vrij Uit' Coen Flinck als god in Frankrijk Dood als feest bij de Toradja „Dit is mijn lijf, dit zijn mijn hersens" GLOBE PROLOGEERT JAZZ MET RANDIES Alfa R Giulia ELF EN RABELAIS IN OUDE PASTORIE F'sBH orm xpositie oek ota bene laat .ooi i a a Zaterdag 27 ju|. m DE STEM fe' fe TIJLFEESTEN Turnhout zijn dit jaar van 20 tot en met 22 september a.s. 0 ISAAC Israels kreeg een grote overzichtstentoonstelling in het Zeister slot. De meer dan honderd schilderijen, aquarellen en tekeningen van deze belangrijkste Nederland se impressionist zijn vervol gens van 17 augustus tot 29 september te zien in het Dor- drechts Museum. NEDERLANDS Palet gaat niet naar Brazilië. Kunste naars hadden bezwaren tegen het exposeren van hun werk in dit land met zijn twijfel achtige politieke klimaat. Mi nister De Gaay Fortman toon de hiervoor begrip. DE BELGISCHE schilder L.J. Camerlinckx uit Eksel zal vanaf zondag 4 augustus tot en met 15 september exposeren in galerie De Keunenhoek in Budel. Zijn vriend, de Neder landse oud-iminister Veldkamp zal de eerste tentoonstelling van deze schilderachtige fi guur (52) in Nederland op 4 augustus om 15.00 uur openen. Deze met name portretschil der, heeft internationale ver maardheid. 0 WAGENSPEL-festival tij dens de 17e Brabantse Dag in Heeze. Op 25 augustus, 31 au gustus en 1 september spelen acht verenigingen (o.a. Elysee, Breda, Propyleeën, Tilburg en Zoldiertej ater Oosterhout) een half uur durend spel enkele keren achtereen. 0 TWEEDE Salon van Jonge Belgische fotografen (Don- neux, Horanger, Janssens, Raats, Urbam, Van de Velde en Gregoire) tot en met 7 sep tember te zien in het Interna tionaal cultureel Ceintrum, Meir 50, Antwerpen. 0 NEKKA, het grote zang festijn in het Antwerpse sportpaleis is dit jaar op 13 oktober. Toegezegd hebben o.a. al Gerard Cox, De Kadul- len. 't KlieSke, Astrid Neigh en Willem Vermandere. 0 LEVENSLANG Zitten heet een tentoonstelling, die is sa mengesteld door de tentoon stellingsdienst van het Bureau van de Rijksinspecteur voor Roerende Monumenten. De eerstkomende twee jaar zal ze in twintig plaatsen in ons land te zien zijn. De functie van de stoel i.v.m. levensstadia en be zigheden van de mens wordt belicht. Te zien o.a de troon van Willem II en een bis schopszetel. Momenteel tot 30 september in De Lelie te Zaanstad te zien. „Ja, ik ben het. Nee, ik zit niet meer in de Pyreneeën, maar sinds een jaar of drie hier in de Ardèche. Mijn vrouw is met de kinderen zwemmen en daarom had ik de deur maar zolang dicht ge daan". De toneelspeler Coen Flink ontsluit (open doen, kim je daarbij niet zeggen) de dichte ijzeren poort, waarbij op een bord geschilderd staat „exposition". Even later staan we in twee knusse kelder ruimten van een verlaten Franse pastorie, waar Ellen Flinck-Van Hemert haar olie verfschilderijen en gouaches tentoonstelt. Terwijl we kij ken naar de, met verstilde kracht geschilderde kinder kopjes, vertelt Coen Flinck over zijn voorbereidingen van zijn nieuwe produktie, gebas- seerd op de reuzen Gargantua en Patagruel van Rabelais, die hij vanaf eind september met zijn neef Jules Croiset in de Nederlandse schouwburgen gaat brengen. In Aubenas, de hoofdplaats van de Ardèche in Zuid Frankrijk, waar de (vooral) Belgische en Nederlandse toe risten als vliegen op een paar denvijg bijeenklitten, hing een affishe: wait amateuristisch met potlood getekende letters, die vertellen, dat Ellen Flinck van Hemert een exposition heeft in St.-Etienne de Bou logne. De naam van de arties te klinkt Nederlands genoeg om op zoek te gaan. Tenslotte is het één van je laatste va kantiedagen; je denkt weer aan de „verhalen" voor de krant; wie weet...? Spoedig zit je op smalle landweggetjes, waar koeien en schapen je een halt toeloeien en blaten; geen toerist meer te zien en op de meest kardinale punten zit er wel een zwart bordje met wit te letters „exposition" tegen een boom gespijkerd naast een ander nog primitief bordje, dat je naar St.-Michel de Bou logne wil sturen, waar „bro- cante" te zien en te koop is. „We hebben gemerkt, dat die bordjes voor de Fransen vol doende zijn" zegt Coen Flinck, die beweert, dat iedere week ongeveer 400-500 Fran sen en af en toe een Neder lander de weg naar de ex position van zijn vrouw gaan. Een oud kerkje, verwaar loosd, en een paar huizen in een dromerige omgeving. Te gen het priesterkoor staat de ommuurde pastorie gebouwd, waar de familie Flinck het grootste deel van het jaar woont. „Het is hier geweldig, maar je moet af en toe naar Nederland om te werken, an diers houd je 't hier financieel niet vol. Mijn vrouw scliil- dert om exposities in Neder land voor te bereiden. Voor de komende tijd liggen er weer drie vast. De afstand...och...ais je 's morgens om zeven uur hier wegrijdt, ben ie om vijf uur in Maastricht. Het is hier geweldig om tot rust te ko men, al is een plaats als Au benas de laatste twee jaar vergeven van de toeristen. Toen we hier kwamen, liep je 's morgens nog op een echte Franse markt, maar nu hoor je er bijna overwegend Neder lands. Dat is het gevolg van het feit. dat de Nederlandse tv aandacht aan deze streek be steed heeft. Een streek met kastelen, wijngaarden en bloemig groen. De aquarellen in de Flinck- kelders, gesigneerd met Elf, vertellen daarvan in hoekige, ronde en kleurige lijnen. „Ie der jaar komt er een prof uit Montepellier met zijn vrouw en schoonmoeder in zijn Volvo aanstuiven" vertelt Coen Flinck, „om zo'n aquarel te kopen. Hij is er verrukt van". Overigens heeft ook Coen Flinck niet zo'n geweldige in druk van het huidige kulturele klimaat in dit oude kultuur- 9 Wie komt er in mijn huisje land. „Ik houd van Pioasso; ik zag de grote tentoonstelling in Avignon. Maar de wijze waar op de 300 schilderijen zonder lijst tegen de muren gespij kerd waren...dan hoeft het van mij niet". De Nederlandse geraffin- neerde en gelikte welvaarts toestanden zijn voor hem ook niet nodig niet voor niets zit hij daar in de binnenlan den maar de ervaringen, die zijn vrouw bij een exposi tie opdeed, zijn wel het ande re uiterste. In een kasteel in de buurt lagen bijna al haar werken op de grond en was de deur gesloten, toen ze een week niet was wezen kijken naar de tentoonstelling. De doeken waren nat. Och, dan leg je ze weer in de zon om te drogen was het lakonieke ant woord... Coen Flinck heeft een trek kend leven achter zich en zo heeft Ellen Flinck haar schil derkunstige vaardigheden her en der op verschillende acade mies opgestoken: in Curacao en de Randstad. Kinderen blijken haar te ontroeren, waarbij haar eigen kinderen inspirerend werken. Grote ogen kijken je aan onder het schijnsel van looplampen in de donkere kelderruimtes; uit drukkingen van velerlei stem mingen. Op haar werktafel !n de atelier-kelder ligt een „triptiek" in de maak; een stoplicht, waarvan het rood- oranje-groen gevuld wordt met gezichtjes. Op een tafeltje elders liggen beschilderde kei en, die je in deze streek over vloedig vindt. Rabelais. De bombastische Franse dronken filosoof (1430- 1533) inspireerde Flinck tot eentja, hoe moet je het noemen"?, zegt hij. Het is vre selijk gek. Er zitten liedjes in; we dansen zelfs; het heeft iets van een cabaret, van een re vue; toch is het ook dat niet helemaal". Gargantua et Pan- tagruel verscheen in vier de len in de laatste 20 jaar van Rabelais' leven. Het vijfde deel van hem? verscheen na zijn dood. Het is een dol lied op de supermens; de men selijke mogelijkheden zijn er geweldig in overtrokken. De roesverwekkende mogelijkhe den der wetenschap worden erin op de hak genomen. Ra belais was gewezen monnik, stadsdokter van Lyon en be schermeling van zijn oom kar dinaal Jean du Bellay. Die be scherming had hij wel nodig door zijn giftige aanvallen op de Sorbonne, de geestelijk heid, rechterlijke macht en ge leerden. „H&t zou nu geschre ven kunnen zijn", zegt Coen Flinck, die er zich veel van voorstelt. Samen met Jules Croiset is hij nu druk aan het repeteren in de pastorie achter de kerk in St.-Etienne „waar eens in de week voor weinig mensen iets vaags gebeurt". Coen en Jules rekenen op méér publiek na de première, eind september in Utrecht. „Geweldig hè", zegt hij hij ons afscheid. En hij wijst vol trots op zijn eigen gekweekte tomaten, zo groot als appels. HEN EGBERS. 0 Tau-tau poppen voor rotsgraven. Om de dood als een feest te kunnen beleven, moet je uit een andere kuituur komen dan de westerse. De dodenfeesten en -rituelen, die uitvoerig ge documenteerd te zien zijn op de tentoonstelling DE TO RADJA VAN SULAWESI (Ce lebes) hebben dan ook te ma ken met een andere kuituur. Je zou daarbij kunnen denken aan een primitievere geesten- bezwerende kuituur, waar wij overheen zijn. Maar als je de fijnzinnig gevormde en ver sierde voorwerpen ziet op de expositie, die het leefklimaat van de Toradja illustreren, dan ligt het accent méér op „anders" dan op „primitief" Maar de sigaretten-rokende Toradja op de indringende film over het dodenritueel die vertoond wordt, de foto van de toiletten bij de oude rots graven en de aanwezige voor werpen uit een toeristische souvenir- „industrie" e.d. ver tellen, dat ook de westeise beschaving, deze Toradja kul- tuur onder de voeten aan het lopen is. Tot oktober moet u zich de kans niet laten ont gaan om in het Volkenkundig Museum Justinus van Nassau, Kasteelpleln Breda, deze boei ende en overzichtelijke expo sitie te bezoeken, restant van een authentiek beleven van le ven en dood. De Toradja bewonen het centrale bergland van Celebes (namen als Minahassa en Ma kassar herinneren we ons waarschijnlijk nog van de aard rijkskundeles), een gebied dat 5 x zo groot als Nederland is en 6 miljoen inwoners heeft. Met kaarten, foto's en voorwerpen wordt op de ten toonstelling iets overgebracht van het leefklimaat, prachtige zilverwerk (kalkdoosjes b.v.). kleding uit boombast, sierlijke hoofdtooien, fijnzinnig be werkte bamboevoorwerpen (o.a. muziekinstrumenten), kunstig gemaakte damestassen van kralen met fraai metalen sluitwerk, zilveren sieraden, een prachtige hoed van palm blad etc. etc. Opvallend zijn de modellen van huizenbouw (geweldige ornamentiek), waar nog iets van te leren valt. Dit alles geeft het kader voor de climax van de exposi tie: de doden- en andere fees ten binnen deze gemeenschap. De rituelen zijn uitvoerig te volgen op foto's, maar er zijn ook talrijke voorwerpen aan wezig, die daarbij betrokken zijn (schedelmaskers, kirijgs- tuiig, geweven stoffen, tau-tau poppen, die als dodenwachten voor de rotsgraven staan etc). Deze mensen zijn (waren?) in staat om nog iets wezenlijk te vieren. De dodenfeesten (waarbij de buffel een grote rol speelt) heeft ook aspecten (b.v. het reinigen van reeds begraven doden) die ons wel wat afschrikken, maar het is op zijn minst interessant er mee geconfronteerd te wor den. De tentoonstelling is samen gesteld uit de eigen Sulawes'- collectie van het museum, die nog geen plaats had gevonden In de openbare verzameling, aangevuld met resultaten van de studiereizen van dr. C. Nooy-Palm naar dit gebied, alsmede met voorwerpen dit h gelijknamige museum te Leiden en het Koninklijk In stituut voor de Tropen te Am sterdam. SAMENSPEL-5 „Steeds meer mensen krijgen steeds minder vrije tijd. Afspraken maken met vrienden is bijna niet meer mogelijk omdat iedereen buiten de formele arbeidsuren een dwingend programma heeft van informele arbeidssu- ren: de uren die je nodig hebt om bij te blijven"- Zo opent Jan Velzeboer dit nummer, dat recreaties als thema heeft. „We leven steeds sneller met steeds minder tijd", heeft Toi- ne Kraykamp boven zijn ver haal „De harde tikken van de metronoom" staan en Ben Bos meent o.a. in „Vrijheid is re volte": „Via spel kun je tot inzicht komen dat de afspra ken van onze samenleving an ders kunnen". Gerard de Haas scihrijft over „Het eeuwenoude zwerven": „Een van de oudste instellingen van onze kui tuur. Je woont overal en ner gens. Deze opvatting vloeit voort uit een fervente weer stand tegen de georganiseerde maatschappij, waar huwelijk en arbeid de belangrijkste steunpilaren van een statische en stabiele gemeenschap zijn" Pier van Brake! vertelt wat Het Nederlands ir doet. ji, /...i. „d 23 Maarssen). De jeugd van tegenwoordig althans een zeer groot deel ervan voelt zich nauwelijks of helemaal niet meer betrok ken bij het wereldgebeuren. Een opmerking, die deze week in een gesprek tussen een aantal mensen was te ho ren. Is dat zo? Ik geloof, dat één aspect ervan is. dat jonge ren misschien minder dan vroeger bezig zijn warm te lopen voor allerlei „wereld schokkende gebeurtenissen", voor partijgebonden standpun ten (in de meest ruime zin van het woord) e.d., maar méér met zichzelf bezig zijn. Met andere woorden: jullie ouderen mogen dan de wereld ontdekt hebben, maar zo ver domd slecht jezelf! Hoe heb je voor jezelf de wereld beleef- baar weten te maken Weet je wie je bent? De spanning tus sen het collectivisme en het individualisme. De nieuwe roman PETER II. V4N LIESHOUT" SLOW MO TION (uitg- Agathon f 12,50) laat Harno Spitteheu- vel spitten in zijn eigen be staan. „Er is geen noodlot, geen God die aar de touwtjes trekt, iffon vooraf gpctenr:ld ccena- -■ a-n ie je mort bon den. Dit is mijn lijf, dit zijn mijn hersens. Het schikken moet nu uit zijn, veel te lang heb ik mij beperkt tot het mij voegen naar de dingen zoals ze gelopen zijn", zegt hij. De ik-figuiur Harno is de auteur, die zijn boek schrijft: een ge schiedenis, die balanceert tus sen de werkelijkheid van de droom en de droom der wer kelijkheid. Wat is realiteit Dat is op de eerste plaats Harno zelf! Hij studeert peda gogiek en een gedachtenwe- reld van b.v. een Ala Watts is hem dan ook niet vreemd. Hij zoekt de rust van een boerderijtje op het land, wijki uit naar een Grieks eiland. Hij komt er niet veel verder mee. „De stilte is belangrijker dan datgene waarmee je hem kunt vullen". In zijn herinnering „evalu eert" hij in filmische beelden belevenissen uit de afgelopen jaren. Een geschiedenis met soms bijna mytische gebeurte nissen. bepaald door de I Ting ed. Een ontdekkingstocht naar de „setting" van zijn leven, naar de werkelijkheid, die je niet kunt bedenken, maar al leen kunt beleven binnen je zelf. Een goed geschreven boek: bijna te nn-dig -im de we-k"lijkiheid te kunnen ver ander e. Het vermeldenswaardige de buut van HANNES MEINKE- MA: DE MAANETER (uitg. Elsevier - f 11,50) is een ro man, waarin je een typerende en rake beschrijving vindt van de sfeer, die je momenteel kunt aantreffen in een bepaald intellectueel milieu. Daarin is men op zoek naar nieuwe vor men van samenleven, waarbij een duidelijker (h)erkenning van de eigen gevoels- en fan tasiewereld o-p gang komt. Het boek is knap vanuit een vrou welijke hoofdpersoon gedacht: een docente paleontologie, ge vangen in een bedenksel uit haar jeugdfantasie: de maane ter, die haar tenslotte „opeet". Centraal staat haar worstelen met wat. clichématig, mense lijke relaties heet. Wat bepaalt die relaties en functioneer je daarin als een zelfstandig we zen? Fantasie en werkelijk heid zijn daarbij twee polen oenzelfde reahtert Het geijkte burgerdom, de code van het geijkte gezin achter de geruite gordijntjes en de geraniums, die een groot deei van de werkelijkheid toedek ken (met name voor de daar achter levende mens zelf) staat tegenover het niet sno bistisch vrije intellectuele mi lieu, waarin het openbreken naar nieuwe leefvormen wordt toegedekt met gave theorieën. Daar tussendoor beweegt zich de lerares op zoek naar zich zelf, naar een onafhankelijke zelfbepaling Het zijn vooral de rake typeringen en niet zozeer datgene wat Meinkema ermee doet, uitwerkt, die De Maaneter tot een boeiend te lezen geschrift maken. Uit een heel ander vaatje tapt ERNST VAN ALTENA in zijn tweede roman EEN GE WONE SCHOFT (uitg. Con tact - f 17,50). Hoewel deze roman twee levensinstellingen karakteriseert (en vaak goed) heeft Van Altena op de eerste plaats een „lekker verhaal" geschreven fijn voor vakan tiedagen. De nette geremde plichtpleger (de ik-figuur) en Jan de bonvivant, waar nette geremde mensen van dromen, stelt hij tegenover elkaar. Bei de mannen (geen nichten) wo nen vanuit gestrande huwelij ken bij elkortf en beleven zo hun eigen en gezamenlijke avonturen, waarbij vrouwen dan uiteraard een grote roJ spelen. Van Altena, goed op de hoogte met het Nederland se theaterleven, schildert daar bij o.a. situaties en personen, die de incrowd zal doen gis sen. De ik-figuur tracht ook de grote bink uit te hangen zoals zijn huisgenoot Jan (al noemt hij hem een schoft) maar ont dekt, dat hij het op zijn ma nier ook is. Na een aantal smakelijk vertelde avonturen, komt hij tot het inzicht, dat het Jan-leven niet is na te leven en zo besluit hij „Ik had het inzicht geaccep teerd, dat ik niet voor vrij schutter in de wieg was ge legd, dat mijn oerinstinct dan misschien polygaam mocht zijn, maar dat de dressu-ur van generaties hoe-hoort-het-eigen- lijk mij onontkoombaar terug duwde in het monogame hok". Deze wat defaitistische, een zijdige conclusie, is dan voor rekening van de auteur. Rest: een vlot geschreven verhaal waarin de typeringen veler als herkenbaar zal overkomen maar ie doet or niet veel mee- mee dan lekker lezen. En dat kan ook plezierig zijn. De schermutselingen rond de toneelgroep Globe en Pro loog lijken voorbij. De Staten van Brabant krijgen binnen kort twee voorstellingen tot subsidiëring: voor Globe tot september '77 en voor Proloog tot september '76. Dat zal waarschijnlijk niet veel pro blemen meer opleveren. De schermutselingen lijken voor bij; de rechter heeft zelfs ge sproken; maar het echte over leg moet nog beginnen: waar heen met het toneel in Bra bant? Het rapport door de provinciale werkgroep daar omtrent uitgebracht kan wel vergeten worden, omdat dat nog teveel in dienst stond van het bijleggen der geschillen. Toch hebben al die strijdkre ten, beschouwingen, demon straties en dreigementen kris talliserend gewerkt en zijn van méér dan provinciaal be lang geweest. Brabant heeft wel enigzins geschiedenis gemaakt op dit terrein. Er was echter nog nauwe lijks tijd over om toneel te maken. Voor toneelspelers, die in welke vorm dan ook toneel willen spelen, een frustreren de belevenis. Ook al krijgt Proloog één jaar minder ga- rantie voor subsidie dan Glo be, toch lijkt het inder geha vend uit de strijd te voor schijn gekomen dan Het Zui delijk Toneel, dat financieel met ongeveer dezelfde proble men te maken kreeg door de houding der subsidiënten. Maar het had daarbij niet de „eer" van demonstraties en politieke debatten in de schijnwerpers der publiciteit. Zonder nu direct van een leegloop te spreken, namen toch al een aantal acteurs hij Globe de benen en naar ver luidt wil Ton Lutz het nog maar één jaar met Globe doen. De nieuwe subsidie-voorstel len ten aanzien van Globe staan dan ook bol van bezuini gingen, die het voor toneel mensen, die lange tijd gewend zijn geweest om tamelijk „vrijuit" puur toneel te kun nen spelen, niet meer zó aan trekkelijk maken. In allerlei rapportages en voorstellen wordt iedere keer gewezen op het landelijke probleem rond het toneel, dat opgelost moet worden. Tot zo lang wil men dan nog wel (wat: of veel) betalen. Hoewel dit juist is, lijkt het toch te veel op verstoppertje spelen achter grote broer, zeker nu er zo op aangedrongen wordt provinciale en gewest,», verantwoordelijkheden r,.„j eind te houden. Er 2J| I snel begonnen moeten »WJ het toneelvraagstuk, jn breedste zin van het vanuit eigen gewest en ,1 strubbelingen, die achl - liggen te bestuderen, f. in een heel wat breder,?! band dan gebeurde in pt0- ciale werkgroep. Zoals de vlncie met bijna twee „toneelruzie" een Bij alles wat in deze tijd hertuukt, herperst en herhaald Wordt is veel wat alleen maar anecdotisch is; enkel geladen met nostalgie. Alleen kwaliteit continueert zich. Ook al ziet de iioes er wat nostalgisch uit, Dave Brubeok kun je bijna niet onder brengen bij datgene „wat eens was". Dok al zijn de meningen rond hem na zijn muzikale hoogtepunt in de vijftiger en begin zestiger ja ren verdeeld, de uitlopers van zijn grote invloed op de ont wikkeling van de moderne jazz reiken tot vandaag. Zijn enorme kwaliteiten als jazzpi anist zijn uitstekend bijeenge zet op de dubbel lp DAVE BRUBECK'S ALL-TIME GREATEST HITS (CBS S 68288); hits uit de jaren '56- '63. Onder zijn handen veran derde de jazz-muziek in een contrapuntische kunst, waarin vele lijnen samenkomen. Met een westers intellectualisme, gedragen door zijn studie bij Milhaud en gevoed door een oude meester als Baeh, ander zijds beïnvloed door de Fats Waller-pianistische school en oool-jazz pianist Lennie Tris- tano, ontwikkelde hij een ge heel eigen improvisatorische vrijheid, die hem maakte tot een van de belangrijkste ver tegenwoordigers der na-oor- logse moderne richting; een mail die overal ter wereld be wondering en tegenstand op riep. Bijna twintig jaar na de eerste nummers op deze ver- zamel-lp's zal het, dat liet pu bliek, dat deze muziek za' appreciëren, gegroeid zijn. Ziin ritmische experimenten, die nieuwe mogelijkheden in de jazz schiep, zijn nu niet meer zo experimenteel. Dave Bru- heck wist zich daarbii te om ringen met de beste solisten: zijn Quartet kreeg niet voor niets wereldfaam. Ook op deze plaat zijn ze te horen: saxofo nist Paul Desmondt. Joe Dod ge en Joe Morello, drums. Eu- gène Wright en Joe B-njamin, bass. Tussen Take Five en Blue Rondo al la Turk ziin nog een vijftiental ander» SS'ür MBMIEIii 9 '56. My Favorite things. Casti l lian Drums, Caracao SensivelB en The Duke om nog enk*| le nummers te noemen - »'l ten het Quartet, met Dave a-u| kop. maar tevens als integral rend deel, beluisteren als l' recht wereldberoemd. Dat waren indertijd ook d(| Boswell Sisters, al komen i dan inderdaad bij de pure nos*| talgie terecht. De zusjes uit d'l jaren dertig met de Iokk«| van onze moeders en de flitf'l sepeinen gezichtjes. Het z3ü!| trio uit het begin van swingperiode, heeft heel l navolging gekregen (b.v. ^'1 drew Sisters en ook op ^1 moment zijn er „sounds" erfelijk belast zijn door sisters). Connie was van 1 drie (Martha en Helvetia) beste zangeres. Het intere^' te van deze lp THE B0$' I WELL SISTERS (the ori^l sound of „the 30's") I 80074) is dat je er ook ««I aantal bekende begeleid1 I musici uit die periode op ,f,l rugvindt; behalve het oikf'l van Jimmy en Tommy Dorsf I speelt Joe Venuti op zÜn 11 I ooi Bobby Sherwood, guit^l en zelfs Martha zit achter I piano. De stal van Red ruik je. Er staan twaalf o,u nele oude opnamen op Dinah, Stop the Sun. Evef.^p dy loves my baby, Coffee fo the mdrning), die bijna ;ocd, met moderne technP si'hf I mated* f niddelen, op modern ia! zijn overgebracht, dat ïaast vergeet dat in de •er jaren de platen nog best waren. derll' I niet PI x iiüJÉlto nok Opel werkt aan een aantal ïvnerimentele veiligheidsau- 1 to? (Opel Safety Vehicles), - waarvan de OSV 40 gebaseerd Z op de Kadett. Het voertuig dat ontworpen is om een frontale botsing met 'n snel heid tot maximaal 65 km. p. ur te weerstaan werd op de i ES\ -conferentie te Londen j getoond. Met opzet koos Opel de Ka- Hctt voor dit OSV produkt, hoewe! het aanzienlijk moei- I jker is de inzittenden van een auto uit de lagere ge- wichtsklasse een effektieve 1 bescherming te bieden dan I het geval is bij zwaardere au to's opel verwerpt n.l. de ge dachte dat de veiligheids auto van de toekomst een dusdanig kostbare zaak zou worden, dat het autorijden 'n privilege van de hogere in komensklassen zou worden. d 0 Het komende seizoen laatste Globe-ruiker van 1 aan de provincie? heeft geleverd aan een hn:J lijk toneelproces, 20 nu ook vanuit een ander .1 der. Het moeilijke bi bij uiteraard, dat tegenover» dere mening met eveimjl recht en overtuiging een anitl re mening geplaatst kan den. Wanneer je b.v. in hJ laatste subsidievoorstel ij| G.S. rond Proloog ieest: behoefte aan vormingstons in onze provincie, ais Proloog gebracht, zal centraal dienen te staan bij liet onrdJ over subsidiëring", rinn vraj je Je af: Wat I» I Wiet!) peilt die? Is behoeftil een juiste graadmeter? Kun >1 soms ook behoeften scheppen! Kun ie ook de noodzaak rail proces-begeleiding centraal stellen? En wie moet dat tal doen? etc. etc. Kortom: hrl| werk meet nog beginnen nummers te beluisteren, waar-1 onder b.v. een live-opnaml van St.-Louis Blues tijdens heil Carnergie Hall concert uit 'I en Two Part Contention I dens het Newportfestival vai| -£■ pr Alfa Romeo heeft de Giulia I Super 1,6 Lusso vernieuwd en wel in die zin dat het uiterlijk 1 veranderd is terwijl de wagen tevens luxueuzer van uitvoe ring is geworden. De prijs be draagt 15.490,incl. ver- i warmde achterruit en hoofd steunen. Voorlopig zal alleen de 1600 cc versie in Neder- I land leverbaar zijn. Motorisch is de Giulia niet f veranderd terwijl ook de vijf- door JAN EDINK Do Nederlandse afgevaardigde kampioenschap Pieter Bergsma prestaties betreft niet teleurges score gezien de deelnemers wat zijn. Een vierde plaats met 6 overw en 3 verloren, totaal score 15 ljen' is voor zijn klasse wat aa heeft ook Bergsma du de Russen en Nederlanders e afgevaardigden van andere E ais een ernstige titelkandidaat b Hieronder volgen een drietal n vooral de laatste Uw aanc mate zal boeien. i in opening wist Ber i VoSeooTsckudin een schijf acht< 1 32-28. 16—21; 2 31—26 18-2 ■10—2a, 13—18; 5. 40—34 9— O «e a a O i Cfi G S (2&1 .»Xfr^ol§de wit me' 29" 25vl, (Hier moest natui ««4 ,27—32!) 37x28 (17 -21) 26: hit een schijf en later de pari enk' M n Grégoire wist het 1°"rdcpI te behalen waa erm wevd voortgezet in i"1 msiand.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1974 | | pagina 16