LFRINKPijnlijl
ls populariteit
oortkomt
lit verdeeldheid
Wat na Alfrink?
RECHT
Kostbare
proefrit
ordinaal donderdag halve eeuw priester
:e
ing b.v.
b.v.
WERKERS
rhuur van
)URINGCARS
ïrste klas
de MoCl
scheeps-1
motoren
engineers
igineer
lineer
eda B.V.
^nbljele trouw
Leider
Node
Uniek
Lijdensweg
Kwalijk
Macht
Niet veranderd
Confrontatie
Wonder
iN FRAASS,
-ONEN
J26' 3°. 34, 38, 4,
|n 54 zitplaatsen,
Ie ervaring.
chtingen
01130 2251
tel. 01184 2175
MrEN PEILINGEN nPELNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL NGEN PEILINGEN PE L NGEN
I PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
ouflNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN PEILING
NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
lerg met ons
P'v.a. f413,-p.p
p85-452805 en
BS. I
neterthuis|anss|
Fee«sfrflèntUMoi\.'
VOLVOPENTH
t Indenor Peugeot 1
J DTR based on Renj
40 typen scheep®!
ren van 10 tot 358
J BENZINE -DIESfi
aquamatics
Voor service en ond
J delen in Zeeland
(Zeeuwsch-Vlaandeij
Watersportser
„ZEELAND»
Schependijk 44
Terneuzen
Tel. ÖI150 - 288
leiend ingenieursburo ge-
I chemisch-petrochemische
|nindustrie
SREDA, TEL. 0 1 600-34735 j
lardingen, tel. 010-354188 1
tel. 08302-4616.
or onze vestigingen te I
sten diegenen met HTS- j
tatie de voorkeur.
.a.v. afd. Personeelszaken 1
>pij binnen de Verenig-
iteel
eeland wordt momen
utiliteitsbouw.
ïten een kwalitatief hacl9
jd realiseren, een stro
es, alsmede via een 9
end-
teamwork operei
idaar de uitbreiding me,: j
rekken die:
tend zijn met de orga"
ervaring hebben a's
klie van WILAAA
TILBURG
i anstaande donderdag, 15 augustus, is hij een lial-
u. eeuw lang priester, il cardinale d'Olanda,
i rnar(|. kardinaal Alfrink. De aanleiding tot een
l,aal jn de krant, een praatje voor de radio, offi-
L |egtiviteiten, gelukwensen. O zeker, de 74 jari-
kardinaal-aartsbisschop zal erg dankbaar zijn voor
talloze blijken van sympathie. En hij zal ze als
steun ervaren, maar hij zal ook zeggen, of den-
„at hij vorige week tot een groepje journalisten
zei: „Het moet u duidelijk zijn dat het natuurlijk
voor iedereen aangenaam is te constateren, dat je
bij sommige mensen sympathiek overkomt, maar
evenzo duidelijk moet het zijn, dat het voor een bis
schop allesbehalve aangenaam is wanneer die popu
lariteit voortkomt uit een verdeeld zijn van de kerk
gemeenschap. Sympathiek overkomen is pijnlijk als
dat ten koste van de kerk gaat".
|De verdeeldheid van de Ne-
irlandse kerkgemeenschap,
1 js de zware schaduw die
per dit gouden priesterjubi-
im hangt. Maar met die ver-
«ldheid is tegelijk een be-
hgrijk merkteken van de ju-
uris gegeven. Zijns ondanks.
Ede 23 jaar dat hij bisschop
E de 18 jaar dat hij aartsbis-
nop en de 14 jaar dat hij
fcdinaal is, heeft hij die ver-
lèldheid zien groeien, wat hij
k gedaan heeft om in plaats
verdeeldheid eenheid te
Pieppen
Het gaat er in toenemende
jte naar uitzien., dat de pola-
ksatie. zoals die verdeeldheid
lordt genoemd, Alfrinks laat-
ambtsperiode zal blijven
Jsteren. Dit is des te pijnlij-
|e omdat misschien wed een
de sterkste eigenschappen
de kardinaal is, dat hij de
■lariteit van het leven, van
f leven en elk samenleven,
gerp ziet en juist daarom
p zo inzet voor het samen-
lengen van die twee polen:
Bieden en toekomst, behoud
i vooruitgang, honkvastheid
lavontour.
Il'ilersten die het spannings-
Wd :n elk leven brengen,
taal gesproken een gezon-
I spanning. Maar ads de be
ging van de twee polen, of
enten, niet meer naar elk-
r toe gericht is, maar van
taar af verwijdert, dan slaat
p polariteit om in het nega-
pe in polarisatie. Dan ver
fijnt het werken aan een-
fcid voor het bevestigen van
Tdeeldheid,
Tat is het drama van de
ïdeeldheid onder de Neder-
Pdse katholieken geworden
"ru2'e" binnenshuis
I kunnen blijven. De reserve
li aanzien van de vernieu-
Jugatendensen in Nederland,
ft in Rome al van meet af
|n bestond, is nadrukkelijk
ftgewakkerd door de handel-
pte van een aantal uiterst
servatieve groeperingen in
i land. En omgekeerd heeft
ome de behoudende krach-
P bier gestijfd in hun over-
r'°": dat ze het helemaal
Eu2 recMe, orthodoxe eind
Twen, onder meer door de
ente bisschopsbenoemingen.
fle hierover elders op deze
"ma).
I spanning waarover we
frasen, en die in ieder (sa-
Kj. e'en aanwezig is, is in
fte-aal Alfrink wel heel
r, ib a.h.w. vlees en bloed
L1!'®' Een Italiaanse au-
u eeft het, sprekende over
erhouding Nederland -
fcatf een3, 20 ®ezegd: „Het
I a van d cardinale d'Olan-
ln» van de dubbele
Kn ,rouw aa^ Rome, waar
F1 statische opvatting over
Bouw k€rk overheerst,
ka- a i aan Nederland,
hm n I 0(tf en kerk be-
e Pil worden als dynami-
fereM <?enten die men's en
|^&s»naar het punt
laa" met allure,
he Alfmiks trouw aan Ro-
P i m =>m£ nuancering.
leeft 1 10 laar geleden,
Pn' wetlnVH°i "iWi? mi;i ken"
bi hart lk R°mein ben
Uien tn nieren- Maai- zij
Echtheid Wlten' dat deze Se-
(Lag z;jn hoe sterk zij ook
Eet bhoH? geliik staat
T0Ibe^ it Hoe °°k'
P Katholiek"®" aUljd "0g
■óf
t 'MntigeVVrtb'M"^ ln
tin; m het minder
Jl' geinnf "1S instituul
Khï;c#;f hpucgp.
ln ni'.n U. .e t-"jtl
nen, óf-óf, in plaats van én-én.
De kerk als instituut en struc
tuur en de kerk als geloofsge
meenschap horen samen, zo
wel vroeger als nu".
Dat is typisch Alfrink. Hij
weigert zich aan de zijde van
één van beide partijen op te
stellen. Hij heeft een hart
grondige hekel aan eenzijdig
heid. Opvallend is dan ook dat
hij voortdurend praat in ter
men als „enerzijds - ander
zijds", antwoord met: „ja en
nee". Alirink: „Dat hangt sa
men, denk ik, met mijn we
tenschappelijk verleden. Ie
mand die zich met de weten
schap heeft beziggehouden, is
gewend om kritisch te denken
en de dingen kritisch te be
zien. Zo iemand bindt zich
niet en kan zich niet binden
aan één bepaalde visie, omdat
hij tegelijkertijd de bezwaren
van die visie moet zien. Dan
krijg je dus onherroepelijk dat
,.enerzijds-anderzijds"-effect.
Nu mag u stellen dat zo'n
denktrant misschien weten
schappelijk wel juist is, maar
dat het voor een bisschop een
verkeerde instelling is. Best.
Maar dan hadden ze mij maar
niet moeten nemen. Ik ben nu
eenmaal zo en ik geloof bo
vendien, dat het voot een be-
leidsman goed is, wanneer hij
een dergelijke instelling
heeft".
Vraag: „Maar behalve ie-
!e;risman benit u ook nog leids-
Alfrink: .Jazeker, toch ge
loof ik dat je met een derge
lijk beleid een goed leider
kunt zijn. Juist omdat je de
mensen zo duidelijk voor
houdt, dat de dingen niet al
leen maar wit of alleen maar
zwart zijn".
Vraag: „Maar wanneer dat
niet zo overkomt, wanneer de
mensen het niet begrijpen,
dan..."
Alfrink: Dan is dat spij
tig. ja. Maar wat dat betreft
heb ik in mijn leven een groot
geduld ontwikkeld. Ik heb ge
leerd af te wachten. Op den
duur gaat men het wel zien,
dacht ik".
Zowel Joannes als Paulus,
zo menen insiders, hebben het
belang van Alfrinks inbreng
voor de vernieuwing van de
kerk gezien. Toch is 't Paulus
VI geworden die nu met kar-
(ADVERTENTIE)
cai
Maliebaan 40 - Utrecht
giro 81240
COMMIJNICATIECENTRIJM
ALFRINKS' HARTEWENS
dinaal AJfrink zeer ernstige
meningsverschillen heeft. Insi
ders zijn er even zeker van
dat geen van beiden dit wil,
maar het lijkt beider rol in de
geschiedenis van de kerk te
zijn, beider noodlot. De tijd
zal leren welke plaats curie
prelaten en conservatieven en
ons land in dit tragische rol
lenspel hebben gespeeld en
nog spelen.
Hoe dan ook, de plaats van
Alfrink in het tweede Vati
caans concilie is minstens
even groot geweest als de
plaats die dat concilie in het
leven van Alfrink is gaan in
nemen.
Voelt hij zioh alleen. staanT
Er is geschreven dat hij zich
in een isolement bevindt, ten
opzichte van Rome en de we
reldkerk, ten opzichte mis
schien ook van veel Neder
landse katholieken, juist om
dat hij nooit eenzijdig partij
heeft gekozen? Alfrink zegt
eigenlijk niét te weten of er
van zo'n isolement sprake is.
„Mede door het tweede Va
ticaans concilie en mijn positie
daar binnen heb ik een be
paalde plaats gekregen in de
kerkgemeenschap, die aan alle
kanten tracht het juiste zoveel
mogelijk te realiseren. Dat
kan de indruk wekken alsof
ik daar alleen in zou staan,
maar dat is helemaal niet
waar. Ik ben eenvoudig de
exponent van een bepaalde
trend. Die trend vind je overal
in de wereld".
JAN LANDMAN
j \E vraag is onontkoom-
baar en zal in de ko
mende maanden door
steeds meer mensen ge
steld gaan worden: Wat na
Alfrink Of beter nog:
Wie na Alfrink Het is
niet de gezondheid van de
opmerkelijk sterke kardi
naal, die deze vraag op de
voorgrond dringt, maar
een eenvoudige kerkelijke
bepaling uit 1966, die wil
dat een bisschop uiterlijk
op zijn vijfenzeventigste
jaar zijn ontslag bij de paus
indient. En kardinaal Al
frink, aartsbisschop van
Utrecht, wordt volgend
jaar op 5 juli 75 jaar.
Op zichzelf is zo'n leef
tijdsgrens een gezonde zaak,
waar in het bedrijfsleven
pensionering met 65 of 60, en
zelfs al 55 jaar normaal zijn.
Maar het is ook duidelijk dat
in de situatie waarin Katho
liek Nederland momenteel
verkeert, een emeritaat
(pensionering) van kardinaal
Alfrink door velen met ban
ge vrees tegemoet gezien
wordl, maar door anderen
met nauw verholen verwach
ting.
Nu is het mogelijk
overeenkomstig genoemde
bepaling dat de paus kar
dinaal Alfrink vraagt nog
wat langer als aartsbisschop
aan te blijven, maar erg
Waarschijnlijk lijkt dat niet.
Zowel een dergelijk verzoek
als de benoeming van welke
opvolger dan ook zou en zal
namelijk een „kerkpolitieke"
keuze inhouden.
Wat valt er dan te kiezen,
anders dan een nieuwe her
der voor de kudde, anders
dan een nieuwe broeder in
het hoge ambt En waarom
zijn velen bevreesd en koes
teren anderen hoop op „bete
re tijden"? Men hoeft geen
vreemide in Jeruzalem te zijn
om moeite te hebben bij het
volgen van dit soort, he
laas onvermijdelijke
„kerkpolitiek".
Vandaar een poging hoe
node ook gedaan gezien de
feestelijke aanbieding van 'n
gouden priesterjubileum
om de wees van velen en de
hoop van anderen, alsmede
de spanning die dit alles bin
nen onze kerkprovincie zal
oproepen, nader te beschou
wen.
Tussen de Nederlandse
bisschoppen enerzijds en
„Rome", of de curie, maar
ook veel bisschoppen in de
wereldkerk anderzijds is tij
dens en na het tweede Vati
caans concilie een gespannen
verhouding ontstaan. Dit was
een gevolg van de snelle ont
wikkeling binnen de Neder
landse kerkprovincie, van
zo kan men stellen een
storm van verandering en
vernieuwing in de samenle
ving als geheel die hier snel
ler en onder breder lagen
van de bevolking dan elders
bijval kreeg.
De Nederlandse bisschop
pen bleken dermate in de
geest die door het tweede
Vaticaanse concilie woei te
zijn gegrepen, daar zelfs on
der leiding van kardinaal
aartsbisschop Alfrink mede-
bezielers van te zijn, dat ze
in de naconciliaire vernieu
wing in eigen land als van
zelfsprekend een leidende rol
gingen spelen. Zij het dat
iedere bisschop dat op zijn
eigen manier deed, Bekkers
anders dan De Vet, Moors
andei's dan Jansen, Zwart
kruis weer anders dan Ernst
en Bluyssen weer anders dan
Alfrink.
Paus Paulus en kardinaal Alfrink in 1963, tijdens het
tweede Vat. Concilie. Er is sindsdien veel gebeurd.
paua Paulus in februari 1970
in een brief aan kardinaal
(staatssecretaris) Villot ge
schreven hebben, dat hij van
de Nederlanders niets meer
begreep. Dat was vlak nadat
de Nederlandse bisschoppen
zioh in het pastoraal concilie
uitgesproken hadden voor
het toelaten van gehuwden
tot de priesterwijding en voor
het onder voorwaarden weer
in het ambt herstellen van
gehuwde priesters.
Sindsdien is het eigenlijk
allemaal vrij snel gegaan.
Als opvolger van bisschop
Jansen van Rotterdam werd
bisschop Simonis genoemd,
die zich juist tevoren in het
pastoraal concilie had ont
popt als woordvoerder van
de behoudende minderheid.
Eind 1971 volgde de benoe
ming van mgr. Gij sen, een
nog meer uitgesproken con
servatieve figuur als bis
schop van Roermond.
En hiermee was voor on
voorzienbaar lange tijd een
lijdensweg begonnen, niet al
leen voor de Nederlandse
bisschoppenconferentie en
voor kardinaal Alfrink, maar
voor talloos vele Nederlandse
katholieken èn niet-katholie-
ken. De verwikkelingen die
deze twee benoemingen de
laatste paar jaar binnen de
kerkprovincie hebben te
weeg gebracht, zijn nauwe
lijks te beschrijven, omdat
men dan gewetensnood, ver
bittering, verdriet, twijfel en
angst in elk christenhart zou
moeten meten. „Polarisatie"
heet het hoge woord, maar
het is in een gemeenschap
van christenen erger en ver
woestender dan een ruzie tus
sen twee gelieven.
Wie de voorzichtige wijze
van uitdrukken van kardi
naal Alfrink enigszins kent,
moet uit de antwoorden die
hij al begin 1972 vlak na
de benoeming van mgr. Gij-
sen gaf op vragen tijdens
een interview voor de tv,
begrijpen hoe ernstig hij de
situatie zag.
Maar ze vormden een
uniek team. En niet op de
laatste plaats door het Ne
derlands pastoraal concilie
kwamen ze diohter dan ooit
te staan bij de gelovigen, die
ook gepakt waren door het
concilievuur. Zo zagen ze
kans leiding te geven aan
wat onder het kerkvolk ging
leven. Er kwam een nieuwe
katechismus, er werd in elk
bisdom gewerkt aan een ver
nieuwing van de zielzorg
(pastoraal), de bisschoppen
verwoordden gevoelens van
hun gelovigen steeds van
een meerderheid van min
stens 70 procent, zo wezen
veel enquêtes uit waar
het ging om huwelijksbele
ving (Humanae Vitae), of
om de gehuwde priester.
Maar jaar na jaar werd
duidelijker dat „bevoegde in
stanties" in de Romeinse cu
rie en veel bisschoppen el
ders in de wereld veel min
der bereid waren zichzelf en
de kerk te veranderen,' en de
Nederlandse kerkprovincie
met stijgende zorg beza
gen.
Het is tot op de dag van
vandaag onduidelijk hoe pre
cies de rol, of beter de
machtsverdeling in het Vati-
caan tussen de paus en de
Curie is. In ieder geval moét
Op de vraag: Betekent dat
(de benoeming van Gij sen)
nou niet dat het gezag van
de Nederlandse bisschoppen
toch min o-f meer wordt aan
getast? zei Alfrink: „Ik denk
dat u daar gelijk aan hebt.
En dat het op vele mensen
inderdaad de indruk zal ma
ken, dat men de bisschappen
niet au serieux neemt. En
daarom de indruk moet wek
ken, dat een dergelijke pro
cedure ergens een kwalijke
zaak is en niet zou moeten
gebeuren".
Later in het gesprek zei
Alfrink o.m.: „Wij mogen
veronderstellen dat het de
bedoeling is om bepaalde
stromingen, bepaald positie-
kiezen handen en voeten te
geven
Vraag: Het zou kunnen zijn
dait het tactiek is om straks
in alle bisdommen bisschop
pen met een dergelijke sig
natuur te benoemen?
Alfrink: „Die vraag ligt er
misschien in, maar of zij be
waarheid zal worden is van
te voren moeilijk te zeg
gen".
Dat was begin 1972. Het is
niet zo moeilijk aan te tonen
dat sindsdien de houding van
„Rome", wie of wat dat dan
ook uiteindelijk moge zijn,
niet veranderd is. Enkele
maanden later, medio 1972,
liet „Rome" ondubbelzinnig
weten dat de al vergevor
derde plannen voor een
Landelijke Pastorale Raad
geen doorgang mochten vin
den, omdat die kort en
goed te democratisch wa
ren. Het is een, wat moei
zaam opererend en veel vrij
blijvender Landelijk Pasto
raal Overleg geworden.
Het verbod van de experi
mentele OMO-katechesecur-
sus o,p een 25-tal Brabantse
scholen voor voortgezet on
derwijs, de moeilijkheden
rond de ofificiaals van de Ne
derlandse bisdommen met
betrekking tot de echtsahei-
dingsproblematick hebben de
sfeer zeker niet verbeterd
Tenslotte is de recente
steun van Rome aan de ver
wezenlijking van een „semi-
narie-oude-stijl" door bis
schop Gijsen in Rolduc een
niet mis te verstaan teken
dat de krachten in Rome die
Nederland, op het bisdom
Roermond en Rotterdam
na, naar de kerkelijke af
grond zien hollen, het sterkst
zijn.
Waar kardinaal Alfrink zo
zeer verbonden is met deze
ontwikkeling in Nederland,
kan het niet anders dan dat
„Rome" in ieder geval niet
meer zo'n aartsbisschop in
Utrecht wil zien, wanneer de
kardinaal moet opstappen.
Wie daar tegenin werpt dat
kardinaal Alfrink toch even
zeer, en in de ogen van de
„progressiefsten" zelfs vooral
matigend en remmend heeft
gewerkt op de vernieuwings
drang in Nederland, vergeet
dat dit in Romeinse ogen
slechts kan betekenen dat hij
niet remmend genoeg heeft
gewerkt.
De vrees voor een volgen
de fatale zet op het Romein
se schaakbord hoe afschu
welijk dit ook klinkt, maar
zo ziet het eruit leeft nu
reeds in kerkelijk Neder
land. De manier waarop uit
gesproken conservatieve
kringen zich nu al verheugen
op „hun" overwinning, is
hoogst opmerkelijk.
In het jongste nummer van
Confrontatie schrijft men
i maar alvast onder het kopje
„Kardinaal Alfrinks emeri
taat" het volgende: „Wellicht
wil de „progressieve" meer
derheid in het episcopaat
eens overwegen of zij im
mers steeds solidair met de
kardinaal niet gelijktijdig
met hem haar zetels volgend
jaar beschikbaar zou stellen.
Nu immers staan zij voor
een loodzwaar dilemma: in
overeenstemming met de op
dracht van de paus de kerk
provincie te saneren: herstel
en vernieuwing, of door te
gaan met dit na te laten. In
het laatste geval kunnen zij
rekenen op een steeds
zwaarder wordende druk van
het oppergezag in de kerk
als van de orthodoxe gelovi
gen de anderen drijven in
steeds groteren getale de
kerk uit", aldus Confronta
tie.
Het is bevreemdend dat
mensen die dit schrijven, in
Rome, waarheen zij ook
schrijven, dusdanig gehoor
vinden. Maar het gebeurt, en
welk wonder zal verhinderen
dat het volgend jaar niet ge
beurt.
Er is een soort wonder dat
eens, maar wanneer weet
niemand, zal zorgen dat het
niet meer gebeurt. Dat won
der heeft te maken met het
antwoord dat kardinaal Al
frink twee jaar geleden maar
ook eerder en later, gaf op
de vraag waar hij het geduld
vandaan haalde om door te
gaan.
De invoering, althans de voor
genomen invoering, van de
benzinedistributie heeft on
langs duidelijk gemaakt dat
de motorrijtuigenbelasting op
het gebied van ontduiking niet
achterblijft bij andere belas
tingen; men zegt zelfs dat wat
bij die gelegenheid naar boven
kwam, slechts het topje was
van een veel grotere ijsberg.
Maar hoe dit ook zij, de Alge
mene Verkeersdienst van de
Rijkspolitie in Driebergen
krijgt binnenkort de beschik
king over een machtig fotosys
teem waarmee niet alleen de
overtreders van de maxi
mumsnelheid maar ook de
ontduikers van de motorrijtui
genbelasting op een makkelij
ke manier kunnen worden ge
grepen. Het wordt zoiets als
het „alziende oog van god" dat
in mijn prille jeugd, vooral in
het zuiden des lands, waar
schuwend vanuit een driehoek
op de bezoekers van menig
café neerkeek.
Maar ook zonder deze moder
ne techniek loopt menigeen te
gen de lamp. Dit blijkt uit een
reeent arrest van de Hoge
Raad 1). Het betrof een man
met een defecte auto waaraan
hij al maanden lang tevergeefs
prutste op een terrein van een
kennis van hem. Op een gege
ven moment gaf de motor
weer enig teken van leven en
zonder veel nadenken stoof hij
de weg op voor een „proefrit".
Daarmee doende werd hij van
overheidswege op de gevoelige
plaat vastgelegd. Spoedig na
dien volgde een aanslag tot
naheffing van motorrijtuigen
belasting over de twaalf
maanden voorafgaande aan de
proefril met een verhoging
van 50%. De rekening die
hem hiermede gepresenteerd
werd, was waarschijnlijk ho
ger dan de hele waarde van
het vehikel.
Het verwondert dan ook niet
dat de man het uiterste deed
om aan de greep van de fiscus
te ontkomen. Hij ging in be
roep bij het gerechtshof Arn
hem, het hof dat bij uitsluiting
over de motorrijtuigenbelas
ting gaat. Toen hij daar bot
ving, zoch hij zijn heil bij ons
hoogste rechtscollege. Maar
ook tevergeefs. Zijn klacht dat
zijn auto gedurende de maan
den waarop de navordering
betrekking had niet had kun
nen functioneren vanwege de
gebreken, at hij slechts één
keer gereden had daarbij blij
vend binnen een straal van 10
kilometer van wat hij aan
duidde als de herstelinrich
ting, dat het louter een proef
rit betrof die nog wel zonder
succes verliep, niets van dat
alles mocht hem baten, het
geen hem overigens een kind
had kunnen voorspellen. Een
proefrit toch is volgens de
duidelijke tekst van de wet
alleen dan vrijgesteld als de
auto behoort tot een fabrieks-
of handelsvoorraad en daar
was in zijn geval geen sprake
van.
Het was -zoals ik al deed
uitkomen- een procedure zon
der enige kans op succes; het
ging om een aanslag van plus
minus f 400,-. Een inspecteur,
drie raadsheren van het Hof,
vijf raadsheren van de Hoge
Raad, twee griffiers, en drie
typistes waren er druk mee.
in totaal dus 15 mensen. Laten
we aannemen dat ieder van
deze officials twee uur aan de
zaak gewerkt heeft en dat ge
middeld ieder van hen met
inbegrip van kantoorkosten,
pensioenrechten, salaris en so
ciale lasten 50,- per uur
kostte, dan heeft de proefrit
aan de Staat der Nederlanden
1500,- minus de naheffing ad
400,in saldo dus 1100,
gekost. Voorwaar, een kostba
re rit.
D'OUWE
1) Hoge Raad 13 maart 1974
BNB 1974%98; FED 2 mei
1974.
De kardinaal zei toen: „Ik
denk dat men dit geduld al
leen maar kan vinden in een
werkelijk geloof in het evan
gelie en een werkelijk geloof
ook in de kerk. En een ver
trouwen dat dit alles ook
weer overgangssituaties zijn,
waar we doorheen moeten en
waardoorheen we moeten
proberen elkander toch vast
te houden en toch weer te
komen tot een tijd van meer
eensgezindheid, een tijd van
meer elkander vertrouwen,
een tijd van elkaar beter
willen verstaan, ook in feite
elkaar beter verstaan, zodat
men wel niet als, laten we
zeggen één blok, een mas
sief blok, in de mensenge
meenschap staat, maar tocli
als een gemeenschap waarin
vertrouwen leeft en waarin
optimisme leeft op grond van
de belofte van het evange
lie".
J. L.