,Ik kan me nergens over opwinden' De mens in de „goddelijke" computer Spelieriaanse benadering van Reve Leven onder de koppensnellers PROFIEL VAM VIJF BEKENDE SCHRIJVERS Alfred Hitchcock 75 jaar: NEUROTISCHE JEUGD VAN EUROPA; OP NAAR CALIFORNIE kunst cultuur 1 LOS ANGELES (AP) „Ik had nooit gedacht dat ik op deze leeftijd nog zo hard zou werken", zo vertelde Al fred Hitchcock nadat hij 75 was geworden. De korte en dikke fihruneester is onlangs driekwart eeuw oud gewor den, een leeftijd waarop Hitchcock het wat rustiger aan zou moeten doen, van dat rustig aandoen komt echter niets terecht. Voordat hij een interview kon afstaan moest hij eerst nog een script met Ernest Lehman, die een van Hitch cock's grootste successen „North by Northwest" schreef, doornemen „Vanaf het begin van dit jaar werk ik al aan dit script", zo legt Hitchcock uit- „Het is een zeer moeilijk script omdat het gaat om twee parallel lopende verhalen die uiteindelijk tot elkaar komen". Zijn nieuwe project is geba seerd op een roman „maar zo als gewoonlijk volg ik de plot van de roman niet" en heeft nog geen titel. Met plezier vertelt hij over de ironie in het verhaal, dat gaat over een stervende douairière, die zoekt naar een onwettige zoon die zij in haar jeugd had gebaard. De zoon is niet te vinden, zo ontdekken de kijkers, omdat hij een ontvoerder is. „Dit is geen mysterie, want ik maak geen mysteries", zo zegt Hitchcock, „ik vertel het pu bliek alles en dan laat ik het raden hoe het allemaal zal af lopen". Veel regisseurs maken hun creaties op het toneel Bij Hitchcock is dat niet het ge val. Hij doet het meeste werk op zijn kantoor in de studio van Universal. „Mijn films worden op papier gemaakt", zo merkt hij op. „Ik zet iedere beweging van de camera op papier voordat er zelfs maar wordt opgenomen". Tegen de tijd dat ik het script af heb wens ik dat ik de film hele maal niet had hoven maken". Daarna kan hij echter uitrus ten want dan doet hij niets meer totdat de opnamen be ginnen. „De cameraman weet dan al wat ik wil". Ik heb dan ook al in de kleedkamers met de acteurs en actrices gespro ken. Alles wat we dan nog moeten doen is de film ma ken", zo zegt Hitchcock. „De enige problemen waar op ik stuit zijn acteurs die niet willen werken zoals ik het wil, in het bijzonder degenen die dingen willen veranderen dan zeg ik tegen de mensen: Doe wat je wilt maar vergeet een ding niet en dat is de montagekamer"- Op zijn 75ste lijkt Hitch cock zijn creatieve kracht nog altijd helemaal onder controle te hebben. Met een stralend gezicht weet hij te melden dat zijn laatste film „Frenzy" 5,2 miljoen gulden heeft gekost en 41 miljoen heeft opgebracht- Ook de critici, die vreesden dat de kracht van de meester hand tanende was na een serie films van middelmatige kwali teit, waren gerustgesteld. Hitch heeft nooit veel aandacht aan zijn critici besteed, zelfs niet in de tijd dat ze over zijn genialiteit schreven. Hij is niet het type dat adviezen ter harte neemt, zelfs niet wan neer zo'n advies afkomstig is van zijn oude vriend de film acteur Gary Grant. In Holy- wood zien de twee vrienden elkaar nog regelmatig en Grant, die acht jaar geleden een punt achter zijn filmcar rière zette, waarschuwde de regisseur eens: „Je maakt een gevangene van jezelf'. Hitchcock, die 54 jaar gele den de filmwereld binnenstap te in zijn geboorteland, Enge land, zegt: „ik voel me hele maal niet ais een gevangene, De PROFIELREEKS van uitgeverij Manteau breidt zich gestaag uit. Er werden weer vier deeltjes toege voegd aan de monografieën- reeks, die telkens een beken de letterkundige figuur be knopt voorstelt. De boekje? zien er aangenaam uit, en bevatten relatief veel illus tratiemateriaal, dat een beet je aan de béte kant is. Df opzet is telkens ongeveer hetzelfde en bevat de vol gende onderdelen (auto) bio grafie, bibliografie, beschou wingen (getuigenissen), aar dige boekjes voor b.v. mid delbarescholieren, als intro ductie op het werk van des betreffende schrijvers; een echte analyse van persoon er werk moet je echter niet verwachten. Wel krijg je me' deze boekjes materiaal in handen, waar je zelf iets mee kunt doen. PAUL SNOEK zegt b.v. in het deeltje aan hem besteed: „Ik heb mij nooit kunnen engageren om politieke din gen te schrijven. Voor mii zijn politieke propaganda en poëzie onverenigbaar. Dat is ergens het bewijs, dat ik es thetisch gericht benJe leest b.v. hoe deze niet zo populai re dichter leerde schrijven en lezen, „zoals men normaal ap school niet mag leren" van Anton van Wilderode, zijn poesis-leraar op het kleinseminarie. JOHAN DAISNE is onge twijfeld weer meer „in het ïieuws", gnzien de gegroeide belangstelling voor het occul te en mystieke. Dit deeltje bestaat voornamelijk uit los se getuigenissen; iets aan de magere kant. Zo zie je dat bijna uiteraard Lampo schrijft: „Zoals bij alle grote romanciers, beschouwen wij bij Johan Dalsne het artis- 'iek kunnen nauwelijks als een voor aparte ontleding vatbaar verschijnsel". WARD RUYSLINCK is waarschijnlijk een van de meest gelauwerde auteurs van zijn generatie. Behalve de gebruikelijke rubrieken zijn een aantal aforismen van hem afgedrukt; o.a. „Er zijn twee soorten vrienden: degenen die je opbellen als er een Slechte kritiek ver- fmi-timt - f. faflelnekt schenen is, en degenen die zulke kritieken schrijven". Marnix Gijsen is de vierde man ir. dit rijtje. Een tekst van Maurice Roelants uit 1958: „Het verlies van het geloof heeft zijn kern niet aangetast, al evenmin als het hem naar een blijmoediger of idealistischer visie zou doen evolueren. Alleen was de dam van stilzwijgend heid, die alle bittere ervarin gen, rebellie en verdriet had ondervangen, plotseling door broken". De deeltjes uit deze reeks kosten 5,90 per stuk. Niet in deze reeks, maar een nog wat simpeler uitge geven boekje als monografie over een schrijver heet BOE KETJE BUYSSE. Het houdt het midden tussen een infor matief en een „reclame" geschrift. Het boekje wordt immers gekoppeld aan de gedurfde uitgave door Manteau van het Verzameld Werk van Buysse in zes de len; ongeveer 75 titels op ongeveer 100 pagina's dun- drukpapier. De uitgave wordt samengesteld en van aantekeningen voorzien door orof. dr. Elslander. Dit boek je is een levensschets en een bibliografisch overzicht, ge volgd door getuigenissen en voorzien van veel historische foto's. Ook zonder de aan schaf van de volledige wer ken een Informatief boekje over deze mislukte cichorei fabrikant, die ondanks de stevige tegenbries uitgroeide tot een letterkundige van formaat. in deze eerste eeuwhelft op en neer pende lend tussen Nederland en Vlaanderen. H.E. Ik heb ook ,niet het gevoel dat ik me in een bepaalde hoek heb vastgezet. Ik doe wat ik graag doe. De waarschuwing dat zijn overtollige gewicht gevaarlijk kan zijn voor zijn gezondheid, negeert hij. Hij houdt echter wel aan een di eet. Volgens zijn berekeningen moet hij in zijn leven in het totaal tussen de 450 en 550 pond zijn kwijtgeraakt. Sinds december is er weer 30 pond af- Hij weegt momenteel 200 pond- Hitchcock gelooft dat hij zo zwaar is omdat dit in de familie zit. „Mijn moeder, die 78 is geworden, had een wat we in Engeland noemen boerenbrood-figuur. Ik denk trouwens dat ik aankom van wege mijn rustige tempera ment. Ik kan me gewoon ner gens over opwinden"- Ingrid Bergman werd eens erg kwaad op me over iets in een film. Ik verliet gewoon het kantoor en ging naar huis- „dat is nou het vervelende van hem: hij maakt geen ruzie", zo klaagde ze. Hitchcock houdt zijn gezondheid in de gaten door iedere dinsdagmorgen om halftien een bezoek te bren gen aan zijn arts. Hij wordt wekelijks gecontroleerd en laat maandelijks zijn bloed controleren. „Ik ben een groot voorstander van preventieve genezing", aldus Hitchcock. „Als we diverse stadia van evolutie bekijken, dan is het ons opgevallen dat de gehele evolutie sterke overeenkom sten vertoont met een uitge breid testprogramma. Is de mens van het begin af aan onderworpen geweest aan het meest uitgebreide testpro gramma, dat het heelal mis schien kent? En met welk doel?" Dat is het uitgangspunt van M. VAN DER VEER EN P. MOERMAN in hun boek VERBORGEN WERELD en het ongelijk van de geschie denis (uitg. Ankh-Hermes B.V. f 19,50). Een determinis tisch standpunt (die mens moet gewoon), dat telkens in aller lei varianten terugkomt, maar in dit boek werdt toegepast op de evolutie. De auteurs bewij zen hun stellingen vooral door het vertellen van, een aantal gelijksoortige ontwikkelingen op de wereld, die onafhanke lijk van elkaar, maar wel on geveer tegelijkertijd te zien zijn. Je kunt dit natuurlijk ver klaren met het reduceren van de wereld tot een „computer", die van onbekende machten of krachten een programma als input heeft meegekregen, overtuigend is het evenmin of evenzeer als vele andere plausibele verklaringen. Los van deze theorie vertelt het boek evenwel een groot aantal feiten uit het cultuuronder zoek (lang niet allemaal nieuw voor degenen, die in deze lectuur wat thuis zijn) die o,p zich hoogst interessant zijn. Daarbij vergeten de au teurs wel eens het thema, de stelling die zij willen bewij zen; niet de minst interessante delen van het boek. Een van de centrale onder werpen in het boek zijn b.v. de ontdekkingsreizen, wa arbij de z.g. Piri-reis-kaart aan de orde is. Daarmee worden niet alleen de ontdekkingsdrift van de Portugezen en hun gewel dige informatie beschreven, maar wordt tevens gezegd, dat zij Amerika al ontdekten vóór Columbus. Interessante zaken, maar de volgende conclusie lijkt er dan wel een beetje aangeplakt: „We geloven, dat de mens van nature een drang of dwang heeft, die'hem aan zet tot het uitvoeren van het „onmogelijke" en het reiken naar het „onmogelijke". En steeds wordt er een deel van zijn testprogramma voltooid, het onmogelijke wordt moge lijk en het onbestaanbare wordt werkelijkheid". De autèürs van het eerder rf3£|^.r JBi Worden »rij getest' verschenen „Nieuwe sporen naar het verleden" stellen in deze context aan de orde: dit boek verder o.a. „binnen de weg van het werktuigge- bruiik bij de homo sapiens; hel selectieproces in het menselij ke ras; het kannibalisme: de grotschilderkunst, de Kirlian- fotografie; archeologische vondsten in China etc. Boeiend is het b.v. nog het hoofdstuk over de schedel; met name wat verteld wordt over het trepaneren (het doorboren) van het schedeldak in het Ste nen tijdperk en de vondsten daaromtrent gedaan, waaruit blijkt dat het percentage ge slaagde schedel operaties uit het Stenen tijdvak minstens zo hoog lag dan die bij onze mo derne wetenschap... De ondertoon van hun boek is pessimistisch. Dat pessimis me is vooral gestoeld op de (nieuwe trend) idee, dat de ontwikkeling van de menselij ke geest is achtergebleven in de totale evolutie. Vooral het kosmische bewustzijn is ge frustreerd geraakt. Anderzijds willen beide auteurs met hun conclusies en verwachtingen in dit boek ervoor waken, dat zij niet terechtkomen in de kolom van de sciencefiction schrijvers of de „kosmidio- ten". Hoewel het aantal lezers, c(at bereid is dat niet te doen toeneemt, is er ongetwijfeld nog een groot aantal f 'sen, dat aan de inhoud - ge noemd boek niet meer v arde wil toekennen dan dat, Maar, mijns inziens is dat ten on rechte. al zet ik persoonlijk wel een aantal vraagtekens hij de stelling van dit boek; met name bij de vorm waarin deze gegoten is. Henk Egbers De hang naar het occulte, het mystieke, het ondefinieer bare is groot. Deze reactie op een al te rationele, zogenaamd objectief wetenschappelijke en materialistische levenshouding is tevens de voedingsbodem voor de opbloei van de science- fictionlitcratuur. Maar wat is nu precies SF? Is alles wat onder deze vlag verschijnt ook werkelijk science fiction? Daarop tracht SAM J. LUND- VVALL in het boek WAT IS SCIENCE FICTION? (oorspr SF: What It's All About-1971) in vertaling en bewerking van Warner Flamen een antwoord te geven. Het verscheen is in de Meulenhoff science-fiction- reeks-69 en voor deze 300 pa gina's informatie betaalt u f 19,50. Afgaande op de Nederlandse titel (Wat Is SF) valt de inhoud tegen, want de Zweedse au teur komt niet tot een heldere uiteenzetting van de basisge dachten, die ten grondslag lig- Sen aan de oorsprong van dit verschijnsel; noch worden er duidelijke verbanden gelegd tussen functie en samenhang van SF met de menselijke psy che in bepaalde cultuurperio des. Er staan wel losse opmer kingen daaromtrent door het boek heen verspreid, maar wat SF nu werkelijk IS komt er niet goed uit. Wat het boek wèl geeft: een grote hoeveelheid informatie, te beginnen in de 17e eeuw bij de zogenaamde fantastische roman- Dat is uiteraard vrij willekeurig, want er is in een studie over dit verschijnsel best verder terug te gaan, al was het b v. maar naar ele menten uit de 15e-eeuwse mysteriespelen. Ook worden uitspraken aangehaald, die meningen als dat SF er is om bestaande situaties in het kwadraat of mogelijk in het absurde door te trekken, (dus eigenlijk een verweer tegen de ontwikkelingen) of om te beschrijven wat de weten schap nog zal ontdekken te genspreken. Volgens Lundwall is SF er niet om de santen kraam van raketten, machines en verre werelden, maar om de boodschap, dat we altijd bedacht moeten zijn op veran deringen- Hij haalt daarbij Sturgeon aan, die zei dat ne gentig procent van alle SF rommel is, maar zo voegt hij eraan toe: van de andere kant is negentig procent van alles rommel. Het register vermeldt naar schatting een vierhonderd na men uit de daarvoor beschre ven SF-historie, dus heel wat- De auteur behandelt talrijke facetten: boeken, tijdschriften, films, strips, fans en fandom, horror en fantasy, legendari sche romanfiguren en giganten van 't genre. Lundwall is daar bij geen kritiekloze verheerlij- ker van SF, integendeel dege nen, die hun neus ophalen voor SF moeten dit boek maar eens lezen, ze zullen ongetwijfeld kennis maken met een wereld, die hun onbekend was en mis schien toch tot andere waarde oordelen komen. De SF-fans (lezers) vinden in dit boek zoveel informatie, dat ze bij deaanschaf van SF-boeken waarschijnlijk wat meer de bomen van het bos (want dat wordt het langzamerhand) Kunnen onderscheiden Er staan veel citaten in en het boek is niet zo moeilijk ge schreven. H.E. De Groene Anjelier-Oscar Wilde-als symbool van de ho moseksualiteit was voor HED- WIG SPELIERS aanleiding zijn studie over Van het Reve titel mee te geven GE RARD KORNELIS VAN HEI REVE EN DE GROENE AN JELIER (uitg. Nijgh en Var Ditmar-f 20). Het zijn de ho moseksualiteit en het katholi cisme, die Reve gemeakt héb- ten tot de schrijver, dié hij nu J8 .da' is de ondertoon van dit "lodderig uitgegeven boek in een even flodderige als uitda gende stijl geschreven Al is de^ omvang van ruim 300 oagi na's wat te overdadig in ver houding tot netgeen er wezen lijk gezegd wordt, doorgaans hhjft het wel een boeiend teek om te lezen, als je in het verschijnsel Reve seintere? seerd bent en het fenomeen Speliers weet te relativeren- »Als ik mij maar tang ge- teeg koester in het zonnetij van de nsycho-analyse weet ik met (mijn) zekerheid iets be ter sommige mechanismen van van het Reve's schriiver- teau te begrinen". zegt Spe 'tes in de inleiding Nu is de tete™-"nalyse. die Spelier' enft aan een ^ij opper- akki'ge bant en daarom de? gevaarlijker: juist omdat vanuit deze mens-benadering in het verleden zoveel brok ken gemaakt zijn en nog ge maakt worden; al die causalt verklaringen bedrijven hee vat onrecht aan de mens, dit néér is dan een stelletje me chanismen- De beschreven werkelijk leid bij Van het Reve moet J feeds zien als een creatievi werkelijkheid, aldus Spelier; die dit later verder uitwerk wanneer hij vorm en inhou van Van het Reve's boekei „analyseert"- Dat is gee: nieuws; de toetsing, van di gegeven zou interessant ge weest kunnen zijn, maar dez' wordt onvoldoende uitgewerkt omdat Speliers teveel in kre ten hoe interessant soir ook blijft steken- Het boek bevat een driet; deler, met een naschrift ove Lieve Jongens „Ik zie zijr werk als de voltooiing van d< Gombrowieziaanse droom all' schema's te doorbreken. Da GK van het Reve zélfs he homoseksuele schema in stuk ken breekt, is zijn unieke ver dienrte". zo besluit hii he -erste deel' De Groene Anie Uer In bet hoofdstuk Holland' Glorie en Verval analyseer' hii dm werken van Van het Reve. die preluderen op wat hii in het volgende hoofdstuk noemt De Authentieke Schrij ver. De thema's dood en her innering bepalen zijn werk; daaromheen bouwt hij zijn Ei gen Taaihuis, dat in '63 (Dt authentieke Schrijver) tot zijn jewuste mooischrijverij werd Je periode van '56 tot '61 ildus Speliers, het jaar waarin lij manifest zijn homoseksua- iteit durft uitschrijven en pu- jliceren in Op Weg Naar Hei linde, is getekend door crea ieve onmacht (zijn huwelijk net Hanny Michaelis loopt on. ;eveer parallel - ook Mozari ;eed aan creatieve impotentie n relatie met zijn Constan :e-") Met de publikatie van Tien Vrolijke verhalen is het /erval voltooid. Het zijn voor- tl de boeken De Avonden er Verthei Nieland, die Spelierj n hoofdstuk 2 onder hander leeft |Waarbij hij o-a- op Spe ieriaanse wijze psycho-analv- e pleegt met Reve's beschrij ing over dierenmishandeling i (later) liefde- Om twee redenen noem jeliers Van het Reve's over ng tot het katholicisme var lelang' om het irrationele er- ran - het theologische aspect ironiseert hij dm v- een privé theologie dat de homosek suele noodzaak zowel literair als menselijk afkwakt, en om het zondebeigrip, dat in staat is de homoseksualiteit te ver menselijken- Het zijn vooral deze beide elementen, die de auteur daan de hand van Op weg naar het Einde („het be vat de totale Van het Reve") verder uitdiept. Bij De Taal Jer Liefde noteert hij; „Zij lie met psychoanalytische bril lit boek bekijken, kunnen zonder blozen hun psychoana lyse in eenzelfde adem literai re analyse noemen. Vorm en ,nhoud zijn nl. één geworden- Door het afwijzen van de ver- nenselijking der homoseksua- 'iteit in deze „roman", kan h'i de weg openen naar een strikt gesloten volkomen narcistisch en honderd percent gehomo- seksualiseerde tekst als Lieve Jongens" Wanneer je die een zijdige psychoanalytische kijk van Speliers deelt en dat doe ik niet kun je met dit soort verklaringen wel uit de voeten- Afgezien daarvan draagt hij veel stof aan in dit doek. die een oriëntatie in Van bet Reve's werk voed mn- geliik maakt, ook al zien de notities er een beetje uit om zijn eigen beeld in ander verband te noemen als oatehwork (het vervaardigen "an „lappend°kens"). HENK EGBERS Wyn Sargent, wie kent die malle Amerikaanse tante niet meer? De antropologe-journa liste-schrijfster, die op West- Irian met een Papoea-stam hoofd trouwde om de seksuele gedragingen van die inlanders te leren kennen. Latere pers berichten van vorig jaar leer den de waarheid: malle Wyn was met het stamhoofd (sym bolisch) getrouwd om zodoen de een dreigende stammenoor- log te voorkomen Het zinde de Indonesische regering niet bijster dat Wyn Sargent op de hoogte was gekomen van de (martel) prak tijken van Indo nesische regeringsambtenaren en politiemacht op het vroege re Nieuw-Guinea. En daarom waren misleidende berichten de wereld ingestuurd. Door of op instigatie van een Indonesische regering, die Wyn Sargent enkele jaren eer der alle faciliteiten had ver leend toen haar verzocht werd een onderzoek in te stellen naar de erbarmelijke levens omstandigheden van de in landse bevolking van Borneo, De weerslag hiervan is neer gelegd in het boek „MIJN LE VEN ONDER DE KOPPEN SNELLERS". Een wat weidse naam voor een boek dat in feite niets meer beschrijft dan een reis vol kommer en kwel door de binnenlanden van Borneo, waar de Daj akkers wonen, verdeeld over ontelba re clans. Wyn Sargent De Daj akkers vormen een verzameling volkeren, die door vroegere kolonisten (Neder landers!) steeds dieper de on doordringbare en dodende wil dernis werden ingedrongen- Dood, ziekten en. honger wer den daar hun deel- De Dajak- kers dreigden op een bepaald moment zelfs uit te sterven. Via ene Abdoel kreeg Wyn Sargent op reis in Indone sië het verzoek om een onderzoek in te stellen op Borneo. Op volmaakt onbegrij pelijke gronden nam ze dat verzoek aan (Wie is ze?) en vertrok onmiddellijk met haar 12-jarige zoontje Jury en een onvoldoende voorbereide, on willige escorte onder leiding van de wat „geciviliseerde koppensneller" Panggoen de binnenlanden van Borneo in. Ieder normaal denkend mens kon en kan nu af gaande op Wyn Sargents be schrijvingen op zijn vingers natellen dat een dergelijke, nauwelijks uitgeruste expedi tie gedoemd is zich veel moei lijkheden op de hals te halen. Aldus geschiedde. Tussen de (boeiende) beschrijvingen van het aflopende levenspatroon van de Daj akkers door ver haalt Wyn Sargent van de moeilijkheden die haar eigen groepje ondervindt- En daar ontspoort schrijfster Wyn, Op die pagina's waant ze zich Alaister McLean in een vergeefse poging enige span ning in het verhaal te bren gen; er als het ware een avon turenroman van te maken. Wat hiervan gedacht (de ex peditie heeft honger, zoien en riemen zijn al opgegeten(-) en er wordt een aap geschoten): „Opeens begon zijn lichaam te kronkelen, zijn hoofd sloeg van de ene naar de andere kant, maar hij deed geen po ging om z'n klauw naar zijn pijnlijk gewonde oog te bren- gen(...Hij liet zich op een tak zakiken,, wreef er met zijn buik tegen en begon met tril lende en rukkende bewegin gen verder te kruipen. Hij liet een klein spoor van bloed en een dikke witte streep speek sel achter, enz." En dat na beschrijvingen van de meest afschuwelijke ziekten die zich verspreidden onder de honge rende Dajakkers. Maar dat is slechts de schrijftrant- Voor de rest is malle Wyn zo mal nog niet- Terug in de V.S. heeft ze op dezelfde amateuristische ma nier als haar expeditie een speciaal fonds in het leven geroepen van waaruit de Da- jakkers geholpen zijn op on der meer landbouwkundig - en medisch gebied. Hiermee zijn, zo schrijft Wyn, goede resulta ten behaald. In haar boek is één hoofd stuk besteed aan haar moei lijkheden ap Nieuw-Guinea enige jaren later, maar dat Jijkt alleen gebeurd om het een spoortje actualiteit te ge ven. EUGèNE LOOMANS «Wyn Sargent: Mijn leven on der de koppensnellers- (Uitg.: II- Nelissen, f 22,50). ARTHUR JANOV behandelt in zijn boek DE OER- SCHREEUW (uitg Bert Bak- ker-AIphaboek-f 16,50) de zo genaamde primal therapie, die neuroses tot op het bot schijnt te genezen. Primal therapie is een planmatig werken met een patiënt, waarbij deze het trau- uatische verleden opnieuw ieleeft- Niet het inzicht in dat erledcn staat hierbij voorop zoals bij de psycho-analyse), naar wel het gevoelsmatig op- lieuw beleven van de pijn, (ie de wonden der jeugd ver- lorzallkten en waardoor hel echte „zelf" steeds verder ver stopt werd Een kunstmatig „zelf' leeft dan, maar met een oermanent ongelukkig gevoel Deze verstoring van de echte persoonlijkheid zet zich vast in het zenuwstelsel en uit zich ook in allerlei lichamelijke klachten. We vinden hier een verdere uitwerking van de theorieën van Laing en Reich. Janov zegt, dat inzicht niet voldoende is, maar dat de pijn zó opnieuw beleefd moet wor den, dat men als het ware kronkelt en het door het hele lijf voelt- Dit noemt hij de oerschreeuw- Dan eerst koml de koppeling tussen verstand en gevoel weer tot stand er kan langzamerhand gen»zinf intreden. In dit boek (er ver schijnt nog een tweede deel wordt de eerste helft bestee- aan theorievorming rond dezi therapie en de tweede helf' geeft een beschrijving van er varingen in de kliniek Ik heb hijzonder veel re< peet voor Janovs werk in de kliniek en heb zijn ervaringen geboeid gelezen: vooral omdal hij een goede combinatie schijnt gevonden te hebben van individuele en groepsthe rapie Zijn theorjeën vind ik voorlopig nog erg pretentieus- Hij zegt dat bij dit boek ge- scheven heeft „voor de jeugd van de hele wereld" Maar achter in het boek waarschuwt bij tevens: blijf wél met je vingers van deze therapie af' het is niet voor dilettanten er bet kar alleen in Californië Nou dat is dan wel een neuro 'ische opzet Dus jeugd van de iele wereld: trekt billen ïaa- Californië; daar is je heil gele en Tachtig tot negentig orci ent van West-Europa schijn' 'miners, volgens „deskundi gen" neurotisch te zijn- Dar beeft Janov nog heel wa' werk voo<- de hoeg Hoewel' de Iec'tiid van de patenter varieert van 17 tot 48 jaar- beroepen: alle soorten Ge trouwd zijn wordt al moeilij ker. Dus, wanneer u 25 jaar bent, ongehuwd en neurotisch dan bent u de ideale pri ma! patiënt. En een reisje naar het zonnige Californië is nooit weg Janov trekt verder erg veel algemene en onbewezen con clusies en toont zich t v. niet op de hoogte van ervaringen van yogi. waar hij wel uit spraken over doet- Wil men echter iets meer weten over theoretische gedachten, die o-a- In klinieken te Halsteren, Ederveen e.d gebruikt wor sen. dan is dit boek wel -ruikbaar De aanbeveling op 'e omslag dat Janov de psy chiater van John Lennon was, 'oef w het hnek wel wantrou wen. Moest flat nou" Spreekt •en goede ..„-"aohte, een goede behandeling niet voor zich? Ook zonder comwerriële slo gans. MARIANNE EGBERS

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1974 | | pagina 11