vrij
Uit'
Coen Flinck
als god
in
Frankrijk
Dood als feest bij de Toradja
„Dit is mijn lijf, dit zijn mijn hersens"
GLOBE PROLOGEERT
JAZZ MET RANDIES
Alfa R
Giulia
ELF EN RABELAIS
IN OUDE PASTORIE
F'sBH
orm
xpositie
oek
ota bene
laat
.ooi
i a a
Zaterdag 27 ju|.
m
DE STEM
fe' fe
TIJLFEESTEN Turnhout
zijn dit jaar van 20 tot en met
22 september a.s.
0 ISAAC Israels kreeg een
grote overzichtstentoonstelling
in het Zeister slot. De meer
dan honderd schilderijen,
aquarellen en tekeningen van
deze belangrijkste Nederland
se impressionist zijn vervol
gens van 17 augustus tot 29
september te zien in het Dor-
drechts Museum.
NEDERLANDS Palet gaat
niet naar Brazilië. Kunste
naars hadden bezwaren tegen
het exposeren van hun werk
in dit land met zijn twijfel
achtige politieke klimaat. Mi
nister De Gaay Fortman toon
de hiervoor begrip.
DE BELGISCHE schilder
L.J. Camerlinckx uit Eksel zal
vanaf zondag 4 augustus tot en
met 15 september exposeren
in galerie De Keunenhoek in
Budel. Zijn vriend, de Neder
landse oud-iminister Veldkamp
zal de eerste tentoonstelling
van deze schilderachtige fi
guur (52) in Nederland op 4
augustus om 15.00 uur openen.
Deze met name portretschil
der, heeft internationale ver
maardheid.
0 WAGENSPEL-festival tij
dens de 17e Brabantse Dag in
Heeze. Op 25 augustus, 31 au
gustus en 1 september spelen
acht verenigingen (o.a. Elysee,
Breda, Propyleeën, Tilburg en
Zoldiertej ater Oosterhout) een
half uur durend spel enkele
keren achtereen.
0 TWEEDE Salon van Jonge
Belgische fotografen (Don-
neux, Horanger, Janssens,
Raats, Urbam, Van de Velde en
Gregoire) tot en met 7 sep
tember te zien in het Interna
tionaal cultureel Ceintrum,
Meir 50, Antwerpen.
0 NEKKA, het grote zang
festijn in het Antwerpse
sportpaleis is dit jaar op 13
oktober. Toegezegd hebben
o.a. al Gerard Cox, De Kadul-
len. 't KlieSke, Astrid Neigh
en Willem Vermandere.
0 LEVENSLANG Zitten heet
een tentoonstelling, die is sa
mengesteld door de tentoon
stellingsdienst van het Bureau
van de Rijksinspecteur voor
Roerende Monumenten. De
eerstkomende twee jaar zal ze
in twintig plaatsen in ons land
te zien zijn. De functie van de
stoel i.v.m. levensstadia en be
zigheden van de mens wordt
belicht. Te zien o.a de troon
van Willem II en een bis
schopszetel. Momenteel tot
30 september in De Lelie te
Zaanstad te zien.
„Ja, ik ben het. Nee, ik zit
niet meer in de Pyreneeën,
maar sinds een jaar of drie
hier in de Ardèche. Mijn
vrouw is met de kinderen
zwemmen en daarom had ik
de deur maar zolang dicht ge
daan". De toneelspeler Coen
Flink ontsluit (open doen,
kim je daarbij niet zeggen) de
dichte ijzeren poort, waarbij
op een bord geschilderd staat
„exposition". Even later staan
we in twee knusse kelder
ruimten van een verlaten
Franse pastorie, waar Ellen
Flinck-Van Hemert haar olie
verfschilderijen en gouaches
tentoonstelt. Terwijl we kij
ken naar de, met verstilde
kracht geschilderde kinder
kopjes, vertelt Coen Flinck
over zijn voorbereidingen van
zijn nieuwe produktie, gebas-
seerd op de reuzen Gargantua
en Patagruel van Rabelais, die
hij vanaf eind september met
zijn neef Jules Croiset in de
Nederlandse schouwburgen
gaat brengen.
In Aubenas, de hoofdplaats
van de Ardèche in Zuid
Frankrijk, waar de (vooral)
Belgische en Nederlandse toe
risten als vliegen op een paar
denvijg bijeenklitten, hing een
affishe: wait amateuristisch
met potlood getekende letters,
die vertellen, dat Ellen Flinck
van Hemert een exposition
heeft in St.-Etienne de Bou
logne. De naam van de arties
te klinkt Nederlands genoeg
om op zoek te gaan. Tenslotte
is het één van je laatste va
kantiedagen; je denkt weer
aan de „verhalen" voor de
krant; wie weet...? Spoedig zit
je op smalle landweggetjes,
waar koeien en schapen je een
halt toeloeien en blaten; geen
toerist meer te zien en op de
meest kardinale punten zit er
wel een zwart bordje met wit
te letters „exposition" tegen
een boom gespijkerd naast een
ander nog primitief bordje,
dat je naar St.-Michel de Bou
logne wil sturen, waar „bro-
cante" te zien en te koop is.
„We hebben gemerkt, dat die
bordjes voor de Fransen vol
doende zijn" zegt Coen
Flinck, die beweert, dat iedere
week ongeveer 400-500 Fran
sen en af en toe een Neder
lander de weg naar de ex
position van zijn vrouw
gaan.
Een oud kerkje, verwaar
loosd, en een paar huizen in
een dromerige omgeving. Te
gen het priesterkoor staat de
ommuurde pastorie gebouwd,
waar de familie Flinck het
grootste deel van het jaar
woont. „Het is hier geweldig,
maar je moet af en toe naar
Nederland om te werken, an
diers houd je 't hier financieel
niet vol. Mijn vrouw scliil-
dert om exposities in Neder
land voor te bereiden. Voor de
komende tijd liggen er weer
drie vast. De afstand...och...ais
je 's morgens om zeven uur
hier wegrijdt, ben ie om vijf
uur in Maastricht. Het is hier
geweldig om tot rust te ko
men, al is een plaats als Au
benas de laatste twee jaar
vergeven van de toeristen.
Toen we hier kwamen, liep je
's morgens nog op een echte
Franse markt, maar nu hoor je
er bijna overwegend Neder
lands. Dat is het gevolg van
het feit. dat de Nederlandse tv
aandacht aan deze streek be
steed heeft.
Een streek met kastelen,
wijngaarden en bloemig groen.
De aquarellen in de Flinck-
kelders, gesigneerd met Elf,
vertellen daarvan in hoekige,
ronde en kleurige lijnen. „Ie
der jaar komt er een prof uit
Montepellier met zijn vrouw
en schoonmoeder in zijn Volvo
aanstuiven" vertelt Coen
Flinck, „om zo'n aquarel te
kopen. Hij is er verrukt van".
Overigens heeft ook Coen
Flinck niet zo'n geweldige in
druk van het huidige kulturele
klimaat in dit oude kultuur-
9 Wie komt er in mijn huisje
land. „Ik houd van Pioasso; ik
zag de grote tentoonstelling in
Avignon. Maar de wijze waar
op de 300 schilderijen zonder
lijst tegen de muren gespij
kerd waren...dan hoeft het van
mij niet".
De Nederlandse geraffin-
neerde en gelikte welvaarts
toestanden zijn voor hem ook
niet nodig niet voor niets
zit hij daar in de binnenlan
den maar de ervaringen,
die zijn vrouw bij een exposi
tie opdeed, zijn wel het ande
re uiterste. In een kasteel in
de buurt lagen bijna al haar
werken op de grond en was
de deur gesloten, toen ze een
week niet was wezen kijken
naar de tentoonstelling. De
doeken waren nat. Och, dan
leg je ze weer in de zon om te
drogen was het lakonieke ant
woord...
Coen Flinck heeft een trek
kend leven achter zich en zo
heeft Ellen Flinck haar schil
derkunstige vaardigheden her
en der op verschillende acade
mies opgestoken: in Curacao
en de Randstad. Kinderen
blijken haar te ontroeren,
waarbij haar eigen kinderen
inspirerend werken. Grote
ogen kijken je aan onder het
schijnsel van looplampen in de
donkere kelderruimtes; uit
drukkingen van velerlei stem
mingen. Op haar werktafel !n
de atelier-kelder ligt een
„triptiek" in de maak; een
stoplicht, waarvan het rood-
oranje-groen gevuld wordt
met gezichtjes. Op een tafeltje
elders liggen beschilderde kei
en, die je in deze streek over
vloedig vindt.
Rabelais. De bombastische
Franse dronken filosoof (1430-
1533) inspireerde Flinck tot
eentja, hoe moet je het
noemen"?, zegt hij. Het is vre
selijk gek. Er zitten liedjes in;
we dansen zelfs; het heeft iets
van een cabaret, van een re
vue; toch is het ook dat niet
helemaal". Gargantua et Pan-
tagruel verscheen in vier de
len in de laatste 20 jaar van
Rabelais' leven. Het vijfde
deel van hem? verscheen
na zijn dood. Het is een dol
lied op de supermens; de men
selijke mogelijkheden zijn er
geweldig in overtrokken. De
roesverwekkende mogelijkhe
den der wetenschap worden
erin op de hak genomen. Ra
belais was gewezen monnik,
stadsdokter van Lyon en be
schermeling van zijn oom kar
dinaal Jean du Bellay. Die be
scherming had hij wel nodig
door zijn giftige aanvallen op
de Sorbonne, de geestelijk
heid, rechterlijke macht en ge
leerden. „H&t zou nu geschre
ven kunnen zijn", zegt Coen
Flinck, die er zich veel van
voorstelt. Samen met Jules
Croiset is hij nu druk aan het
repeteren in de pastorie achter
de kerk in St.-Etienne „waar
eens in de week voor weinig
mensen iets vaags gebeurt".
Coen en Jules rekenen op
méér publiek na de première,
eind september in Utrecht.
„Geweldig hè", zegt hij hij
ons afscheid. En hij wijst vol
trots op zijn eigen gekweekte
tomaten, zo groot als appels.
HEN EGBERS.
0 Tau-tau poppen voor rotsgraven.
Om de dood als een feest te
kunnen beleven, moet je uit
een andere kuituur komen dan
de westerse. De dodenfeesten
en -rituelen, die uitvoerig ge
documenteerd te zien zijn op
de tentoonstelling DE TO
RADJA VAN SULAWESI (Ce
lebes) hebben dan ook te ma
ken met een andere kuituur.
Je zou daarbij kunnen denken
aan een primitievere geesten-
bezwerende kuituur, waar wij
overheen zijn. Maar als je de
fijnzinnig gevormde en ver
sierde voorwerpen ziet op de
expositie, die het leefklimaat
van de Toradja illustreren,
dan ligt het accent méér op
„anders" dan op „primitief"
Maar de sigaretten-rokende
Toradja op de indringende
film over het dodenritueel die
vertoond wordt, de foto van
de toiletten bij de oude rots
graven en de aanwezige voor
werpen uit een toeristische
souvenir- „industrie" e.d. ver
tellen, dat ook de westeise
beschaving, deze Toradja kul-
tuur onder de voeten aan het
lopen is. Tot oktober moet u
zich de kans niet laten ont
gaan om in het Volkenkundig
Museum Justinus van Nassau,
Kasteelpleln Breda, deze boei
ende en overzichtelijke expo
sitie te bezoeken, restant van
een authentiek beleven van le
ven en dood.
De Toradja bewonen het
centrale bergland van Celebes
(namen als Minahassa en Ma
kassar herinneren we ons
waarschijnlijk nog van de aard
rijkskundeles), een gebied
dat 5 x zo groot als Nederland
is en 6 miljoen inwoners
heeft. Met kaarten, foto's en
voorwerpen wordt op de ten
toonstelling iets overgebracht
van het leefklimaat, prachtige
zilverwerk (kalkdoosjes b.v.).
kleding uit boombast, sierlijke
hoofdtooien, fijnzinnig be
werkte bamboevoorwerpen
(o.a. muziekinstrumenten),
kunstig gemaakte damestassen
van kralen met fraai metalen
sluitwerk, zilveren sieraden,
een prachtige hoed van palm
blad etc. etc. Opvallend zijn
de modellen van huizenbouw
(geweldige ornamentiek),
waar nog iets van te leren
valt.
Dit alles geeft het kader
voor de climax van de exposi
tie: de doden- en andere fees
ten binnen deze gemeenschap.
De rituelen zijn uitvoerig te
volgen op foto's, maar er zijn
ook talrijke voorwerpen aan
wezig, die daarbij betrokken
zijn (schedelmaskers, kirijgs-
tuiig, geweven stoffen, tau-tau
poppen, die als dodenwachten
voor de rotsgraven staan etc).
Deze mensen zijn (waren?) in
staat om nog iets wezenlijk te
vieren. De dodenfeesten
(waarbij de buffel een grote
rol speelt) heeft ook aspecten
(b.v. het reinigen van reeds
begraven doden) die ons wel
wat afschrikken, maar het is
op zijn minst interessant er
mee geconfronteerd te wor
den.
De tentoonstelling is samen
gesteld uit de eigen Sulawes'-
collectie van het museum, die
nog geen plaats had gevonden
In de openbare verzameling,
aangevuld met resultaten van
de studiereizen van dr. C.
Nooy-Palm naar dit gebied,
alsmede met voorwerpen dit
h gelijknamige museum te
Leiden en het Koninklijk In
stituut voor de Tropen te Am
sterdam.
SAMENSPEL-5 „Steeds meer
mensen krijgen steeds minder
vrije tijd. Afspraken maken
met vrienden is bijna niet
meer mogelijk omdat iedereen
buiten de formele arbeidsuren
een dwingend programma
heeft van informele arbeidssu-
ren: de uren die je nodig hebt
om bij te blijven"- Zo opent
Jan Velzeboer dit nummer,
dat recreaties als thema heeft.
„We leven steeds sneller met
steeds minder tijd", heeft Toi-
ne Kraykamp boven zijn ver
haal „De harde tikken van de
metronoom" staan en Ben Bos
meent o.a. in „Vrijheid is re
volte": „Via spel kun je tot
inzicht komen dat de afspra
ken van onze samenleving an
ders kunnen". Gerard de Haas
scihrijft over „Het eeuwenoude
zwerven": „Een van de oudste
instellingen van onze kui
tuur. Je woont overal en ner
gens. Deze opvatting vloeit
voort uit een fervente weer
stand tegen de georganiseerde
maatschappij, waar huwelijk
en arbeid de belangrijkste
steunpilaren van een statische
en stabiele gemeenschap zijn"
Pier van Brake! vertelt wat
Het Nederlands ir
doet. ji, /...i. „d 23
Maarssen).
De jeugd van tegenwoordig
althans een zeer groot deel
ervan voelt zich nauwelijks
of helemaal niet meer betrok
ken bij het wereldgebeuren.
Een opmerking, die deze
week in een gesprek tussen
een aantal mensen was te ho
ren. Is dat zo? Ik geloof, dat
één aspect ervan is. dat jonge
ren misschien minder dan
vroeger bezig zijn warm te
lopen voor allerlei „wereld
schokkende gebeurtenissen",
voor partijgebonden standpun
ten (in de meest ruime zin
van het woord) e.d., maar
méér met zichzelf bezig zijn.
Met andere woorden: jullie
ouderen mogen dan de wereld
ontdekt hebben, maar zo ver
domd slecht jezelf! Hoe heb je
voor jezelf de wereld beleef-
baar weten te maken Weet je
wie je bent? De spanning tus
sen het collectivisme en het
individualisme.
De nieuwe roman PETER II.
V4N LIESHOUT" SLOW MO
TION (uitg- Agathon
f 12,50) laat Harno Spitteheu-
vel spitten in zijn eigen be
staan.
„Er is geen noodlot, geen
God die aar de touwtjes trekt,
iffon vooraf gpctenr:ld ccena-
-■ a-n ie je mort bon
den. Dit is mijn lijf, dit zijn
mijn hersens. Het schikken
moet nu uit zijn, veel te lang
heb ik mij beperkt tot het mij
voegen naar de dingen zoals
ze gelopen zijn", zegt hij. De
ik-figuiur Harno is de auteur,
die zijn boek schrijft: een ge
schiedenis, die balanceert tus
sen de werkelijkheid van de
droom en de droom der wer
kelijkheid. Wat is realiteit
Dat is op de eerste plaats
Harno zelf! Hij studeert peda
gogiek en een gedachtenwe-
reld van b.v. een Ala Watts
is hem dan ook niet vreemd.
Hij zoekt de rust van een
boerderijtje op het land, wijki
uit naar een Grieks eiland. Hij
komt er niet veel verder mee.
„De stilte is belangrijker dan
datgene waarmee je hem kunt
vullen".
In zijn herinnering „evalu
eert" hij in filmische beelden
belevenissen uit de afgelopen
jaren. Een geschiedenis met
soms bijna mytische gebeurte
nissen. bepaald door de I Ting
ed. Een ontdekkingstocht naar
de „setting" van zijn leven,
naar de werkelijkheid, die je
niet kunt bedenken, maar al
leen kunt beleven binnen je
zelf. Een goed geschreven
boek: bijna te nn-dig -im de
we-k"lijkiheid te kunnen ver
ander e.
Het vermeldenswaardige de
buut van HANNES MEINKE-
MA: DE MAANETER (uitg.
Elsevier - f 11,50) is een ro
man, waarin je een typerende
en rake beschrijving vindt van
de sfeer, die je momenteel
kunt aantreffen in een bepaald
intellectueel milieu. Daarin is
men op zoek naar nieuwe vor
men van samenleven, waarbij
een duidelijker (h)erkenning
van de eigen gevoels- en fan
tasiewereld o-p gang komt. Het
boek is knap vanuit een vrou
welijke hoofdpersoon gedacht:
een docente paleontologie, ge
vangen in een bedenksel uit
haar jeugdfantasie: de maane
ter, die haar tenslotte „opeet".
Centraal staat haar worstelen
met wat. clichématig, mense
lijke relaties heet. Wat bepaalt
die relaties en functioneer je
daarin als een zelfstandig we
zen? Fantasie en werkelijk
heid zijn daarbij twee polen
oenzelfde reahtert Het
geijkte burgerdom, de code
van het geijkte gezin achter
de geruite gordijntjes en de
geraniums, die een groot deei
van de werkelijkheid toedek
ken (met name voor de daar
achter levende mens zelf)
staat tegenover het niet sno
bistisch vrije intellectuele mi
lieu, waarin het openbreken
naar nieuwe leefvormen wordt
toegedekt met gave theorieën.
Daar tussendoor beweegt zich
de lerares op zoek naar zich
zelf, naar een onafhankelijke
zelfbepaling Het zijn vooral
de rake typeringen en niet
zozeer datgene wat Meinkema
ermee doet, uitwerkt, die De
Maaneter tot een boeiend te
lezen geschrift maken.
Uit een heel ander vaatje
tapt ERNST VAN ALTENA in
zijn tweede roman EEN GE
WONE SCHOFT (uitg. Con
tact - f 17,50). Hoewel deze
roman twee levensinstellingen
karakteriseert (en vaak goed)
heeft Van Altena op de eerste
plaats een „lekker verhaal"
geschreven fijn voor vakan
tiedagen. De nette geremde
plichtpleger (de ik-figuur) en
Jan de bonvivant, waar nette
geremde mensen van dromen,
stelt hij tegenover elkaar. Bei
de mannen (geen nichten) wo
nen vanuit gestrande huwelij
ken bij elkortf en beleven zo
hun eigen en gezamenlijke
avonturen, waarbij vrouwen
dan uiteraard een grote roJ
spelen. Van Altena, goed op
de hoogte met het Nederland
se theaterleven, schildert daar
bij o.a. situaties en personen,
die de incrowd zal doen gis
sen.
De ik-figuur tracht ook de
grote bink uit te hangen zoals
zijn huisgenoot Jan (al noemt
hij hem een schoft) maar ont
dekt, dat hij het op zijn ma
nier ook is. Na een aantal
smakelijk vertelde avonturen,
komt hij tot het inzicht, dat
het Jan-leven niet is na te
leven en zo besluit hij
„Ik had het inzicht geaccep
teerd, dat ik niet voor vrij
schutter in de wieg was ge
legd, dat mijn oerinstinct dan
misschien polygaam mocht
zijn, maar dat de dressu-ur van
generaties hoe-hoort-het-eigen-
lijk mij onontkoombaar terug
duwde in het monogame
hok".
Deze wat defaitistische, een
zijdige conclusie, is dan voor
rekening van de auteur. Rest:
een vlot geschreven verhaal
waarin de typeringen veler
als herkenbaar zal overkomen
maar ie doet or niet veel mee-
mee dan lekker lezen. En dat
kan ook plezierig zijn.
De schermutselingen rond
de toneelgroep Globe en Pro
loog lijken voorbij. De Staten
van Brabant krijgen binnen
kort twee voorstellingen tot
subsidiëring: voor Globe tot
september '77 en voor Proloog
tot september '76. Dat zal
waarschijnlijk niet veel pro
blemen meer opleveren. De
schermutselingen lijken voor
bij; de rechter heeft zelfs ge
sproken; maar het echte over
leg moet nog beginnen: waar
heen met het toneel in Bra
bant? Het rapport door de
provinciale werkgroep daar
omtrent uitgebracht kan wel
vergeten worden, omdat dat
nog teveel in dienst stond van
het bijleggen der geschillen.
Toch hebben al die strijdkre
ten, beschouwingen, demon
straties en dreigementen kris
talliserend gewerkt en zijn
van méér dan provinciaal be
lang geweest. Brabant heeft
wel enigzins geschiedenis
gemaakt op dit terrein.
Er was echter nog nauwe
lijks tijd over om toneel te
maken. Voor toneelspelers, die
in welke vorm dan ook toneel
willen spelen, een frustreren
de belevenis. Ook al krijgt
Proloog één jaar minder ga-
rantie voor subsidie dan Glo
be, toch lijkt het inder geha
vend uit de strijd te voor
schijn gekomen dan Het Zui
delijk Toneel, dat financieel
met ongeveer dezelfde proble
men te maken kreeg door de
houding der subsidiënten.
Maar het had daarbij niet de
„eer" van demonstraties en
politieke debatten in de
schijnwerpers der publiciteit.
Zonder nu direct van een
leegloop te spreken, namen
toch al een aantal acteurs hij
Globe de benen en naar ver
luidt wil Ton Lutz het nog
maar één jaar met Globe doen.
De nieuwe subsidie-voorstel
len ten aanzien van Globe
staan dan ook bol van bezuini
gingen, die het voor toneel
mensen, die lange tijd gewend
zijn geweest om tamelijk
„vrijuit" puur toneel te kun
nen spelen, niet meer zó aan
trekkelijk maken.
In allerlei rapportages en
voorstellen wordt iedere keer
gewezen op het landelijke
probleem rond het toneel, dat
opgelost moet worden. Tot zo
lang wil men dan nog wel
(wat: of veel) betalen. Hoewel
dit juist is, lijkt het toch te
veel op verstoppertje spelen
achter grote broer, zeker nu er
zo op aangedrongen wordt
provinciale en gewest,»,
verantwoordelijkheden r,.„j
eind te houden. Er 2J| I
snel begonnen moeten »WJ
het toneelvraagstuk, jn
breedste zin van het
vanuit eigen gewest en ,1
strubbelingen, die achl -
liggen te bestuderen, f.
in een heel wat breder,?!
band dan gebeurde in pt0-
ciale werkgroep. Zoals de
vlncie met bijna twee
„toneelruzie" een
Bij alles wat in deze tijd
hertuukt, herperst en herhaald
Wordt is veel wat alleen maar
anecdotisch is; enkel geladen
met nostalgie. Alleen kwaliteit
continueert zich. Ook al ziet
de iioes er wat nostalgisch uit,
Dave Brubeok kun je bijna
niet onder brengen bij datgene
„wat eens was". Dok al zijn
de meningen rond hem na zijn
muzikale hoogtepunt in de
vijftiger en begin zestiger ja
ren verdeeld, de uitlopers van
zijn grote invloed op de ont
wikkeling van de moderne
jazz reiken tot vandaag. Zijn
enorme kwaliteiten als jazzpi
anist zijn uitstekend bijeenge
zet op de dubbel lp DAVE
BRUBECK'S ALL-TIME
GREATEST HITS (CBS S
68288); hits uit de jaren '56-
'63. Onder zijn handen veran
derde de jazz-muziek in een
contrapuntische kunst, waarin
vele lijnen samenkomen. Met
een westers intellectualisme,
gedragen door zijn studie bij
Milhaud en gevoed door een
oude meester als Baeh, ander
zijds beïnvloed door de Fats
Waller-pianistische school en
oool-jazz pianist Lennie Tris-
tano, ontwikkelde hij een ge
heel eigen improvisatorische
vrijheid, die hem maakte tot
een van de belangrijkste ver
tegenwoordigers der na-oor-
logse moderne richting; een
mail die overal ter wereld be
wondering en tegenstand op
riep. Bijna twintig jaar na de
eerste nummers op deze ver-
zamel-lp's zal het, dat liet pu
bliek, dat deze muziek za'
appreciëren, gegroeid zijn. Ziin
ritmische experimenten, die
nieuwe mogelijkheden in de
jazz schiep, zijn nu niet meer
zo experimenteel. Dave Bru-
heck wist zich daarbii te om
ringen met de beste solisten:
zijn Quartet kreeg niet voor
niets wereldfaam. Ook op deze
plaat zijn ze te horen: saxofo
nist Paul Desmondt. Joe Dod
ge en Joe Morello, drums. Eu-
gène Wright en Joe B-njamin,
bass. Tussen Take Five en
Blue Rondo al la Turk ziin
nog een vijftiental ander»
SS'ür
MBMIEIii 9
'56. My Favorite things. Casti l
lian Drums, Caracao SensivelB
en The Duke om nog enk*|
le nummers te noemen - »'l
ten het Quartet, met Dave a-u|
kop. maar tevens als integral
rend deel, beluisteren als l'
recht wereldberoemd.
Dat waren indertijd ook d(|
Boswell Sisters, al komen i
dan inderdaad bij de pure nos*|
talgie terecht. De zusjes uit d'l
jaren dertig met de Iokk«|
van onze moeders en de flitf'l
sepeinen gezichtjes. Het z3ü!|
trio uit het begin van
swingperiode, heeft heel l
navolging gekregen (b.v. ^'1
drew Sisters en ook op ^1
moment zijn er „sounds"
erfelijk belast zijn door
sisters). Connie was van 1
drie (Martha en Helvetia)
beste zangeres. Het intere^'
te van deze lp THE B0$' I
WELL SISTERS (the ori^l
sound of „the 30's") I
80074) is dat je er ook ««I
aantal bekende begeleid1 I
musici uit die periode op ,f,l
rugvindt; behalve het oikf'l
van Jimmy en Tommy Dorsf I
speelt Joe Venuti op zÜn 11 I
ooi Bobby Sherwood, guit^l
en zelfs Martha zit achter I
piano. De stal van Red
ruik je. Er staan twaalf o,u
nele oude opnamen op
Dinah, Stop the Sun. Evef.^p
dy loves my baby, Coffee fo
the mdrning), die bijna
;ocd, met moderne technP
si'hf I
mated* f
niddelen, op modern
ia! zijn overgebracht, dat
ïaast vergeet dat in de
•er jaren de platen nog
best waren.
derll' I
niet PI
x iiüJÉlto
nok Opel werkt aan een aantal
ïvnerimentele veiligheidsau-
1 to? (Opel Safety Vehicles), -
waarvan de OSV 40 gebaseerd
Z op de Kadett. Het voertuig
dat ontworpen is om een
frontale botsing met 'n snel
heid tot maximaal 65 km. p.
ur te weerstaan werd op de
i ES\ -conferentie te Londen
j getoond.
Met opzet koos Opel de Ka-
Hctt voor dit OSV produkt,
hoewe! het aanzienlijk moei-
I jker is de inzittenden van
een auto uit de lagere ge-
wichtsklasse een effektieve
1 bescherming te bieden dan
I het geval is bij zwaardere au
to's opel verwerpt n.l. de ge
dachte dat de veiligheids
auto van de toekomst een
dusdanig kostbare zaak zou
worden, dat het autorijden 'n
privilege van de hogere in
komensklassen zou worden. d
0 Het komende seizoen
laatste Globe-ruiker van 1
aan de provincie?
heeft geleverd aan een hn:J
lijk toneelproces, 20
nu ook vanuit een ander .1
der. Het moeilijke bi
bij uiteraard, dat tegenover»
dere mening met eveimjl
recht en overtuiging een anitl
re mening geplaatst kan
den. Wanneer je b.v. in hJ
laatste subsidievoorstel ij|
G.S. rond Proloog ieest:
behoefte aan vormingstons
in onze provincie, ais
Proloog gebracht, zal centraal
dienen te staan bij liet onrdJ
over subsidiëring", rinn vraj
je Je af: Wat I» I
Wiet!) peilt die? Is behoeftil
een juiste graadmeter? Kun >1
soms ook behoeften scheppen!
Kun ie ook de noodzaak rail
proces-begeleiding centraal
stellen? En wie moet dat tal
doen? etc. etc. Kortom: hrl|
werk meet nog beginnen
nummers te beluisteren, waar-1
onder b.v. een live-opnaml
van St.-Louis Blues tijdens heil
Carnergie Hall concert uit 'I
en Two Part Contention I
dens het Newportfestival vai|
-£■ pr
Alfa Romeo heeft de Giulia
I Super 1,6 Lusso vernieuwd en
wel in die zin dat het uiterlijk
1 veranderd is terwijl de wagen
tevens luxueuzer van uitvoe
ring is geworden. De prijs be
draagt 15.490,incl. ver-
i warmde achterruit en hoofd
steunen. Voorlopig zal alleen
de 1600 cc versie in Neder-
I land leverbaar zijn.
Motorisch is de Giulia niet
f veranderd terwijl ook de vijf-
door JAN EDINK
Do Nederlandse afgevaardigde
kampioenschap Pieter Bergsma
prestaties betreft niet teleurges
score gezien de deelnemers wat
zijn.
Een vierde plaats met 6 overw
en 3 verloren, totaal score 15
ljen' is voor zijn klasse wat aa
heeft ook Bergsma du
de Russen en Nederlanders
e afgevaardigden van andere E
ais een ernstige titelkandidaat b
Hieronder volgen een drietal
n vooral de laatste Uw aanc
mate zal boeien.
i in opening wist Ber
i VoSeooTsckudin een schijf acht<
1 32-28. 16—21; 2 31—26 18-2
■10—2a, 13—18; 5. 40—34 9—
O
«e a
a
O
i Cfi
G S
(2&1 .»Xfr^ol§de wit me' 29"
25vl, (Hier moest natui
««4 ,27—32!) 37x28 (17 -21) 26:
hit een schijf en later de pari
enk' M n Grégoire wist
het 1°"rdcpI te behalen waa
erm wevd voortgezet in
i"1 msiand.