IKER D ïticsBV Cyprus heeft veel weg van Ulster Slachtoffer van zijn geschiedenis Boeddhistenkatholiekenmoslimshindoes sikhs en shintoïsten praten over vrede ingelui I TWEEDERANGS „Er eens uit" eluvine BOLWERK ZET GHETTO'S DOOR CORN. VERHOEVEN te Breda, gevormd do0t rs Lakfabrieken N.V. er| |een dochteronderneming HNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN ngEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILING EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN len, conventionele verver, Ln halffabrikaten voor de lagdienst verricht. Lr tot 12.00 uur bij de Per. lafspraak. la Holland perspectieven LO niveau. Ij Holland, op een bij hun I job. jen van onze |ies en een kunnen |sselend, zelf- met aanleg Jtechnische, lichting. en wij o.a. de Lidende met het een brief fet, Kilwijkstraat 5 bak maken; 33, toestel 243. groep: de Holland ggen gecombineerd irziening AMEV computerdiensten, uitenland. i heeft. ir 'c maken. (Van onze redactie buitenland) NICOSIA ln veel op- richten Jijkt Cyprus op \oord-Ierland. Lr leven zo- l.i oP Cyprus als in Ulster twee bevolkingsgroepen, die elkaar het licht in de ogen nauwelijks gunnen. In beide gevallen is er een forse meerderheid (Grieks-Cyprio ten op Cyprus en protestan ten in Ulster) die een con stante bedreiging vormt voor de minderheid (Turks-Cypri oten en katholieken). In bei de gevallen vormen religie.- verwoestende barrières, ter wijl op Cyprus het verschil i„ godsdienst (orthodox en islamitisch) veel meer een bijverschijnsel is van de gro te verschillen in culturele, ethnische afkomst en taal. Zowel op Cyprus als in Ui ster is de minderheidsgroep ook de sociaal en economisch zwakste, en juist dat laatste zou wel eens de belangrijk ste conflictbron kunnen zijn. Op z'n minst interessant is ook dat ic beide gevallen Engeland een niet te onder schatten rol speelt of heeft gespeeld. Noord-Ierland maakt tot op de dag van heden deel uit van het Vere nigd Koninkrijk, terwijl Cy prus sinds 1818, toen de Brit se premier Disraëli het ei land in feite kocht van de Turkse sultan, tot 1960 die eer heeft genoten. Hoe die ,,eer" internationaal werd ge schat, in een tijd dat koloni ale uitbreidingen nog sche- ving ee inslag waren, kan geproefd worden uit een Ita liaanse krant die in die da gen schreef dat „het godde lijk eiland door de eunuchen van Constantinopel was ver kocht aan de woekeraars van Londen". Ook nu nog heeft Engeland veel met Cyprus te maken, niet alleen vanwege de Britse legerbases op het eiland, die Cyprus jaarlijks zo'n 20 miljoen pond opleve- rer en 13000 Cyprioten werk geven, maar ook krachtens de verdragen van Ziirich en Londen, waarbij Cyprus in 1960 een onafhankelijke re publiek werd, met echter het recht aan Engeland. Grieken land en Turkije om in te grijpen als die onafhanke lijkheid geschaad werd. Daarvóór hadden de Britten met de van hen bekende „verdeel-en-heers-politiek" een tamelijk twijfelachtige basis gelegd voor de groei van het eiland naar zelfstan digheid. Er is nog een treffend en zeer cruciaal punt van over eenkomst tussen Cyprus en Voord Ierland. In beide sta ten leven onder de overheer sende meerderheidsgroepe ring sterke gevoelens van verbondenheid met een „moederland". De protestan ten steken in Ulster hun moederbinding met Engeland niet onder stoelen of banken (unionisten), hetzelfde geldt voor belangrijke elementen onder het Grieks-Cyprioti sche deel van Cyprus: het verlangen naar eenwording met Griekenland heet daar „enosis". Dit begrip beheerst de ge beurtenissen op het eiland oo z'n minst al sinds 1829, toen de Turkse sultan de Grieken pe geschiedenis van Cyprus is schrikbarend oud en gaat teru» tot omstreeks 4000 jaar voor Christus. Een murwma- kende reeks van vreemde overheersers heeft het eiland bestuurd: het Perzische rijk, Alexandrië, het Romeinse Rijk, Byzantium, Venetië, het Ottomaanse rijk van de Tur ken. en tenslotte het Verenigd Koninkrijk. Alleen tussen het eind van de 12e eeuw en het eind van de 15e eeuw was bet eiland autonoom, zij het dan dat het geregeerd werd door Franse edelen van het huis Lusignan. Drs. C.J. Visser zegt het ln d- brochure „Cyprus, anatomie van de tweedracht", die hij voor het Nederlands Instituut voor Vredesvraagstukken heeft geschreven, erg mooi: „De bewoners van Cyprus zijn I altijd meer het slachtoffer van I hun geschiedenis geweest dan de makers ervan, het eiland zelf is evenals de godin Ve nus, die er geboren heet te zijn, I maar al te vaak gebruikt en I misbruikt door Mars en Her mes. de goden van oorlog en I handel1'. In 1571 kwam Cyprus onder het Ottomaanse (Turkse) rijk te vallen, wat Inhield dat de roomskatholieke Venetianen plaats maakten voor moslim overheersers. die echter de oi- thodoxe christenen op het ei land meer met rust lieten, maar de Grieks-Cyprioten ver der als tweederangs burgers beschouwden. Tussen beide bevolkingsgroe pen zijn eigenlijk tot 1821 geen botsingen voorgekomen. Ze leefden goeddeels langs el kaar heen in hun eigen cult-u- reel-religieuze sfeer, en met tot op zekere hoogte ook eigen leiders. Toen in 1821 op het vaste land de griekse vrijheidsoorlog uitbrak, volgden de eerste slachtingen tussen Grieken en Turken maar niet op Cyprus. In 1829 moesten de Turken de Griekse opstandelingen hun zin geven: Griekenland ont stond. Het was een sein dat het met het Ottomaanse rijk berg afwaarts ging. Op Cyprus ging dat gepaard met toene mende corruptie en roofzucht, zeer vaak ten nadele van vooral de Griekse bevolking. De instorting van het Turkse rijk bood tenslotte in 1878 de Britten de gelegenheid om de Sultan Cyprus afhandig te ma ken, teneinde de geografische keten die Engeland met India (Brits-Indië) verbond, sluitend te maken. Maar intussen had het to verwoord „enosis" al veel van zijn werk gedaan. Sinds het ontstaan van Griekenland :n 1829 gingen b.v. steeds meer Grieks-Cyprioten alvast in afwachting van de samensmel ting van Griekenland het Grieks staatsburgerschap aan vragen. In het onderwijs kreeg de Griekse vrijheidsstrijd te gen de Turken steeds meer aandacht. Van de andere kant werd de sterke arm van de Turkse sultan steeds zwakker, wat het zelfvertrouwen van de Turks-Cyprioten een knak gaf.' overheerders werden de tegen- overneersers werden de tegen stellingen eerder verscherpt dan afgezwakt. Ze ontnamen b.v., de orthodoxe priesters en bisschoppen de privileges die zij onder het Turkse bewind hadden gehad, waardoor deze CYPRUS CYPRUS onafhankelijkheid schonk en het moderne Griekenland ontstond. „Enosis" was ook het onuitgesproken tover woord achter het Griekse avontuur, nu bijna twee we ken geleden, dat Makarios verdreef en de marionet Sampson voor een weekje op de troon in Nicosia zette. „Enosis", althans de vrees daarvoor, joeg in het afgelo pen weekeinde, maar toen bepaald niet voor de eerste keer de Turkse legers naar Cyprus voor een invasie. „Enosis", althans de be duchtheid ervoor, is de reden waarom de nieuwe Cyprische leider Clerides dezer dagen wat afstand heeft genomen van aartsbisschop Makarios. Misschien niet eens zo'n on verstandige zet. Want juist Makarios blijkt op Cyprus een spilfiguur te zijn, die enerzijds de Griekse gene- neursgebouw in Nicosia ver woest. Maar de opstand werd snel neergeslagen, bisschoppen en Grieks-Cypriotische leiders werden verbannen, de grond wet buiten werking gesteld. In de tweede wereldoorlog vochten Grieks-Cyprioten aan geallieerde zijde, in de hoop na afloop van de Britten de enosis uit dank cadeau te krij gen. De Tkirks-Cyprioten wa ren daarom juist Duitsge zind. niets meer te verliezen hadden door het Griekse enosis-ideaal te gaan aanhangen. Hoe luider de Grieks-Cyprioten riepen om Enosis, des te sterker werd de Turkse druk om het eiland in bezit te houden. Terwijl Griekenland groter en sterker werd (tijdens de Balkanoorlogen in 1912 en 1913 verdubbelde het zijn grondgebied ten koste van vooral de Turken) schrompel de het Turkse rijk ineen. Door de vaste hand van de Britten bleef het echter op Cyprus betrekkelijk rustig. Totdat in 1931 de Grieken, steeds meer gefrustreerd in hun streven naar enosis, de Cypriotische Nationalistische Radicale Unie oprichtten en na een oproep van de bisschop van Kitiion in opstand kwamen. Daarbij werd o.a. het Britse gouver- De Britten bleven na '45 op Cyprus, dat na het opgeven van Palestina hun enige bol werk bleef in het oostelijk bekken van de Middellandse Zee. Wel werd de uitzonde ringstoestand opgeheven, die vanaf 1931 had geheerst, en werd een nieuwe grondwet voorgesteld. Alle voorstellen werden echter door de Grieks- Cyprioten afgewezen. De Grieks-nationalistische partij (vóór enosis) organiseerde in 1950 een plebisciet waarbij 96 procent van de Grieks-Cyprio ten zich uitsprak vóór enosis. Allerl-ei pogingen van de rege ring in Athene om Cyprus in bezit te krijgen stuitten af op Britse weigeringen. Het onvermijdelijke gebeur de tenslotte: er brak een vrij heidsstrijd uit. Niet echter nadat, in 1950, bisschop Maka rios van Kition tot aartsbis schop Makarios 3 gekozen was, en daarmee definitief een bepalende rol op het Cypri sche toneel ging spelen. In 1952 zat hij rond een tafel met fanatieke enosis- idealist generaal Grivas, met generaal Fapadopoulos (het zou niet diens laatste samen zwering zijn!) en met andere Grieken en verbannen Grieks- Cyprioten. Dit gezelschap be sloot dat een politieke oplos sing niet haalbaar was, en dat geweld het enige was dat overbleef. Gezegd moet wel worden dat Makarios vooral heeft gedacht aan sabotage-ac- ties, niet aan de dodelijke terreur, die generaal Grivas met zijn EOKA ervan ge maakt heeft. In 1955 barstte letterlijk de bom. Een golf van terreur spoelde over het eiland, aangericht door Grivas' Nationale Organisatie van Cy priotische Strijders. De toenmalige Britse pre mier Anthony Eden, inziende dat de Britse positie steeds meer onhoudbaar werd, deed toen een zet op het schaak- spel-Cyprus, die zeer vér strekkende gevolgen zou krij gen: hij schakelde Turkije in. Door de regeringen van Grie kenland en Turkije uit te no digen voor een bespreking in Londen, tot dan toe was het sinds de neutraliteitspolitiek van Turkije in '40-'45 vooral een Brits-Griekse zaak ge weest, erkende hij Turkije sinds 4945 nauwelijks meer gehoorde aanspraken en recht van meepraten in het probleem - Cyprus. Maar daarmee begon Eden ook Griekenland en Turkije tegen elkaar uit te spelen en zelf voor het oog van de bui tenwereld de belangeloze be middelaar uit te hangen. Een „verdeel-en-heers-politiek" die de Turks-Griekse verhoudin gen, zowel op als buiten Cy- raals (definitief) hadden willen uitschakelen omdat hij hun „enosis-actie" in de weg stond, en die anderzijds door de Turks-Cyprioten er van verdacht werd (en wordt) in zijn achterhoofd steeds het enosis-ideaal te koesteren. Het is noodzakelijk om een blik in de enerverende ge schiedenis van Cyprus te werpen. Het is een boeiende bezigheid en geeft een in zicht in de onvoorstelbare In gewikkeldheid van het pro- bleem-Cyprus. Het laat bo vendien zien dat praktisch geen enkel voorstel om de problemen van het eiland op te lossen kan bogen op origi naliteit: werkelijk alles wat er aan oplossingen te beden ken valt, is al eens op tafel geweest. Of ook metterdaad alles is geprobeerd, is een tweede. prus flink verslechteren zou en bovendien een gevaar voor de NAVO inbouwde. Op het eiland zelf kreeg de EOKA steeds meer het image te vechten tegen een Brits-Turks complot, wat haar populaireit onder de Grieks-Cypriotische bevolking slechts vergrootte. Intussen begonnen ook de Turks-Cyprioten zich teweer te stellen met steun van Turkije zelf, dat daartoe weer min of meer aangemoedigd werd door de Britten. Dit leidde ertoe dat de EOKA, die aanvanke lijk de Turken op het eiland had gespaard, zich nu ook te gen deze bevolkingsgroep en niet alleen meer tegen de Britten keerde. De buit die de EOKA ten slotte in 1969 binnenhaalde, was niet enosis maar onafhan kelijkheid. Grivas was dan ook niet de grote winnaar, maar Makarios. In de loop van de vrijheidsstrijd hadden bei de leiders zich van elkaar ver wijderd, vooral doordat Maka rios' politiek inzicht veel gro ter was: hij zag in dat enosis, zeker nu Turkije erbij betrok ken was, niet haalbaar was. Makarios was het dan ook die de Britten tenslotte voorstelde onafhankelijkheid te verlenen. Turkije, dat aanvankelijk de ling van het eiland voorstond, was al blij dat het niet tot enosis zou komen en stemde toe. Het verwijt van Grivas aan Makarios dat deze verraad had gepleegd aan de enosis-ge- dachte, lijkt volgens drs. Vis ser in zijn boven genoemde NTW-brochiure, niet erg te recht. Er zijn tal van latere uiitspraken van Makarios die erop wijzen dat hij wel dege lijk enosis als einddoel zag (en ziet?), maar slechts langs de weg van de politieke gelei delijkheid. Alleen Turkije en Makarios' afkeer van de Griekse kolonels hebben tot- nutoe vertragend gewerkt. De grondwet waarmee Cy prus de onafhankelijkheid in ging, bleek onwerkbaar, zeker ook omdat Britten, Grieken en Turken er teveel hun eigen belangen in hadden veilig ge steld en niet die van de Cy prische bevolking. De schei ding tussen de twee bevol kingsgroepen werd slechts ge accentueerd. Onwerkbaar en onbetaalbaar bleek b.v. de in stelling van dubbele (Griekse en Turkse) gemeenteraden in de vijf grootste steden. De spanning ontlaadde zich in een burgeroorlog die eind 1963 losbartte en honderden doden heeft gekost, alsmede een reeks internationale crises teweegbracht, die opvallend veel leken op de spannende weken die we zojuist achter ons hebben. Tussen dat alles in was er een VN-vredesmacht op Cy prus komen te staan. Deze laatste mocht echter alleen in geval van zelfverdediging ge bruik maken van de wapenen. 0 Makarios en kon niet veel meer doen dan conflicten voorkomen. Daar stond tegenover dat de nationale garde (Grieks-Cypri otisch) onder Grivas steeds brutaler optrad. Pogingen van Makarios om Grivas, die goede relaties had met Athene, te laten inbinden, luikten maar ten dele. Het feit dat Grieken land verder met Turkije on derhandelde buiten Makarios om, deed de verhouding met Athene nog meer verslechteren. Dat werd er niet beter op toen in Athene de kolonels aan de (Van een onzer verslaggevers) LEUVEN/DEN HAAG Zet ze maar eens bij elkaar, of liever: krijg ze maar eens bij elkaar. Boed dhisten, rooms-katholieken, orthodoxen, protestantse christenen van methodisten en unitariërs tot Neder- lands hervormden en remonstranten, confucianen, hintlocs, joden, jaïns, sikhs, shintoïsten, moslims, taoïsten en aanhangers van Zoroaster. Het is vier jaar geleden voor de eerste maal gelukt op een conferen tie in het Japanse Kyoto, het gaat volgende maand weer gebeuren, op een dergelijke conferentie in het Belgische Leuven. Het gaat om de tweede we reldconferentie van de gods diensten voor de vrede. Van -8 augustus tot 3 september rullen zo'n 200 vertegenwoor digers van ai die godsdiensten d't de gekste uithoeken van e wereld in de gebouwen van "e Leuvense universiteit bij- enkomen om gezamenlijk en ï'mtn "'et nog ongeveer 100 skundigen en waarnemers, roeken naar middelen om L oorlogen en velerlei ■Penningen die de mensheid v„» j0|keren bedreigen, met ïninu oplossingen te ver- K„n en' 00it' uit te scha ven"' 1 operatie waarvoor v,.|(i "uCd nodig is in onze W Wcreld. "iet op de tneiir ats verdeeld door zelf van de godsdiensten Alle] heerst een paar karakte ristieken van deze conferen tie: Elke religieuze leider (de meesten hebben een leidende positie binnen hun godsdienst) die aan de conferentie deel neemt. is en werkt daar op persoonlijke titel, niet namens een godsdienst of kerk. Was dit niet het geval, dan zou een dergelijk breed samengesteld gezelschap voorlopig niet bij elkaar te krijgen zijn. Dit betekent dat deze con ferentie geen „officiële" status heeft; het is puur particulier initiatief. Beslissingen, verkla ringen of resoluties van deze conferentie hebben ook geen enkel bindend karakter voor welke godsdienstige groep dan ook. Het enige gezag dat de conferentie kan hebben, is een moreel gezag. Er wordt niet over theolo gische verschillen gespro ken. De enige bindende elemen ten zijn: A een gemeenschap pelijke bezorgdheid voor het welzijn en het heil van de mensheid en B. ee:- bepaalde religieuze inspiratie bij elke deelnemer, die hoe ver schillend ook van aanzet en oorsprong de noodzaak van een praktisch gerichte ge meenschappelijke visie op en aanpak van dringende wereld problemen doet inzien. Men kan het betreuren dat zo'n conferentie niet reeds een meer officiële status heeft en niet van harte erkend wordt als afvaardiging van alle gods diensten ter wereld. Maar wie nagaa' hoe moeizaam de toe nadering alleen al tussen de christelijke kerken onderling verloopt, kan slechts blij zijn met het feit dat er (in mense lijke termen gesproken) hoog gekwalificeerde godgelovigen van zo uiteenlopende pluimage in zo grote getale bdj elkaar komen. Er is veel moed voor nodig om een dergelijk experiment aan te durven. Er lijkt nog veel meer geloof voor nodig om ervan overtuigd te zijn en te blijven dat uit zo'n toren van B-abel, hoe gewijd dan ook, een boodschap kan komen die verstaan en begrepen en geaccepteerd zal worden. En om die boodschap gaat het op het wereldconferentie van de godsdiensten voor de vrede. De boodschap die godgelovi gen hebben aan de wereld. Enerzijds hoopt men in Leu ven bijdragen te kunnen leve ren aan meer begrip tussen de vertegenwoordigers van gods diensten en kerken die recht streeks bij conflicten zijn be trokken, zoals in Noord-Ierland, in het Midden-Oosten, op de Filippijnen, of indirect in Zuiid-AJrika en Indo-Chiina. Anderzijds wil de conferen tie meer op wereld-niveau bij dragen leveren aan oplossin gen voor brandende proble men, waar geen land op z'n eentje meer uitkomt. Met het oog daarop zal vooral in com missies en werkigroepien ver gaderd worden. Er zullen com missies zijn voor: 1. ontwape ning en veiligheid; 2. sociaal- economische ontwikkeling en menselijke bevrijding; 3. men senrechten en grondivrijheden; 4. leefmilieu en overleving. In werkgroepen zal nog speciaal nagedacht worden over: gods dienst en bevolkingsproblema tiek, en over: een verklaring van de Verenigde Naties over godsdienstvrijheid. De conferentie heeft inmid dels al een permanente verte genwoordiging bij de V.N. in New York in de positie van waarnemer. Het hoofdkantoor van de conferentie, waarin het secretariaat, is gevestigd in het kerkcentrum voor de V.N., pal tegenover het gebouw van de V.N. De secretaris-generaal van de conferentie, dr. Homer A. Jack, die veelvuldig in ac tie is in de V.N.-wandelgan- gen, was dezer dagen in Ne derland om contacten te leg gen. Als Nederlandse deelnemers aan de conferentie zijn bij de ze gelegenheid genoemd: mi nister dr. J. Pronk van ont wikkelingssamenwerking, mr. C. ter Maat, secretaris van Pax Christi internationaal, mr. Th. van Boven (buitenlandse zaken), dr. J. van Goudoever (Remonstrantse Broeder schap), prof. H. van der Lin de. De conferentie, die voor 9(1 procent betaald wordt door re ligieuze groeperingen in Ta- pan, de Ver. Staten en West- Duitsland (dr. Jack: „Japanse boeddhisten, Amerikaanse pro testanten en Westduitse katho lieken"), heeft sinds de eerste bijeenkomst in Kyoto al enke le opmerkelijke activiteiten ontplooid. Zo hield het bestuur (voorzitter is de r.-k. aartsbis schop Fernandes van New Delhi) juist in India een ver gadering toen in 1971 de oor log in het latere Bangladesj woedde. Dr. 'Jack werd naai de Oostpakistaa-ns-Indiase grens gestuurd om de situatie te bestuderen. Later bezocht hij Karachi en Dacca. Tijdens het V-N.-d-ebat eind 1971 kon hij daarom in New York een actieve rol spelen, zij het ach ter de schermen, door b.v, de delegatie uit Bangladesj te helpen en in een memorandum de V.N.-resoluties te analyse ren. Een dergelijke activiteit heeft dr. Jack ontplooid bij de SALT (ontwapenings)bespre- kingen. Het laatste woord zal over deze Wereldconferentie van de godsdiensten nog wel niet ge zegd zijn. Het is tenslotte ook een hele stap sinds de nog niet ver achter ons liggende lijden waarin boeddhisten, hindoes, taoïsten e.d. voor christenen toch hooguit een beter soort heidenen waren, en waarin, omgekeerd, christenen vereenzelvigd werden met Westeuropese kolonialisten. Waar nu bovendien de proble men, als bevolkingsvraagstuk, milieuvervuiling, bewapening, technologie, ontwikkelings vraagstuk stuk voor stuk we reldproporties hebben aange nomen is het in ieder geval een goede zaak, dat mensen uit alle godsdienstige hoeken van de wereld de koppen bij elkaar steken en vanuit hun verschillende inspiratie dezelf de problemen te lijf gaan. macht kwamen. Die bleken meer op te hebben met de houwdegen Grivas dan met de meer su/btiele politicus Maka rios. Er was nog eens een crisis van wereldformaat voor nodig, in novemlber 1967, om Grie kenland en Turkije én Maka rios tot een akikoord te krij gen. De Griekse kolonels bon den in en gaven met de dreiging van Turks militair ingrijpen toe aan de eisen van Ankara. Initussen was het zeer de vraag geworden in hoeverre die enosis-gedaöhte nog leefde onder de bevolking. Er kwa men tekenen dat de animo was afgemomen. In februari 1968 werden presidentsverkie zingen gehouden (alleen door de Grieks-Cyprioten, want de Turks-Cyprioten mochten al leen een vice-president kie zen). Hoewel Makarios door een pro-Grivas-krant en door drie bisschappen als anti-eno- sis-kandidaat werd afgeschil derd, werd hij toch herkozen, en wel meit 95,4 procent van de stemmen. De Turken waren tijdens de burgeroorlog weggetrokken uit de gemengde dorpen en vorm den hecht aaneengesloten ghet to's in de steden. In december 1967 hadden de Turkse-Cypri- oten zelfs een afzonderlijk overgangsbestuur gevormd, waarin o.a. alle Turkse minis ters, die bij het begin van de burgeroorlog uit de regering Makarios waren weggelopen. Pogingen om beide groepen tot een vergelijk te brengen, via onderhandelingen van Cle rides en Denktasch, bleken vruchteloos. Een belangrijk punt bleef, dat Makarios het vertrouwen van de Turken niet kon win nen. En wat wilde hij? Wat te zeggen van de woorden die Makarios in 1971 nog sprak: „Cyprus is Grieks. Cyprus was Grieks sinds de dageraad van zijn geschiedenis en het zal Grieks blijven. Grieks en on verdeeld hebben wij het over genomen, Grieks en onver deeld zullen wij het behouden, Grieks en onverdeeld zullen wij het aan Griekenland over leveren". Twee weken geleden heb ben de Griekse generaals, die vorig jaar de Kolonels waren opgevolgd, in een laatste wan- hoopssipronig de enosis-ballon proberen otp te blazen. De bal lon is door Turkije snel door geprikt en de generaals zagen geen andere uitweg meer dan te vertrekken. Maar Cyprus? Het eiland is er niets wijzer van geworden, de sfeer is grondiger dan ooit bedorven. De oorlogsgod Mars en de handelsgod Hermes heb ben altijd nog huil Olympus, maar Cyprus zit ermee. Pr wordt in deze tijd in menig gezelschap met enig medelijden gesproken over de vele echtparen die met hun kinderen doodmoe en verkleumd een van te voren besproken vakantie aan zee hebben doorgebracht. Verhalen vol jengelende kinderen, mop perende Duitsers en stromende regen. Zij zijn bijna elk jaar te horen en ik verbaas mij over de hardnekkigheid waar- mee daaraan telkens weer nieuwe stof gegeven wordt. Hoe dikwijls moeten mensen uit een te kleine zomerkeet wegregenen, om tot de conclu sie te komen, dat de geneug ten van een weekje aan zee, voorzover die nog bestaan, niet in december te plannen zijn? Als het alleen om logica en geneugten ging, zou het antwoord vrij eenvoudig zijn, maar kennelijk gaat het daar maar gedeeltelijk om. Bijvoor beeld ook om dit: wie niet van te voren bespreekt, komt er niet aan te pas. Het bespreken garandeert dan ook niet de geneugten, maar alleen een ta melijk kleine kans daarop. Wie wat verderop naar het zuiden trekt, heeft wat meer kans en hoeft wat minder te bespreken, maar moet een lan gere reis maken. Voor veel mensen lijkt de lengte van de reis in mindering gebracht te worden op het genoegen van het verblijfVoor hen is rei zen een haastig passeren van alles wat niet het reisdoel is, een snelle en energieke tocht naar de plaats waar zij rust verwachten. En zo kunnen er heel wat gedachten op en neer gaan over het onderwerp vakantie. Wat daaruit het meest duide lijk wordt, is dat vakantie in minstens een even hoge mate een probleem is als een genoe gen. Zij is een van de vele verplichtingen geworden waarmee ons leven is volge stouwd. een wat tegenstrijdige verplichting in dit geval, om dat vakantie immers vrijheid zou moeten zijn. Maar een massaal genoten vrijheid wordt altijd ingevuld met pro gramma's en verplichtingen. Zelfs in zijn wensen is een. mens dan niet vrij; voor heel wat mensen wordt de vakantie dan een offer, een voortzetting van het vervreemde leven dat zij al leiden. En, hoe vreemd het ook mag klinken, juist op het gebied van vervreemdende activitei ten wegen de verplichtingen het zwaarst: behalve de taak die vervuld moet worden, is er ook nog de schijn van vrij heid die moet worden opge houden. Onze duurste plicht is de gezelligheid waa/r we zelf niets aan vinden. „Er eens uit zijn", zoals een veel gebruikte definitie van vakantie luidtveronderstelt een vervreemdend bestaan, maar laat het ook helemaal intact. Deze therapie tegen de vervreemding speelt zich te ver buiten het terrein daarvan af om er enige invloed op te kunnen hebben. Zij past dan ook volkomen bij de klassieke trits: brood, spelen en opi Ik ga steeds meer begrip hebben voor de ouderwetse mensen die geen behoefte aan vakantie en er uit zijn hebben. Ook over hen wordt wel eens medelijdend gesproken, alsof zij niet van deze wereld en van onze tijd zouden zijn. „Die mensen hebben daar geen behoefte aan", betekent zoiets als „dat zijn geen mo derne mensen van het soort waartoe wij behorenAfge zien van de vraag of dat nu wel het ergste is wat een mens kan overkomen, denk ik, dat zij een minder vervreemd bestaan leiden en ondanks hun nooit ophoudend werken en slaven een meer vrij leven hebben dan zij die van de ene teleurstellende vakantie naar de andere leven en er zo dik wijls „uit" moeten, omdat ze „erin" zo weinig thuis zijn en er niet in slagen hun vrijheid te laten doordringen in hun dagelijks bestaan waar ze toch op de eerste plaats thuis hoort. Het lijkt wel of vergeten voor hen de enige manier is waarop ze iets kunnen verwerken. Het is natuurlijk onzin hierover te moraliseren en dat is ook vol strekt niet mijn bedoeling, maar het blijft een vreemd verschijnsel, dat het ware le ven zich elders zou moeten afspelen.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1974 | | pagina 13