iit. »r. ENS ikhouding Bouvigne Beelden Buiten Museum religieuze kunst in Uden Reve: onlieve leven lief verklaren KUNST EN (IN) KRANT WERELD VOL MUZIEK echt een lame lecht iKX ZN. B.V. fe- fe fe VAN CRM NAAR WATERSCHAP: POTJES VERWISSELEN ('i! ijdschrift xpositie orm oek ota bene laat Zaterdag 8 juni 1974 ^^p|. êw&3*%m i en, wat u wilt, lie bon invullen nijgt u per d. Maar u kunt ;aat altijd 16, toestel 335. Ik wil graag eens praten, d mij even uw solüötatieformulier. :onder postzegel opsturen aan! 7., Afd. Personeelzaken, x 203 Rozenburg. ijken naar onze vroom. 350 keukenelementen hardhouten deuren Is. keuken kunnen wij voor leden, zoals loodgieters-, en. TEL 01650 3 39 60. onmiddellijk aan "rechts' ijfertjes leven. en hebben die eigenlijk voor iderwets genoeg is om hard d salaris. Dat bedoelen wij- i Bauknecht Nederland BN- in "Vijf Eiken Oost" Ooster- /stermans. wouwen wensen WERKTEATER geeft in tent 72 voorstellingen in 24 jjgen. Start op 11, 12 en 13 juli op Damplein in Middel- i,urg- Verder o.a. in Rotterdam tp Schouwburgplein op 15, 16 w 17 augustus en in Turnhout j.; De Warande op 22, 23 en jj augustus. Iedere dag om 10.30 uur: Kindercireus Boem, 0 14.30 uur: Brillen en Beu- en om 20.30 uur: Het '«haal van Nioo. I MARIUS Quee exposeert ejfiek, vouwbladen en andere Lpieren bedenksels in galerie jjslcuul, Herengracht 6, Dtim- (ueien. Vanaf vrijdagavond tot eidag 18.00 uiur, gedurende j, periode 8-30 juni- CONCERTBEZOEK stijgt. Seizoen '72-'73 had een zaalbe- «tt:ng van 73 (seizoen ervóór 72%). Volgens CBS Ktamen in dat seizoen 1.146,162 bezoekers naar 1366 tincerten va,n Nederlandse jmfonieorkesten. I ZINGENDE Kathedraal, isitoonstelling in Noordbra- bants museum in Den Bosch, g 1 september. Documentatie, (iïderijen, tekeningen, beel- ien. kerkelijk vaatwerk e.d., üe een beeld geven van de jschiedenis van de St.-Jan. I NOSTALGISCH Festival, georganiseerd, door de To- ulschuur in het station van Haarlem, vain 25 t./m. 29 juni. la de wachtkamer thee, kof- te en dinerconcerten. Boy Ed- speelt, Laterna Magica ïsmt met toverlantaarn, Dat I pelt 19e-eeuws programma, I vjsies, Resistentie Orkest etc. |st, Alles is gratis toegankelijk, MEESTER van Elsloo, I beeldsnijder- uit 16e eeuw, I wordt herdacht met overziohts. I Btonstelling (ongev. 45 I beelden) in nieuwe gemeente - Iiantoor van Horst (Lab); van 11-14 juli dagelijks van 10.00- I li,00 uur- II N1EL Steenbergen en Ma- I rit en Theo l'Herminez expo- I «ren bij produktiecentruim IIFF op industrieterrein- Noord, I Tilburg. Van 10 juni tot 9 juli. lie zien van maandag tot en I set vrijdag van 15.00 - 17.00 Ik GER Langeweg, schilderij- la, tekeningen, Jan Arons, I idiilderijen en Jan-Karei van I Slekelenburg, keramische ob- I jetten m galerij De Ark te Boxtel. Tot en met 2 juli, tot en met zondags Ivan 13.30-17.30 uur. II PETER John Voormeij, or- Paintings, bij BKS, te- |(eaover station te Tilburg. Illaan kijken dinsdag t.m. za- 9.00-12-30 uur en 14.00- 111.00 urn- en 's zondags van 114.00-17.00 uur. JI HANDSCHRIFT, tekenle er. aquarellen, van 10-30 I juni in gemeentehuis Oudea- I Bosch. MIROSLAV Holub, Tsje- I Goslowaaks dichter, neemt eik deel aan 5e Poetry Inter- I rational van 17-22 juni in Rot- Jterdam. Er doen 36 dichters nee, o.a. de Rus Brodsky, I Boemeen Soerescu, Surinaam I Cario en Breytenbacht uit I Ziid-Afrika. li SA.dENSPEL-4: „Ej'lt I tórijverschap loochent zich Iwt en wordt niet kapot ge laakt door zich beschikbaar I ie stellen in een groepspvo- |w", zegt Ben Bos in zijn I wjdrage, dat dit nummer over I «rlandse Toneelschr'jf- 1 must opent. Loek Zonneveld I 'Proloog) geeft vervolgens 12 I tellingen over het collectief [taken van politiek vormings- I theater en zegt o.a.: „Vervan- fiag van het rigide artistiek ti consumptief specialisme 'ffl de traditionele speler, wot een acteur die thuis is in ®t historische materialisme, politieke economie en de Male geschiedenis en die een ™a van middelen bezit om van die kennis en I HM gebruikmaking van het *del theater, de politiseren- Maatschappelijke discussie I J® inherent onderdeel te ma- va? 'ie^ antikapitalistisch «sater". Manuel van Logvm -Eeigen is bekender dan neemd": „Het subsidiestelsel 5?r gezelschap moet worden ■Wchaft; het moet verleend ™den aan produktie-eenhe- S Verder schrijft Wout Pies over het Nederlandse J"4rama, Jan Paul Bresser: rlandse toneelliteratuur aar eventjes vergeten en Ro- foin on Alphenaar: Het Ned. xAijjiiena. ®sel, honderd jaar misère. fef- 2ö' SEPTENTRION-X: De ÏEfDE JAARGANG VAN ten JIJ»SCHRIFT (uitgege- -■ 5 a's Ons Erfdeel) wil de r anhse cultuur zoals die in Nederland en Vlaan- In I1c?er bekendheid geven i> xranssprekende gebied. I nu a' met c'e èxSabele oplage van 9000 Vjt Paren- Dit nummer be- T»„ de volgende in het j gestelde bijdragen: J. PeEtiÜl °ver Nedex'and5® ^rar!f'T H,ans Reci*k€r over hielen rt>orch' J- E- van der tr u ?yer de oude stadscen- Hoof "euerland, Gaiido van ïj. ver de schilder Maurits I OV» „aene 6n Jan v. d. Vegt Ze Ee'eUWe Nederlandse poé- a!W nummer, dat er niet "ok 'stekend uitziet, maar ktorm-,. at is veel culturele (Sent vtte dragen Dorp) rlts'r- 1, Raamadonk- Het bronzen beeld De Vliegende Hollander van Arthur Spronleen in de tuin van Bouvigne. Bouvigne is (was) een be grip in Brabant en ver daar buiten. Het heeft tot voor en kele jaren een gemeenschaps- funeUe gehad. Dat daar met name om financiële redenen ten onrechte een eind aan gemaakt is, hoeft nu geen be toog meer. De verantwoorde lijkheid is nu van het ministe rie van CRM overgeheveld naar het waterschap West- Brabant. Dat schap blijkt nu wel in staat met enkele mil joenen (tenslotte hebben we allemaal onze extra aanslag op de milieuverontreiniging aan het waterschap betaald) er een representatief lustoord van te maken. De gemeente Breda heeft daar op een gelukkige wijze Op ingehaakt. In de grondig herstelde fraaie tuinen rond het kasteel aan de rand van het Mastbos is in overleg met het Waterschap en een pro jectgroep van CRM een expo sitie Bouvigne Beelden Bulten georganiseerd. Beelden van Piet Killaars, Pieter Korte- kaas. Frank Letterie, Niels Lous en Arthur Spronken staan tot en met 8 september opgesteld in een erg mooie entourage. Iedereen kan ko men kijken. Dat dit, als ik het goed heb, belastingtechnisch voor het Waterschap aftrek baar is, zal geen reden zijn om te komen. U moet dit gewoon doen, omdat u dan mogelijk met een vleugje nostalgie loopt in een mooi park temid den van een aantal sprekende sculpturen. De bedoeling am dit park, via een beeldententoonstelling, tijdelijk weer een gemeen- sohapëfunctie te geven lijkt een haalbare zaak- De voorbe reidingen daartoe zijn dit jaar nog wat provisorisch geweest. Dat is enigszins af te lezen uit de wat willekeurig samenge stelde expositie. Maar de op stelling ervan ln de diverse tuinen is van dien aard, dat een wat meer geordende orga nisatie in het beleid vooraf, Bouvigne tot een aantrekke lijk jaarlijks gebeuren kan maken. Weliswaar heeft Breda ook nog een centraal gelegen park (Valkenberg) wat zich daartoe nog beter zou lenen, maar er is geen verzekering die nog aan een openbaar park wil; Bouvigne is een afgeslo ten park, nodig in een tijd van vernielingen. Er zijn drie tuinen: een Duitse, Franse en Engelse. Ie dere tuin heeft zijn eigen ac cent gekregen. Bij de entrée liggen in de vijver rond het kasteel (waarin het fraaie groen door milieu-baggeren is verdwenen) twee l-euke witte polyester vissen van Pieter Kortekaas als drijvende terh- niekjes tegen het oudie kasteel In de Franse tuin staat een krachtig fallisch teken (De Leest) in wit polyester van Kortekaas centraal, met daar om heen andere witte polyes ters: van de Bredanaar Niels Lous een fijnzinnige Kie-m, waarin hij met een organische vorm openheid en geslotenheid speelt, hetgeen in zijn drie ontstaansfragmentbollen ook het geval is op een wat meer geremde -en technisch gedichte wijze. Met een „trillend" ac cent (Beweging in de ruimte) stelt Piet Killaars daarbij zijn aanwezigheid. In de Franse tuin staan van hem twee klei nere plastieken, waarvan de bronzen Gesloten vrucht in al zijn kleinheid een massa-mou- mentaliteit verraadt, waar naast de grillige Vertikale Va riaties een grillige variant is vanuit dezelfde gedachte, waaruit zijn Beweging ir de ruimte ontstond. Met de Val lende Ruiter is Frank Letterie niet representatief aanwezig. Bovendien biedt de Duit-se tuin, die helemaal in beslag genomen wordt door een aan tal grote beelden van Arthur Spronken zoveel romantische paarden-genoegens, dat dit thema sterkere varianten krijgt. Deze langgerekte tuin met de „dwarsliggers" van Spronken is het hoogtepunt van deze tentoonstelling; een echte Sproniken-tuin met stei gerende torso's in barok ge weld. Zijn „Vliegende Hollan der" zou door de gemeente of de Nederlandse Spoorwegen aangekocht kunnen worden voor een plaats bij het nieuwe station in Breda. Wanneer dit Bouvigne Bin nen de Perken in de toekomst nog wat meer uitgelijnd wordt lijkt dit experiment in de ko mende jaren voor uitbouw vatbaar- Het is een park dat niet van een Middelheim-ach- tige ontvang is, zodat je na een bezoek doodvermoeid bent. De perspectieven, die deze expositie biedt, bewijzen dat Bouvigne niet helemaal in het water behoeft te vallen. Ga er maar eens kijken. En trée f 1,-; kinderen en allerlei paspoorthouders f 0,50. n.E. De tentoonstelling Beelden uit Brabant ln 1971 in het Noordbrabants museum te Den Bosch is de eerste aanleiding geweest tot het tot stand ko men van het nieuwe Museum voor Religieuze Kunst, dat de vorige maand in Uden werd geopend. Burgemeester drs. G. Schampers van Uden leidt me met gerechtvaardigde trots rond door de voorbeeldig inge richte zalen van dit museum in een deel van de historische Birgitinessenabdij Maria Refu- - gie in Uden. Centraal in dit museum, dat binnen een maand al door méér dan dui zend bezoekers werd ontdekt, staat de figuur van de Meester van Koudewater, waarmee dit klooster historische banden heeft. Het was met name de ge noemde Bossche tentoonstel ling, die J. Leeuwenberg ertoe bracht een duidelijke recon structie van deze meester van heiligenbeelden uit de laat gothiek te maken. „Onmiddel lijk ontstond toen het plan bij ons", aldus burgemeester Schampers, „om hetgeen op die expositie getoond werd een blijvend karakter te ge ven". Hij vond dan ook de Nijmegenaar G. Lemmens, die met G. de Werd de inrichters van Beelden uit Brabant was, conservator te worden van het nieuwe Udense museum. Het museum berust op drie componenten: de verzameling van het Bossche Bisschoppelij ke museum, dat door de ver koop van het seminarie Sint Michielsgestel in de verdruk king kwam, eigendommen van het zustersconvent en bruikle nen uit het Rijksmuseum. In een kabinet met historische handschriften en stukken, hangt het originele briefje van mgr. J. Zwijsen, gedateerd op 20 februari 1875, waarin hij o.a. schrijft: „Hierbij zend ik Eer U de permissie van Rome om bewuste oudheden te mo gen verkopen". Dat is de ver klaring, dat er nogal wat oude stukken van de Meester van Koudewater uit het Udense klooster naar het Rijksmu seum verdwenen. Maar door de professionele opzet van dit nieuwe museum, werkte mevr. Halsema van het Rijksmuseum graag mee om een aantal stuk ken weer naar Uden te bren gen. De Birgiai nessen abdij in het verleden ruimte biedend aan maximaal dertig zusters, telt momenteel nog 17 nonnen, zodat er ruimte vrij kwam. Het vorig jaar heeft Uden trouwens in Zweden, het moe derland van stichteres Brigit- ta, tot grote vreugde van de Zweden een klooster gesticht. In het Udense klooster zijn nu aparte zalen gecreëerd voor respectievelijk voorwerpen uit de barok, laat-gothiek, neo-go- thiek en renaissance. De opzet is om het museum nog verder uit te breiden met o.a. een afdeling volkskunde. In het depot zijn nog veel voorwer pen (o.a. paramenten en devo- tionalia) aanwezig, die voor expositie in aanmerking ko men. Een edelsmid is als vaste kracht aangesteld voor restau ratie (de voorwerpen zien er uitmuntend uit) en een van de zusters belast zich met het se cretariaat en de dagelijkse gang van zaken. De belang stelling is echter van dien aard, dat personeelsuitbreiding nodig zal zijn. Het stichtingbestuur, be staande uit telkens drie af vaardigingen van het bis schoppelijk museum, de zus ters en de gemeente Uden, is met voortvarendheid bezig het museum deskundig uit te bou wen en van een financieel draagvlak te voorzien. De ge meente Uden heeft voor tien jaar subsidie gegarandeerd (momenteel f 30.000 per jaar), maar in de toekomst wordt Meester van Koudewater: St.-Catharina (notehout, 83 cm.) ook gerekend op bijdragen van rijk en provincie. Gedacht wordt ook aan een Vrienden kring, die vooral zal bestaan uit parochies met vaste bijdragen Nu -reeds hebben een aantal parochies oude religieuze kunstvoorwerpen aan het mu seum in bruikleen afgestaan, mede uit het oogpunt van be veiliging, omdat de parochie kerken meestal onvoldoende bestand zijn tegen diefstal; an tiek diefstallen zijn schering en inslag. De Meester van Koudewater (een noodnaam voor de maker van een aantal gelijkenis ver tonende laat gothische Bra bantse beelden, in '58 door Leewenberg bedacht) is het uitgangspunt van dit museum. Aan de basis daarvan ligt het beeldenbezit van het in 1434 te Koudewater dicht bij Den Bosch en nu nog de naam van een psychiatrische inrich ting gestichte Birgittijnse dubbelklooster Mariënwater, dat in 1713 werd overgeplaatst naar Uden. Het meegenomen beeldenbezit werd grotendeels verloren in de 19e eeuw door de stichting van een dochter klooster te Weert en verkoop aan het Ned. Museum voor Geschiedenis en Kunst te Den Haag. In de archiefstukken van het klooster zijn ook stuk ken te vinden waaruit duide lijk is dat de naar Antwerpen en later naar Engeland uitge weken Birgitijnen ook het een ander meenamen. Dat dat niet alleen slaapmutsen waren zo als het archief meldt, maar ook andere voorwerpen blijkt b.v. uit het feit dat Stodel uit Amsterdam in Londen een fraaie kelk kocht, waarvan de inscriptie (Ab Aqua frigidas) duidelijk maakt dat Koudewa ter de bezitter is geweest. De ze kelk van Andreas Somers (1693) is onlangs met behulp van de Vereniigng Rembrand voor het Udense museum ver worven. Deze staat nu vlak naast een houten mon strans, in 1782 met kunstige huisvlijthanden door Petrus Verhoeven gesneden voor de kerk van Ewijk. Van de Meester van Koude water (ca 1460-1470 werkend in Den Bosch) vallen bij bin nenkomst onmiddellijk op twee bijna identieke beelden van Catharina van Zweden, een grafbeeld van Christus, een Anna te Drieen en nog vele andere sculpturen, die je meenemen naar de religieuze en artistieke sfeer van de Koudewatermeester of leerlin gen en navolgers: statische rust geraffineerde plooienval der kleden, meditatieve, „onbewo genheid" van de koppen etc. Mooie retabels uit het Rijks museum, een Jeroen Bosch (kopie), uit Koudewater. Een Birgitta van de Meester van Elslo en nog enkele tientallen beelden geven aan de toch al meditatieve kloosterruim te een eigen karakteristiek. Er is verder veel kerkelijk vaat werk te zien: kandelaara uit de 15eeeuw, barokke mons transen, kelken, een aparte zaal met kerkelijk zilver uit de 19e en 20e eeuw, etc. Aan schilderijen hangt er artistiek niet veel bijzonders de hout sculptuur daarentegen bestaat uit een prachtige verzameling (o.a. van de Meester van Leende). U moet er zelf maar eens gaan kijken. Misschien ervaart u iets van een kilheid, een steriliteit bij al deze religieu ze gebruiksvoorwerpen, die ei genlijk door handen moeten gaan of opgenomen moeten worden in een volks devotio neel gebruik, willen ze echt to leven komen. Maar nu dit niet meer het geval is, bete kent dit museum in Uden wel iets voor de historische docu mentatie van een stuk artis tiek en religieus volksgevoel, de inrichting ervan is voor beeldig. Behalve dinsdags kunt u er iedere middag tus sen 2-5 uur terecht. HENK EGBERS. Aan het verschijnsel Gerard Kornelis van het Reve is weer een nieuwe hyperbool toege voegd met GERARD REVE („Het beste is een naam van twee maal twee lettergre pen"): HET LIEVE LEVEN (uitg. Athenaeum-Polak en Van Gennep f 12,-, geb. f 21,50). „Nieuw" is teveel ge zegd. een boek, waarmee Hij zijn mythe in stand houdt. Het bevat drie delen: brieven aan zijn identificatie Frans Panne- koek, aan Ab Visser en aan S:mon Carmiggelt. Dat het (weer) brieven zijn is vermel denswaard; Ab Visser en Car miggelt zijn toevalligheden, want het boek is (weer) één giote Ego-trip; een soort lite rair*. Fred Haché-show met dieper liggende understate ments- „De door ontelbare vrouwen en meisjes aanbeden vo'ks- schrijver vertelt het verhaal van zijn veroveringen, neder lagen, liefdesavonturen en vernederingen en opent geheel zijn zondig hart, dat rusteloos voortgejaagd wordt door ziin tegennatuurlijke, op personen van het eigen geslacht gerich te liefdesverlangen" zo schrijft Van het Reve zelf op de flap van de inhoud. Een cabaret, dat zioh niet ver nieuwt, maar met dezelfde ti chn-ische middelen de zaak op de helling blijft zetten. Na tuurlijk is er een publiek, dat er niet genoeg van kan krij gen, maar ik kan me ook voorstellen dat je er een keer verzadigd van wordt. Met zijn rusteloze, tjjd en ruimte overstijgende hart als wensdroom blaast hij met het geijkte archaïserende taalgebruik weer leven in zijn bekende thema's. Vanaf zijn troon blikt hij (met een ang stige ongenaakbaarheid) neder op de kerk en maatschappij, waarin niet alleen het kloot- jxsvolk met draagbare radio's („Als ik wakker ben, zal jij niet slapen, is het devies van probeert er greep op te kuj- gen door een reeks van onbe langrijke feiten in fictie op te de Gouden Arbeider") maar ook de dood, de miskenning van het leven, rondwaart. Hij blazen. To be or not to be, that is the fiction. Het onlieve leven lief verklaren. Dat is r.iet alleen een kwestie van mentaliteit (ook, en die meet je liggen om van zijn proza met volle teugen te kunnen genieten), maar evenzeer een u'tstalkast van eigen oroble- matieken overgoten met glit ter Met zijn zere poot schopt bij tegen de zere poten van de maatschappij. Je kunt daarom gnuiven wat nogal geb Mirt maar dan degradeer je Var. het Reve tot b.v. een soort Jan Cremer. Anderzijds kr:ig ie bei gevoel, dat er met Reve een verzandingsproces a-i.i de gang is. Gelukkig voor hem, dat hij b.v. katholiek werd, want dat gaf de schijn, dat hij aan zijn schrijversschap weer iets nieuws kon toevoegen. Het blijkt een variatie op het zelfde thema. Mogelijk liggen er voor hem in het boeddhisme of het Maoïsme nieuwe vari anten in de toekomst; voeding voor het principieel smartlap- perige gedaas als speldeprik- ken in bestaande verhoudin gen en opvattingen, in de con tradictie van het leven- Het bestaande leven van je lijf houden door een fictief lief leven op te bouwen. Dat is ook een manier van leven. De meeste mensen doen dit onbe wust. Van het Reve doet dit in zijn boek bewust. De Grote Schrijver des Vaderlands en Totemnaal van Gans Eén Volk Moge Het Gelukken de Duivel met Beëlzebub uit te drijven. Ik zal een kaars opsteken, dat hij met dit boek het Heilige Getal Zeven (de druk) moge halen. H.E. Heeft de krant te weinig of teveel „kunst" op zijn pagi na's? Voor de een hoeft het niet, voor een beperkte groep is het te weinig. Hoewel er geen harde cijfers zijn over het aantal lezers, dat cultuur pagina's in een krant op prijs stelt, wordt over het algemeen maar aangenomen, dat de aan dacht die massa-media beste den aan kunst in geen verhou ding staat tot de interesse, die (niet) aanwezig is. Daar komt nog bij, dat de culturele kan ten van de krant o.a. een ge wetensfunctie vervullen. En het hebben van een geweten, loont -liet. Althans niet voor zover het de financiën betreft. Dat was het uitgangspunt van een inleiding, die dr. Jan van Riemsdijk, alg. secretaris van de Raad voor de Kunst, hield over Kunst en Krant op de jaarvergadering van de Neder landse Dagblad Pers, de ver zamelde directeuren van onze vaderlandse kranten. Het krantenbedrijf vraagt om een praktische instelling, aldus Van Riemsdijk, maar de journalistiek veronderstelt ook idealisme. Dat idealisme raakt ln de praktijk soms danig ver kreukeld, maar het blijft be staan. De rechtgeaarde kran tenman leidt een dubbel le ven. Hij houdt rekening met de wetten van vraag en aan bod. Hij moet wel- Maar hij luistert ook naar de stem van zijn hart. Hij wil niet anders. Hij weigert te vergeten dat hij, door het blad waaraan hij werkt, een middelaar en een schepper van cultuur kan zijn. Een „teveel" of een „te wei nig" aan kunstpagina's, vroeg Van Riemsdijk zich dus af, waarna hij de stelling verde digde, dat de dagbladen in kwalitatief opzicht nog onvol doende aandacht besteden aan het kunstbeleid. Over kunst schrijft, gelukkig, iedereen en overal. Over het kunstbeleid maar een enkeling, meende hij. Hij zag dan twee onder scheiden taken voor de pers. De pers. zo luidde zijn be wering, zon op sommige mo menten duidelijk de partij van het publiek moeten vertolken. De burger staat buiten het be leidsvormende krachtenveld. Hij heeft op dit terrein geen organisatie en vertegenwoordi gers; geen stem. De politieke partijen verwaarlozen dit as pect; zijn minder geïnteres seerd. Het zwaartepunt van het beleidsvormend overleg ligt bii de ambtenaren. Van Riemsdijk gelooft, dat de krant méér en éérder dan de politieke >artii de plaats kan worden waar het culturele le ven tot zijn verbredende en zuiverende doorbraak komt. De bevlogenheid van de kranten man ligt daarbij, meent hij, gunstiger dan 't idealisme van de politicus. Waar de eerste meer in een sfeer van culturele invloed leeft, verwijlt de ander in een wereld van materiële macht. Als tweede taak zag hij de culturele beeldvorming, waar van hij vond dat deze ont breekt. Wij ondergaan kunst, weten niet wat het is- De brugfunctie, die de journalis tieke methode kan vervullen t.a.v. terreinen die anders on toegankelijk zouden zijn, wordt in steeds bredere kring onderkend. Het beschrijven en uitbeet en van het kunstge- beuren kan een schakel gaan vormen in het kunstbeleid. Het kunstgebeuren moet zicht baar worden gemaakt. Bij be slissingen over kunstbeleid zai dan, i.iede, moeten worden uitgegaan van via observatie en beschrijving verkregen kennis betreffende de culture le activiteit. Ik ben. aldus Van Riemsdijk, van oordeel dat de krant hier een functie heeft. Die beeldvorming, meende hij. ontstaat niet door het be oordelen in een krant van kunstprodukten, maar wel door het ueschrijven van een kunstgebeuren. Als de lezer met datgene wat hem aan in formatie wordt toegeleverd zelf eert oordelen over de dingen, die hij ontmoet, dan zal hij het voorbarig oordeel van een krantenman alleen maar als hinderlijk ervaren. De Raad voor Kunst heeft de beeldvorming in studie. Persoonlijk hen ik het met deze laatste opmerking eens, maar je nebt ook ln dit op zicht te maken met „vraag en aanbod", een langzame ombui ging is evenwel mogelijk. Wat betreft het aanbod vanuit be leidsorganen, die via de krant een kritischer response zouden kunnen krijgen: het zijn meestal dermate onverteerbare stukken, dat een dagbladjour nalist ln doorgaans zwak be zette cultuur-redacties, aan verwerking in de diepte nauwelijks toekomt. MUZIKALE ONTMOE TINGEN met Arion (ARN 27 224-CBS) Op promotieplaten heb ik het nooit zo begrepen. Het zijn meestal van die commerciële lekker-is-niaar-één-vinger— lang gevallen, waarop dan een of ander fragment staat uit klassieke meedeiners. Omdat deze plaat uiteraard ook een commerciële fuik is (kost maar een tientje), is een waarschuwing wel op de plaats: als je nl. gevoelig bent voor dit soort muziek, ga je ongetwijfeld door de knieën, Hoewel er zestien fragmenten op staan uit evenzoveel ARN- label lp's, vormt de totale plaat 'n geweldige muzikale wandeling vanaf het gregori aans tot en met Strawinsky, via allerlei exquize werken. Daarbij wordt een nieuwe ge neratie solisten en ensembles gepromoveerd, die nog niet zo bekend in de oren klinkt, maar wel om aandacht vraagt. De plaat opent bv. met het allegro assai uit concert nr. 29 in A van Carl Philip Emmanu el Bach, gespeeld door de hoofdleraar klavecimbel aan de Scola Cantorum te Basel, de Nederlander Hans Goverts sa men met het Kamerorkest Be nard Thomas. Er staan verder muzikale fragmenten op van Schumann, Loeillet, Rameau, grote luit-componisten, muziek uit de Provence, Cabrieli, Co- rette, Daquin, Boccherini, Tsjaikofsky. Sibelius, Grieg, Williams, Debussy, Corelli en Le Jeune. Ook de instrumen tatie is vaak opvallend: histo rische instrumenten, „stereofo- nie" uit de 16e eeuw, draailier etc. De plaat is zo gemonteerd, dat de overgangen vloeiend zijn; een boeket met op elkaar afgestemde kleuren, groten deels uit een muzikale perio de, die erg in trek is, maar dan met fragmenten uit niet afgesleten composities. Hoewel één fragment op mijn exem plaar door een tik ontsierd wordt, is de lp verder van goede kwaliteit. Een plaat, die vraagt om méér; u weet hel dus. H.E. A eindredactie V henk egbers FATALEKA AND BAEGU MUSIC (Unesco Coll. „Musical Sources"-Philips 6586 018) Etnische muziek beluistert men niet omdat ze zo mooi is in die zin van het woord, dat je esthetische gevoelens wor den wakker geroepen. Het is muziek, die zijn betekenis ontleent aan het feit, dat ze getuigt van een ons dikwijls volslagen onbekend cultuurge- beurden en daarmee appelleert aan onze bereidheid ons open te stellen voor de eigenheid van andere volkeren en om eens even onze diep gewortel de bindingen met ons eigen cultuurpatroon los te laten en af te stappen van ónze over tuigingen van wat mooi, de moeite waard is. Om eerlijk te zijn valt dat niet altijd mee. De confronta tie met bij voorbeeld Portuge se of Griekse volksmuziek kost nog niet zoveel moeite: er zijn wel verschillen in ritmiek en in harmonische opbouw, maar er is toch nog veel her kenbaars in. Het wordt al wat moeilijker met Arabische mu ziek, maar het is helemaal een opgave om te trachten te ont dekken wat nu toch in 's he melsnaam de aantrekkelijk heid, het „mooie" is in de muziek van de Fataleka en Baegu-stammen, die wonen op enkele van de duizenden ei landjes in de Stille Oceaan, de Salomon Eilanden. De eerste reatie van mijn dochter was, dat het een plaat was van zingende katten, die de wijs niet konden houden en dat was eigenlijk een vrij exacte omschrijving van het geluid, dat zangers en zangeressen, panfluit- en andere bamboe fluitbespelers voortbrengen. Maar als je dan de moeite neemt om de zeer informatie ve tekst van Hugo Zemp op deze Unesco-plaat te lezen en dan nog eens naar de plaat luistert dan verandert die aan vankelijke indruk totaal. Dan vallen je de nuanceringen in de eenvormigheid op, de sub tiele en gevoelige manier, waarop wisselende stemmin gen en bedoelingen worden overgebracht en de soms zelfs ontroerende oprechtheid, waarmee vreugde en verdriet, vrolijkheid en woede tot ui ting komen. Het is niet een plaat om op een gezellig avondje te draaien, maar voor «de muziek beschouwt als een van de voornaamste uitingen van de cultuur van een volk Is het wel een opname, die de moeite meer dan waard is. Hans Lutz

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1974 | | pagina 23