JE)J1 PS Het is me niet gelukt 't Rijks- museum te beroven La Gramadora Bizar pretpark aan de rand van de „Pineta di Ravenna" ir n 9 DUDQDÖ >P Onbetaalbare kunst beter bewaakt dan de schatten van Ali Baba Zaterdagbijlage van 29 juni 1974 ssingen ssingen Fietsdingen Orgels Verhalen 16 I binnen do Hoechst-groepi, hoofdkantoor tin Amsterdam, l Weert, fenvoorwas- oliën. zoeken samen nu en morgen, oen gulden vrij. een kantoor- elijk een administratieve |en goede ook niet tar aanpakkers oma op basis ng plus een bedrijfs- 't is zéér de in. En u kunt op iris: maand salaris, jeling, ng en vrij g binnen de Hoechst-groep hoofdkantoor st in Amsterdam, n Weert, jffenvoorwas- folién. zoeken samen n nu en morgen. Ijoen gulden van de afdeling ihnische Inkoop a Technische ieuwbouw als met onze lést worden met a Inkoop, medewerker», n aan het zoals in de regio; inkoop- jelingen e.d. iding hebben op en ervaring ier. Daarnaast is s en Duits jaar. de ledrijfs- in het in de rage- d? e heer oneel- ndhoven -afspraken ■eaktie |k heb geprobeerd het Rijksmuseum te beroeven. Ik liep door de zaleu, keek achter schilderijen naar alarmapparaatjes, loerde naar verborgen tv-ogen, laserstralen, foto-elektrische cellen en microfoontjes. Ik keek naar de zaalwachten die met geloken ogen in zichzelf leken te staren, maar toen ik met een vinger naar een dikke klodder verf ging van een oude meester, draaide een koel hoofd met giereoog naar me toe en de boodschap was duidelijk. Ik keek naar het plafond, achter deuren, ik tikte op airconditio ninghuizen om te zoeken naar een vluchtweg, ik daalde de kelders af en liep naar huiten om het dak te bestuderen. Ik overwoog een graai naar een klein maar kostbaar schilderij en een wilde vlucht naar buiten. Ik mat in stilte de plek van de nek van een zaalwachter waar ik het best een karateslag kon plaatsen. Ik droom de even van een overval met nylonkousen op, een mitrailleur in de armen en een draaiende Citroën voor de deur.... Ik peinsde over een gijze ling; ik wilde kruipen in een harnas; ik wilde een jaar werken om de zaak te ver kennen voor de grote slag en even speelde ik met de gedachte aan een tunnel vanuit een naburig huis, el ke nacht een meter dichter bij de buit. Een buit zo groot als geen mensenbrein kon bevatten. Een buit groter dan de begroting van een land. Een buit onbetaalbaar in geld en onbetaalbaar in welke waarde ook. Maar toen ik weer udt het Rijksmuseum stapte, lagen ze er nog allemaal, veiliger dan de schatten van Ali Baba: 5000 schilderijen, 30.000 beeld- bouw- en kunstnijverheidswer- ken, 30.000 historische voor werpen, 800.000 prenten, 30.000 tekeningen, 45.000 boe ken, 1200 Aziatische voorwer pen en die 20.000 unieke vei lingcatalogi uit de achttiende eeuw. ..De laatste succesvolle In braak is twaalf jaar geleien geweest. Vorig jaar hadden we 0 „La Gramadora", groot en eigenlijk erg lelijk. Duizenden zullen in deze vakantiemaanden weer het Rijksmuseum bezoe ken. Ze betreden een zwaar bewaakte veste een diefstalletje dat binnen 24 uur was opgelost. En in de negentig jaar dat we bestaan is er zelden of nooit iets ge stolen." Dit zegt G.H. Sohröder, inten dant van het Rijksmuseum, net terug van een congres in Denemarken over museumbe- veiligiing, schrijver van een werkje over dit thema en uit probeerder van allerlei listige apparaten die hem regelmatig door firma's worden toegezon den. De inbreker die zijn slag wil slaan in het Rijksmuseum, wacht een onmenselijke taak. De kunstschatten worden be veiligd clioor de oeroude mid delen van dikke stalen deuren met hekken, met elektronische mirakels uit de volgende teuw, met tandenblikkerende honden en vooral door een pe loton van nachtwakers. Het Rijksmuseum is een der rijkste musea udt de wereld. Zijn absolute topper, de Nachtwacht, is net zo duur als de Mona Lisa, dat wil zeggen niet te koop. nog niet voor alle miljarden van Getty, Hughes, Rockefeller en Onassis bij elk aar. Minder onbereikbaar is „Titus" van de grote meesteT, als we er van uitgaan dat een kleine Rembrandt, een poos geleden verkocht, achttien miljoen opbracht. Dit ontzaglijke kapitaal wordt door vier gevaren bedreigd: de tand des tijds, menselijke a- gressie, brand en overstro ming. en de pulkende vingers van het publiek. Het eerste en derde gevaar wordt bestreden door een stelsel van vocht- en warmteregelaars en brandmel ders en -bestrijders. Het pu bliek moet door de zaalwach ten in toorn gehouden worden. En het tweede gevaar is het thema van deze reportage. Schroder gaat me voor. Hij licht een puntje van de sluier op, want zijn grootste troeven wil hij natuurlijk niet uit hand geven. Kleine schilderij en zitten muurvast, en de gro te zijn vaak extra beschermd met een alarm dat gaat janken als iemand aan het werk komt. Verder is er het televi- sie-oog en -oor van Grote Broer Televisie. Er zijn alarm gevers die reageren op trillin gen, op warmte en er zijn aftasters die in werking tre den als de camera iets bewe- gends opvangt. Zelfs een Aage M. gesecon deerd door even bekwame col lega's, staat voor een onneem bare berg. De zaalwachten die 's nachts rondlopen, moeten zich om de vijf minuten tele- fonisch met een codenummer melden. Hét hééft dus geen im om in de traditie van de gangsterfilm, zo'n man een slag in de nek te geven en zijn uniform aan te trekken. Vraag: O.K. meneer Schroder, die technische beveiliging zie Ik nu wel. Maar wat doet u tegen een overval, of een gij zeling? Schroder: .,De overvallers hebben geen snelle vluchtmo- gelijkheid. En je kunt in dit gepouw nooit verhinderen, dat er ergens in een nis of zo een schutter gaat staan die ze een kogel door het lijf jaagt. In tegenstelling tot een bankge bouw is het in het Rijksmu seum altijd mogelijk een over valler ongezien te benaderen en uit te schakelen. Binnen drie minuten na alarm is het hele museum afgesloten in sa menwerking van de politie en de brandweer. Ik laat overi gens in het midden of wij zelf wapens hebben. Elke avond wordt het museum uitgekamd <.p mensen die zich ingesloten hebben. En dan lopen er twee verscheurende honden rond. van een booby-trap voorzien Er zijn kunstvoorwerpen die zijn. Ze laten bijvoorbeeld een verdovend gas los. Ik heb eens gehoord van een Russisch mu seum \yaar een hele mitrail leur uit een schilderij rolt. We maken ook gebruik van infra rood De Rijksgebouwendienst komt met steeds nieuwe appa raatjes aanzetten. Het kan best zijn dat de beveiliging morgen anders is dan nu. Want sleur fs de grootste vijand voor een bewaking. We testen de wach ten dan ook regelmatig. Er zijn wel duizenden systemen. Vooral de Japanners maken de laatste tijd van die slimme dingetjes." We staan in een gang waar een forse airconditioningsbuis doorheen loopt. Een wilde- herinnering uit thrillerboekjes komt op. Wat gebeurt er als ik door deze buizen naar de kunstschatten kruip en er door verdwijn? Schroder lacht zelf genoegzaam. „Ach, wist u dat u op dit moment al afgeluis terd wordt? En we kunnen de buizen met automatische schotten afsluiten zodat u als een rat in de val zit." Vraag: Wat doet u tegen be dreigingen in de trant van een belofte een kunstwerk te ver nietigen, als bijvoorbeeld Ne. deriand zijn houding jegens de falcsti.jnen niet verandert? Schroder: „Als een krankzin nige iets wil doen, wat god dank weinig of nooit voor komt. zoals in een donker hoekje gaan krassen in een schilderij, dan kunnen we dat niet helemaal verhinderen. Maar als een schilderij be dreigd wordt zoals u stelt, ja, dan kunnen we het achter glas zetten, of voorlopig opbergen." Vraag: Of een kopie neerhan gen? Schroder: „Wij hangen geen kepie neer." JAN KOESEN i Een van de Nederlandse draaiorgels in de verzameling van Marino Marini. Aan de rand van eeuwig- groene pijnboomwouden, die de oude -loofdstad van het Ro meinse Rijk. Ravenna, schei den van de Adriatische Zee, ligt verstopt tussen de zout- pannen van Cervia en de geel groene wijngaarden van Ko- magna, een klein dorpje: Savi- o. Tien ki'ometer vanaf Ra venna naar bei zuiden over de Via Adriatica, langs de Costa Verde dell' Adriatico. ziet men aan de rechterkant een oude hoeve, groot en eigenlijk erS lelijk met daarop de naam: „La Gramadora". In net .vader van een Euro pese persweek, georganiseerd door de VVV van de provincie Ravenna, hebber, we een be zoek gebracht aan La Grama dora. Het is een heel bijzonde re ervaring geworden, waajj' van hierna een indruk wordt gegeven. La Gramadora ia de naam. die in het oude Rnmag- na werd aegever, aan de vrou wen, die de „piada" bakten, het traditionele grood in deze streek van Italië. Nu is het de naam van een bizar pretpark, dat begonnen is als een lief hebberij van een groot-indus trieel uit Alfonsine, Marino Marini volgens een trotse secretaresse heeft hij machi nes geleverd voor de Delta werken - en dat is uitge groeid tot een in Italië zeer bekend oord van plezier. Het is een wat warrige com binatie geworden van restau rant en wal voor een, de lasagna en de canalone daar zi,n le beste, aie we ooit in Italië hebben gegeten boe museum en „pedaleurs laatste woord verdient nadere uitleg. Alles wat met fietsen te maken heeft claimen Nederlandre» graag voor zich zelf. Op de een of andere ma nier gaan we er een beetje prat op, dat wii het meest fietsende volkje ter wereld tiek. tuin Dat vormen. Op de nuttigheid in gesteld als we zijn, beschou wen we de fiets als een han dig transportmiddel en daarop is bouw en gebruik dan ook afgestemd. Tegelijkertijd laten we een heieboe, andere moge lijkheden liggen. Je zult wel een zuidelijke fantasie en le vensblijheid nodig hebben om die andere mogelijkheden te zien en te gebruiken. In La Gramadora Kun Je zien hoe het ook kan. Uitgaan de van het idee, dat je met pedalen en fietskettingen alles kunt voortbewegen zijn de constructeurs van Marino Ma rini aan de slag gegaan. Ze maakten tientallen ,.£iets-din- gen": pedaal-sulky's, een fiets- bar (ja echt, twee barkrukken en een tafeltje op wielen), een cyolo-tuinameublement, rollen de slakken en kikkers en r>a arden, een driewielsohom- melstoel, zweefboten, fietska- jaks en als klapstukken, een aantal ja, hoe moet je die nu noemen tram-rijwielen of fietskoetsen, waarop tien of twintig fietsers een zadel en trappers vinden en die voor zien van een voor- en achter - uitversnelling in gezapige vaart over het brede asfalt- circuit glijden Dit alles is dan nog aange vuld met ander rollend mate rieel, zoals daar zijn calèches en janplezieren, t zit-jets voor kaarters en drinkers voorzien van elektro-tractie en „gewone" fietsen met wielen als flinke rijksdaalders en stu ren als rendier -geweien. Het is bij elkaar een ongelo felijk speels ratjetoe, waarbij onze home trainers en trapau to's bijna saai lijken. Dit ia overigens lang niet alles wat La Gramadora heeft te bieden. Immers, er is ook gehuisvest aan de voet van een heuvei, die is bekroond met een atjt voor vijftig per sonen in de vorm van een euzen-kinderwagen-boot-met schoorsteen (echt waar. daar lijkt het op) het „Museo di Strumenti Musicali Meecani- oa". Zoals de lezer met een talenknobbel al had begrepen: het museum van mechanische muziekinstrumenten. Ook al weer een resultaat van de bre de belangstelling van de heer Marini. die veertig jaar lang de halve wereld heeft afge stroopt op zoek naar bijzonde re. unieke draaiorgels, piano la's, organctto's. pneumatische harmoniums, muziekkasten. speeldozen en wat dies meer zij. Drie verdiepingen vol met concertvleugels, piano's met ingebouwde violen, blazersen sembles met trommen en cas tagnetten, jazzpiano's met trekharmom ka, zingende apen en fluitende nachtegalen, als een duim zo klein in prachtige kooien, maken muziek en be wegen (sums onnatuurlijk echt) met behulp van papier- rollen, schijven, boeken, cilin ders. dat het een lust is. De oezoeker komt er niet alleen onder de indruk van het ongekend technisch ver nuft, dat al eeuwen geleden werd ontwikkeld om mechani sche muziek te maken. Men kan daar geen bewondering genoeg voor hebben. Orgels waren er al in het oude Grie kenland en Egypte; het oudste orgel, dat niet met handkracht maar met behulp van een ci linder muziek voortbracht, stamt uit 1502 en staat in Salzburg. Athanasius Kircher ontwierp in 1660 een orgel, waarvan de cilinder met wa terkracht via een scheprad werd voortbewogen en dat niet alleen muziek maakte, maar ook vogels liet zingen en bewegen. En niet veel later ontwierp Vaucanson een me chanische fluitspeler, die niet alleen floot, maar ook de vin gers correct bewoog; een re constructie ervan staat in Neu- chateL Dat technisch vernuft vin den we ook terug in de draai orgels, die we ir Nederland zo goed Kennen. Een paar Neder landse (Belgische) orgels be vinden zich ook in de verza meling van Marino Marini. waaronder het fameuze Decap- orgel „De Kameel". Maar wat ons eigenlijk nog meer aansprak dan die wonde ren van techniek en inventivi teit was de geschiedenis van veel van die instrumenten. De buikorgeltjes, de pianola's waren in het nog niet zo grij ze verleden allerminst mu seumstukken. De muziekma- kers trokken ei op handkarren mee van dorp naar dorp, van kermis naar kermis en bezorg den er de boeren en arbeiders een paar uur vrolijkheid meei de armeluisorkesten in mini formaat in dat museum in Sa- vio vertellen allemaal hun ei gen verhaal. Wit het verhaal van ie speelman Vitalis in „Alleen op de wereld" heeft gelezen, voelt mee welk ver haal. Een bezoek aan La Grama dora is een bijzondere erva ring. Het zou te gek zijn daar voor alleen naar Italië te gaan. Maar wie toch plannen had voor de komende vakantie periode er wie de Adriatische kust tussen Venetië en Rimini heeft gekozen, moet er toch maar eens een dagje naar to« gaan. HANS LUT~

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1974 | | pagina 13