LFRINKPijnlijl ls populariteit oortkomt lit verdeeldheid Wat na Alfrink? RECHT Kostbare proefrit ordinaal donderdag halve eeuw priester :e ing b.v. b.v. WERKERS rhuur van )URINGCARS ïrste klas de MoCl scheeps-1 motoren engineers igineer lineer eda B.V. ^nbljele trouw Leider Node Uniek Lijdensweg Kwalijk Macht Niet veranderd Confrontatie Wonder iN FRAASS, -ONEN J26' 3°. 34, 38, 4, |n 54 zitplaatsen, Ie ervaring. chtingen 01130 2251 tel. 01184 2175 MrEN PEILINGEN nPELNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL NGEN PEILINGEN PE L NGEN I PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN ouflNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN PEILING NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN lerg met ons P'v.a. f413,-p.p p85-452805 en BS. I neterthuis|anss| Fee«sfrflèntUMoi\.' VOLVOPENTH t Indenor Peugeot 1 J DTR based on Renj 40 typen scheep®! ren van 10 tot 358 J BENZINE -DIESfi aquamatics Voor service en ond J delen in Zeeland (Zeeuwsch-Vlaandeij Watersportser „ZEELAND» Schependijk 44 Terneuzen Tel. ÖI150 - 288 leiend ingenieursburo ge- I chemisch-petrochemische |nindustrie SREDA, TEL. 0 1 600-34735 j lardingen, tel. 010-354188 1 tel. 08302-4616. or onze vestigingen te I sten diegenen met HTS- j tatie de voorkeur. .a.v. afd. Personeelszaken 1 >pij binnen de Verenig- iteel eeland wordt momen utiliteitsbouw. ïten een kwalitatief hacl9 jd realiseren, een stro es, alsmede via een 9 end- teamwork operei idaar de uitbreiding me,: j rekken die: tend zijn met de orga" ervaring hebben a's klie van WILAAA TILBURG i anstaande donderdag, 15 augustus, is hij een lial- u. eeuw lang priester, il cardinale d'Olanda, i rnar(|. kardinaal Alfrink. De aanleiding tot een l,aal jn de krant, een praatje voor de radio, offi- L |egtiviteiten, gelukwensen. O zeker, de 74 jari- kardinaal-aartsbisschop zal erg dankbaar zijn voor talloze blijken van sympathie. En hij zal ze als steun ervaren, maar hij zal ook zeggen, of den- „at hij vorige week tot een groepje journalisten zei: „Het moet u duidelijk zijn dat het natuurlijk voor iedereen aangenaam is te constateren, dat je bij sommige mensen sympathiek overkomt, maar evenzo duidelijk moet het zijn, dat het voor een bis schop allesbehalve aangenaam is wanneer die popu lariteit voortkomt uit een verdeeld zijn van de kerk gemeenschap. Sympathiek overkomen is pijnlijk als dat ten koste van de kerk gaat". |De verdeeldheid van de Ne- irlandse kerkgemeenschap, 1 js de zware schaduw die per dit gouden priesterjubi- im hangt. Maar met die ver- «ldheid is tegelijk een be- hgrijk merkteken van de ju- uris gegeven. Zijns ondanks. Ede 23 jaar dat hij bisschop E de 18 jaar dat hij aartsbis- nop en de 14 jaar dat hij fcdinaal is, heeft hij die ver- lèldheid zien groeien, wat hij k gedaan heeft om in plaats verdeeldheid eenheid te Pieppen Het gaat er in toenemende jte naar uitzien., dat de pola- ksatie. zoals die verdeeldheid lordt genoemd, Alfrinks laat- ambtsperiode zal blijven Jsteren. Dit is des te pijnlij- |e omdat misschien wed een de sterkste eigenschappen de kardinaal is, dat hij de ■lariteit van het leven, van f leven en elk samenleven, gerp ziet en juist daarom p zo inzet voor het samen- lengen van die twee polen: Bieden en toekomst, behoud i vooruitgang, honkvastheid lavontour. Il'ilersten die het spannings- Wd :n elk leven brengen, taal gesproken een gezon- I spanning. Maar ads de be ging van de twee polen, of enten, niet meer naar elk- r toe gericht is, maar van taar af verwijdert, dan slaat p polariteit om in het nega- pe in polarisatie. Dan ver fijnt het werken aan een- fcid voor het bevestigen van Tdeeldheid, Tat is het drama van de ïdeeldheid onder de Neder- Pdse katholieken geworden "ru2'e" binnenshuis I kunnen blijven. De reserve li aanzien van de vernieu- Jugatendensen in Nederland, ft in Rome al van meet af |n bestond, is nadrukkelijk ftgewakkerd door de handel- pte van een aantal uiterst servatieve groeperingen in i land. En omgekeerd heeft ome de behoudende krach- P bier gestijfd in hun over- r'°": dat ze het helemaal Eu2 recMe, orthodoxe eind Twen, onder meer door de ente bisschopsbenoemingen. fle hierover elders op deze "ma). I spanning waarover we frasen, en die in ieder (sa- Kj. e'en aanwezig is, is in fte-aal Alfrink wel heel r, ib a.h.w. vlees en bloed L1!'®' Een Italiaanse au- u eeft het, sprekende over erhouding Nederland - fcatf een3, 20 ®ezegd: „Het I a van d cardinale d'Olan- ln» van de dubbele Kn ,rouw aa^ Rome, waar F1 statische opvatting over Bouw k€rk overheerst, ka- a i aan Nederland, hm n I 0(tf en kerk be- e Pil worden als dynami- fereM <?enten die men's en |^&s»naar het punt laa" met allure, he Alfmiks trouw aan Ro- P i m =>m£ nuancering. leeft 1 10 laar geleden, Pn' wetlnVH°i "iWi? mi;i ken" bi hart lk R°mein ben Uien tn nieren- Maai- zij Echtheid Wlten' dat deze Se- (Lag z;jn hoe sterk zij ook Eet bhoH? geliik staat T0Ibe^ it Hoe °°k' P Katholiek"®" aUljd "0g ■óf t 'MntigeVVrtb'M"^ ln tin; m het minder Jl' geinnf "1S instituul Khï;c#;f hpucgp. ln ni'.n U. .e t-"jtl nen, óf-óf, in plaats van én-én. De kerk als instituut en struc tuur en de kerk als geloofsge meenschap horen samen, zo wel vroeger als nu". Dat is typisch Alfrink. Hij weigert zich aan de zijde van één van beide partijen op te stellen. Hij heeft een hart grondige hekel aan eenzijdig heid. Opvallend is dan ook dat hij voortdurend praat in ter men als „enerzijds - ander zijds", antwoord met: „ja en nee". Alirink: „Dat hangt sa men, denk ik, met mijn we tenschappelijk verleden. Ie mand die zich met de weten schap heeft beziggehouden, is gewend om kritisch te denken en de dingen kritisch te be zien. Zo iemand bindt zich niet en kan zich niet binden aan één bepaalde visie, omdat hij tegelijkertijd de bezwaren van die visie moet zien. Dan krijg je dus onherroepelijk dat ,.enerzijds-anderzijds"-effect. Nu mag u stellen dat zo'n denktrant misschien weten schappelijk wel juist is, maar dat het voor een bisschop een verkeerde instelling is. Best. Maar dan hadden ze mij maar niet moeten nemen. Ik ben nu eenmaal zo en ik geloof bo vendien, dat het voot een be- leidsman goed is, wanneer hij een dergelijke instelling heeft". Vraag: „Maar behalve ie- !e;risman benit u ook nog leids- Alfrink: .Jazeker, toch ge loof ik dat je met een derge lijk beleid een goed leider kunt zijn. Juist omdat je de mensen zo duidelijk voor houdt, dat de dingen niet al leen maar wit of alleen maar zwart zijn". Vraag: „Maar wanneer dat niet zo overkomt, wanneer de mensen het niet begrijpen, dan..." Alfrink: Dan is dat spij tig. ja. Maar wat dat betreft heb ik in mijn leven een groot geduld ontwikkeld. Ik heb ge leerd af te wachten. Op den duur gaat men het wel zien, dacht ik". Zowel Joannes als Paulus, zo menen insiders, hebben het belang van Alfrinks inbreng voor de vernieuwing van de kerk gezien. Toch is 't Paulus VI geworden die nu met kar- (ADVERTENTIE) cai Maliebaan 40 - Utrecht giro 81240 COMMIJNICATIECENTRIJM ALFRINKS' HARTEWENS dinaal AJfrink zeer ernstige meningsverschillen heeft. Insi ders zijn er even zeker van dat geen van beiden dit wil, maar het lijkt beider rol in de geschiedenis van de kerk te zijn, beider noodlot. De tijd zal leren welke plaats curie prelaten en conservatieven en ons land in dit tragische rol lenspel hebben gespeeld en nog spelen. Hoe dan ook, de plaats van Alfrink in het tweede Vati caans concilie is minstens even groot geweest als de plaats die dat concilie in het leven van Alfrink is gaan in nemen. Voelt hij zioh alleen. staanT Er is geschreven dat hij zich in een isolement bevindt, ten opzichte van Rome en de we reldkerk, ten opzichte mis schien ook van veel Neder landse katholieken, juist om dat hij nooit eenzijdig partij heeft gekozen? Alfrink zegt eigenlijk niét te weten of er van zo'n isolement sprake is. „Mede door het tweede Va ticaans concilie en mijn positie daar binnen heb ik een be paalde plaats gekregen in de kerkgemeenschap, die aan alle kanten tracht het juiste zoveel mogelijk te realiseren. Dat kan de indruk wekken alsof ik daar alleen in zou staan, maar dat is helemaal niet waar. Ik ben eenvoudig de exponent van een bepaalde trend. Die trend vind je overal in de wereld". JAN LANDMAN j \E vraag is onontkoom- baar en zal in de ko mende maanden door steeds meer mensen ge steld gaan worden: Wat na Alfrink Of beter nog: Wie na Alfrink Het is niet de gezondheid van de opmerkelijk sterke kardi naal, die deze vraag op de voorgrond dringt, maar een eenvoudige kerkelijke bepaling uit 1966, die wil dat een bisschop uiterlijk op zijn vijfenzeventigste jaar zijn ontslag bij de paus indient. En kardinaal Al frink, aartsbisschop van Utrecht, wordt volgend jaar op 5 juli 75 jaar. Op zichzelf is zo'n leef tijdsgrens een gezonde zaak, waar in het bedrijfsleven pensionering met 65 of 60, en zelfs al 55 jaar normaal zijn. Maar het is ook duidelijk dat in de situatie waarin Katho liek Nederland momenteel verkeert, een emeritaat (pensionering) van kardinaal Alfrink door velen met ban ge vrees tegemoet gezien wordl, maar door anderen met nauw verholen verwach ting. Nu is het mogelijk overeenkomstig genoemde bepaling dat de paus kar dinaal Alfrink vraagt nog wat langer als aartsbisschop aan te blijven, maar erg Waarschijnlijk lijkt dat niet. Zowel een dergelijk verzoek als de benoeming van welke opvolger dan ook zou en zal namelijk een „kerkpolitieke" keuze inhouden. Wat valt er dan te kiezen, anders dan een nieuwe her der voor de kudde, anders dan een nieuwe broeder in het hoge ambt En waarom zijn velen bevreesd en koes teren anderen hoop op „bete re tijden"? Men hoeft geen vreemide in Jeruzalem te zijn om moeite te hebben bij het volgen van dit soort, he laas onvermijdelijke „kerkpolitiek". Vandaar een poging hoe node ook gedaan gezien de feestelijke aanbieding van 'n gouden priesterjubileum om de wees van velen en de hoop van anderen, alsmede de spanning die dit alles bin nen onze kerkprovincie zal oproepen, nader te beschou wen. Tussen de Nederlandse bisschoppen enerzijds en „Rome", of de curie, maar ook veel bisschoppen in de wereldkerk anderzijds is tij dens en na het tweede Vati caans concilie een gespannen verhouding ontstaan. Dit was een gevolg van de snelle ont wikkeling binnen de Neder landse kerkprovincie, van zo kan men stellen een storm van verandering en vernieuwing in de samenle ving als geheel die hier snel ler en onder breder lagen van de bevolking dan elders bijval kreeg. De Nederlandse bisschop pen bleken dermate in de geest die door het tweede Vaticaanse concilie woei te zijn gegrepen, daar zelfs on der leiding van kardinaal aartsbisschop Alfrink mede- bezielers van te zijn, dat ze in de naconciliaire vernieu wing in eigen land als van zelfsprekend een leidende rol gingen spelen. Zij het dat iedere bisschop dat op zijn eigen manier deed, Bekkers anders dan De Vet, Moors andei's dan Jansen, Zwart kruis weer anders dan Ernst en Bluyssen weer anders dan Alfrink. Paus Paulus en kardinaal Alfrink in 1963, tijdens het tweede Vat. Concilie. Er is sindsdien veel gebeurd. paua Paulus in februari 1970 in een brief aan kardinaal (staatssecretaris) Villot ge schreven hebben, dat hij van de Nederlanders niets meer begreep. Dat was vlak nadat de Nederlandse bisschoppen zioh in het pastoraal concilie uitgesproken hadden voor het toelaten van gehuwden tot de priesterwijding en voor het onder voorwaarden weer in het ambt herstellen van gehuwde priesters. Sindsdien is het eigenlijk allemaal vrij snel gegaan. Als opvolger van bisschop Jansen van Rotterdam werd bisschop Simonis genoemd, die zich juist tevoren in het pastoraal concilie had ont popt als woordvoerder van de behoudende minderheid. Eind 1971 volgde de benoe ming van mgr. Gij sen, een nog meer uitgesproken con servatieve figuur als bis schop van Roermond. En hiermee was voor on voorzienbaar lange tijd een lijdensweg begonnen, niet al leen voor de Nederlandse bisschoppenconferentie en voor kardinaal Alfrink, maar voor talloos vele Nederlandse katholieken èn niet-katholie- ken. De verwikkelingen die deze twee benoemingen de laatste paar jaar binnen de kerkprovincie hebben te weeg gebracht, zijn nauwe lijks te beschrijven, omdat men dan gewetensnood, ver bittering, verdriet, twijfel en angst in elk christenhart zou moeten meten. „Polarisatie" heet het hoge woord, maar het is in een gemeenschap van christenen erger en ver woestender dan een ruzie tus sen twee gelieven. Wie de voorzichtige wijze van uitdrukken van kardi naal Alfrink enigszins kent, moet uit de antwoorden die hij al begin 1972 vlak na de benoeming van mgr. Gij- sen gaf op vragen tijdens een interview voor de tv, begrijpen hoe ernstig hij de situatie zag. Maar ze vormden een uniek team. En niet op de laatste plaats door het Ne derlands pastoraal concilie kwamen ze diohter dan ooit te staan bij de gelovigen, die ook gepakt waren door het concilievuur. Zo zagen ze kans leiding te geven aan wat onder het kerkvolk ging leven. Er kwam een nieuwe katechismus, er werd in elk bisdom gewerkt aan een ver nieuwing van de zielzorg (pastoraal), de bisschoppen verwoordden gevoelens van hun gelovigen steeds van een meerderheid van min stens 70 procent, zo wezen veel enquêtes uit waar het ging om huwelijksbele ving (Humanae Vitae), of om de gehuwde priester. Maar jaar na jaar werd duidelijker dat „bevoegde in stanties" in de Romeinse cu rie en veel bisschoppen el ders in de wereld veel min der bereid waren zichzelf en de kerk te veranderen,' en de Nederlandse kerkprovincie met stijgende zorg beza gen. Het is tot op de dag van vandaag onduidelijk hoe pre cies de rol, of beter de machtsverdeling in het Vati- caan tussen de paus en de Curie is. In ieder geval moét Op de vraag: Betekent dat (de benoeming van Gij sen) nou niet dat het gezag van de Nederlandse bisschoppen toch min o-f meer wordt aan getast? zei Alfrink: „Ik denk dat u daar gelijk aan hebt. En dat het op vele mensen inderdaad de indruk zal ma ken, dat men de bisschappen niet au serieux neemt. En daarom de indruk moet wek ken, dat een dergelijke pro cedure ergens een kwalijke zaak is en niet zou moeten gebeuren". Later in het gesprek zei Alfrink o.m.: „Wij mogen veronderstellen dat het de bedoeling is om bepaalde stromingen, bepaald positie- kiezen handen en voeten te geven Vraag: Het zou kunnen zijn dait het tactiek is om straks in alle bisdommen bisschop pen met een dergelijke sig natuur te benoemen? Alfrink: „Die vraag ligt er misschien in, maar of zij be waarheid zal worden is van te voren moeilijk te zeg gen". Dat was begin 1972. Het is niet zo moeilijk aan te tonen dat sindsdien de houding van „Rome", wie of wat dat dan ook uiteindelijk moge zijn, niet veranderd is. Enkele maanden later, medio 1972, liet „Rome" ondubbelzinnig weten dat de al vergevor derde plannen voor een Landelijke Pastorale Raad geen doorgang mochten vin den, omdat die kort en goed te democratisch wa ren. Het is een, wat moei zaam opererend en veel vrij blijvender Landelijk Pasto raal Overleg geworden. Het verbod van de experi mentele OMO-katechesecur- sus o,p een 25-tal Brabantse scholen voor voortgezet on derwijs, de moeilijkheden rond de ofificiaals van de Ne derlandse bisdommen met betrekking tot de echtsahei- dingsproblematick hebben de sfeer zeker niet verbeterd Tenslotte is de recente steun van Rome aan de ver wezenlijking van een „semi- narie-oude-stijl" door bis schop Gijsen in Rolduc een niet mis te verstaan teken dat de krachten in Rome die Nederland, op het bisdom Roermond en Rotterdam na, naar de kerkelijke af grond zien hollen, het sterkst zijn. Waar kardinaal Alfrink zo zeer verbonden is met deze ontwikkeling in Nederland, kan het niet anders dan dat „Rome" in ieder geval niet meer zo'n aartsbisschop in Utrecht wil zien, wanneer de kardinaal moet opstappen. Wie daar tegenin werpt dat kardinaal Alfrink toch even zeer, en in de ogen van de „progressiefsten" zelfs vooral matigend en remmend heeft gewerkt op de vernieuwings drang in Nederland, vergeet dat dit in Romeinse ogen slechts kan betekenen dat hij niet remmend genoeg heeft gewerkt. De vrees voor een volgen de fatale zet op het Romein se schaakbord hoe afschu welijk dit ook klinkt, maar zo ziet het eruit leeft nu reeds in kerkelijk Neder land. De manier waarop uit gesproken conservatieve kringen zich nu al verheugen op „hun" overwinning, is hoogst opmerkelijk. In het jongste nummer van Confrontatie schrijft men i maar alvast onder het kopje „Kardinaal Alfrinks emeri taat" het volgende: „Wellicht wil de „progressieve" meer derheid in het episcopaat eens overwegen of zij im mers steeds solidair met de kardinaal niet gelijktijdig met hem haar zetels volgend jaar beschikbaar zou stellen. Nu immers staan zij voor een loodzwaar dilemma: in overeenstemming met de op dracht van de paus de kerk provincie te saneren: herstel en vernieuwing, of door te gaan met dit na te laten. In het laatste geval kunnen zij rekenen op een steeds zwaarder wordende druk van het oppergezag in de kerk als van de orthodoxe gelovi gen de anderen drijven in steeds groteren getale de kerk uit", aldus Confronta tie. Het is bevreemdend dat mensen die dit schrijven, in Rome, waarheen zij ook schrijven, dusdanig gehoor vinden. Maar het gebeurt, en welk wonder zal verhinderen dat het volgend jaar niet ge beurt. Er is een soort wonder dat eens, maar wanneer weet niemand, zal zorgen dat het niet meer gebeurt. Dat won der heeft te maken met het antwoord dat kardinaal Al frink twee jaar geleden maar ook eerder en later, gaf op de vraag waar hij het geduld vandaan haalde om door te gaan. De invoering, althans de voor genomen invoering, van de benzinedistributie heeft on langs duidelijk gemaakt dat de motorrijtuigenbelasting op het gebied van ontduiking niet achterblijft bij andere belas tingen; men zegt zelfs dat wat bij die gelegenheid naar boven kwam, slechts het topje was van een veel grotere ijsberg. Maar hoe dit ook zij, de Alge mene Verkeersdienst van de Rijkspolitie in Driebergen krijgt binnenkort de beschik king over een machtig fotosys teem waarmee niet alleen de overtreders van de maxi mumsnelheid maar ook de ontduikers van de motorrijtui genbelasting op een makkelij ke manier kunnen worden ge grepen. Het wordt zoiets als het „alziende oog van god" dat in mijn prille jeugd, vooral in het zuiden des lands, waar schuwend vanuit een driehoek op de bezoekers van menig café neerkeek. Maar ook zonder deze moder ne techniek loopt menigeen te gen de lamp. Dit blijkt uit een reeent arrest van de Hoge Raad 1). Het betrof een man met een defecte auto waaraan hij al maanden lang tevergeefs prutste op een terrein van een kennis van hem. Op een gege ven moment gaf de motor weer enig teken van leven en zonder veel nadenken stoof hij de weg op voor een „proefrit". Daarmee doende werd hij van overheidswege op de gevoelige plaat vastgelegd. Spoedig na dien volgde een aanslag tot naheffing van motorrijtuigen belasting over de twaalf maanden voorafgaande aan de proefril met een verhoging van 50%. De rekening die hem hiermede gepresenteerd werd, was waarschijnlijk ho ger dan de hele waarde van het vehikel. Het verwondert dan ook niet dat de man het uiterste deed om aan de greep van de fiscus te ontkomen. Hij ging in be roep bij het gerechtshof Arn hem, het hof dat bij uitsluiting over de motorrijtuigenbelas ting gaat. Toen hij daar bot ving, zoch hij zijn heil bij ons hoogste rechtscollege. Maar ook tevergeefs. Zijn klacht dat zijn auto gedurende de maan den waarop de navordering betrekking had niet had kun nen functioneren vanwege de gebreken, at hij slechts één keer gereden had daarbij blij vend binnen een straal van 10 kilometer van wat hij aan duidde als de herstelinrich ting, dat het louter een proef rit betrof die nog wel zonder succes verliep, niets van dat alles mocht hem baten, het geen hem overigens een kind had kunnen voorspellen. Een proefrit toch is volgens de duidelijke tekst van de wet alleen dan vrijgesteld als de auto behoort tot een fabrieks- of handelsvoorraad en daar was in zijn geval geen sprake van. Het was -zoals ik al deed uitkomen- een procedure zon der enige kans op succes; het ging om een aanslag van plus minus f 400,-. Een inspecteur, drie raadsheren van het Hof, vijf raadsheren van de Hoge Raad, twee griffiers, en drie typistes waren er druk mee. in totaal dus 15 mensen. Laten we aannemen dat ieder van deze officials twee uur aan de zaak gewerkt heeft en dat ge middeld ieder van hen met inbegrip van kantoorkosten, pensioenrechten, salaris en so ciale lasten 50,- per uur kostte, dan heeft de proefrit aan de Staat der Nederlanden 1500,- minus de naheffing ad 400,in saldo dus 1100, gekost. Voorwaar, een kostba re rit. D'OUWE 1) Hoge Raad 13 maart 1974 BNB 1974%98; FED 2 mei 1974. De kardinaal zei toen: „Ik denk dat men dit geduld al leen maar kan vinden in een werkelijk geloof in het evan gelie en een werkelijk geloof ook in de kerk. En een ver trouwen dat dit alles ook weer overgangssituaties zijn, waar we doorheen moeten en waardoorheen we moeten proberen elkander toch vast te houden en toch weer te komen tot een tijd van meer eensgezindheid, een tijd van meer elkander vertrouwen, een tijd van elkaar beter willen verstaan, ook in feite elkaar beter verstaan, zodat men wel niet als, laten we zeggen één blok, een mas sief blok, in de mensenge meenschap staat, maar tocli als een gemeenschap waarin vertrouwen leeft en waarin optimisme leeft op grond van de belofte van het evange lie". J. L.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1974 | | pagina 15