te
FtLAND)BV
as
i
•R
IS
Boodschap van vierdeklassers
SAMEN VOOR VREDE ZORGEN
7 'WJfV MS
Sprookjes lezen
in Duveltjes
uit een doosje
lÊl
Herinneringen ooggetuigen
vullen oorlogsverslag aan
DERTIG JAAR NA DE TRAGEDIE BIJ ARNHEM
tuum.
kleine
stem
25 jaar, die in het
ekend een aanbe-
;elijke bijkomende
neer uitstekend te
elijk of telefonisch
Personeelszaken,
20, toestel 2980.
201
korte termijn een
kwaliteit kwaliteit
<WALITEIT
YTIS
EF 6,48
ERLAPJES 4,75
IBOUTEN 2,88
APPEN 5,98
Donderdag
NASIDAG
500 gr. 1,50
10,98
11,98
8,98
7,98
11,53
e»
8,29
7,73
1
9.48
r
4
8,78
n
tsslagerij
14,58
40 - 2573
-17.00 uur
kwaliteit kwaliteit
2
Woensdag 18 september 1974
In de vierde klas van de
1 Aloysiusschool in Breda is de
I afgelopen weken veel over
vrede gesproken. De kin
deren vonden het onderwerp
jo belangrijk, dat ze vredes-
brieven hebben geschreven.
Omdat de klas wil, dat zo
veel mogelijk mensen hun
boodschap leren werd ge
vraagd enkele brieven in de
Kleine Stem te zetten. Hier
onder volgen ze.
Voeten hebben we niet gekre
gen om ar laarzen over te
dragen en te marcheren.
In hebben we handen gekre
gen om ermee te slaan?
En er kanonnen mee al te
I vuren?
En hebben we ogen gekregen
I om mee te mikken?
En hebben we een mond ge-
kregen om mee te schelden?
Nee, en we zullen ze er nooit
voor krijgen,
tiaar toch doen we het.
Jezus probeerde vrede op aar
de te brengen. Maar toen was
tr al haat en nijd en dat is
enorm toegenomen. Dat moet
teruglopen. Dan hebben we
weer vrede en dan zijn alle
mensen weer gelukkig.
Marco de Vos, Breda.
ft wil iedereen iets zeggen
over vrede.
Vrede is een mooi woord maar
dan moet je het doen ook
Ik wil niet zeggen dat ik het
kan maar ik probeer het vaak
genoeg, om geen ruzie te krij-
Maar het lukt me nog steeds
niet.
Maar ik snap er nog steeds
niets van waarom de mensen
oorlog maken. Om veel men
sen het graf te laten zien?
Nee, dat denk ik niet.
Maar we moeten zorgen dat er
geen oorlog komt en dat kun
nen we alleen bewijzen door
geen ruzie te maken. Maar dat
lukt denk ik niet gemakke
lijk.
Omdat de mensen het nog niet
kunnen.
Als de mensen het niet willen
kan het ook niet.
Dit is het einde van mijn
brief. Ik hoop dat veel mensen
mijn brief hebben begrepen.
John v.d. Heuvel. Breda.
ïk ga deze brief nu schrijven
voor vrede.
Veel mensen zeggen: wij wil
len vrede, maar ze doen het
gewoon niet. Of ze proberen
het maar ze kunnen het
niet.
Er bestaat te veel nijd en haat
op de wereld-
Dit moet eigenlijk afgelopen
zijn. Sommige mensen kunnen
elkaar niet verdragen. Toch
moet het het beste voor ze
worden.
Dit moét eigenlijk gebeuren.
Maar als je ruzie krijgt en je
hebt het niet gedaan dan moet
je wel terugvechten. En als de
vijand zegt van wil je het
goed maken, dan moet je dat
ook doen. Voor oorlog kunnen
we ook zeggen: er loopt een
streep door de wereld. Zo zijn
er miljoenen mensen die zo'n
streep maken, maar er zijn
ook miljoenen mensen die
goed voor elkaar zijn.
We moeten elkaar vertrouwen,
hulp oieden, steun geven, ken
nis maken, goed maken als je
ruzie hebt, en ook nog elkaar
vergeven.
Er zijn nog veel meer dingen
maar die kan ik allemaal niet
opzeggen. Ik hoop nu maar dat
luer neel veel mensen beter
van worden.
En het is nu niet dat ik graag
in de krant sta maar dat vee
mensen dit artikel lezen.
Nu is het niet de bedoeling
om te gaan betogen van: wi.
willen vrede. Want daar kun
nen Je grootste ongelukkei
mee gebeuren.
Toch zal er een dag komen
dat er over heel de aarde vre
de zal komen. En daar heef:
Jezus alles mee te maken
VERTROUW DAAR MAAI
OP-
Ad Biolik, Breda
Eindredaktie Rieja van Aart
Jongens en meisjes, die een tekening, gedicht of ver
haaltje in de Kleine Stem willen laten zetten kunnen
hun werkstuk sturen naar De Kleine Stem, Reigerstr. 16,
Breda.
Angelica Vermeulen uit Breda maakte deze tekening naar aanleiding van Prinsjesdag.
De zesjarige Elly Janssens tekende deze boom, paddestoel en roos.
Er ligt deze maand een mooi
boek voor jongens en meisjes
van 7-12 jaar in de boekwin
kels. Het heet Duveltjes uit
een doosje. Het is een zoge
naamd Boek vaan de Maand.
Dat is een manier van de
boekverkopers om veel boeken
aan de mensen kwijt te raken.
Het is dan een maand lang erg
goedkoop. Dit boek kost bv.
tot 5 oktober f 12,50; daarna
f 19,50. En dat is dit boek met
bijna 300 bladzijden, 43 verha
len en 24 versjes ook wel
waard. Bovendien is het erg
leuk uitgegeven met veel
mooie tekeningen. Het grappi
ge is, dat er veel ouderwetse
verhalen in staan, die jullie
vaders en moeders nog kennen
uit de tijd toen ze zo groot of
klein waren als jullie.
Het eerste verhaal is bij
voorbeeld over Ot en Sien. De
meeste verhalen gaan trou
wens over sprookjesachtige fi
guren; niet over dingen die
jullie n-u dagelijks meemaken.
Maar misschien vind je dat
ook wel leuk. Wanneer je, uit
je spaarpot, dit boek koopt of
wanneer je het oadeau krijgt
dan zit er nog een ander klein
boekje bij Dat heet. Voorlezen,
fijn voor straks. Dat boekje
wordt uitgegeven door een
vereniging met een moeilijke
naam: Collectieve Propaganda
van het Nederlandse Boek
(CPNB), die ook voor de Du
veltjes zorgt. Ma-ar dit kleine
boekje is voor vaders, moe
ders, meesters en allen, die
meestal de kinder- en jeugd
boeken voor jullie kopen-
Daarin vinden zij nog meer
d-an dertig andere boeken ge
noemd, die leuk zouden kun
nen zijn voor jullie. In het
boekje wordt namelijk van ie
der boek gezegd hoe die boe
ken heten, wie ze geschreven
hebben en wat erin staaf. Er
staat niet bij wat ze kosten.
Er zijn veel fijne boeken om
uit te lezen of voor te lezen;
er is ook veel rommel. Maar
de goede boeken staan in dit
boekje genoemd en Duvel
tjes is er een van.
HENK EGBERS
Deze paddestoel komt van een tekening van de zesjarige
Chantal Moorthamer uit Hulst.
Het was vreemd stil, toen Cora Baltussen in Driel wak
ker werd. Het was al laat in de ochtend van dinsdag 26
september 1944.
Pijnlijk stijf door haar verwondingen en bevreemd door
ie stilte hinkte Cora naar buiten, vertelt de laatste alinea
ran „A Bridge too Far". En haar herinneringen aan die
morgen bevatten volgens Cornelius Ryan angst over de
terugkeer van de Duitsers, vermengd met droefheid over
het vertrek van de resten van de troepen, die enkele dagen
eerder als bevrijders toegejuicht werden.
Zij zag bij een verwoeste
kerk een laatste groepje solda
len bij een jeep staan en toen
rij erheen ging, begon de klok
tb de toren te luiden. Zij zag
'en van de Airbornemannen,
die het geluid veroorzaakte en
hij had een verband om zijn
hoofd. „Waarom ben je de
klok aan het luiden?" De sol
daat keek van boven af op
fora neer. „Ik dacht dat dat 't
heste was", zei hij.
Cornelius Ryan schrijft in
I nabeschouwingen: Alles
?J elkaar droegen ongeveer
100 mensen bij tot het boek.
tri allerlei redenen kon eeh-
kr niet plke persoonlijke her-
:Wering er in opgenomen
*"r;|er, zodat tenslotte een
™9-ta gebruikt werd. „Maar
'et geheugen is na dertig jaar
onfeilbaar meer. Bepaalde
f ::ri'l:jnen. overeenkomend
"o1 die bij het werken aan
"iJn vorige boeken, moesten
'k acht genomen worden. Ie-
rer® verklaring of aanhaling
'J dit boek wordt gerugge-
"kond door schriftelijk bewijs
of door de medewerking van
anderen, die konden getuigen,
dat een bepaalde gebeurtenis
werkelijk plaats had. Ik kon
niets publiceren, dat berustte
op horen zeggen, op geruchten
of op mededelingen uit de
tweede hand- Mijn archief be
vat honderden mededelingen,
die volkomen juist kunnen zijn,
.-naar die ik niet door anderen
bevestigd kon krijgen"-
Wanneer Cornelius Ryan
dus woorden aanhaalt van
mensen, die op een of andere
manier de gebeurtenissen
meebeleefden, dan staat hij in
voor de historische juistheid
van de beschreven voorvallen.
In zekere zin is „Een brug te
ver" dus evenmin een roman,
als bijvoorbeeld „De langste
dag", maar niettemin is de
schrijver duidelijk een roman
cier. Hij is echter evenzeer
een oorlogsverslaggever, die
slechts de waarheid wii weer
geven. al zal zijn werk dan
niet ais officiële geschied
schrijving beschouwd wor
den.
Dit werk begint met een
herinnering aan de ineenstor
ting van de Duitse legers in
Frankrijk na de geallieerde
uitbraak uit het bruggehoofd
in Normandië en aan de hier
op volgende paniekvlucht uit
de bezette gebieden, in ons
land bekend gebleven als Dol
le Dinsdag, 5 september 1944.
Het boek begint, evenals het
eindigt, met een herinnering
van Cora Baltussen, die toen
dacht, dat de Amerikanen en
de Engelsen de horden vluch
tende Duitsers en hun collabo
rateurs zonder veel strijd en
moeite het land uit zouden
jagen-
In de eerste hoofdstukken
bracht Ryan ook herinnerin
gen bijeen van veel anderen,
diie hij sprak in en om Eind
hoven, Nijmegen maar voorat
Arnhem en Oosterbeek. Later,
bij de beschrijving van de
slag om Arnhem, waren het
vooral mensen, die toen in
Oosterbeek woonden en die
meer dan anderen in aanra
king kwamen met de mannen
van de luchtlandingstroepen-
wier verhalen hij aanhaalde.
Net als in zijn vorige oor
logsboeken toonde Cornelius
Ryan een voorkeur voor het
weergeven van de meningen
van ooggetuigen, zowel bur
gers als militairen. Dit bleek
uk in „De langste dag" een
van de sterkste punten bij de
ze schrijver met zijn ontegen
zeggelijk boeiende verteltrant.
Hij opende „A bridge too far",
met herinneringen van Driel,
die hij ook aan het slot citeer
de.
Niet onmogelijk, dat hij dit
opzettelijk deed, omdat naar
zijn opvatting juist de plaats
Driel en in het bijzonder het
daarbij gelegen veer naar He
veadorp een veel belangrijker
roi in de slag om Arnhem had
kunnen spelen- dan in feite
het geval was.
Twee belangrijke „zegsvrou
wen" in zijn boek werden
overigens inwoonsters van
Oosterbeek, die haar indruk
ken neerlegden in dagboeken:
Hendrika van der VIdst en An-
je v-an Maanen volgens zijn
schrijfwijze. Nu moet wel ge
zegd worden, dat Ryan enige
moeite gehad moet hebben
met de moeilijke Nederlandse
namen, in het hij zonder van
plaatsen. Ook doet het een
beetje vreemd aan, dat bij
voorbeeld Driel als stad aan
geduid wordt, Bemmel daaren
tegen als een gehucht. zo
ziju er meer plaatsen die als
groter (stad) of kleiner (dorp
of gehucht) aangeduid wor
den, dan wij ze kennen.
Een sterk punt in de ma
nier, waarop Cornelius Ryan-
evenals trouwens andere,
voornamelijk Amerikaanse
schrijvers van oorlogsboeken,
hun stof behandelen, is echter
ontegenzeggelijk het weerge
geven van zoveel mogelijk
meningen van „gewone" men
sen, die tegen wil en dank in
het oorlogsgeweld verdwaald
zijn. Dit versterkt het drama
tisch element in het verhaal,
dat natuurlijk ook een bepaal
de hoeveelheid minder vlot
aansprekende elementen moet
bevatten. Tenslotte moet het
hoe en waarom van de militai
re acties ook uit de doeken
gedaan worden.
De komst van het Engelse
luchtlandigskorps moet, zo
vertelt Ryan voor de Neder
landse verzetsmensen in Arn
hem en omgeving in zoverre
een teleurstelling met zich
meegebracht hebben, dat zij
genegeerd werden. „De meest
gefrustreerde en boze burgers
in het gebied waren de leden
van de ondergrondse", staat op
bladzij 235 van de Engelse
uitgave.
„Verschillenden hadden de
Britten bijna dadelijk bij de
brug ontmoet, maar hun hulp
werd beleefd afgewezen- Al
eerder had de leider van het
Arnhemse ondergrondse ver
zet, Pieter Kruyff, Toon van
Dalen en Gijsbert Nu-man naar
Oosterbeek gestuurd om con
tact met de Britten op te ne
men. Ook zij had-den onder
vonden, dat hun hulp niet no
dig geacht werd".
Dezelfde verzetsleider
Kruyli, wiens naam trouwens
herhaaldelijk als Krufff ge
schreven wordt en Henri
Knap moesten tot hun spijt
ontdekken- dat hun op juiste
gegevens berustende inlichtin
gen over Duitse troepenbewe
gingen geen enkele invloed uit
oefenden. Cornelius Ryan
schreef dit toe aan slechte er
varingen, die de Engelsen eer
der, vooral in Frankrijk, met
het verzet gehad hadden,
Cornelius Ryan
waardoor zij erg wantrouwig
geworden waren. En toch wa
ren de Britten blij met de
hulp, die zij van andere Ne
derlanders ontvingen, vooral
van hen, die zich inspanden
om bij te springen bij de ver
zorging van gewonden-
Bij de operatie Market-Gar
den was niet alleen een Brits
luchtlandingskorps betrokken,
al kwam natuurlijk ook in Ry-
ans boek het tragisch lot van
deze eenheid centraal te staan.
Van de in Ierland geboren,
maar al jaren in de Ver. Sta
ten wonende en daar genatu
raliseerde schrijver mocht ver
wacht worden, dat hij al
leen al met het oog op het
aanzienlijke aantal lezers in
zijn tweede vaderland
ruimschoots aandacht zou be
steden aan het optreden van
de Amerikanen In Brabant
moest namelijk de 101ste Air-
bornedivisie, bij Grave en Nij
megen de 82ste het terrein
effenen voor de grondtroepen
van het Engelse leger die uit
eindelijk de brug bij Arnhem
„A Bridge too Far" van Cornelius Rayn heeft de schrijver
zeven jaar werk gekost, bestaand uit onderzoek van on
telbare archiefstukken, gesprekken en correspondentie met
ongeveer 1200 mensen in verschillende landen en het
schrijven van dit boek van bijna 500 bladzijden. Deze sa
mensmelting van oorlogsroman en geschiedschrijving over
de Operatie Market-Garden in september 1944, is nu ver
schenen bjj uitgeverij Hamish Hamilton in Londen. De
Engelse uitgave wordt in ons land geïmporteerd door
Meuienhoff-Bruna en het forse boek kost hier 31,85.
Gisteren, precies dertig jaar na het begin van de grote mili
taire actie, verscheen de Nederlandse vertaling bjj uitge
verij Van Holkema en Warendorf (Unieboek).
Cornelius Ryan, in 1920 in de Ierse hoofdstad Dublin ge
boren, maar al jaren in de Verenigde Staten woonachtig,
heeft al bekendheid door eerdere beschrijvingen van
schokkende gebeurtenissen tijdens de tweede wereldoorlog,
vooral door „De langste dag", waarin de geallieerde inva
sie op 6 juni 1944 beschreven is.
tot doel hadden.
Ryan was niet de eerste die
onthullingen deed over de
moeilijkheden van een militai
re operatie, waarbij de natio
nale trots van de eigenlijk te
gen heug en meug samenwer
kende geallieerden oorzaak
was van soms ernstige wrij
vingen. Nu zou de vraag ge
steld kunnen worden, in hoe
verre de achtergrond van de
schrijver (van oorsprong een
Ier en dus toch al niet pro-
Engels naderhand fervent
Amerikaan) van invloed was
op zijn stellingname. En deze
stellingname kwam wel heel
duidelijk aan het licht in twee
onder elkaar op de bladzijde
n-a het slot van het eigenlijke
verhaal afgedrukte citaten.
Eerst haalt Ryan aan, dat
Montgomery in zijn memoires
stelde: „Naar mijn bevoor
oordeelde mening zou, als
de operatie van haar ontstaan
af behoorlijke steun gekregen
had, als de noodzakelijke
hulpmiddelen aan vliegtuigen,
grondstrijdkrachten en admi
nistratie verleend waren, een
succes bereikt zijn ondanks
mijn fouten, het ongunstige
weer of de aanwezightid van
het 2de SS Panzerkorps in het
gebied van Arnhem".
Terwijl Montgomery er
overtuigd van zegt te zijn, dat
Market-Garden een volledig
succes had kunnen worden,
geeft Ryan vlak onder deze
uitlating weer, dat Prins Bern-
hard tegen hem de schrijver
van het boek dus, heeft ver
klaard: „Mijn land kan zich
nooit meer de luxe van nog
een succes van Montgomery
veroorloven". De volgorde van
beide citaten geeft maar al te
duidelijk het standpunt van
Cornelius Ryan zelf weer. Zijn
boek is daarom een bijster
knappe, erg lezenswaardige,
maar door een duidelijk ge
kleurde bril bekeken oorlogs
roman.