,Ik kan
me
nergens
over
opwinden'
De mens in de „goddelijke" computer
Spelieriaanse benadering van Reve
Leven onder de koppensnellers
PROFIEL VAM VIJF BEKENDE SCHRIJVERS
Alfred Hitchcock 75 jaar:
NEUROTISCHE JEUGD VAN EUROPA; OP NAAR CALIFORNIE
kunst
cultuur
1
LOS ANGELES (AP) „Ik had nooit gedacht dat ik
op deze leeftijd nog zo hard zou werken", zo vertelde Al
fred Hitchcock nadat hij 75 was geworden. De korte en
dikke fihruneester is onlangs driekwart eeuw oud gewor
den, een leeftijd waarop Hitchcock het wat rustiger aan
zou moeten doen, van dat rustig aandoen komt echter niets
terecht.
Voordat hij een interview
kon afstaan moest hij eerst
nog een script met Ernest
Lehman, die een van Hitch
cock's grootste successen
„North by Northwest" schreef,
doornemen „Vanaf het begin
van dit jaar werk ik al aan dit
script", zo legt Hitchcock uit-
„Het is een zeer moeilijk
script omdat het gaat om twee
parallel lopende verhalen die
uiteindelijk tot elkaar komen".
Zijn nieuwe project is geba
seerd op een roman „maar zo
als gewoonlijk volg ik de plot
van de roman niet" en heeft
nog geen titel. Met plezier
vertelt hij over de ironie in
het verhaal, dat gaat over een
stervende douairière, die zoekt
naar een onwettige zoon die
zij in haar jeugd had gebaard.
De zoon is niet te vinden, zo
ontdekken de kijkers, omdat
hij een ontvoerder is. „Dit is
geen mysterie, want ik maak
geen mysteries", zo zegt
Hitchcock, „ik vertel het pu
bliek alles en dan laat ik het
raden hoe het allemaal zal af
lopen".
Veel regisseurs maken hun
creaties op het toneel Bij
Hitchcock is dat niet het ge
val. Hij doet het meeste werk
op zijn kantoor in de studio
van Universal. „Mijn films
worden op papier gemaakt",
zo merkt hij op. „Ik zet iedere
beweging van de camera op
papier voordat er zelfs maar
wordt opgenomen". Tegen de
tijd dat ik het script af heb
wens ik dat ik de film hele
maal niet had hoven maken".
Daarna kan hij echter uitrus
ten want dan doet hij niets
meer totdat de opnamen be
ginnen. „De cameraman weet
dan al wat ik wil". Ik heb dan
ook al in de kleedkamers met
de acteurs en actrices gespro
ken. Alles wat we dan nog
moeten doen is de film ma
ken", zo zegt Hitchcock.
„De enige problemen waar
op ik stuit zijn acteurs die
niet willen werken zoals ik het
wil, in het bijzonder degenen
die dingen willen veranderen
dan zeg ik tegen de mensen:
Doe wat je wilt maar vergeet
een ding niet en dat is de
montagekamer"-
Op zijn 75ste lijkt Hitch
cock zijn creatieve kracht nog
altijd helemaal onder controle
te hebben. Met een stralend
gezicht weet hij te melden dat
zijn laatste film „Frenzy" 5,2
miljoen gulden heeft gekost en
41 miljoen heeft opgebracht-
Ook de critici, die vreesden
dat de kracht van de meester
hand tanende was na een serie
films van middelmatige kwali
teit, waren gerustgesteld. Hitch
heeft nooit veel aandacht aan
zijn critici besteed, zelfs niet
in de tijd dat ze over zijn
genialiteit schreven. Hij is
niet het type dat adviezen ter
harte neemt, zelfs niet wan
neer zo'n advies afkomstig is
van zijn oude vriend de film
acteur Gary Grant. In Holy-
wood zien de twee vrienden
elkaar nog regelmatig en
Grant, die acht jaar geleden
een punt achter zijn filmcar
rière zette, waarschuwde de
regisseur eens: „Je maakt een
gevangene van jezelf'.
Hitchcock, die 54 jaar gele
den de filmwereld binnenstap
te in zijn geboorteland, Enge
land, zegt: „ik voel me hele
maal niet ais een gevangene,
De PROFIELREEKS van
uitgeverij Manteau breidt
zich gestaag uit. Er werden
weer vier deeltjes toege
voegd aan de monografieën-
reeks, die telkens een beken
de letterkundige figuur be
knopt voorstelt. De boekje?
zien er aangenaam uit, en
bevatten relatief veel illus
tratiemateriaal, dat een beet
je aan de béte kant is. Df
opzet is telkens ongeveer
hetzelfde en bevat de vol
gende onderdelen (auto) bio
grafie, bibliografie, beschou
wingen (getuigenissen), aar
dige boekjes voor b.v. mid
delbarescholieren, als intro
ductie op het werk van des
betreffende schrijvers; een
echte analyse van persoon er
werk moet je echter niet
verwachten. Wel krijg je me'
deze boekjes materiaal in
handen, waar je zelf iets mee
kunt doen.
PAUL SNOEK zegt b.v. in
het deeltje aan hem besteed:
„Ik heb mij nooit kunnen
engageren om politieke din
gen te schrijven. Voor mii
zijn politieke propaganda en
poëzie onverenigbaar. Dat is
ergens het bewijs, dat ik es
thetisch gericht benJe leest
b.v. hoe deze niet zo populai
re dichter leerde schrijven
en lezen, „zoals men normaal
ap school niet mag leren"
van Anton van Wilderode,
zijn poesis-leraar op het
kleinseminarie.
JOHAN DAISNE is onge
twijfeld weer meer „in het
ïieuws", gnzien de gegroeide
belangstelling voor het occul
te en mystieke. Dit deeltje
bestaat voornamelijk uit los
se getuigenissen; iets aan de
magere kant. Zo zie je dat
bijna uiteraard Lampo
schrijft: „Zoals bij alle grote
romanciers, beschouwen wij
bij Johan Dalsne het artis-
'iek kunnen nauwelijks als
een voor aparte ontleding
vatbaar verschijnsel".
WARD RUYSLINCK is
waarschijnlijk een van de
meest gelauwerde auteurs
van zijn generatie. Behalve
de gebruikelijke rubrieken
zijn een aantal aforismen
van hem afgedrukt; o.a. „Er
zijn twee soorten vrienden:
degenen die je opbellen als
er een Slechte kritiek ver-
fmi-timt -
f.
faflelnekt
schenen is, en degenen die
zulke kritieken schrijven".
Marnix Gijsen is de vierde
man ir. dit rijtje. Een tekst
van Maurice Roelants uit
1958: „Het verlies van het
geloof heeft zijn kern niet
aangetast, al evenmin als het
hem naar een blijmoediger
of idealistischer visie zou
doen evolueren. Alleen was
de dam van stilzwijgend
heid, die alle bittere ervarin
gen, rebellie en verdriet had
ondervangen, plotseling door
broken".
De deeltjes uit deze reeks
kosten 5,90 per stuk.
Niet in deze reeks, maar
een nog wat simpeler uitge
geven boekje als monografie
over een schrijver heet BOE
KETJE BUYSSE. Het houdt
het midden tussen een infor
matief en een „reclame"
geschrift. Het boekje
wordt immers gekoppeld aan
de gedurfde uitgave door
Manteau van het Verzameld
Werk van Buysse in zes de
len; ongeveer 75 titels op
ongeveer 100 pagina's dun-
drukpapier. De uitgave
wordt samengesteld en van
aantekeningen voorzien door
orof. dr. Elslander. Dit boek
je is een levensschets en een
bibliografisch overzicht, ge
volgd door getuigenissen en
voorzien van veel historische
foto's. Ook zonder de aan
schaf van de volledige wer
ken een Informatief boekje
over deze mislukte cichorei
fabrikant, die ondanks de
stevige tegenbries uitgroeide
tot een letterkundige van
formaat. in deze eerste
eeuwhelft op en neer pende
lend tussen Nederland en
Vlaanderen.
H.E.
Ik heb ook ,niet het gevoel dat
ik me in een bepaalde hoek
heb vastgezet. Ik doe wat ik
graag doe. De waarschuwing
dat zijn overtollige gewicht
gevaarlijk kan zijn voor zijn
gezondheid, negeert hij. Hij
houdt echter wel aan een di
eet.
Volgens zijn berekeningen
moet hij in zijn leven in het
totaal tussen de 450 en 550
pond zijn kwijtgeraakt. Sinds
december is er weer 30 pond
af- Hij weegt momenteel 200
pond- Hitchcock gelooft dat hij
zo zwaar is omdat dit in de
familie zit. „Mijn moeder, die
78 is geworden, had een wat
we in Engeland noemen
boerenbrood-figuur. Ik denk
trouwens dat ik aankom van
wege mijn rustige tempera
ment. Ik kan me gewoon ner
gens over opwinden"-
Ingrid Bergman werd eens
erg kwaad op me over iets in
een film. Ik verliet gewoon
het kantoor en ging naar huis-
„dat is nou het vervelende van
hem: hij maakt geen ruzie", zo
klaagde ze. Hitchcock houdt
zijn gezondheid in de gaten
door iedere dinsdagmorgen om
halftien een bezoek te bren
gen aan zijn arts. Hij wordt
wekelijks gecontroleerd en
laat maandelijks zijn bloed
controleren. „Ik ben een groot
voorstander van preventieve
genezing", aldus Hitchcock.
„Als we diverse stadia van
evolutie bekijken, dan is het
ons opgevallen dat de gehele
evolutie sterke overeenkom
sten vertoont met een uitge
breid testprogramma. Is de
mens van het begin af aan
onderworpen geweest aan het
meest uitgebreide testpro
gramma, dat het heelal mis
schien kent? En met welk
doel?" Dat is het uitgangspunt
van M. VAN DER VEER EN
P. MOERMAN in hun boek
VERBORGEN WERELD en
het ongelijk van de geschie
denis (uitg. Ankh-Hermes
B.V. f 19,50). Een determinis
tisch standpunt (die mens moet
gewoon), dat telkens in aller
lei varianten terugkomt, maar
in dit boek werdt toegepast op
de evolutie. De auteurs bewij
zen hun stellingen vooral door
het vertellen van, een aantal
gelijksoortige ontwikkelingen
op de wereld, die onafhanke
lijk van elkaar, maar wel on
geveer tegelijkertijd te zien
zijn.
Je kunt dit natuurlijk ver
klaren met het reduceren van
de wereld tot een „computer",
die van onbekende machten of
krachten een programma als
input heeft meegekregen,
overtuigend is het evenmin of
evenzeer als vele andere
plausibele verklaringen. Los
van deze theorie vertelt het
boek evenwel een groot aantal
feiten uit het cultuuronder
zoek (lang niet allemaal
nieuw voor degenen, die in
deze lectuur wat thuis zijn)
die o,p zich hoogst interessant
zijn. Daarbij vergeten de au
teurs wel eens het thema, de
stelling die zij willen bewij
zen; niet de minst interessante
delen van het boek.
Een van de centrale onder
werpen in het boek zijn b.v.
de ontdekkingsreizen, wa arbij
de z.g. Piri-reis-kaart aan de
orde is. Daarmee worden niet
alleen de ontdekkingsdrift van
de Portugezen en hun gewel
dige informatie beschreven,
maar wordt tevens gezegd, dat
zij Amerika al ontdekten vóór
Columbus. Interessante zaken,
maar de volgende conclusie
lijkt er dan wel een beetje
aangeplakt: „We geloven, dat
de mens van nature een drang
of dwang heeft, die'hem aan
zet tot het uitvoeren van het
„onmogelijke" en het reiken
naar het „onmogelijke". En
steeds wordt er een deel van
zijn testprogramma voltooid,
het onmogelijke wordt moge
lijk en het onbestaanbare
wordt werkelijkheid".
De autèürs van het eerder
rf3£|^.r JBi
Worden »rij getest'
verschenen „Nieuwe sporen
naar het verleden" stellen in
deze context aan de orde:
dit boek verder o.a. „binnen
de weg van het werktuigge-
bruiik bij de homo sapiens; hel
selectieproces in het menselij
ke ras; het kannibalisme: de
grotschilderkunst, de Kirlian-
fotografie; archeologische
vondsten in China etc. Boeiend
is het b.v. nog het hoofdstuk
over de schedel; met name
wat verteld wordt over het
trepaneren (het doorboren)
van het schedeldak in het Ste
nen tijdperk en de vondsten
daaromtrent gedaan, waaruit
blijkt dat het percentage ge
slaagde schedel operaties uit
het Stenen tijdvak minstens zo
hoog lag dan die bij onze mo
derne wetenschap...
De ondertoon van hun boek
is pessimistisch. Dat pessimis
me is vooral gestoeld op de
(nieuwe trend) idee, dat de
ontwikkeling van de menselij
ke geest is achtergebleven in
de totale evolutie. Vooral het
kosmische bewustzijn is ge
frustreerd geraakt. Anderzijds
willen beide auteurs met hun
conclusies en verwachtingen
in dit boek ervoor waken, dat
zij niet terechtkomen in de
kolom van de sciencefiction
schrijvers of de „kosmidio-
ten". Hoewel het aantal lezers,
c(at bereid is dat niet te doen
toeneemt, is er ongetwijfeld
nog een groot aantal f 'sen,
dat aan de inhoud - ge
noemd boek niet meer v arde
wil toekennen dan dat, Maar,
mijns inziens is dat ten on
rechte. al zet ik persoonlijk
wel een aantal vraagtekens hij
de stelling van dit boek; met
name bij de vorm waarin deze
gegoten is.
Henk Egbers
De hang naar het occulte,
het mystieke, het ondefinieer
bare is groot. Deze reactie op
een al te rationele, zogenaamd
objectief wetenschappelijke en
materialistische levenshouding
is tevens de voedingsbodem
voor de opbloei van de science-
fictionlitcratuur. Maar wat is
nu precies SF? Is alles wat
onder deze vlag verschijnt ook
werkelijk science fiction?
Daarop tracht SAM J. LUND-
VVALL in het boek WAT IS
SCIENCE FICTION? (oorspr
SF: What It's All About-1971)
in vertaling en bewerking van
Warner Flamen een antwoord
te geven. Het verscheen is in
de Meulenhoff science-fiction-
reeks-69 en voor deze 300 pa
gina's informatie betaalt u f
19,50.
Afgaande op de Nederlandse
titel (Wat Is SF) valt de inhoud
tegen, want de Zweedse au
teur komt niet tot een heldere
uiteenzetting van de basisge
dachten, die ten grondslag lig-
Sen aan de oorsprong van dit
verschijnsel; noch worden er
duidelijke verbanden gelegd
tussen functie en samenhang
van SF met de menselijke psy
che in bepaalde cultuurperio
des. Er staan wel losse opmer
kingen daaromtrent door het
boek heen verspreid, maar wat
SF nu werkelijk IS komt er
niet goed uit.
Wat het boek wèl geeft: een
grote hoeveelheid informatie,
te beginnen in de 17e eeuw
bij de zogenaamde fantastische
roman- Dat is uiteraard vrij
willekeurig, want er is in een
studie over dit verschijnsel
best verder terug te gaan, al
was het b v. maar naar ele
menten uit de 15e-eeuwse
mysteriespelen. Ook worden
uitspraken aangehaald, die
meningen als dat SF er is om
bestaande situaties in het
kwadraat of mogelijk in het
absurde door te trekken, (dus
eigenlijk een verweer tegen
de ontwikkelingen) of om te
beschrijven wat de weten
schap nog zal ontdekken te
genspreken. Volgens Lundwall
is SF er niet om de santen
kraam van raketten, machines
en verre werelden, maar om
de boodschap, dat we altijd
bedacht moeten zijn op veran
deringen- Hij haalt daarbij
Sturgeon aan, die zei dat ne
gentig procent van alle SF
rommel is, maar zo voegt
hij eraan toe: van de andere
kant is negentig procent van
alles rommel.
Het register vermeldt naar
schatting een vierhonderd na
men uit de daarvoor beschre
ven SF-historie, dus heel wat-
De auteur behandelt talrijke
facetten: boeken, tijdschriften,
films, strips, fans en fandom,
horror en fantasy, legendari
sche romanfiguren en giganten
van 't genre. Lundwall is daar
bij geen kritiekloze verheerlij-
ker van SF, integendeel dege
nen, die hun neus ophalen voor
SF moeten dit boek maar eens
lezen, ze zullen ongetwijfeld
kennis maken met een wereld,
die hun onbekend was en mis
schien toch tot andere waarde
oordelen komen. De SF-fans
(lezers) vinden in dit boek
zoveel informatie, dat ze bij
deaanschaf van SF-boeken
waarschijnlijk wat meer de
bomen van het bos (want dat
wordt het langzamerhand)
Kunnen onderscheiden Er
staan veel citaten in en het
boek is niet zo moeilijk ge
schreven.
H.E.
De Groene Anjelier-Oscar
Wilde-als symbool van de ho
moseksualiteit was voor HED-
WIG SPELIERS aanleiding
zijn studie over Van het Reve
titel mee te geven GE
RARD KORNELIS VAN HEI
REVE EN DE GROENE AN
JELIER (uitg. Nijgh en Var
Ditmar-f 20). Het zijn de ho
moseksualiteit en het katholi
cisme, die Reve gemeakt héb-
ten tot de schrijver, dié hij nu
J8 .da' is de ondertoon van dit
"lodderig uitgegeven boek in
een even flodderige als uitda
gende stijl geschreven Al is
de^ omvang van ruim 300 oagi
na's wat te overdadig in ver
houding tot netgeen er wezen
lijk gezegd wordt, doorgaans
hhjft het wel een boeiend
teek om te lezen, als je in het
verschijnsel Reve seintere?
seerd bent en het fenomeen
Speliers weet te relativeren-
»Als ik mij maar tang ge-
teeg koester in het zonnetij
van de nsycho-analyse weet ik
met (mijn) zekerheid iets be
ter
sommige mechanismen van
van het Reve's schriiver-
teau te begrinen". zegt Spe
'tes in de inleiding Nu is de
tete™-"nalyse. die Spelier'
enft aan een ^ij opper-
akki'ge bant en daarom de?
gevaarlijker: juist omdat
vanuit deze mens-benadering
in het verleden zoveel brok
ken gemaakt zijn en nog ge
maakt worden; al die causalt
verklaringen bedrijven hee
vat onrecht aan de mens, dit
néér is dan een stelletje me
chanismen-
De beschreven werkelijk
leid bij Van het Reve moet J
feeds zien als een creatievi
werkelijkheid, aldus Spelier;
die dit later verder uitwerk
wanneer hij vorm en inhou
van Van het Reve's boekei
„analyseert"- Dat is gee:
nieuws; de toetsing, van di
gegeven zou interessant ge
weest kunnen zijn, maar dez'
wordt onvoldoende uitgewerkt
omdat Speliers teveel in kre
ten hoe interessant soir
ook blijft steken-
Het boek bevat een driet;
deler, met een naschrift ove
Lieve Jongens „Ik zie zijr
werk als de voltooiing van d<
Gombrowieziaanse droom all'
schema's te doorbreken. Da
GK van het Reve zélfs he
homoseksuele schema in stuk
ken breekt, is zijn unieke ver
dienrte". zo besluit hii he
-erste deel' De Groene Anie
Uer In bet hoofdstuk Holland'
Glorie en Verval analyseer'
hii dm werken van Van het
Reve. die preluderen op wat
hii in het volgende hoofdstuk
noemt De Authentieke Schrij
ver. De thema's dood en her
innering bepalen zijn werk;
daaromheen bouwt hij zijn Ei
gen Taaihuis, dat in '63 (Dt
authentieke Schrijver) tot zijn
jewuste mooischrijverij werd
Je periode van '56 tot '61
ildus Speliers, het jaar waarin
lij manifest zijn homoseksua-
iteit durft uitschrijven en pu-
jliceren in Op Weg Naar Hei
linde, is getekend door crea
ieve onmacht (zijn huwelijk
net Hanny Michaelis loopt on.
;eveer parallel - ook Mozari
;eed aan creatieve impotentie
n relatie met zijn Constan
:e-") Met de publikatie van
Tien Vrolijke verhalen is het
/erval voltooid. Het zijn voor-
tl de boeken De Avonden er
Verthei Nieland, die Spelierj
n hoofdstuk 2 onder hander
leeft |Waarbij hij o-a- op Spe
ieriaanse wijze psycho-analv-
e pleegt met Reve's beschrij
ing over dierenmishandeling
i (later) liefde-
Om twee redenen noem
jeliers Van het Reve's over
ng tot het katholicisme var
lelang' om het irrationele er-
ran - het theologische aspect
ironiseert hij dm v- een privé
theologie dat de homosek
suele noodzaak zowel literair
als menselijk afkwakt, en om
het zondebeigrip, dat in staat is
de homoseksualiteit te ver
menselijken- Het zijn vooral
deze beide elementen, die de
auteur daan de hand van Op
weg naar het Einde („het be
vat de totale Van het Reve")
verder uitdiept. Bij De Taal
Jer Liefde noteert hij; „Zij
lie met psychoanalytische bril
lit boek bekijken, kunnen
zonder blozen hun psychoana
lyse in eenzelfde adem literai
re analyse noemen. Vorm en
,nhoud zijn nl. één geworden-
Door het afwijzen van de ver-
nenselijking der homoseksua-
'iteit in deze „roman", kan h'i
de weg openen naar een strikt
gesloten volkomen narcistisch
en honderd percent gehomo-
seksualiseerde tekst als Lieve
Jongens" Wanneer je die een
zijdige psychoanalytische kijk
van Speliers deelt en dat
doe ik niet kun je met dit
soort verklaringen wel uit de
voeten- Afgezien daarvan
draagt hij veel stof aan in dit
doek. die een oriëntatie in
Van bet Reve's werk voed mn-
geliik maakt, ook al zien de
notities er een beetje uit
om zijn eigen beeld in ander
verband te noemen als
oatehwork (het vervaardigen
"an „lappend°kens").
HENK EGBERS
Wyn Sargent, wie kent die
malle Amerikaanse tante niet
meer? De antropologe-journa
liste-schrijfster, die op West-
Irian met een Papoea-stam
hoofd trouwde om de seksuele
gedragingen van die inlanders
te leren kennen. Latere pers
berichten van vorig jaar leer
den de waarheid: malle Wyn
was met het stamhoofd (sym
bolisch) getrouwd om zodoen
de een dreigende stammenoor-
log te voorkomen Het zinde
de Indonesische regering niet
bijster dat Wyn Sargent op de
hoogte was gekomen van de
(martel) prak tijken van Indo
nesische regeringsambtenaren
en politiemacht op het vroege
re Nieuw-Guinea. En daarom
waren misleidende berichten
de wereld ingestuurd.
Door of op instigatie van
een Indonesische regering, die
Wyn Sargent enkele jaren eer
der alle faciliteiten had ver
leend toen haar verzocht werd
een onderzoek in te stellen
naar de erbarmelijke levens
omstandigheden van de in
landse bevolking van Borneo,
De weerslag hiervan is neer
gelegd in het boek „MIJN LE
VEN ONDER DE KOPPEN
SNELLERS". Een wat weidse
naam voor een boek dat in
feite niets meer beschrijft dan
een reis vol kommer en kwel
door de binnenlanden van
Borneo, waar de Daj akkers
wonen, verdeeld over ontelba
re clans.
Wyn Sargent
De Daj akkers vormen een
verzameling volkeren, die door
vroegere kolonisten (Neder
landers!) steeds dieper de on
doordringbare en dodende wil
dernis werden ingedrongen-
Dood, ziekten en. honger wer
den daar hun deel- De Dajak-
kers dreigden op een bepaald
moment zelfs uit te sterven.
Via ene Abdoel kreeg Wyn
Sargent op reis in Indone
sië het verzoek om een
onderzoek in te stellen op
Borneo. Op volmaakt onbegrij
pelijke gronden nam ze dat
verzoek aan (Wie is ze?) en
vertrok onmiddellijk met haar
12-jarige zoontje Jury en een
onvoldoende voorbereide, on
willige escorte onder leiding
van de wat „geciviliseerde
koppensneller" Panggoen de
binnenlanden van Borneo in.
Ieder normaal denkend
mens kon en kan nu af
gaande op Wyn Sargents be
schrijvingen op zijn vingers
natellen dat een dergelijke,
nauwelijks uitgeruste expedi
tie gedoemd is zich veel moei
lijkheden op de hals te halen.
Aldus geschiedde. Tussen de
(boeiende) beschrijvingen van
het aflopende levenspatroon
van de Daj akkers door ver
haalt Wyn Sargent van de
moeilijkheden die haar eigen
groepje ondervindt- En daar
ontspoort schrijfster Wyn,
Op die pagina's waant ze
zich Alaister McLean in een
vergeefse poging enige span
ning in het verhaal te bren
gen; er als het ware een avon
turenroman van te maken.
Wat hiervan gedacht (de ex
peditie heeft honger, zoien en
riemen zijn al opgegeten(-) en
er wordt een aap geschoten):
„Opeens begon zijn lichaam te
kronkelen, zijn hoofd sloeg
van de ene naar de andere
kant, maar hij deed geen po
ging om z'n klauw naar zijn
pijnlijk gewonde oog te bren-
gen(...Hij liet zich op een
tak zakiken,, wreef er met zijn
buik tegen en begon met tril
lende en rukkende bewegin
gen verder te kruipen. Hij liet
een klein spoor van bloed en
een dikke witte streep speek
sel achter, enz." En dat na
beschrijvingen van de meest
afschuwelijke ziekten die zich
verspreidden onder de honge
rende Dajakkers.
Maar dat is slechts de
schrijftrant- Voor de rest is
malle Wyn zo mal nog niet-
Terug in de V.S. heeft ze op
dezelfde amateuristische ma
nier als haar expeditie een
speciaal fonds in het leven
geroepen van waaruit de Da-
jakkers geholpen zijn op on
der meer landbouwkundig - en
medisch gebied. Hiermee zijn,
zo schrijft Wyn, goede resulta
ten behaald.
In haar boek is één hoofd
stuk besteed aan haar moei
lijkheden ap Nieuw-Guinea
enige jaren later, maar dat
Jijkt alleen gebeurd om het
een spoortje actualiteit te ge
ven.
EUGèNE LOOMANS
«Wyn Sargent: Mijn leven on
der de koppensnellers- (Uitg.:
II- Nelissen, f 22,50).
ARTHUR JANOV behandelt
in zijn boek DE OER-
SCHREEUW (uitg Bert Bak-
ker-AIphaboek-f 16,50) de zo
genaamde primal therapie, die
neuroses tot op het bot schijnt
te genezen. Primal therapie is
een planmatig werken met een
patiënt, waarbij deze het trau-
uatische verleden opnieuw
ieleeft- Niet het inzicht in dat
erledcn staat hierbij voorop
zoals bij de psycho-analyse),
naar wel het gevoelsmatig op-
lieuw beleven van de pijn,
(ie de wonden der jeugd ver-
lorzallkten en waardoor hel
echte „zelf" steeds verder ver
stopt werd Een kunstmatig
„zelf' leeft dan, maar met een
oermanent ongelukkig gevoel
Deze verstoring van de echte
persoonlijkheid zet zich vast
in het zenuwstelsel en uit zich
ook in allerlei lichamelijke
klachten. We vinden hier een
verdere uitwerking van de
theorieën van Laing en
Reich.
Janov zegt, dat inzicht niet
voldoende is, maar dat de pijn
zó opnieuw beleefd moet wor
den, dat men als het ware
kronkelt en het door het hele
lijf voelt- Dit noemt hij de
oerschreeuw- Dan eerst koml
de koppeling tussen verstand
en gevoel weer tot stand er
kan langzamerhand gen»zinf
intreden. In dit boek (er ver
schijnt nog een tweede deel
wordt de eerste helft bestee-
aan theorievorming rond dezi
therapie en de tweede helf'
geeft een beschrijving van er
varingen in de kliniek
Ik heb hijzonder veel re<
peet voor Janovs werk in de
kliniek en heb zijn ervaringen
geboeid gelezen: vooral omdal
hij een goede combinatie
schijnt gevonden te hebben
van individuele en groepsthe
rapie Zijn theorjeën vind ik
voorlopig nog erg pretentieus-
Hij zegt dat bij dit boek ge-
scheven heeft „voor de jeugd
van de hele wereld" Maar
achter in het boek waarschuwt
bij tevens: blijf wél met je
vingers van deze therapie af'
het is niet voor dilettanten er
bet kar alleen in Californië
Nou dat is dan wel een neuro
'ische opzet Dus jeugd van de
iele wereld: trekt billen ïaa-
Californië; daar is je heil gele
en Tachtig tot negentig orci
ent van West-Europa schijn'
'miners, volgens „deskundi
gen" neurotisch te zijn- Dar
beeft Janov nog heel wa'
werk voo<- de hoeg Hoewel'
de Iec'tiid van de patenter
varieert van 17 tot 48 jaar-
beroepen: alle soorten Ge
trouwd zijn wordt al moeilij
ker. Dus, wanneer u 25 jaar
bent, ongehuwd en neurotisch
dan bent u de ideale pri
ma! patiënt. En een reisje naar
het zonnige Californië is nooit
weg
Janov trekt verder erg veel
algemene en onbewezen con
clusies en toont zich t v. niet
op de hoogte van ervaringen
van yogi. waar hij wel uit
spraken over doet- Wil men
echter iets meer weten over
theoretische gedachten, die o-a-
In klinieken te Halsteren,
Ederveen e.d gebruikt wor
sen. dan is dit boek wel
-ruikbaar De aanbeveling op
'e omslag dat Janov de psy
chiater van John Lennon was,
'oef w het hnek wel wantrou
wen. Moest flat nou" Spreekt
•en goede ..„-"aohte, een goede
behandeling niet voor zich?
Ook zonder comwerriële slo
gans.
MARIANNE EGBERS