„Natuurherstel"
alleen
maar
schone schijn
Lente dit jaar veel uitbundiger dan anders
m
Duizenden dieren
sterven op en
langs de wegen
Uit.
ru i ten
sel
steken
n bloed
CULTUUR
iternationale
ansraad
pgericht
Vergif
■H
Reservaten
Zaterdag 8 Juni 1974 j
len en populariteit schuwt HH
schrijft en tekent telkens met
een swastika, als universeel
teken van de oermens D»
Westerse beschaving 'heeft i
zichzelf de das omgedaan.
Maar het loopt ook hem uit s»
hand. Er ontstaan allerlei
groeperingen, die hij probeert!
te ontmaskeren als lichtee
wicht dilletanten, die een val"
schijn ophouden. Hij wordt
de eenzaamheid gedreven
schrijft van zichzelf
steeds in een afstandelijke en
vervreemde derde persoon -
„Emmet wist, dat hij een I
monsterachtige persoonlijkheid
had". Maar hij gaat door met
o.a. het programmeren van de
vrije stad. Alles is er voor I
allen.
Hij
Dit zijn zo wat grepen uit
dit boek, waarin nog veel
meer aan de orde komt. Een I
boek, dat je kan verbijsteren. I
Een aantal van deze ideeën uit
het einde der zestiger jaren, is
inmiddels naar hier overge-
waaid, al gaan ze door de zeef
van een „hollandse nuchter
heid". Gemeten vanuit het
normenpatroon, dat onze maat-
schappij hier kenmerkt, een
tegenstrijdig boek. We zullen
zeggen: Emmet heeft goede I
ideeën, maar de wijze waarop
hij ze waar maakt ..-. Maar de
geciviliseerde maatschappij
waarin wij menen te leven,
maakt minstens evenveel j
slachtoffers als deze Emmet-
Diggers-geschiedenis aan- 1
draagt, alleen doen wij het op
een meer gepolijste manier. I
Het onbehagen met de huidige!
westerse cultuur wordt in dit I
boek op een wijze aangepunt, I
waar je moeilijk omheen kunt.
Iedereen, die daarmee bezig I
is, moet dit boek maar eens
lezen en degenen, die menen,
dat alles koek en ei is, moeten I
het zeker maar eens lezen om I
zich een aantal zaken bewust
te worden.
HENK EGBERS
en de idealen van een indus-
triële maatschappij aangepunt
worden, maar ook hoe de
ieuwe mythen bij liniks hier-
door voeding krijigen. Tenslot
te geeft zij aanwijzingen om j
dit thema met groepen te ver-
werken. Zij wijst op de ge
dragspatronen, die het onder- t
kennen waard zijn b.v. „Het
meest voor hand liggende
middel om schuldgevoelens
aan te kweken, die voor de
handhaving van het instituut
wenselijk zijn, is om het on
derdrukken van emotionele
behoeften tot ideaal te stel
len". Tegen een aantal morali
serende accenten en een aantal
gehanteerde begrippen (bv na
tuurwet) kun je bezwaren
hebben, maar het boekje bhjn
vour individueel of gr°eP52'i
bruik aanbevelenswaardig om
de reacties in en om ons te
toetsen omtrent de overaccen
tuering van ons bestaan.
plaats is, kun je verder alleen
maar bewondering heSj.
voor deze erudiete studie.
demeersch benadert
vooral vanuit Psycb®10!!^,.
analystische (soms wat
listische) gezichtshoek. jn s
te lijnen schetst hij de on
wikkeling van Claus, de
lu'.ie van asociaal naar s
er. van emotionaliteit m
kee- van de rede) naar
naliteit. Op diepgaande
en met beheersing van a
licht Wildemeersch dit
door b.v. de Oostakkers c,
dichten, Trancredo m*r®;
Een geverfde ruiter e.d.
lij-u te analyseren. Soms jn
wat springerig en verv
herhalingen; ook spreek
demeersch te snel over
sexualiteit, „de" vrouw,
maatschappij e.d. bij (e
krijgen deze begrippen
dogmatische geladenhei
Als het boek wat beter
band gezeten had en n
een ratjetoe aan
stond, een bijna
boek over een aicnw»
vlees en bloed. Aanbevo
HEJNb- Ëü&ütë
0 Een beeld dat hopelijk blijft. Aan de vogels zelf zal het niet liggen.
De nieuwe lente heeft dit jaar een krachtig nieuw
litlnid. Veel nadrukkelijker dan voorgaande jaren.
■Volgens mensen die het weten kunnen komt dat
»r een groter aantal zangvogels. De vermeerdering
Inu het aantal vogels heeft iedereen eigenlijk ver
lak Na alle verhalen over het terugdringen van de
liatuur werd met een opleving nauwelijks nog reke-
loing gehouden.
J Men zocht uiteraard naar
|itn oorzaak en, zo zegt men
de ministeriële dienst
Ifmnabeheer, de zachte winter
leeft men als verklaring ge
raden. De hoge temperaturen
field de vogels dicht bij de
lanerverblijven. De soorten
lie toch op wintertrek gingen
Ivaren veel sneller terug dan
leaders. Vorig jaar bleven de
Ivogels al dicht bij huis. Dit
Ijler helemaal. Vandaar dat we
In kunnen spreken van een
«5^
nieuwe lente met een krachtig
nieuw geluid.
Ja maar, zal men willen op
merken, wat maakt het nu uit
of ze wegvliegen en weer te
rugkomen of hier blijven. Dat
maakt heel wat uit. Belgen,
Fransen en Italianen met na
me eten liever zanglijster dan
kip. Tijdens de wintertrek
naar het verre zuiden worden
dan ook heel wat vogels neer
geschoten. In Italië alleen al
een kwart miljard per seizoen.
Wanneer nu een verre trek
achterwege kan blijven, zullen
minder vogels sneuvelen.
Het zangvogelverhaal is niet
op zichzelf staand, de hele na
tuur veert op. Het begin van
een algehele verbetering? Een
laatste stuiptrekking? Om te
beginnen moeten we constate
ren, dat niet dank zij de ver
beterde instelling van de Ne
derlander of de Noordeurope
aan een opleving in de natuur
kan plaatsvinden. De zachte
winters komt alle eer toe. En
heel misschien een heel klein
beetje toch ook de mens? Wij
hebben immers heel flink bij
wet het gebruik van gechlo
reerde koolwaterstoffen verbo
den. Deze bestrijdingsmidde
len hebben ongelooflijk veel
ellende in de natuur veroor
zaakt!
Om aan te tonen dat de
mens geen haar beter is dan
vóór het verbieden van
gechloreerde koolwaterstoffen
het volgende nieuwtje: het
chemisch laboratorium van
TNO heeft vorige maand een
„insecticiden-detectiestrook-
je" geïntroduceerd, opdat „kan
worden vastgesteld of zich in
een te onderzoeken medium
voor mens en dier schadelijke
insecticiden van het type orga
nische fosforverbindingen be
vinden". TNO vervolgt heel
serieus: „In vele landen wordt
n.l. de toepassing van gechlo
reerde koolwaterstoffen als in
secticiden in land- en tuin
bouw steeds meer door wette
lijke bepalingen beperkt, zo
dat verwacht mag worden dat
het gebruik van organische
fosforverbindingen als insecti
ciden in omvang zal toene
men". En dan als klap op de
vuurpijl: „Deze verbindingen
zijn echter in zeer lage con
centraties ook toxisch (vergif
tig) voor dieren en mensen".
De plotselinge verbetering
komt dus „ons ondanks". De
4
natuurliefhebber is er goed
mee.
Hij constateert een grotere
plantengroei (voor niet inge
wijden: onkruid), doordat
minder zaad is kapotgevroren.
Of hij ziet veel meer wilde
duiven, ganzen (voor boeren
erwten- en zaadpikkers). Vol
gens Faunabeheer zijn er ook
meer stootvogels (in het voor-
milieuvriendelijke tijdperk
roofvogels geheten). Allemaal
meevallers voor wie er oog
voor heeft. In feite is de toe
stand in de natuur nog even
rot als twee jaar geleden. „De
achteruitgang van die gevari
eerd samengestelde vogelbevol-
king", zo zei drs. J. van der
Ven bestuurslid van de Ne
derlandse Vereniging tot Be
scherming van Vogels on
langs op de jubileumvergade-
ring van zijn vereniging, „is
in ons land onrustbarend. Tal
loze vogels zijn zo zeldzaam
geworden, dat we voor onze
toekomst werkelijk moeten
vrezen, vooral als verschillen
de ruimtelijke ontwikkelingen
doorgaan zoals deze zich laten
aanzien".
Op dezelfde vergadering zei
bioloog dr. Hillenius voor
alle duidelijkheid nog eens,
dat de enkeling zich druk
maakt over vogels, omdat: „de
grote ondermijningen op aarde
in de eerste plaats de toplaag
van de voedselketen aantasten
en dat zijn voornamelijk aller
lei vogels. Alleen omdat de
mens een alleseter is, kunnen
we ons nog een tijd van de
domme houden. Maar de ver
giftiging stopt niet bij de top
laag. Vogelsterfte is dan ook
een waarschuwing, dat onze
eigen positie in gevaar is en
vogelbescherming betekent be
scherming van de mens, van
het hele leven op aarde".
Woorden van „onheilsprofe
ten" als bovenstaande missen
toch niet helemaal hun uitwer
king. Er komen geleidelijk
wat meer reservaten om meer
vogels en andere dieren een
broed- of werpplaats te bie
den. Zodra echter broed- of
zoogtijd achter de rug is en
op dit moment zijn we onge
veer zo ver - vinden we het
overschot aan dieren doodge
reden langs de wegen. Via het
ANP kregen de Nederlandse
kranten vorige wwek al het
bericht, dat nog nooit zoveel
dieren in het verkeer als dit
jaar sneuvelden. Hoe kan het
ook anders? In de dierenwe
reld heeft iedere vogel en ie
dere viervoeter een eigen ter
rein. De omvang van dat ter
rein is instinctief bepaald. Een
teveel trekt (in tegenstelling
tot bij de mens) weg uit over
bevolkte gebieden: richting
mens. En de mens rijdt in
auto's over wegen, die door de
dieren worden gekruist. Het
ligt voor de hand dat daardoor
vele dieren sneuvelen, zelfs
onder de wielen van dierenbe
schermers.
Straks verdwijnt ook de
Cwciërge F
tan* kijken
Ebbekink uit het Twentse
il dieren het verkeer
Stokkem reed een jaar lang met zijn fiets deze weg
had gedood.
MARKELO Een reusach
tige hoeveelheid dieren vindt
de dood langs de weg. Egels,
fazanten, honden, katten, mol
len etc. worden met een klap
vermorzeld of sterven in hevi
ge pijn.
Dit ia de conclusie van een
rapport, opgemaakt door de
conciërge F. Ebbelinik, die een
jaar lang van zijn huis (Stok
kem bij Markelo) naar school
(Goor) fietste: een landelijk
traject van 5 kilometer door
de schoonheid van Twente.
Ebbekinks dagelijkse route
voerde langs korenvelden,
boerderijen, een bescheiden
bebouwing over een weg die
alleen door plaatselijk verkeer
werd gebruikt: kortom een
tocht waarover de VW-fol-
ders zo juichend reppen, ware
het niet dat er wel elke dag
een paar lijkjes langs de weg
lagen.
Ebbekink stapte dan af, keek
of hij niet iets kon doen, brak
eventueel met een routine-ge
baar de nek van een vermink
te vogel of knuppelde een nog
net levend konijn dood, no
teerde zijn vondst in zijn
agenda, schoof het lichaam aan
de kant en reed verder naar
het volgende korpus.
Een jaar lang, van 1 april
1973, tot en met 31 maart van
dit jaar. Waarna hij zijn be
vindingen sober neerlegde op
een velletje tik, maar met een
schrikwekkende finale.
De oogst van zijn dodentocht
was de volgende lijst:
4 fazanten, 1 patrijs, 13 me
rels, 6 spreeuwen, 1 heggemus,
1 goudvink, 1 boomklever, 1
kievit, 1 meeuiw, 7 koolmezen,/
3 pimpelmezen, 3 bosuilen, 2
eksters, 3 kraaien, 1 draaihals,
3 vinken, 1 geelgors, 4 kneus,
1 roek, 1 eend (tam, van
boer), 2 Turkse tortels, 9
houtduiven, 4 postduiven, 5
bonte vliegenvangers, 1
Vlaamse gaai, 1 matkopmees, 2
kramsvogels, 14 huismussen
en 2 ringmnssen. In totaal 103
vogels-
Vervolgens noteerde de con
ciërge:
2 bunzings, 1 eekhoorn, 3 mol
len, 1 hermelijn, 59 konijnen,
5 hazen, 21 egels, 1 hond en 9
katten. In totaal 102 zoogdie
ren.
En dit alles op een vredig
landweggetje met slechts om
de zoveel minuten een auto;
203 slachtoffers uit het dieren
rijk. Een cijfer, dat, overgezet
op het landelijke geheel van
3700 kilometer rijkswegen.
1300 kilometer autosnelwegen
en tienduizenden kilometers
provinciale en lokale wegen
en weggetjes, tot een lugubei
totaal voert.
Ebbekink: „Tot onze schrik
kwamen wij veel hoger dan
wij hadden gedacht. En we
zijn tot de slotsom gekomen
dat dit door het gehele land
genomen een reusachtige hoe
veelheid moet zijn wat lang
onze wegen sterft."
In de confrontatie natuur ver
sus techniek, zijn er altijd no;
figuren die menen dat de li
qui-datie van het dier niet snel
genoeg gaat. Volgens Ebbe
kink gebeurt het regelmatig
dat een automobilist een do'
gas geeft o mnog snel een haas
te pakken. Het toppunt maak
te hij vorig jaar mee.
„Ik kwam bij twe* dode poe
sen aan die op een centimeter
of twintig van elkaar lagen.
En ik vroeg me af hoe dat nu
in hemelsnaam kon. Toen ver
telde mij een boer wat er
gebeurd was. De katten waren
in de berm aan het paren,
toen er een Volkswagenbusje
aankwam. De chauffeur gooide
zijn stuur om, reed het gras in
dwars over de katten. Je
houdt het niet voor mogelijk
dat er zulke mensen bestaan."
Ebbekinks onderzoek kwam
tot stand op verzoek van de
Ned. Vereniging ter Bescher
ming van Vogels en van het
Rivon die aan het Instituut
voor Natuurbeschermingsedu-
catie afd. Markelo hadden ge
vraagd eens na te gaan hoe
het zat met de sterfte van
dieren langs de weg-
„Ik ben de vogelman van onze
wilde plantenweelde langs de
sloten. Net als voorgaande ja
ren. De boeren zullen al of
niet op last van hun water
schap slootkanten bespuiten,
zij het dan niet met gechlo
reerde koolwaterstoffen. De
„rommel" moet nu eenmaal
weg. Wie doet er wat aan?
Met een beetje geluk een
zachte winter '74-'75. Op ons
zelf hoeven we niet te reke
nen, omdat we het gevaar lo
pen tot de milieuhysterici te
worden gerekend omdat we
ten behoeve van de natuur
zelf geen stap achteruit gaan.
Alles liever dan dat. Van vo
gelgezang mag worden geno
ten, in eigen tuin, op eigen
balkon. In ieder geval niet op
plaatsen waar anderen daaraan
aanstoot nemen. Dat geldt ook
voor het waarnemen van an
dere dieren en planten. Dank
zij het warme wintertje heb
ben we nu alleen maar een
„mazzeltje", een seizoenaan
bod dat bijna is afgelopen.
J. v. d. VEN
afdeling en ik nam de zaak op
mij. Ik hoef ze niet eens te
zien. Als ik ze hoor, of zie
vliegen, weet ik al welke vo
gel het is. Als ik een lijkje
aantref, kijk ik eerst of het
een mannetje of vrouwtje is.
Maar dat kun je niet altijd
zien, vooral niet bij een egel
als daar een auto over gegaan
is. Het onderzoek heeft me
niet meer dan een kwartiertje
per dag extra gekost.
Als ik een gewond dier aan
tref, moet ik het afmaken,
want dat is vaak de enige
oplossing. Eigenlijk ben ik al
tijd een natuurmens geweest.
Ik ben ook controleur van de
Vogelwet en bezig met exa
mens voor andere natuurwet
ten. Bepaalde vogelsoorten
zakken enorm af. De gewone
gele kwikstaart en de Engelse
kwikstaart kwamen vroeger
veel meer voor.
Maar gelukkig zijn er ook an
dere soorten bijgekomen: de
stern en het visdiefje zie je
hier weer. En d-e ortolaan was
hier vroeger een unicum, maar
laatst heb ik er nog eentje
gezien. Ik vermoed dat er nog
veel meer dieren door het ver
keer zijn omgekomen. Als ze
niet meteen dood zijn of
zwaar gewond, kruipen ze aan
de kant en dan zie je ze niet
meer terug. De ergste tijd
moet nog komen: de vakantie",
JAN KOESEN
0 Tenminste iemand die mee. leeft. Al is het maar een andere hond