fofeM GEMEENTEN KUNNEN LASTEN VAN literatuur op school ORKESTEN NIET LANGER DRAGEN BEELDENDE KUNST VOOR BADGASTEN VAN KNOKKE II Leven" centraal in werk Melle op expositie te Oosterlioiit vrij j. Uit' 55 Ajax en Tour de France in sonetten van Kal Holmens Symbolisme Creuz E xpositie ota bene oek New Babyl 011 in Den Haag Zaterdag 13 juli 1974 143 X ISAAC ISRAELS is de titel van de tentoonstelling, die tot 5 augustus wordt ge houden in het Zeister Slot. Mensen, die belangstelling hebben voui het werk van Is raels, kunnen van maandag tot en met vrijdag terecht van 10.00 tot 17.00 uur en op za terdag en zondag van 14.00 tot 17.00 uur. KERAMISCHE OBJEC TEN van Johan van Loon en Kees van Renssen zijn tot en met 18 augustus te zien in het Dordrechts Museum. Kees van Renssen kreeg zijn opleiding aan het Instituut voor Kunst nijverheidsonderwijs in Am sterdam, was verbonden aan de experimentele afdeling van de Porceleyne Fles in Delft, is al verschillende jaren leraar keramiek geweest en maakte studiereizen naar Israël. Johan van Loon kreeg beurzen voor keramische opleidingen in Lon den en Stockholm, kreeg in 1963 de keramiekprijs van de Porceleyne Fles in Delft en heeft een eigen werkplaats in Hengelo voor keramiek en toegepaste textiel.. 0 „ALEXINE TINNE, REI ZIGSTER DOOR AFRIKA" heet de expositie, die tot in met 13 oktober in het Haags gemeentemuseum wordt ge houden. Alexine Tinne ging in de jaren zestig van de vorige eeuw, toen fotografie en vrou wenemancipatie in de kinder schoenen stonden, met de ca mera op avontuur. De tentoon stelling is samengesteld uit fo to's en Afrikaanse gebruiks voorwerpen. MET COLLAGES, schil derijen, tekeningen, foto's en andere documenten wordt van 27 juli tot en met 8 september in het Haags gemeentemuseum een Dada-veldtocht geïllus treerd, die in de jaren twintig in Nederland werd gehouden. De aandacht gaat uit naar o.a.: Th. van Doesburg, O. van Rees, A. C. van Rees-Du ti-lh. Th. en E. Rinsema, H. N. ■Werkman, Kurt Schwitters en Nelly van Doesburg. Speciale aandacht gaat uit naar het werk, dat Paul Citroen in zijn Berlijnse tijd maakte. NEDERLANDSE ZON DAGSSCHILDERS exposeren tot 10 augustus in de Schouw- zaal Bellfires op het Industrie terrein van Hapert hun schil derijen. De werken van de Nederlandse Zondagsschilders en hun gasten van elders zijn van maandag tot en met vrij dag van 9.00 tot 17.00 uur te zien, op zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur en op zondag van 12.00 tot 17.00 uur. NOORSE KUNSTNIJVER HEID is tot 5 augustus te zien op een tentoonstelling in het stedelijk museum van Schie dam. DE PB IJS van de Vereni ging van Europese Handelaars in Kunst gaat dit jaar naar de stichter van het museum voor moderne kunst in New York, professor Alfred Barr. Aan de prijs ic een bedrag van ruim 10.000 gulden verbonden. De 72-jarige Barr heeft naar het oordeel van de jury grote ver diensten in de VS verworven als kenner van moderne kunst. De prijs wordt op 20 oktober uitgereikt. „ASPECTEN VAN DE ACTUELE KUNST IN BEL- Glë" heet de expositie, die in het Internationaal Cultureel Centrum aan de Meir in Ant werpen wordt gehouden. De volgende kunstenaars nemen deel aan de expositie of werk ten mee aan de documentatie- bundel, die ter gelegenheid van deze manifestatie werd uitggeven: Ediuard Bal, Luc Deleu, Alain d'Hooghe, Hugo Duchateau, Yves de Smet, Fi- lip Francis, Jef Geys> Hugo Heyrman, Jacques Lennep, Jacques Lizene, Jacques-Louis Nijst Staf Renier, Maurice Roquet, Rudi Rommens, Dori Sack, Schwind, Roland van den Berghe, Hubert van Es, Wout Vercammen, Lou Cop- pes. Jacques Charlier. GEORGES RIBEMONT DESSAIGNES, een van de grote mannen van „Dada", de ultraradical kunststroming die in 1915 in Zürich ontstond rond de Roemeense dichter Tristan Tzara is op 90-jarige leeftijd te Saiint-Jeannet bij Vence iir het zuiden van Frankrijk overleden. 0 DE TENTOONSTEL LINGSDIENST van het bu reau van de rijksinspecteur voor roerende monumenten heeft een reizende tentoonstel ling samengesteld, die onder de titel .Levenslang Zitten" de eerstkomende twee jaar in 20 plaatsen in Nederland te zien zal tdjn. In de tentoonstelling worden de verschillende functies die stoelen kunnen hebben, belicht aan de hand van de levenssta dia *»n bezigheden van de mens. Dp tentoonstelling nu opgesteld fot 30 september 1974 in het Dakhuis „De Le lie' aan ïe Zaanse Schans te Zaanstad Half augustus zal tevens een hoek verschijnen onder de titel „Levenslang rit ten". Het aandeel van de orkest subsidies in de kunstbegroting van het departement van Cul tuur, Recreatie en Maatschap pelijk werk bedraagt al jaren lang ongeveer een kwart. Dat is nogal veel, gezien de veel heid van artistieke activitei ten die het departement te be vorderen heeft. Toch wordt er in de kring der Nederlandse symphonie-orkesten aandrang uitgeoefend om tot een aan zienlijke subsidiëring door het rijk te komen. Aangevoerd wordt namelijk dat de ge meenten veel zwaardere lasten voor de instandhouding van de dertien provinciale en stedelij ke orkesten moeten opbrengen dan het rijk of de provin cies. Het zijn vooral de zoge noemde standplaatsgemeenten - - de steden waar de orkesten officieel zijn gevestigd die de toenemende Lasten niet meer kunn enopbrengen. Daarbij is het opmerkelijk dat sterke randgemeenten vaak weigeren mee te betalen aan het orkest in de stand plaats gemeente. Amstelveen draagt niets bij aan het Con certgebouworkest, Rijsw.ik niet aan het Residentie-orkest Schiedam niet aan het Rotter dams Philharmonisch Orkest, Bilthoven niet aan het Utrechts, Velp niet aan net Gelders enzovoort. Dit on danks het feit dat de bezoe kers vaak voor meer dan de helft juist uit die randgemeen ten afkomstig zijn. Gezien de nog steeds toene mende taken van gemeentebe sturen ga».n er stemmen op dat het rijk de salarislasten der orkesten geheel voor zijn rekening seemt. Nu betaalt het rijk de helft van de sala rissen van de orkestleden en de gemeenten ook de pro vincies de andere helft. Maar in werkelijkheid betalen de lagere overheden veel meer: ook de salarissen van dirigenten, administrateurs en ander personeel, ook de kosten van solisten, zalen, publiciteit en dergelijke. De inkomsten uit de kaartverkoop vormen slechts een klein deel van het budget. In wezen betalen ge meenten en provincies tewe keer zoveel als het rijk. Een overneming van de sa- larisverp!ichtin.gen dooi' hel rijk zou, behalve financiële verlichting voor de gemeente besturen, ook belangrijke ge volgen kunnen hebben voor het artistieke beleid. De ge meenten zouden dan het mu ziekaanbod ter plaatse beter kunnen beïnvloeden omdat zij dan alleen feitelijke uitvoe- ringkosten voor haar rekening nemen. De onbillijke verhou ding tussen standplaats- en randgemeenten zou er door verdwijnen, terwijl de conti nuïteit van het beroepsmatige muziekleven en de bestaanze- kerheid van de orkestmusici zouden worden gewaarborgd. Er blijft dan nog maar één probleem ovér: hoe de publie ke belangstelling voor het tra ditionele concertleven zo op te vijzelen dat de miljoenen die daarin worden gestoken ook door een evenredig gehoor worden gerechtvaardigd. JOOP BARTMAN. Knokke, dat zich graag de kostbaarste parel van de Bel gische kust noemt, houdt in de zomer behalve vele mogelijk heden tot verademing en pure ontspanning ook altijd enkele evenementen voor hart, geest en oog van de badgasten be reid. Tot die laatste behoren altijd een groot aantal exposi ties van beeldehde kunst over verschillende galeries ver deeld. Als ik u voor dit seizoen naar de drie belangrijkste mag voorgaan, dan stel ik voor al vrij vlug nadat we Knokke zijn binnengereden halt te houden bij de Galerie EBES aan de Lippenslaan 103. Ebes is geen eigenlijke galerie, maai- de ontvangstruimte van het elektriciteits- en gasbe drijf, die elke zomer door de directie onder de titel „Ebes en Kunst" tot een (uitsteken de) expositieruimte wordt om getoverd. De exposant van dit jaar is de Vlaamse beeldhou wer Gerard Holmens, die tot de besten van zijn stiel be hoort en reeds lang een hoog internationaal niveau heeft be reikt. Van oorsprong Oosten- denaar, heeft hij zich thans teruggetrokken in een klein dorp in West-Vlaanderen en werkt er onverdroten aan een zeer persoonlijk, poëtisch oeu vre. Zoals ook uit deze exposi tie blijkt, gaat Holmens' voor keur de laatste jaren vooral uit naar het marmer dat hij met een ongelooflijk vakman schap weet te bewerken en af te werken. Zijn vormen en composities zijn abstract, maar staan in hun grondvormen dicht bij de natuur. Ze rijn afgeleid van oervormen, verta len oerbewegingen in steen met een grote poëtische kracht. Daarbij weet hij het op zichzelf koele marmer dik wijls een leven en een warmte te verlenen, die ma ken dat men zijn werken niet alleen met de ogen als plasti sche verschijingen geniet maar dat men ze ook met de handen als tastobjecten zou willen koesteren. Wat een steeds wakkere en vindingrijke crea tiviteit vermag als zij gepaard gaat met een technisch mees terschap kan men bij Gerard Holmens ervaren. En dat is in onze tijd een werkelijk zeld zame belevenis. Volgende halteplaats voor liefhebbers van beeldende kunst diient het Casino te zijn dat ons jarenlange traditie ge trouw ook ditmaal weer ver rast met een grote overzichts tentoonstelling. Ditmaal is deze gewijd aan het Symbolis me in België. Het symbolisme, een kind van het romantisme, openbaart zich in de schilder- en beeld houwkunst als een stroming die achter de waarneembare werkelijkheid het geheimzin nige, het mysterie wil sugge reren. Daarom weinelt het in deze kunst uiteraard van droomgestalten, van vrouwen In sfinxgedaante, van slaap wandelaars, van skeletten en maskers, van door vizioenen bevangen en makabare figu ren. Zij die daaraan ln België het aanzien gaven, zijn in rij ke mate en met een uitsteken de keuze uit hun oeuvre ver tegenwoordigd. Daar is de WaaLs-Belgische schilder An- toine Wierts (1806-1865) één van de grootste visionnairs, die dt Belgische schilderkunst gekend heeft met een paar magistraal geschilderde doe ken als „De mooie Rosine" (een vrouw via a vis een ske let) en „De Rozeknop", waar op een jong meisjes vanachter een half terzijde geschoven gordijn een ontluikende roos aan de beschouwer toont. Na tuurlijk ontbreekt Felicien Rops niet met zijn grafiek en gouaches vol bizarre verbeel dingen. Xavie Mejlery en zijn al te naturalistisch op Romein se en Griekse beelden kunst geïnspireerde werken hebben de hedendaagse bezoeker min der te vertellen, daarentegen zijn de hier aanwezige teke ningen op groot formaat van James Ensor onverminderd aktueel en aangrijpend. Ook Fernand Knopf weet ons in zijn figuren en zijn stadsland schappen vol grote eenzaam heid zowel qua visie als tech niek ten volle te boeien. De beeldhouwkunst van George Minne werkt bij het weerzien van enkele van zijn werken hier te slap, te weinig, plas tisch ofschoon men zich voor een beeld als „De grote Ge knielde" weer graag gewonnen geeft. Indrukwekkend de schilderijen van William De- gouve de Nuncques, zijn „Jon gen met Uil. zijn visionaire bosgezichten. Gustaaf (de broer van Karei) van de Woestijne en de hier van hem getoonde werken onderstrepen eens te meer dat hij een kun stenaar is aan wiens oeuvre men heel goed eens een een- mansexpositie zou kunnen wijden. Ook Léon Spilliaert behoort tot de groten van het symbolische en daarmee ook tot de groten van de Belgische schilderkunst uit de laatste decennia. Deze expositie, die een voortreffelijk overzicht geeft van en inzicht in een belangrijke stroming van de Belgische schilderkunst, wordt begeleid door een voortreffelijk samengestelde en geïllustreer de katalogus, die even onmis baar is bij als na de bezichti ging. Galerie Presenoés, EMsa- bethlaan 1 in Knokke-Zoute tenslotte laat ons kennis ma ken me het werk van de te Brussel woonachtige schilder Serge Creuz. Hij is een knap en vurig kolorist, een virtuoos en zeer sensibel tekenaar en een portrettist die zijn model- „Haven" van Serge Creuz. Vruchtbaarheid en voort planting, thema's waaraan de schilderijen en tekeningen van Melle, die op het moment in de galerie van Mariëtte Jans- sen-Van Kemenade in Ooster hout hangen, vrijwel onver mijdelijk doen denken. Uitgezonderd enkele pente keningen zijn de werken van Melle opgebouwd uit talloze fijne plantjes, dieren, vaak monsterachtige mensen en ge slachtsdelen. Vooral deze ge slachtsdelen kunnen in één werk vele keren terugkomen. Ze vormen niet altijd een deel van een menselijke figuur. Een van de schilderijen van Melle. maar staan er ook wel los van, gaan over in andere dingen. De schilderijen van Melle die in Oosterhout te zien zijn vertellen niet alles bij de eer ste blik die erop wordt gewor pen. Mariëtte Janssen-Van Ke menade: „Ik sta er vaak en lang naar te kijken, maai steeds ontdek ik weer nieuwe d'ingen. Moet je het landschap in dit kleine oog bijvoorbeeld eens bekijken". Dit oog en dit landschap zijn evenals vrijwel alle andere dingen realistisch geschilderd. Planten en dierer zijn zeker even mooi als in dc natuur, maar niet de mensei die hij uitbeeldt. Ze zijn vol gens onze normen vaak afzich telijk decadent. Het is de ma nier van combineren van a deze zaken, die de werker, van Melle vaak een absuro beeld geven. De pentekeningen, die in de galerie in Oosterhout hangen zijn meestal eenvoudiger van samenstelling, maar daarom niet minder indringend. Vooral een pentekening als „Geboor- teschreeuw" is erg sterk. Op vallend is de pentekening, die op het eerste gezicht een kop van een beest is, maar bij nader inzien een zelfportret van Melle blijkt te zijn. Het zijn niet veel werken, die Mariëtte Janssen-Van Ke menade van Melle kon ophan gen- Dit neemt echter niet weg, dat het toch de moeite waard is een bezoekje te brengen aan de pastorie bij de H. Hartkerk in Oosterhout waar ze hangen. Per slot van rekening krijgt men niet gauw de kans werken van de in 1908 in Amsterdam geboren -riant te zien. Slechts enkele nuseums slaagden erin werk /p /an hem in huis te krijgen. De schilderijen en tekeningen, die m Oosterhout te zien zijn ko men uit de collectie van Van Bommel Van Dam uit Venlo. Belangstellenden kunnen ze nog tijdens de middagen van 14.00 tot 18.00 uur tot 20 juli zien. Een bezoekje aan de rest van de pastorie waar het eigen werk van Mariëtte Janssen- Van Kemenade en het vele werk, dat ze aankocht hangt, Is beslist ook aan te raden. RIEJA VAN AART Zet twee neerlandici naast elkaar en, pratend over hun vak, vlieg ende waardeoorde len over en weer. Hoe vaak heb ik mezelf ai niet horen beweren dat het werk van Schierbeek, Bernlef, en waar om ook niet, Anna Blaman direct met de vuilnisman moet worden meegegeven? Oncon troleerbare uitspraken waar niemand iets aan heeft. Het is niet voor niets dat Ton An- beek in zijn artikel „de litera tuurwetenschap en de lezers" (De Gids, 3-1974) dit aan de orde stelt. Hierin pleit Anbeek voor een empirisch gerichte li teratuurwetenschap, d.w.z. „Een wetenschap die nagaat wat voor fictie van hoog tot laag gelezen wordt en wat de mensen daarin zoeken". M-a.w.: waarom leest de een -> len meer dan alleen uiterlijke gelijkenis weet te ontlokken. Een echte schilder die van heldere kleuren houdt, van de kantige vormen in het Breton se landschap waarin hij elk jaar een tijdlang verblijft. Nu eens werkt hij met het pen seel dat weer met het palet mes, hier met tekenstift en O.I. inkt, daar met aquarel en gouache. In al die gevallen echter doet hij niets anders dan zijn liefde belijden voor het leven en de natuur. Zijn werk is charmant, blij, maar ook doortrokken van een vleug ernst en melancholie. Kortom: het spreekt aan op een wijze waarop ieder zich door zijn scheppende mede mens graag laat aanspreken en daarom beveel ilk u een be zoek ook aan deze expositie van harte aan. WILLEM ENZINCK literatuur met een gTote L en het overgrote deel van Neder land de kasteelromans van Ivanov. Want wat gebeurt er? Op grond van bepaalde criteri- a, zo beweert Anbeek, schui ven lezers of groepen bepaalde soorten fictieve teksten naar voren. En dan komt er een conflict met het huidige nor menstelsel. Als voorbeeld noemt hij de leraar moderne talen in het middelbaar onder wijs. „Die leraar heeft zich op universiteit met Literatuur en literatuurbenadering bezigge houden, en dus brengt hij op school mee: een canon van waardevol geachte fictietek sten (de Literatuur) plus een manier van lezen en bestude ren die daarbij past". Een stu dent letteren maakt rich jan, druk over de structuureiget, schappen van een ronu, schrijft moeilijke scriptjf, daarover en praat later in klas tegenover dovemansoren Met een zekere melancholie blader ik wel eens in mijn ot. de aantekenschriften Nedet. lands, pagina's vol met namen jaartallen en titels, die het |e. ven er niet vrolijker op hebbèj gemaakt. Een scholier ïe^ wel, maar niet Polet, Raes Mischa de Vreede. Anbeek 1» weert terecht dat een enij;. risch gerichte literatuurweten, schap zijn diensteu bewein heeft. „Wij moeten eerst we" ten: welke vooroordelen hei, ben de scholieren, welke eisn stellen zij aan de boeken 4, ze willen lezen. Pas als we dj eisen kennen, is het mogelij daar op in te spelen". Anbeti noemt het vooroordeel dat jj de mond van elke scholier val te beluisteren, namelijk dat li. teratuur meestal knap vervo lend Is. Het huidige literati®, onderwijs bevestigt dit allen maar. Hij hamert expres op schoolsituatie door omdat weet hoeveel emotionele weet. stand er tegen dit soort vo« de hand liggende opmerkin is. Het gevaar bestaat toch als deze situatie niet wordt doordacht de leerlingn op de middelbare scholen et literatuur wordt opgedron- die alleen op de university wordt gelezen. „Kennis andere teksttypen en tekst naderingen is noodzakelijk aan een isolement te ontb men". Dat een aantal scholieren de middelbare school boek meer aankijkt, is «1 niet verheugende constaterini Helaas maar al te waar. JOHAN DIEPSTRATB Waar je als poëzielezer al niet van op de hoogte moet zijn. Neem voor de aardigheid de gedichtenbundel van Jan Kal: Fietsen op de Mont Ventoux (Peter Loeb. 8,50) waarin de regel: „dichten is fietsen op de Mont Ventoux" voorkomt. Weet je dat de Mont Ventoux een lastige eerste categorie klim voor de Tour de France-ren- ners is (waar Tommy Simpson is overleden), dan is duidelijk wat het dichten voor Jan Kal betekent: in je eentje zweten in de schroeiende hitte en flink afzien. In deze weken kan de vergelijking niet pas sender zijn. De gedichten bundel bevat 76 sonnetten, geschreven in de periode 21 september 1968 tot 17 januari 1974. Enkele ervan zijn gepubliceerd in Propria Cures en Maatstaf. De plaat sen waar Jan Kal zijn verzen voornamelijk schreef zijn Ben- nebroek en Amsterdam. De onderwerpen zijn, dunkt me, afhankelijk van de omgeving waar Kal verblijft. In Benne- broek schrijft hij over de na tuur. een jonge spreeuw die sterft, over kikkervisjes, de NZH lijn 50 en zijn jeugdlief de Marina. De Amsterdamse gedichten zijn nauw verwant met die stad: Ajax, café Reyn- ders, Ard Schenk, de Univer siteit, de Jordiaan en er is één sonnet dat, het kan niet mis sen, Amsterdam is getiteld. De gedichten van Kal blij ven boeien. Op een Henk Spaan-achtige mander meet hij het kroegleven uit, het sport gebeuren gaat 5 la Nico Scheepmaker met de nodige humor: Ard Schenk wordt de mannelijke Fanny Biankers- Koen. Het dichten gaat Kal niet altijd even gemakkelijk af, zoals uit de volgende re gels blijkt: in die twee weken heb ik veel gedaan al kreeg ik slechts drie re gels op papier maar wel dronk ik bij Roole Nelis bier om niet op alle fronten droog te staan. Volgens de Bredase dichter Vic van der Reijt is Kal een rijmelaar van de eerste orde, waarbij zelfs Willy Alfredo maar een schooljongen is. Ver gelijk daarvoor eens het laat ste rijmwoord in de eerste strofe van het sonnet Ajax - F.C. Nuernberg: de televisie in het buurtca fé moest aan. en richtte het geroezemoes. op het biljart ging de be scherm Rtgshoes, waarop de glazen kwamen, he hatsjee. De lezer zou nu de indruk kunnen krijgen diat de gedich ten van Jan Kal bestaan wat pl-att goedkope lol versvorm, waar talloze stude tenblaad'jes in uitblinken. Hd tegendeel Is echter het gevi vooral zijn Bennebroekse pet ode levert ontroerende poëi op. Daarmee is niets te vei gezegd. Het jammere van bundek van kleine uitgeverijen wik Peter Loeb, maar vooral C.O. Aarts is, dat zij bij boekhandel in het Zuiden n«u- welijks aan bod komen. A* (Leidsegracht 92) geeft ee prachtig fonds uit zonder winst oogmerk uit pure liefhebl» rij. Een kleine uitgever- ka nu eenmaal niet alle bockha» delaren afrijden om zijn fond te presenteren. Als hiervM wat begrip komt en de boei: verkoper gewoon bij het Ce» traal Boekhuis bestelt, is e niets meer a>an de hand. R recensent ais bemiddelaar want dat hoort er toch bij. JOHAN DIEPSTRATEN Een leven zonder dwingend regelmaat van arbeid en mil het karakter van een vrij 0 fantasierijk spel is de basis waarop Constant (Nieuwen* huis) zijn project New Babj- Ion heeft ontworpen. De kW stenaar drukt er zijn gedatl- ten mee uit over een gebed nieuwe stedelijke vormgevig; zoals die in een toekomstig geheel geïndustrialiseerde, w reld zou kunnen zijn. Het vn ject is als expositie opgesteld in het Haags gemeentemuseu» en zal er te zien blijven tot! september. Constant stelt zich voor, is de toekomst alle niet-cret' tieve werkzaamheden geautt- matiseerd zullen zijn. Daal' door is de mens vrij en daar door kan hij zijn ongebruikt' en onderdrukte schepping kracht ontdekken. In het Haags gemeentemu seum worden alle maquettf en kaarten, die op New Baby lon betrekking hebben. S(' toond, alsmede vele schilderij en en tekeningen. Van de dy namische leefwijze, zoals Con stant die ziet, kan het publiek op de tentoonstelling iets er varen in een speciaal voor d» ze gelegenheid gemaakt deu renlabyrint. Daarin kunnen - bezoekers een spelactiviteit ontwikkelen. Op de expositie worden be- zoekers uitvoerig geïnfot' meerd door tekstborden, fn'°; en een licbtbeeldenserie der wordt de tentoonstel! begeleid met een boek. Daar:'- zijn voor het eerst zowel belangrijkste voorwerpen a; de belangrijkste teksten ovt- New Babyion als een sam®' hangend geheel gepiw' ceerd. EINDREDACTIE RIEJA VAN AART

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1974 | | pagina 16