fofeM GEMEENTEN KUNNEN LASTEN VAN literatuur op school
ORKESTEN NIET LANGER DRAGEN
BEELDENDE KUNST VOOR
BADGASTEN VAN KNOKKE
II
Leven" centraal in werk Melle
op expositie te Oosterlioiit
vrij j.
Uit'
55
Ajax en Tour de
France in
sonetten van Kal
Holmens
Symbolisme
Creuz
E xpositie
ota bene
oek
New Babyl 011
in Den Haag
Zaterdag 13 juli 1974
143 X ISAAC ISRAELS is
de titel van de tentoonstelling,
die tot 5 augustus wordt ge
houden in het Zeister Slot.
Mensen, die belangstelling
hebben voui het werk van Is
raels, kunnen van maandag tot
en met vrijdag terecht van
10.00 tot 17.00 uur en op za
terdag en zondag van 14.00 tot
17.00 uur.
KERAMISCHE OBJEC
TEN van Johan van Loon en
Kees van Renssen zijn tot en
met 18 augustus te zien in het
Dordrechts Museum. Kees van
Renssen kreeg zijn opleiding
aan het Instituut voor Kunst
nijverheidsonderwijs in Am
sterdam, was verbonden aan
de experimentele afdeling van
de Porceleyne Fles in Delft, is
al verschillende jaren leraar
keramiek geweest en maakte
studiereizen naar Israël. Johan
van Loon kreeg beurzen voor
keramische opleidingen in Lon
den en Stockholm, kreeg in
1963 de keramiekprijs van de
Porceleyne Fles in Delft en
heeft een eigen werkplaats in
Hengelo voor keramiek en
toegepaste textiel..
0 „ALEXINE TINNE, REI
ZIGSTER DOOR AFRIKA"
heet de expositie, die tot in
met 13 oktober in het Haags
gemeentemuseum wordt ge
houden. Alexine Tinne ging in
de jaren zestig van de vorige
eeuw, toen fotografie en vrou
wenemancipatie in de kinder
schoenen stonden, met de ca
mera op avontuur. De tentoon
stelling is samengesteld uit fo
to's en Afrikaanse gebruiks
voorwerpen.
MET COLLAGES, schil
derijen, tekeningen, foto's en
andere documenten wordt van
27 juli tot en met 8 september
in het Haags gemeentemuseum
een Dada-veldtocht geïllus
treerd, die in de jaren twintig
in Nederland werd gehouden.
De aandacht gaat uit naar o.a.:
Th. van Doesburg, O. van
Rees, A. C. van Rees-Du ti-lh.
Th. en E. Rinsema, H. N.
■Werkman, Kurt Schwitters en
Nelly van Doesburg. Speciale
aandacht gaat uit naar het
werk, dat Paul Citroen in zijn
Berlijnse tijd maakte.
NEDERLANDSE ZON
DAGSSCHILDERS exposeren
tot 10 augustus in de Schouw-
zaal Bellfires op het Industrie
terrein van Hapert hun schil
derijen. De werken van de
Nederlandse Zondagsschilders
en hun gasten van elders zijn
van maandag tot en met vrij
dag van 9.00 tot 17.00 uur te
zien, op zaterdag van 10.00 tot
17.00 uur en op zondag van
12.00 tot 17.00 uur.
NOORSE KUNSTNIJVER
HEID is tot 5 augustus te zien
op een tentoonstelling in het
stedelijk museum van Schie
dam.
DE PB IJS van de Vereni
ging van Europese Handelaars
in Kunst gaat dit jaar naar de
stichter van het museum voor
moderne kunst in New York,
professor Alfred Barr. Aan de
prijs ic een bedrag van ruim
10.000 gulden verbonden. De
72-jarige Barr heeft naar het
oordeel van de jury grote ver
diensten in de VS verworven
als kenner van moderne kunst.
De prijs wordt op 20 oktober
uitgereikt.
„ASPECTEN VAN DE
ACTUELE KUNST IN BEL-
Glë" heet de expositie, die in
het Internationaal Cultureel
Centrum aan de Meir in Ant
werpen wordt gehouden. De
volgende kunstenaars nemen
deel aan de expositie of werk
ten mee aan de documentatie-
bundel, die ter gelegenheid
van deze manifestatie werd
uitggeven: Ediuard Bal, Luc
Deleu, Alain d'Hooghe, Hugo
Duchateau, Yves de Smet, Fi-
lip Francis, Jef Geys> Hugo
Heyrman, Jacques Lennep,
Jacques Lizene, Jacques-Louis
Nijst Staf Renier, Maurice
Roquet, Rudi Rommens, Dori
Sack, Schwind, Roland van
den Berghe, Hubert van Es,
Wout Vercammen, Lou Cop-
pes. Jacques Charlier.
GEORGES RIBEMONT
DESSAIGNES, een van de
grote mannen van „Dada", de
ultraradical kunststroming
die in 1915 in Zürich ontstond
rond de Roemeense dichter
Tristan Tzara is op 90-jarige
leeftijd te Saiint-Jeannet bij
Vence iir het zuiden van
Frankrijk overleden.
0 DE TENTOONSTEL
LINGSDIENST van het bu
reau van de rijksinspecteur
voor roerende monumenten
heeft een reizende tentoonstel
ling samengesteld, die onder
de titel .Levenslang Zitten"
de eerstkomende twee jaar in
20 plaatsen in Nederland te
zien zal tdjn.
In de tentoonstelling worden
de verschillende functies die
stoelen kunnen hebben, belicht
aan de hand van de levenssta
dia *»n bezigheden van de
mens. Dp tentoonstelling nu
opgesteld fot 30 september
1974 in het Dakhuis „De Le
lie' aan ïe Zaanse Schans te
Zaanstad Half augustus zal
tevens een hoek verschijnen
onder de titel „Levenslang rit
ten".
Het aandeel van de orkest
subsidies in de kunstbegroting
van het departement van Cul
tuur, Recreatie en Maatschap
pelijk werk bedraagt al jaren
lang ongeveer een kwart. Dat
is nogal veel, gezien de veel
heid van artistieke activitei
ten die het departement te be
vorderen heeft. Toch wordt er
in de kring der Nederlandse
symphonie-orkesten aandrang
uitgeoefend om tot een aan
zienlijke subsidiëring door het
rijk te komen. Aangevoerd
wordt namelijk dat de ge
meenten veel zwaardere lasten
voor de instandhouding van de
dertien provinciale en stedelij
ke orkesten moeten opbrengen
dan het rijk of de provin
cies.
Het zijn vooral de zoge
noemde standplaatsgemeenten
- - de steden waar de orkesten
officieel zijn gevestigd die
de toenemende Lasten niet
meer kunn enopbrengen.
Daarbij is het opmerkelijk
dat sterke randgemeenten
vaak weigeren mee te betalen
aan het orkest in de stand
plaats gemeente. Amstelveen
draagt niets bij aan het Con
certgebouworkest, Rijsw.ik
niet aan het Residentie-orkest
Schiedam niet aan het Rotter
dams Philharmonisch Orkest,
Bilthoven niet aan het
Utrechts, Velp niet aan net
Gelders enzovoort. Dit on
danks het feit dat de bezoe
kers vaak voor meer dan de
helft juist uit die randgemeen
ten afkomstig zijn.
Gezien de nog steeds toene
mende taken van gemeentebe
sturen ga».n er stemmen op
dat het rijk de salarislasten
der orkesten geheel voor zijn
rekening seemt. Nu betaalt
het rijk de helft van de sala
rissen van de orkestleden en
de gemeenten ook de pro
vincies de andere helft.
Maar in werkelijkheid betalen
de lagere overheden veel
meer: ook de salarissen van
dirigenten, administrateurs en
ander personeel, ook de kosten
van solisten, zalen, publiciteit
en dergelijke. De inkomsten
uit de kaartverkoop vormen
slechts een klein deel van het
budget. In wezen betalen ge
meenten en provincies tewe
keer zoveel als het rijk.
Een overneming van de sa-
larisverp!ichtin.gen dooi' hel
rijk zou, behalve financiële
verlichting voor de gemeente
besturen, ook belangrijke ge
volgen kunnen hebben voor
het artistieke beleid. De ge
meenten zouden dan het mu
ziekaanbod ter plaatse beter
kunnen beïnvloeden omdat zij
dan alleen feitelijke uitvoe-
ringkosten voor haar rekening
nemen. De onbillijke verhou
ding tussen standplaats- en
randgemeenten zou er door
verdwijnen, terwijl de conti
nuïteit van het beroepsmatige
muziekleven en de bestaanze-
kerheid van de orkestmusici
zouden worden gewaarborgd.
Er blijft dan nog maar één
probleem ovér: hoe de publie
ke belangstelling voor het tra
ditionele concertleven zo op te
vijzelen dat de miljoenen die
daarin worden gestoken ook
door een evenredig gehoor
worden gerechtvaardigd.
JOOP BARTMAN.
Knokke, dat zich graag de
kostbaarste parel van de Bel
gische kust noemt, houdt in de
zomer behalve vele mogelijk
heden tot verademing en pure
ontspanning ook altijd enkele
evenementen voor hart, geest
en oog van de badgasten be
reid. Tot die laatste behoren
altijd een groot aantal exposi
ties van beeldehde kunst over
verschillende galeries ver
deeld.
Als ik u voor dit seizoen
naar de drie belangrijkste mag
voorgaan, dan stel ik voor al
vrij vlug nadat we Knokke
zijn binnengereden halt te
houden bij de Galerie EBES
aan de Lippenslaan 103. Ebes
is geen eigenlijke galerie,
maai- de ontvangstruimte van
het elektriciteits- en gasbe
drijf, die elke zomer door de
directie onder de titel „Ebes
en Kunst" tot een (uitsteken
de) expositieruimte wordt om
getoverd. De exposant van dit
jaar is de Vlaamse beeldhou
wer Gerard Holmens, die tot
de besten van zijn stiel be
hoort en reeds lang een hoog
internationaal niveau heeft be
reikt. Van oorsprong Oosten-
denaar, heeft hij zich thans
teruggetrokken in een klein
dorp in West-Vlaanderen en
werkt er onverdroten aan een
zeer persoonlijk, poëtisch oeu
vre. Zoals ook uit deze exposi
tie blijkt, gaat Holmens' voor
keur de laatste jaren vooral
uit naar het marmer dat hij
met een ongelooflijk vakman
schap weet te bewerken en af
te werken. Zijn vormen en
composities zijn abstract, maar
staan in hun grondvormen
dicht bij de natuur. Ze rijn
afgeleid van oervormen, verta
len oerbewegingen in steen
met een grote poëtische
kracht. Daarbij weet hij het
op zichzelf koele marmer dik
wijls een leven en een
warmte te verlenen, die ma
ken dat men zijn werken niet
alleen met de ogen als plasti
sche verschijingen geniet maar
dat men ze ook met de handen
als tastobjecten zou willen
koesteren. Wat een steeds
wakkere en vindingrijke crea
tiviteit vermag als zij gepaard
gaat met een technisch mees
terschap kan men bij Gerard
Holmens ervaren. En dat is in
onze tijd een werkelijk zeld
zame belevenis.
Volgende halteplaats voor
liefhebbers van beeldende
kunst diient het Casino te zijn
dat ons jarenlange traditie ge
trouw ook ditmaal weer ver
rast met een grote overzichts
tentoonstelling. Ditmaal is
deze gewijd aan het Symbolis
me in België.
Het symbolisme, een kind
van het romantisme, openbaart
zich in de schilder- en beeld
houwkunst als een stroming
die achter de waarneembare
werkelijkheid het geheimzin
nige, het mysterie wil sugge
reren. Daarom weinelt het in
deze kunst uiteraard van
droomgestalten, van vrouwen
In sfinxgedaante, van slaap
wandelaars, van skeletten en
maskers, van door vizioenen
bevangen en makabare figu
ren. Zij die daaraan ln België
het aanzien gaven, zijn in rij
ke mate en met een uitsteken
de keuze uit hun oeuvre ver
tegenwoordigd. Daar is de
WaaLs-Belgische schilder An-
toine Wierts (1806-1865) één
van de grootste visionnairs,
die dt Belgische schilderkunst
gekend heeft met een paar
magistraal geschilderde doe
ken als „De mooie Rosine"
(een vrouw via a vis een ske
let) en „De Rozeknop", waar
op een jong meisjes vanachter
een half terzijde geschoven
gordijn een ontluikende roos
aan de beschouwer toont. Na
tuurlijk ontbreekt Felicien
Rops niet met zijn grafiek en
gouaches vol bizarre verbeel
dingen. Xavie Mejlery en zijn
al te naturalistisch op Romein
se en Griekse beelden kunst
geïnspireerde werken hebben
de hedendaagse bezoeker min
der te vertellen, daarentegen
zijn de hier aanwezige teke
ningen op groot formaat van
James Ensor onverminderd
aktueel en aangrijpend. Ook
Fernand Knopf weet ons in
zijn figuren en zijn stadsland
schappen vol grote eenzaam
heid zowel qua visie als tech
niek ten volle te boeien. De
beeldhouwkunst van George
Minne werkt bij het weerzien
van enkele van zijn werken
hier te slap, te weinig, plas
tisch ofschoon men zich voor
een beeld als „De grote Ge
knielde" weer graag gewonnen
geeft. Indrukwekkend de
schilderijen van William De-
gouve de Nuncques, zijn „Jon
gen met Uil. zijn visionaire
bosgezichten. Gustaaf (de
broer van Karei) van de
Woestijne en de hier van hem
getoonde werken onderstrepen
eens te meer dat hij een kun
stenaar is aan wiens oeuvre
men heel goed eens een een-
mansexpositie zou kunnen
wijden. Ook Léon Spilliaert
behoort tot de groten van het
symbolische en daarmee ook
tot de groten van de Belgische
schilderkunst uit de laatste
decennia. Deze expositie, die
een voortreffelijk overzicht
geeft van en inzicht in een
belangrijke stroming van de
Belgische schilderkunst, wordt
begeleid door een voortreffelijk
samengestelde en geïllustreer
de katalogus, die even onmis
baar is bij als na de bezichti
ging.
Galerie Presenoés, EMsa-
bethlaan 1 in Knokke-Zoute
tenslotte laat ons kennis ma
ken me het werk van de te
Brussel woonachtige schilder
Serge Creuz. Hij is een knap
en vurig kolorist, een virtuoos
en zeer sensibel tekenaar en
een portrettist die zijn model-
„Haven" van Serge Creuz.
Vruchtbaarheid en voort
planting, thema's waaraan de
schilderijen en tekeningen van
Melle, die op het moment in
de galerie van Mariëtte Jans-
sen-Van Kemenade in Ooster
hout hangen, vrijwel onver
mijdelijk doen denken.
Uitgezonderd enkele pente
keningen zijn de werken van
Melle opgebouwd uit talloze
fijne plantjes, dieren, vaak
monsterachtige mensen en ge
slachtsdelen. Vooral deze ge
slachtsdelen kunnen in één
werk vele keren terugkomen.
Ze vormen niet altijd een deel
van een menselijke figuur.
Een van de schilderijen van Melle.
maar staan er ook wel los van,
gaan over in andere dingen.
De schilderijen van Melle
die in Oosterhout te zien zijn
vertellen niet alles bij de eer
ste blik die erop wordt gewor
pen. Mariëtte Janssen-Van Ke
menade: „Ik sta er vaak en
lang naar te kijken, maai
steeds ontdek ik weer nieuwe
d'ingen. Moet je het landschap
in dit kleine oog bijvoorbeeld
eens bekijken". Dit oog en dit
landschap zijn evenals vrijwel
alle andere dingen realistisch
geschilderd. Planten en dierer
zijn zeker even mooi als in dc
natuur, maar niet de mensei
die hij uitbeeldt. Ze zijn vol
gens onze normen vaak afzich
telijk decadent. Het is de ma
nier van combineren van a
deze zaken, die de werker,
van Melle vaak een absuro
beeld geven.
De pentekeningen, die in de
galerie in Oosterhout hangen
zijn meestal eenvoudiger van
samenstelling, maar daarom
niet minder indringend. Vooral
een pentekening als „Geboor-
teschreeuw" is erg sterk. Op
vallend is de pentekening, die
op het eerste gezicht een kop
van een beest is, maar bij
nader inzien een zelfportret
van Melle blijkt te zijn.
Het zijn niet veel werken,
die Mariëtte Janssen-Van Ke
menade van Melle kon ophan
gen- Dit neemt echter niet
weg, dat het toch de moeite
waard is een bezoekje te
brengen aan de pastorie bij de
H. Hartkerk in Oosterhout
waar ze hangen. Per slot van
rekening krijgt men niet gauw
de kans werken van de in
1908 in Amsterdam geboren
-riant te zien. Slechts enkele
nuseums slaagden erin werk
/p
/an hem in huis te krijgen. De
schilderijen en tekeningen, die
m Oosterhout te zien zijn ko
men uit de collectie van Van
Bommel Van Dam uit Venlo.
Belangstellenden kunnen ze
nog tijdens de middagen van
14.00 tot 18.00 uur tot 20 juli
zien. Een bezoekje aan de rest
van de pastorie waar het eigen
werk van Mariëtte Janssen-
Van Kemenade en het vele
werk, dat ze aankocht hangt,
Is beslist ook aan te raden.
RIEJA VAN AART
Zet twee neerlandici naast
elkaar en, pratend over hun
vak, vlieg ende waardeoorde
len over en weer. Hoe vaak
heb ik mezelf ai niet horen
beweren dat het werk van
Schierbeek, Bernlef, en waar
om ook niet, Anna Blaman
direct met de vuilnisman moet
worden meegegeven? Oncon
troleerbare uitspraken waar
niemand iets aan heeft. Het is
niet voor niets dat Ton An-
beek in zijn artikel „de litera
tuurwetenschap en de lezers"
(De Gids, 3-1974) dit aan de
orde stelt. Hierin pleit Anbeek
voor een empirisch gerichte li
teratuurwetenschap, d.w.z.
„Een wetenschap die nagaat
wat voor fictie van hoog tot
laag gelezen wordt en wat de
mensen daarin zoeken".
M-a.w.: waarom leest de een
->
len meer dan alleen uiterlijke
gelijkenis weet te ontlokken.
Een echte schilder die van
heldere kleuren houdt, van de
kantige vormen in het Breton
se landschap waarin hij elk
jaar een tijdlang verblijft. Nu
eens werkt hij met het pen
seel dat weer met het palet
mes, hier met tekenstift en
O.I. inkt, daar met aquarel en
gouache. In al die gevallen
echter doet hij niets anders
dan zijn liefde belijden voor
het leven en de natuur. Zijn
werk is charmant, blij, maar
ook doortrokken van een
vleug ernst en melancholie.
Kortom: het spreekt aan op
een wijze waarop ieder zich
door zijn scheppende mede
mens graag laat aanspreken en
daarom beveel ilk u een be
zoek ook aan deze expositie
van harte aan.
WILLEM ENZINCK
literatuur met een gTote L en
het overgrote deel van Neder
land de kasteelromans van
Ivanov. Want wat gebeurt er?
Op grond van bepaalde criteri-
a, zo beweert Anbeek, schui
ven lezers of groepen bepaalde
soorten fictieve teksten naar
voren. En dan komt er een
conflict met het huidige nor
menstelsel. Als voorbeeld
noemt hij de leraar moderne
talen in het middelbaar onder
wijs. „Die leraar heeft zich op
universiteit met Literatuur en
literatuurbenadering bezigge
houden, en dus brengt hij op
school mee: een canon van
waardevol geachte fictietek
sten (de Literatuur) plus een
manier van lezen en bestude
ren die daarbij past". Een stu
dent letteren maakt rich jan,
druk over de structuureiget,
schappen van een ronu,
schrijft moeilijke scriptjf,
daarover en praat later in
klas tegenover dovemansoren
Met een zekere melancholie
blader ik wel eens in mijn ot.
de aantekenschriften Nedet.
lands, pagina's vol met namen
jaartallen en titels, die het |e.
ven er niet vrolijker op hebbèj
gemaakt. Een scholier ïe^
wel, maar niet Polet, Raes
Mischa de Vreede. Anbeek 1»
weert terecht dat een enij;.
risch gerichte literatuurweten,
schap zijn diensteu bewein
heeft. „Wij moeten eerst we"
ten: welke vooroordelen hei,
ben de scholieren, welke eisn
stellen zij aan de boeken 4,
ze willen lezen. Pas als we dj
eisen kennen, is het mogelij
daar op in te spelen". Anbeti
noemt het vooroordeel dat jj
de mond van elke scholier val
te beluisteren, namelijk dat li.
teratuur meestal knap vervo
lend Is. Het huidige literati®,
onderwijs bevestigt dit allen
maar. Hij hamert expres op
schoolsituatie door omdat
weet hoeveel emotionele weet.
stand er tegen dit soort vo«
de hand liggende opmerkin
is. Het gevaar bestaat toch
als deze situatie niet
wordt doordacht de leerlingn
op de middelbare scholen et
literatuur wordt opgedron-
die alleen op de university
wordt gelezen. „Kennis
andere teksttypen en tekst
naderingen is noodzakelijk
aan een isolement te ontb
men".
Dat een aantal scholieren
de middelbare school
boek meer aankijkt, is «1
niet verheugende constaterini
Helaas maar al te waar.
JOHAN DIEPSTRATB
Waar je als poëzielezer al
niet van op de hoogte moet zijn.
Neem voor de aardigheid de
gedichtenbundel van Jan Kal:
Fietsen op de Mont Ventoux
(Peter Loeb. 8,50) waarin de
regel: „dichten is fietsen op de
Mont Ventoux" voorkomt. Weet
je dat de Mont Ventoux een
lastige eerste categorie klim
voor de Tour de France-ren-
ners is (waar Tommy Simpson
is overleden), dan is duidelijk
wat het dichten voor Jan Kal
betekent: in je eentje zweten
in de schroeiende hitte en
flink afzien. In deze weken
kan de vergelijking niet pas
sender zijn.
De gedichten bundel bevat
76 sonnetten, geschreven in de
periode 21 september 1968 tot
17 januari 1974. Enkele ervan
zijn gepubliceerd in Propria
Cures en Maatstaf. De plaat
sen waar Jan Kal zijn verzen
voornamelijk schreef zijn Ben-
nebroek en Amsterdam. De
onderwerpen zijn, dunkt me,
afhankelijk van de omgeving
waar Kal verblijft. In Benne-
broek schrijft hij over de na
tuur. een jonge spreeuw die
sterft, over kikkervisjes, de
NZH lijn 50 en zijn jeugdlief
de Marina. De Amsterdamse
gedichten zijn nauw verwant
met die stad: Ajax, café Reyn-
ders, Ard Schenk, de Univer
siteit, de Jordiaan en er is één
sonnet dat, het kan niet mis
sen, Amsterdam is getiteld.
De gedichten van Kal blij
ven boeien. Op een Henk
Spaan-achtige mander meet hij
het kroegleven uit, het sport
gebeuren gaat 5 la Nico
Scheepmaker met de nodige
humor: Ard Schenk wordt de
mannelijke Fanny Biankers-
Koen. Het dichten gaat Kal
niet altijd even gemakkelijk
af, zoals uit de volgende re
gels blijkt:
in die twee weken heb ik
veel gedaan
al kreeg ik slechts drie re
gels op papier
maar wel dronk ik bij Roole
Nelis bier
om niet op alle fronten
droog te staan.
Volgens de Bredase dichter
Vic van der Reijt is Kal een
rijmelaar van de eerste orde,
waarbij zelfs Willy Alfredo
maar een schooljongen is. Ver
gelijk daarvoor eens het laat
ste rijmwoord in de eerste
strofe van het sonnet Ajax -
F.C. Nuernberg:
de televisie in het buurtca
fé
moest aan. en richtte het
geroezemoes.
op het biljart ging de be
scherm Rtgshoes,
waarop de glazen kwamen,
he hatsjee.
De lezer zou nu de indruk
kunnen krijgen diat de gedich
ten van Jan Kal bestaan
wat pl-att goedkope lol
versvorm, waar talloze stude
tenblaad'jes in uitblinken. Hd
tegendeel Is echter het gevi
vooral zijn Bennebroekse pet
ode levert ontroerende poëi
op. Daarmee is niets te vei
gezegd.
Het jammere van bundek
van kleine uitgeverijen wik
Peter Loeb, maar vooral
C.O. Aarts is, dat zij bij
boekhandel in het Zuiden n«u-
welijks aan bod komen. A*
(Leidsegracht 92) geeft ee
prachtig fonds uit zonder winst
oogmerk uit pure liefhebl»
rij. Een kleine uitgever- ka
nu eenmaal niet alle bockha»
delaren afrijden om zijn fond
te presenteren. Als hiervM
wat begrip komt en de boei:
verkoper gewoon bij het Ce»
traal Boekhuis bestelt, is e
niets meer a>an de hand. R
recensent ais bemiddelaar
want dat hoort er toch
bij.
JOHAN DIEPSTRATEN
Een leven zonder dwingend
regelmaat van arbeid en mil
het karakter van een vrij 0
fantasierijk spel is de basis
waarop Constant (Nieuwen*
huis) zijn project New Babj-
Ion heeft ontworpen. De kW
stenaar drukt er zijn gedatl-
ten mee uit over een gebed
nieuwe stedelijke vormgevig;
zoals die in een toekomstig
geheel geïndustrialiseerde, w
reld zou kunnen zijn. Het vn
ject is als expositie opgesteld
in het Haags gemeentemuseu»
en zal er te zien blijven tot!
september.
Constant stelt zich voor,
is de toekomst alle niet-cret'
tieve werkzaamheden geautt-
matiseerd zullen zijn. Daal'
door is de mens vrij en daar
door kan hij zijn ongebruikt'
en onderdrukte schepping
kracht ontdekken.
In het Haags gemeentemu
seum worden alle maquettf
en kaarten, die op New Baby
lon betrekking hebben. S('
toond, alsmede vele schilderij
en en tekeningen. Van de dy
namische leefwijze, zoals Con
stant die ziet, kan het publiek
op de tentoonstelling iets er
varen in een speciaal voor d»
ze gelegenheid gemaakt deu
renlabyrint. Daarin kunnen -
bezoekers een spelactiviteit
ontwikkelen.
Op de expositie worden be-
zoekers uitvoerig geïnfot'
meerd door tekstborden, fn'°;
en een licbtbeeldenserie
der wordt de tentoonstel!
begeleid met een boek. Daar:'-
zijn voor het eerst zowel
belangrijkste voorwerpen a;
de belangrijkste teksten ovt-
New Babyion als een sam®'
hangend geheel gepiw'
ceerd.
EINDREDACTIE
RIEJA VAN AART