen van 1974.
in Noord-Brabant zoekt!
namische mensen voor i(
mmerciële vlak op niveau
eren en daarbij kontakte»
ggen
met bestaande resp.
Verkrachting is een ge-
[dmisdrijf. Br is sprake
van, wanneer een vr.ouw tegen
6r wit en (meestal) met ge
ard gedwongen wordt tot ge-
pnschap met de dader(s).
randing is het opzettelijk
■aken van een vrouw op
eet zodanige wijze dat zij zich
in [haar eerbaarheid voelt aan-
De reden dat vele slaehtof-
van verkrachting en aan-
ding niet naar de politie
in moet voor een belangrijk
deel gezocht worden in de be-
'.fte:. vooroordelen rond de
ze delicten. „Die vrouw zal
het er wet naar gemaakt heb
ben" of: „Misschien heeft zij
het wel fijn gevonden" zijn
veel gehoorde uitlatingen.
BOok weerhoudt de vrees
voor wraak de vrouw vaak
van de gang naar het politie
bureau. Daarnaast menen veel
•ouwen overigens ten on
rechte dat het doen van
Sjgifte leidt tot de „publieke
tmdpaal" Commissaris W.
M. van Andel en hoofdinspec
teur A. Oost van de Haagse
zeder en kinderpolitie, en
prof. dr. N. Speyer, meritus
hoogleraar in de sociale psy
chiatrie aan de universiteit
van Leiden en voormalig
hoofd van de afdeling geeste
lijke volksgezondheid in Den
"Haag werden door Hans van
ttusd' n geïnterviewd over di
verse aspecten rond verkrach
ting.
igenschappen, prettige
ivoel voor teamwork
iede een opleiding op nst
elijk te stellen niveau. Inkt
ne ervaring kan daarbij zee
n en praktische vorming al
g worden verkregen.
jg „rk vroeg hem, op te don-
lure behoort -eventueel-«f «eren. Maar hij bleef aan-
;oek.
teren is zowel schriftelijk at
bij de distriktsdirektie vï
togenbosch, postbus 11'
bij het hoofdkantoor
personeelszaken/kantore»
0-5432114 of 5432117.'
luden. Ik was bang, doods
bang. Niet eens zozeer om
wat liij wilde".
^Itk had net het licht uitge
daan om te gaan slapen.
Opeen.-, ging de deur langzaam
open en kwam een man bin
nen. Hij wilde gemeenschap
met me hebben".
IENSTANDSBANK
apparatenbouw
wij een
mngen en stuklijsten technisc
nateriaallijsten ten behoeve w"
het kernmateriaal. Voor hei
jkwaardig en werkplaatservari
strekt tot aanbeveling,
ng beschikbaar. Wanneer u
nktie, schrijft u ons
intakt met ons op-
len Tankfabriek-
ostbus 8,
„I'k vroeg hem, op te donde
ren. Maar hij bleef aanhouden.
Ik wag bang, doodsbang. Niet
eens zozeer om wat hij wilde.
Maar hij zou me kunnen .wur
gen. Dat idee maakte me dol
van angst. Om hulp roepen
had geen zin, want buren zijn
hier niet. Me verzetten hielp
ook niet". Ik bïeef proberen
hem weg te praten. Het had
geen succes. Hij raakte steeds
meer opgewonden. In doods
angst heb ik toen toegege
ven. Direct erna ging hij
weg. Ik heb wel twee uur stil
zitten luisteren. Hij kon terug
komen, Daar was ik zo bang
voor. Goh, wat was ik bang.
Ik sdurfde ook niet de straat
op,, want hij kon nog in de
buurt zijn. De volgende och
tend om zeven uur was ik al
bij de d,okter. Daar kreeg ik
de 'reactie. Ik barstte in huilen
uit! Hij gaf me de morning-
after-pil en raadde me aan
naar de politie te gaan".
„Hier blijven kan niet meer.
Ik I moet verhuizen. Ik
ben kwaad. Die ke
rel. Hij heeft m'n wereld
kapot gemaakt, 't Is hier toch
fijn Vindt u niet? Goh, ik
ben zo kwaad op die vent
Dit geval van verkrachting
speelde zich ruim één week
geleden af in een dorp. Haar
leven wordt sindsdien be
heers! door angst. Op harr ka
mer durft ze nauwelijks te
ziin Ze wil wel praten, maar
o'j uitdrukkelijke voorwaarde
(ik moet er zelfs een verkla-
«ing voor tekenen, H. v. L.)
dat er niets in de krant k,omt
waaruit de dader zou kunnen
opmaken dat ZIJ het is die
praat. Tenslotte loopt hij nog
vrij rond.
Aanvankelijk aarzelde ze,
Devreesd dal hij haar in dt
gaten nouut, oan naar ue pon-
11e te gaan. Zegt; „Ijk. hen toen
aangum geaaarr, want je iieipi
er een anaer ook mee".
Dit onderscnrijven de heren
Van Anoel en Uost ten voile.
„Het is van gropt Derang aai
een vrouw aangute Komt
doen. De dader vervalt Bijna
attijd in herlialing, en ais nij
een volgende Keer toeslaat Kan
net minder goed aflopen ,met
net siacntoiier. Door aangifte
te doen draagt men er mede
toe bij dat hij Kan worden aan-
genouden".
Het werkelijk aantal geval
len van verKraohtmg en aan
randing moet aanzienlijk nu-
ger liggen dan de aangitten
die de poiitie binnenKnjgl.
„Wat wij aangegeven Krijgen
is maar het topje van de ijs
berg", zegt Van Andel. „Wij
heboen eens een man aange
houden die met zeventig jon
gens ontucht had gepleegd. Hij
Kende ze nog allemaal bij
naam. Maar van niet één had
den wij aangifte gekregen".
Nog een reden om wel aan
gifte te doen is het „rond"
krijgen van het bewijs tegen
een verdachte. Veelal zijn bij
een verkraahting-aanranding
slechts twee personen betrok
ken: de dader en het slachtof
fer. Tegenover de beschuldi
ging van de een, staat vaak de
ontkenning van de ander. De
enikele verklaring van een
vrouw acht de rechter vaak
onvoldoende om tot veroorde
ling over te gaan, hetgeen
neerkomt op vrijspraak".
„Diezelfde verdachte echter
had misschien meer meisjes
en vrouwen aangerand of ver
kracht, die geen aangifte de
den. Wanneer ook deze slacht
offers zich hadden gemeld bij
de politie, had hij er waar
schijnlijk wel op kunnen re
kenen een poosje uit de sa
menleving te worden ge
haald".
„De dader vervalt bijna al
tijd in herhaling, en als hij
een volgende keer toeslaat
kan het minder goed aflopen
met het slachtoffer".
Over de procedure van de
aangifte: „Vaak belt de vrouw
eerst op om af te tasten hoe
onze reactie is. Soms gebeurt
dit direct na de verkrachting,
soms een paar dagen erna
wanneer ze gepraat heeft mei
de echtgenoot, de dokter, eer
vriendin of familielid".
„In eerste instantie krijgen
we dan te horen: daar en toen
ben ik gepakt, enne. de
rest begrijpt u zeker wel. Dal
is natuurlijk niet voldoende
Voor de bewijsvoering moeten
we meer weten, wat weer niet
wil zeggen dat we alle bijzon
derheden hoeven te horen".
„Voor een goed gesprek
moet eerst een vertrouwensre
latie tot stand komen tussen
het slachtoffer en de politie
man. Het gebeurt wel dat het
niet klikt tussen die twee, en
dan neemt een andere agent
de zaak over. Wanneer de
vrouw eT prijs op stelt door
een agente te worden ver
ho,ord, geven wij hieraan sl*
volg".
„Er zijn veel vrouwen die
een verkrachting aanvoelen als
een louter persoonlijke zaaK
die in de slaapkaimersfeer ligt,
en waar een ander niet mee te
maken heeft. Zij voelen er
niets voor hun ervaringen in
de meest intieme sfeer, hoe
verschrikkelijk ook, voor
vreemden uit de doeken te
doen. Ik kan me die hpuding
heel goed voorstellen. Maar dit
betekent wel dat de dader de
volgende dag, of de volgende
week opnieuw een slachtoffer
Kan maken", aldus de heer
Oost.
„Verkrachting is", aldus
prof. Speyer, „een typisch ver
schijnsel dat te maken heeft
met seksualiteit en agressie.
Bij verkrachting is altijd spra
ke van een sadistisch-seksuele
factor, omdat het gebeurt te
gen de wil van dp vrouiw. De
dader heeft een seksuele en-of
een agressie-afwijking".
„Er zijn verkrachters die
een normaal seksueel leven
hebben, getrouwd zijn en kin
deren hebben. Een andere
groep, en die noem ik de
„echte" verkrachters, kunnen
alleen bevrediging vinden in
het verkrachten van eeq
vrouw. In een normale ver
houding zijn zij impotent".
„De echte verkrachter mis
handelt de vrouw vaak ook.
Dat heeft hij nodig om zijn
seksuele lusten te prikkelen.
Hoe meer het slachtoffer te
genspartelt, des te grote-
wordt zijn seksuele spanning
Dit kan uitmondx in dood
slag, wanneer de vrouw zich te
lang verzet. Waar die grens
ligt is nooit te voorspellen".
„Er zijn daders die hun
slachtoffer tevoren uitzoeken
op grond van het type vrouw
(slank of dik, groot of klein)
dat hen aapspree'kt. Een ande
re categorie verkrachters pakt
willekeurig een vrouw. Zij
worden gedreven tot ver
krachting; dat komt periodiek
terug en ze kunnen er geen
weerstand, aan bieden. Dit zijn
heel tragische figuren".
Prof. Speyer stelt dat een
zedendelinquent altijd een pa
tiënt is. Hij maakt daarbij on
derscheid tussen een „zieke"
en een „vervormde" geest.
„Een zieke kan worden gene
zen. Iemand die vervormd is. i
een blijvende afwijking heeft,
kan niet beter worden. Bij de
beoordeling van een delin
quent dient daarmee rekening
te worden gehouden".
„Ik heb hierover een vrij
harde opvatting. Tegen levens-
Lange opsluiting heb ik geen
enkel bezwaar. Iemandmet
een besmettelijke ziekte wordt
tenslotte ook buiten de samen
leving gehouden". In dit ver
band pleit hij voor het opleg
gen van straffen voor onbe
paalde tijd. In die situatie zou
dan regelmatig nagegaan moe
ten worden of d'e gestrafte ge
schikt is voor terugkeer nas-
de maatschappij.
„Er zijn veel vrouwen die
verkrachting aanvoelen als
een louter persoonlijke zaal
die in de slaapkamersfeer
ligt en waar een ander nie
mee te maken heeft".
Over de oorzaak van de toe
name van met name verkrach
tingen en aanrandingen heeft
prof. Speyer een uitgesproken
mening: „We hebben een wel
vaartsstaat waar de mensen
geestelijk niet mee om kunnen
gaan. Door de puberale ideeën
van een paar, laat ik ze noe
men, idealisten wordt men in
toenemende mate toegevend,
waardoor de normen steeds
meer vervagen".
„Er zijn daders die hun
slachtoffer tevoren uitzoe
ken op grond van het type
vrouw (slank of dik, groot
of klein) dat hen aan
spreekt".
„Het vergemakkelijken van
het onderwijs, de examenloze
school bijvoorbeeld, is de
grootste waanzin die je je
kunt indenken. Hierdoor wor
den op voorhand frustraties
weggenomen. En juist die
frustraties die ontstaan door-
dat men bijvoorbeeld moeite
moet doen om een diploma te
halen, of doordat men normen
gesteld krijgt, werken karak
tervormend. Men leert zijn
agressie, die elk mens heeft,
te reguleren. Heeft men dit
niet geleerd, dan ontaardt
agressie in agressiviteit".
„Er is een labiele groep, de
groep die op de rand leeft, die
door de huidige algemene
maatschappelijke ontwikkeling
zijn agressie niet onder con
trole heeft, en daardoor komt
tot agressiviteit. Het is dezr
groep die ook tot verkrachter»
vergaat".
Prof Speyer vindt dat een
rouw die is aangerand ol
verkracht, in elk geval mei
een deskundige, bijv. een psy
chotherapeut zou moeten nra-
ten, want de geestelijke schok
die ze krijgt te verwerken is
groter (jan een buitenstaander
kan vermoeden. „Voor zover
ze het kan opbrengen zou ze
ook. naar de pplitie moeten
gaan. Want zij is er missohien
redelijk goed afgekomen, maar
dezelfde figuur kan morgen
een ander veel erger dingen
aandoen".
Het is onjuist te veronder
stellen dat vrouwen alleen
maar verkracht of aangerand
worden, wanneer ze 's avonds
laat of 's nachts alleen door
een afgelegen straat wandelen
In politiekringen wordt ge
steld dat minstens de helft
van verkrachtingen en aanran
dingen gebeurt door inslui
pers. Vaak ook gebeurt het
dat een vrouw (onbewust)
aanleiding geeft d\>or zich in
een situatie te begeven (een
verlaten kantoor, de lift, een
stille plek), waarvan de mar.
veronderstelt dat hij meer kan
verwachten dan de vrouw wil.
Sommige vrouwen schijnen in
deze een zekere argeloosheid
te hebben, getuige een per
soonlijke ervaring van Van
Andel:
„Op een avond zag ik een
vrouwelijke kennis uit de
buurt uit de bus stappen. Ik
hield stil met m'n wagen en
vroeg of ze zover mee wilde
rijden. „Ja, graa»g. Oh, ben
jij hel", was haar reactie
Kijk, dat laatste nam ik haar
nu kwalijk, wantals het een
vreemde was geweest, was ze
ook ingestapt".
„Verkrachting is een ty
pisch verschijnsel dat te ma
ken heeft met sexualiteit er-
agressie".
De 29-jarige studente die in
mei 1973 in de hall van haar
flatgebouw werd verkracht,
ging voordien vaak alleen op
vakantie: „Toen dacht ik al
tijd: als er wat gebeurt, dan
behandel ik zo'n man wel
even". Nu, anderhalf jaar la
ter. realiseert ze zich nog
steeds ten volle, dat ze het
gevaar voor verkrachting niet
moet onderschatten.
„Ik kwam die cv.ond thuis
van m'n baan. Ik zette de auto
op het parkeerterrein voor de
flat en liep naar de ingang.
Een man met een sjaal half
voor zijn gezicht liep juist
weg. Ik ging nog even in de
brievenbox kijken, heel stom,
maar ik deed het. Toen ik me
omdraaide stond die man met
z'n jas en broek open in d»
deur".
„Binnen een maand nadat
het gebeurd was, ben ik ver
huisd. Ik durf nu nog niet in
een flat te wonen Ik beo ook
direct jiu-jitsules gaan vol
gen om te weten wat je moet
doen als je aangepakt
wordt".
„Ik rende de trap op. Op de
eerste verdieping haalde hij
me in, greep me beet en sleur
de me de lift in. Tussen twee
verdiepingen liet hij hem
doppen en zorgde ervoor da<
k niet bij de knoppenkon
„Mijn eerste reactie was: dn
-an niet; dit kan mij niet
>verkomen. De tweede reactie
was: raa-k niet in paniek, wa-nt
je weet niet hoe hij zal reage
ren; misschien is ie wel gewa
pend. Ik ging met hem praten
en probeerde hem te overre
den om me te laten gaan. Het
meest lullige vond ik. dat m'n
vriend een paar verdiepingen
hoger op me zat te wachten.
Ik realiseerde me dat ik hem
misschien nooit -neer zou
zien".
„Het werd stervens be
nauwd in die lift, en ik stelde
hem voor naar m'n auto te
gaan. Daar ging hij op in.
Buiten gekomen wist ik me
los te rukken, en rende gillend
en roepend weg. Niemand
hoord'e het. De man kreeg me
veer te pakken en sleurde m»
lerug naar het trappenhuis".
„Ik stelde voor naar m'n flat
te gaan. en deed of ik er
ailleen woonde. Maar daar
trapte hij niet in. Hij was
intussen veel agressiever ge
worden, en hield me zp strak
vast dat ik in ademnood raak
te. Hij trok me mee naar het
gangetje naar de fietsenkelder.
Het enige dat ik dacht was,
dat ik het er levend af wild»
brengen'.
„Tenslotte lieb ik hem z'n
gang laten gaan, want m'n
leven is me meer waard dan
m'n eer".
„Het gekke was dat ik
steeds kalmer werd. Ik heb er
aan gedacht hem een schop
tegen z'n kruis te geven, maar
als het niet goed gebeurde zou
hij helemaal buiten zinneh ra
ken. Tenslotte heb ik hem z'n
gang laten gaan, want m'n le
ven is me meer waard dan
m'n eer".
„Toen het achter de rug
was, was hij rustig. Ik maakte
een afspraak om elkaar nog
eens te ontmoeten. Dan zou de
politie hem kunnen grijpen,
dacht ik. Maar dat is later op
niets uitgelopen. Overigens is
hij een paar weken naderhand
toch aangehouden".
„Mijn eerste reactie was:
Dit kan niet, dit kan mij niet
overkomen. De tweede reac
tie was: Raak niet in paniek,
want je weet niet hoe hij zal
reageren; misschien is ie wel
gewapend".
„Binnen een maand nadat
het gebeurd was, ben ik ver
huisd. Ik durf nu nog niet' in
een flat te wonen. I'k ben ook
direct jiu-jitsules gaan vol
gen, onv te weten wat je moet
doen ais je aangepakt wordt.
Die eerste tijd dorst ik nau
welijks buiten te komen. Ik
pakte zelfs de telefoon niet
aan, en deed alle deuren in
huis op slot".
„Wanneer ik nu tot 's a-
vonds laat m/jet werken, bel
ik, voordat ik van kantoor
wegga, mijn vriend. Als ik
aankom toeter ik twee keer,
en dan komt hij uit z'n bed
om me in de voordeur op te
wachten. Het is misschien der
tig meter van de parkeerplaats
naar de deur. maar ik durf dat
in het donker niet alleen te
lopen".
Tot besluit de vraag: kan
een vrouw zich wapenen tegen
het gevaar van verkrachting-
aanranding?
Van Oost: „Mijn dochter, ze
,3 23 jaar, komt 's avonds niet
alleen op straat".
Van Andel: „De vrouw moet
zich realiseren wat verkrach
ten is. -Als ze een truitje
draagt dat drie mater te klein
;s, doet ze dat niet".
Prof. .Speyer- „Ik begrijp
niet waarom niet alle vrouwen
een busje peper in hin hand
tasje hebben".
De
jitsu
ren".
studente:
of karate
,Je zou jiu-
moeten le-
HANS VAN I.FHSDT5I7
1