EN B.V. EN B.V. EN B.V tRENS letitie „ACHTERSTAND OP OOSTBLOK LANDEN NIET TE OVERBRUGGEN" i -.S' GOESENAAR PETER CARELS (DERDE BIJ W.K. 420-KLASSE): Peter Ruesidueli: Ha, „Kinderen in Oost-Enropa doen niets anders dan dag in dag uit JURRy. In particulieren: ianden ten ii testbank) computer) bderne 50% korting ïl staat voor u klaar ve veiling) b.g.g. 01158 - gasfabriek) ;up kunnen wij niet AR I staan wij steeds in de voorste hg (vakkennis) maximaal!!' ien voor u: Driewegen) .STEM sportkrant'74. jkwerken Ierleiding Ibitumen dakbedekking en verwarmingsappa- 3tallaties ihting TELEFOON o1140-z331 „zeilen is haalbaar VOOR IEDEREEN" BROUWERSHAVEN - Praat met „Jan met de pet" over de zeilsport en hij zal met een misprijzend gebaar de schouders ophalen, met een allesbehalve gevulde geldbuidel zwaaien en zeggen: „Sorry jongen, daar hebben wij geen centen voor. Dat is geen sport voor ons soort mensen. "De zeilsport wordt nog steeds door velen onder ons bekeken als een liefheb berij, sport of vrije tijdsbesteding voor snobs, de jet-set, kortom de aanzienlijk beter gesitu eerden in de samenleving. Geen tak van sport waar het bij wijze van spreken bulkt van de „gastarbeiders". Maar is dat wel terecht? Moeten we niet beseffen dat in een tijd van vijf jaar bet aantal watersportliefhebbers verdubbeld is. en dat die groei onverminderd doorgaat. Iemand die beslist een af grijselijke hekel heeft aan het misplaatste aureool dat de zeil sport, of beter gezegd de hele watersport omgeeft, is Peter Ca rds, een 23-jarige Goesenaar, een ras-Zeeuw, gek op water en vergroeid met de zeilsport. Ca- rels is met zijn charmante ver loofde Tjalliena Ponjée, met wie hij ieder vri j uurtje op het water bij het lieflijke Brouwershaven te vinden is, een vurig pleiter voor de zeilsport als „sport voor de massa". Het irriteert Carels mateloos als hij merkt dat nog steeds die misvatting heerst dat reilen alleen iets zou zijn waar de „rijke lui" zich mee bezig houden. Even ter verduidelijking wie Carels is: zoon van een Goese fabrikant van bakkerijgrond stoffen. momenteel in militaire dienst - „ik heb eerst gestu deerd" - en na zijn „wapenrok periode" weer werkzaam als di rectieassistent in vaders bedrijf. Vanaf zijn zeventiende jaar een fervent zeiler en binnen zes jaar opgeschoten naar de wereldtop i zijn klasse, de zogenaamde „120-klasse". Vorig jaar werd hij bij de selectiewedstrijden voor de wereldkampioenschap pen in het pittoreske Noord hollandse Medemblik eerste en kwam in die hoedanigheid in aanmerking voor uitzending naar de wereldkampioenschap pen-samen met verloofde Tjal liena; want het is een tweeper soonszeilboot - in Kiel. In West-Duitsland bij dat wereld kampioenschap werd het duo derde, een prestatie die door de zeilbonzen naar onze mening niet op de juiste waarde wera geschat. Maar dat is een verhaal apart, waarover straks meer. Peter Carels, een sympathiek aandoende man die zijn woor denweloverwogen kiest, wil om ie beginnen eerst graag eens een en ander recht zetten over die misvatting dat zeilen een „be kakte" sport zou zijn. Carels: „Klare nonsens. Zeilen is haal baar voor iedereen. Toen ik ze ventien was vroeg mijn vader of jkeen zeilbootje wilde hebben. Jt was gek op watersport. We nebben altijd aan het water ge woond, In Yerseke, een echt vis- sersdorp. ik kreeg een Flying ju nior, een bootje van 1250,-. bat is toch geen bedrag om over 16 gieren. Koop eens een goede race-fiets, een brommer of een ™eedehands auto. Wat ben je dan kwijt? Bovendien kost ben- ane geld en de wind op het wa fer niets. Ik zeg altijd maar zo, «wind heb je gratis, het is de ite krachtbron". een te beoefenen Is. Je kunt voor waren bij de selectiewedstrijden f 500,- soms al een zeilbootje in de 420-klasse mochten we dus kopen. Goed, dan heb je geen naar het wereldkampioenschap, klasse-materiaal, maar je kunt Maar wel op eigen kosten. Reis er mee het water op, zeilen, aan en verblijfkosten kwamen voor clubwedstrijden meedoen. Er eigen rekening Wel kregen we zijn wel een vijftigtal verschil- aanvankelijk de toezegging dat lende klassen, afhankelijk van we voor de reiskosten een dub de afmetingen van de boot, het beltjeperkilometer-een vorste- zeiloppervlak en meer van die lijke vergoeding. (red.) - poes-pas". mochten declareren, maar van dat geld heb ik nog steeds geen cent gezien en dat zal wel nooit komen ook". Heeft de grote bond dan geen centjes? Zit men slecht bij kas? Carels: „Nee, geld is er genoeg. Maar dat wordt besteed aan de zeilers die uitkomen in de Olympische klassen. Aan man nen als Fred Imhoff en nog wat van die cracks. Die kregen in Kiel alle kosten vergoed. Die za ten in goede hotels, werden met alle zorgen omringd. Wij moes ten maar zien hoe we het redden. Nou weet ik wel, het was voor ons een hele eer dat we naar het wereldkampioenschap konden gaan. Maar je verdedigt ten slotte de nationale driekleur en dan zou het wel prettig zijn als je merkt dat er niet met twee ma ten gemeten wordt. En dat is he laas wel het geval". Wat is daar de oorzaak van? Carels: „Het is een elite-groepje wat heeft bepaald welke klassen Olympisch zijn. Toevallig is het Toch komt het „bekakte" in de zeilsport wel duidelijk naar vo ren als Peter Carels - een jonge man die zich niet zo gauw zal opwinden over bepaalde mis standen, maar die het toch niet op alle punten met de Konin klijke Nederlandse Watersport Vereniging eens is - zijn vernaai doet over de gang van zaken bij de wereldkampioenschappen in Kiel. Carels heeft dan - hierbij enthousiast gesteund door ver loofde Tjalliena, woonachtig in Antwerpen, maar oorspronke lijk afkomstig uit Eindhoven - wel wat kritiek klaar. Wat was namelijk het geval in Kiel? Ca rels: „Nadat we eerste geworden Peter Carels en zijn verloofde Tjalliena Ponjée in de Brouwershaven, vanwaar uit zij ieder vrij uurtje het water opgaan. ook nog eens een keer zo dat de Olympische klassen helemaal niet zo in trek zijn. Dat zijn juist de klassen met de super-dure boten, die maar voor enkelingen betaalbaar zijn. Dat is onlo gisch. De meer populaire klas sen worden niet Olympisch ver klaard. Met uitzondering van de 470-klasse, die is net Olympisch geworden, daar kon men niet onderuit. In die klasse wil ik het straks ook gaan proberen. Dat is haalbaar. De 420-klasse is bij voorbeeld typisch een klasse voor jongelui. Zeilers van 16 tot 24 jaar. Nee, in Kiel heb ik de indruk gekregen, dat een zeer kleine groep aan de top1 uitmaakt in eigen belang. Daar zou verandering in moeten ko men. Als er geen geld is In kas, oké, maar als dat er wel is, dient het redelijk verdeeld te wor den". Zeilsport is dus voor iedereen te beoefenen volgens Peter Ca rels en Tjalliena Ponjée, maar uit hun verhaal biijkt wel dat maar dan zou er wel eigen geld op tafel gekomen moeten zijn. Want je moet dan wel zelf alles het moeiliik is om zonder centjes de top te bereiken. Want 3tel je betalen" Voor Peter Carels en voor dat het wereldkampioen- Tjalliena Ponjée zou het wel ge- schap ui Canada zou zijn gehou- lukt zijn, maar „Jan met de pet" den.'Peter Carels: „Ja, dat zon zou het in dat geval wel in best kunnen. Wellicht zouden Brouwershaven moeten zoe- wij er dan toch heen gegaan zijn, ken Feit was echter wel dat Peter 'et met de gammele Flying ju nior al gauw niet meer zag zit- Om prestaties te kunnen ken was het niet bepaald het pchikste model. De Goesenaar inmiddels overgeschakeld op r. n railboot in de 420-klasse. r™ 2-persoons zeilboot in de f<wsse tussen de 4000,-en Ik? Carels: „Zoals je ziet, ^"igeen onoverkomenlijke be- Js®- ?°'n bootje houdt bo- hüf 'anSer zijn waarde dan Ijoorbeeld een auto. In deze 1, van inflatie is het een rede- hikk?°j 6e'dbelegging. Een rii? o jecht n'et buur hoeft te j,,boeb. je bent nog je contri- kwijt aan de watersport- ®®iging Peter en zijn ver- tnile Z1ln 'ib van de Water- (reri |Veremgm® Wolphaartsdijk f 7; n bedrag van ongeveer LI,'" Per jaar (vergeleken met takken van sport ook ^overdreven duur) en het lig- voor je boot. Daar betaal ik nu i 160,- voor. Maar pak aer mensen bie voor hun ple- v caravan kopen en een duid i P'aats op een cam- ie C" TnbhlalT' Wat zijn ijebi ik'. even meer u^fateel is vooral ook de klasse in opkomst. Een tri,„2" 'n be populaire M?sse van zo'n 3000,-. ,re's „Natuurlijk heb je ir„v buurdere boten, lo- maar het gaat er om dat de föch, disport" iéééééé fWilf ETTEN-LEUR - Tafeltennis is in Nederland een van de sporten, waarvoor het bereiken van de wereldtop in feite een utopie is. Reeds jarenlang schommelen de di verse Nederlandse teams rond de dertiende plaats wat de wereldranglijst betreft. Misschien kan er in de nabije toekomst nog een plaatsje winst geboekt worden, maar absolute wereldtop zit er naar alle waarschijnlijkheid niet in. Jeugdtrainer Ruesidueli van Tanaka uit Etten-Leur - hij zag zijn meisjesteam dat uit Marjan Wagemakers, Jolanda Noordam en Addie Snijders bestaat de Nederlandse titel grijpen - is daar niet zo rouwig om. Ruesidueli: „Het Neder landse tafeltennis heeft onge twijfeld vooruitgang geboekt. Maar het is een gegeven dat we nooit zo ver zullen komen als bijvoorbeeld de Oostbloklan- i principe voor ieder- den. Maar dat is ook niet zo verwonderlijk. Onlangs ben ik nog bij de Europese jeugd kampioenschappen die in Duitsland werden gehouden geweest. Daar waren jeugd- spelertjes uit de Oostbloklan den. Onvoorstelbaar wat die op die leeftijd presteren. Onze topsenioren krijgen er onge twijfeld een pak voor de broek van. Maar ja, de kinderen doen niets anders dan tafeltennis. Dag in, dag uit. Ik geloof dat ze maar twee dagen naar school gaan. Dan moet er natuurlijk wel iets uitkomen. Hier in Ne derland is zoiets ondenkbaar. Eigenlijk is het nog verwon derlijk dat bijvoorbeeld een Marjan Wagemakers tijdens die Europese jeugdkampioen schappen zover kwam. Ze be reikte de laatste zestien. Met Anne Vlie bereikte ze zelfs in het mixed dubbel de laatste acht. Een mooie prestatie. Over het algemeen is het ech ter zo, dat de Nederlandse top- spelers blij zijn dat ze een ronde verder gekomen zijn". Peter RuesidueÜ, die naast het trainerschap bij Tanaka ook nog met Paul Kil de regio- training voor West-Brabant voor zijn rekening neemt, is van mening dat de jeugd de laatste tijd niet meer zo te por ren is voor de zaalsporten. „Enkele jaren geleden ging het fantastisch. Maar ik geloof wel dat het iets terug loopt. De jeugd kiest weer voor de bui tensporten. En ergens ook wel begrijpelijk. Als het mooi weer is, ben je tenminste buiten, terwijl je bijvoorbeeld bij een zaalsport altijd binnen zit. In de winter is dat geen pro bleem, maar in de zomer - als het tenminste mooi weer is - is dat niet zo aanlokkelijk". Volgens Peter Ruesidueli is het voor de jeugd ook niet zo gemakkelijk om tot de natio nale top door te dringen. Vooral de spelers uit het Wes ten hebben volgens hem een grote voorsprong. „De geves tigde namen zoa Is een Bert van de Helm, de Nederlandse kampioen, hebben meer facili teiten. Ze kunnen zich gemak kelijker een middag vrij ma ken, om te gaan trainen. Daar heeft de jeugd veel minder kans toe. De topspelers krijgen veel meer gelegenheid om in het buitenland ervaring op te doen. Zoiets probeer je in de provincies te ondervangen door regiotrainingen De beste spelers van een vereniging worden daarvoor uitgenodigd Ze krijgen dan de kans om tegen sterkere tegenstanders te spelen. En dat kan alleen maar in hun voordeel werken. De besten gaan naar de lande- Marjan Wagemakers, van wie het volgens Ruestduelt verwonderlijk is dat zij zo ver kwam bi] de Europese jeugdkampioenschappen. lijke trainingen die op ver schillende plaatsen in ons land gehouden worden". Peter Ruesiduli, die het vol gend jaar met zijn kampioens team in de derde landelijke dames uitkomt, is ervan over tuigd dat de komst van de Joe goslaaf Dusan Tigerman als bondscoach een positieve uit werking heeft gehad „Tige rman doet het erg goed Maar ja, die man heeft handenvol werk. Vorig jaar kwam hij al tijd naar de landelijke trainin gen. Of dat dit jaar ook weer zal zijn is nog niet bekend. Die man heeft tenslotte de natio nale "senioren- en jeugdtop onder zijn hoede. Daar gaat ook wat tijd ui steken". De Nederlandse tafelten- nisbond heeft het afgelopen seizoen door geheel Nederland propagandacommissies in het leven geroepen Een initiatief dat de Tanaka-trainer ten zeerste toejuicht „De tafel- tennisbond is niet zo erg groot. Ik geloof dat er ongeveer 30.000 leden zijn. Zoveel zijn er dat niet. Die propaganda commissie heeft erg goed werk verricht. Als er ergens aan ta feltennis gedaan wordt, gaat de commissie er op af om ze bij de bond in te lijven. Hoe meer leden, hoe meer je kunt doen. Dan kun je tenminste ook eens bij CRM aankloppen voor sub sidie" Toch gelooft Peter Ruesi dueli dat er in Nederland voor het tafeltennis plaats is Al zal er volgens hem dan we) het een en ander moeten veranderen „In heel Nederland zijn maar een paar clubs die een accom modatie hebben dat speciaal op tafeltennis gericht is. In Middelburg bij MZ is zo'n ac commodatie. In een woord ge weldig Die zouden er eigenlijk veel meer moeten komen. En daarnaast zou de bond wat meer moeten doen voor de clubs die een nationale titel behalen We hebben dat bij Tanaka nou zelf meegemaakt. Kijk, je wordt kampioen en je krijgt een beker Daarmee is het afgelopen Eigenlijk zoude bond ae kampioenen een wed strijd in het buitenland moe ten aanbieden Daar doen ze ervaring mee op Iets wat een tafeltennisser hard nodia heeft".

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1974 | | pagina 27