Verpleging reikt verder
dan handen lang zijn
^Stewardess: beroep van hollen
of stilstaan
LOONZAKJE
Gemeente
Rotterdam
Vak
DRS. L. F. MELCHERTS' DIRECTEUR PATIËNTENZORG:
JWERSE&l
ESTER BV
Controleren
Keuken
dende inflatie
de verzekerd.»
eegsters
ïrzorgsters
Noodgedwongen
Overleg
Emoties
Zaterdag 20 april 1974
ZOEKEN
Het loon dat een stewardess bij de KLM verdient, is af
hankelijk van diverse factoren zoals o.m. dienstjaren, functie
en aantal vlieguren. Daardoor varieert de inhoud van het
loonzakje van S 1350 (bij indiensttreding) tot circa 1900
bruto per maand.
De KLM onderscheidt drie categorieën stewardessen t.w.
de stands by's, die per uur betaald worden (tussen 15 en
20), de zomerstewardessen en de stewardessen met een
vast contract voor vijf jaar. Deze twee groepen verdienen
per maand hetzelfde, tussen de 1350 en 1900 bruto.
gen in de woonwijk Schiebroek.
212 bedden voor lichamelijk
eling van 38 bedden voor
ien.
n bijscholingskursus geriatrie
wensen, zijn gezellige kamers
r opleiding en ervaring.
gie, zal belangstellenden
tvangen, waarbij alle
te bezichtigen, zodat een goed
en in de te verrichten taken.
serweg 235) dan wel telefonisch
haar worden opgenomen.
Zonder te monsen, gelukkig.
Na het uitreiken van de
prijslijst] es voor de aan boord
verkrijgbare tax-free spullen
nemen we allebei de bestellin
gen op. De sigaretten, sigaren,
en litersflessen sterke drank,
doen we in plastic draagtas
sen. Ik reken af. Een Engels
meisje heeft problemen met
het invullen van het landings
kaartje. In m'n beste Engels
leg ik haar uit hoe dat gaat.
Ze vertelt me, dat ze naar
haar familie vliegt.
Praten is ook een taak van
de stewardess. Door vriende
lijk te praten (nooit familiair
worden, staat in het hand
boek) kun je als goede gast
vrouw de mensen op bun ge
mak stellen. Je moet de reis
voor de passagiers tot een
aangenaam iets maken, daar
staat of valt het image van de
luchtvaartmaatschappij mee.
Langzamerhand wordt het
helder buiten. De zon maakt
dat we Engeland van zijn
vriendelijkste kant kunnen
zien. We zijn er bijna, de
vliegtijd van 1 uur en 20 mi
nuten is letterlij) omgevlogen.
Tijd om van het ontbijt te
proeven of voor een bakje
koffie is er niet geweest. Ik
roep om, dat de stoelriemen
weer vast moeten en dat nie
mand mag roken. De tekst
(ook de Engelse) hoef ik maar
van een papier voor te lezen.
Na een lichte schok zijn we
op Britse bodem. Josine en ik
nemen afscheid van de passa
giers vullen de benodigde pa
pieren voor de douane in en
zorgen dat de „catering" (be-
voorra ling) voor de retour
vlucht van die avond wordt
geregeld. De container met
tax-free spullen wordt door de
douane verzegeld na zorgvul
dige telling van de inhoud.
Dan kunnen we gaan passagie
ren. Er is genoeg tijd om naar
Londen te gaan. Het overkomt
Josine ook regelmatig, dat ze
uren moet rondhangen op het
vliegveld, ,,'t Gekke van dit
vak is dat het hollen of stil
staan geblazen is", zegt ze.
„Tijdens 't vliegen heb je je
tijd hard nodig voor het af
handelen van al je taken en
daarna kun je gaan zitten
wachten op de volgende ar-
beidsgolf. Óf dat nu zo roman
tisch is?" Op langere trajecten
komt het echter ook voor, dat
je een paar dagen vrij-af hebt,
zodat je dan fijn iets van het
land kunt zien.
's Avonds vertrekken we
omstreeks kwart voor negen.
Josine en ik hebben al het
nodige voorbereid aan boord.
De gang van zaken komt me
al een beetje vertrouwd voor.
In plaats van ontbijten serve
ren we nu diners, belegde
toast, garnalensalade en pud
ding. Later gaan we ook rond
met sterke drankjes. Ongeveer
de helft van de passagiers
herken ik van die ochtend. Ze
maken een vriendelijk praatje
met ons. De mevrouw, die
vanochtend luchtziek was,
kijkt nu genietend naar bui
ten. Het is een rustige vlucht
en het wee; is prachtig.
Voor ik erop bedacht ben,
zijn we alweer in Beek. Daar
na brengen we de machine in
orde voor de volgende vlucht,
vullen de douaneformulieren
in en noteren op een ander
papier de bijzonderheden be
treffende de vlucht. Ik meld
me af met pijn in mijn kuiten
van het lopen door het stij
gende of dalende vliegtuig en
tamelijk moe. Maar dat komt
ook 'an het rondkijken in
Londen. Ik ben een ervaring
rijker. iran de romantiek rond
dit beroep merk je, althans op
een korte vlucht, niet veel.
Het is gewoon een vak. Net
als dat van verpleegster of
onderwijzeres.
ELLIS FABER.
krijgen om goed verzorgend
en behandelend naar de pa
tiënten te luisteren en met
hen te praten".
De heer Meloherts ziet het
als een van zijn taken de sfeer
in het ziekenhuis in die rich
ting te begeleiden. In de toe
komst zal hij ook, hoe staat
nog niet precies vast, een on
derzoek instellen naar de -
objectieve - beoordeling van
het Ignatiusziekenhuis door
een grote groep patiënten.
„Wanneer daar duidelijke
klachten uitkomen, die zullen
er zeker zijn, dan zullen we
daaruit lering moeten trekkein
en er onze organisatie op moe
ten verbeteren. Die bereidheid
moet wel vooraf bestaan, an
ders heeft zo'n onderzoek geen
zin", stelt hij.
BREDA „In de ziekenhuizen bestaan twee groepen,
die één gezamenlijk doel nastreven: de patiënt zo snel mo
gelijk genezen. De eerste groep wordt gevormd door de
medische specialisten en verzorgende personen als ver
pleegkundigen, pastores, psychologen en maatschappelijk
werkers, de tweede groep door de patiënten zelf. Het is de
taak van medische en verzorgende personen om technisch
goed te werken èn om aan te voelen wat de patiënt als
mens^nodig heeft. Dat laatste kan alleen als de mensen van
liet ziekenhuis zich ook echt als mens opstellen, niet alleen
als technisch vakbekwame personen".
Dat is een van de stellingen
van dis. L. F. Melcherts (41
jaar), tot nu toe de enige di-
recteur, patiëntenzorg (niet-
medicus, niet-verpLeegkundi-
ge) die het ziekenhuiswezen
m ons land kent. „Naar mijn
weten zijn er ook elders geen,
maar ik kan me daarin vergis
sen", licht hij het unieke van
zijn fiunctie toe. Drs. Melcherts
bekleedt de functie directeur
patiëntenzorg sinds 1 maart
van dit jaar in het Ignatiuszie
kenhuis te Breda. Hij maakt
daar deel uit van de drie
hoofdige leiding, te zamen met
directeur-geneesheer dr. F.
Mol en directeur-econoom drs.
A. Mallens.
De heer Melcherts weet, dat
bij in de verpleegkundige we
reld in ons land scherp in de
gaten gehouden wordt. „In de
ziekenhuiswereld kost het re
latief veel moeite om vernieu
wingen door te voeren. Met
dat nadeel zit ik, want ik
waet ook wel dat mijn functie
Qe nodige tegenwerpingen op
roept. Dit des te jneer, omdat
ik zelf geen verpleegkundige
scholing heb gehad. Ik heb
tevoren erg zorgvuldig overleg
gepleegd met een aantal lan
delijke deskundigen uit de
verpleegsector. Met zorg ver
vuld, maar niettemin unaniem
hebben die mensen gezegd:
doen. Ik heb hun raad opge
volgd, maar ik schaam me niet
om te zeggen, dat het klamme
zweet me wel een beetje in
de handen stond". Drs. Mel
cherts heeft sinds een jaar of
twaalf contacten met de zie
kenhuiswereld. Na zijn studie
maatschappelijk werk aan de
sociale academie in Rotterdam
was hij officier sociale dienst
in een militair hospitaal en
vervolgens directielid van het
Rijksop 'oedingsgesticht in
Amersfoort. In die tijd volgde
hij een studie opvoedkunde
aan de Rijksuniversiteit in
Utrecht. In zijn volgende func
tie, adjunct-directeur van de
sociale academie in Rotterdam,
werd hij adviseur van het Cla-
raziekenhuis aldaar en ver
leende hij medewerking aan
verpleg'ngsd:ensten van een
aantal ziekenhuizen in de
Randstad. Zijn doctoraal exa
men opvoedkunde behaalde
hij vijl jaar geleden op een
scriptie gewijd aan de oplei
ding van verpleegkundigen.
Voorts had hij als hoofd van
de sectie onderwijs van het
Nationaal Ziekenhuisinstituut
te Utrecht veel contact met de
verpleegkundigen in ons land.
De heer Melcherts is dus niet
direct een kat in een vreemd
pakhuis.
Daarom is kritiek uit zijn
mond op het ziekenhuisbestel
in ons land een zaak die ern
stig genomen moet worden.
„Ik vind - en ik sta daarin
niet alleen - dat de verpleging
van ziekenhuispatiënten nood
gedwongen te veel blijft steken
in de lichamelijke verzorging.
Dat noodgedwongen komt,
doordat de overheid het fi
nancieel niet mogelijk maakt
meer verpleegkundigen in
dienst te nemen. Alleen met
meer personeel is het mogelijk
het onontbeerlijke menselijke
contact van de patiënt met de
verpleegkundige te laten
plaatsvinden. Pas dan kan
men er aan gaan werken, dat
de patiënt zich in het zieken
huis in heel wat gevallen niet
langer een nummer voelt",
stelt drs. Melcherts.
HIJ te ook van mening, dat
de grootte en ophouw van de
afdeling waar men behandeld
wordt, vaak bepalend is voor
de waardering die men als pa
tiënt voor een ziekenhuis heeft.
„De patiënt (e) ziet alleen dat
stukje van het ziekenhuis
waar hij-zij toevallig terecht
komt en dat is bepalend voor
zijn-haar eindoordeel. Grote
ziekenhuizen bestaan niet, on
persoonlijke afdelingen wel.
Het moeten liggen op een zaal
waar te veel medepatiënten
liggen en de individuele aan
dacht te gering is, geeft de
patiënt het gevoel een num
mer te zijn.
Het is de kunst om een
ziekenhuis zo in te richten,
dat men de patiënten in zoda
nige aantallen bij elkaar kan
leggen, dat zij andere patiën
ten geen overlast bezorgen en
zelf geen overlast van anderen
ervaren. Integendeel dat zij
elkaar kunnen helpen.
Men begint er van terug te
komen om ziekenhuizen alleen
in te delen in afdelingen per
specialisme (het zgn. S-mo-
del). Professor Hattinga Ver-
schure propageert het P-mo
del, een indeling naar de be
hoefte aam verzorging. Hij
komt aldus de directeur-pa
tiëntenzorg in Breda, „tot de
groep die speciale verzorging
behoeft (b.v. bewaakte hartaf-
deling), de groep die een ge
deeltelijke verzorging nodig
heeft (b.v. wel zichzelf kan
wassen en zelf kan eten) en
de groep die een geringe ver
zorging nodig heeft (je zou ze
kunnen vergelijken met hotel
gasten). Een ideaal dat mij
wel voor ogen staat, maar dat
wel nooit te verwezenlijken
zal zijn, is om in dat P-sys
teem nog die patiënten bij
elkaar te leggen die goed op
elkaar passen. Dat leidt tot de
minste spanningen en dus tot
weer een mogelijkheid om tot
een optimale verpleging te ko
men."
Wanneer de verpleegkundi
gen zioh moeten kunnen op
stellen als mens zullen ze ook
hun eigen gevoelens moeten
kwijtraken. Drs. Melcherts:
„Ze mogen die van mij ook
aan de patiënt of diens familie
tonen mits ze voor de patiënt
niet schadelijk zijn. Ze mogen
hun emoties tegenover de pa
tiënt niet uiten om er zelf
„beter" van te worden. Uiten
van emoties door anderen kan
op een aantal patiënten een
verhelderende werking hebben.
De verpleegkundige zal door
met zijn emoties te werken
een gevoel van herkenning bij
de patiënt oproepen, wat zijn
werk ten goede komt. Hij kan
er door leren begrijpen dat
ook een patiënt (in diens
noodsituatie) behoefte heeft
zich eens te uiten. Verpleeg
kundigen moeten daarom ook
mensen zijn die kunnen luiste
ren op het goede moment. Erg
moeilijk, maar in feite essen
tieel voor de verpleging. Ze
moeten in hun werk de tijd
Een heel andere taak voor
deze directeur-patiëntenzorg
ziet hij in het goed laten func
tioneren van overlegstructuren
op alle niveaus. Gezamenlijke
directieverantwoordelijkheid
vraagt om gezamenlijk overleg
waarin ieders inbreng even
belangrijk is. Regelmatig
overleg tussen hoofden van
diensten onderling en geza
menlijk met de directie maakt
afstemming van taken moge
lijk. Jong gediplomeerde ver
pleegkundigen vormen vaak
een vergeten groep in het zie
kenhuis en vallen buiten veel
overlegsituaties. Leerling-ver
pleegkundigen hebben er vaak
moeite mee om de juiste we
gen te vinden om met hun
vragen ergens terecht te kun
nen.
„De praktijk in de zieken
huizen is, dat de communicatie
vaak slecht verloopt. Ook het
overleg over de behandeling
van Je patiënt kan in veel
gevallen beter. In het Ignati
usziekenhuis kent men al eni
ge jaren op enkele afdelingen
psycho-sociale teams waar de
behandeling per patiënt door
verpleegkundigen, psycholo
gen, pastores en maatschappe
lijk werkers wordt besproken.
Dat is uitstekend. Aan dit
overleg nemen ook medisch-
wetensohappelijke mensen in
het ziekenhuis deel. Het prin
cipe is. dat de mensen die met
de patiënt te maken hebben
hun werk op elkaar afgestemd
9 Drs. Melcherts: „Lering trekken uit klachten
verrichten", aldus de directeur
patiëntenzorg.
Hij is eerlijk genoeg om
toe te geven, dat zijn functie
ook een bedrijfseconomische
kant kent. „Wanneer de ver
zorging optimaal is zijn de pa
tiënten eerder genezen en
daalt het aantal verpleegdagen
van de gemiddelde patiënt.
Dat betekent, dat geleidelijk
het aantal bedden per zieken
huis kan worden verminderd
en-of dat een aantal zieken
huizen gesloten wordt. Het
houdt ook ln, dat men het
personeel betere werktijden
kan geven, beter kan laten
functioneren. En dat heeft
weer zijn invloed op de ver-
pleegprestaties. Een duidelijk»
wisselwerking in het belang
van de patiënt".
WIPPEL HOUBEN
OMANTIEK IS
(Van een onzer verslaggeefsters)
I geen baan wordt zo geïdealiseerd als die van ste-
rdess. Er hangt een waas van romantiek omheen,
ens eerlijk, hebt u mevrouw, als jong meisje, niet
Slang met zekerheid geweten, dat u later stewar-
ou worden?
nde u niet van vliegreizen naar exotische landen, van
jnappe piloten en van luxueuze hotels? Een soort gesa-
Cvakantie dus, die zo af en toe wordt onderbroken om
ESe» gastvrouw te spelen. Gastvrouw in de lucht. Een goed
en een vriendelijke glimlach, meer heb je niet nodig.
I (w jongemeisjesdroom er niet ongeveer zo uit?
'n bezoek aan het L p
dioze serie keukens, smaakte
s. Onze interieur specialisten
advies. Een bezoek aan het.
ens en vele andere artikelen;
natuursteen, sauna's, sanita'
intatie aanvragen, doormidde
KENS-NATUURSTEEN-VLOEREN
ÏEN-SANITAIR-SAUN A'S-
ADVIEZEN
i of werkelijkheid? Is
p van stewardess nu
luxe luize-leventje?
jen de mensen die zeg-
arardess? Serveerster
ht zul je bedoelen",
[elijk? Omdat te onder-
heb ik me één daig in
kige uniform gestoken
Trardess van Limburg
op een retourvtaoht
jonden.
i kreeg ik de nodige
van chef-stewar-
Waber. Toen bleek
i met een betoverende
een redelijk uiter-
ver komt.
leid;
ftpb
t opvalt, ala je
e van de vliegerij
geriatrische kliniek aan de
dat iedereen
dient van een taaltje,
van het Nederlands
maar dat doorspekt
igelse termen. In het
I^^^KUnl;! dat een buiten
staander, en dus ook mij, erg
eigenwijs en gewichtig doene-
r;g in de oren. Je went er
echter al gauw aan. Halverwe
ge die dag sprak ik ook van
als ik het mini-
keukentie aan boord bedoelde.
Of had ik het over „dumpy"
toestel nogal schom-
de lucht. Ik knipper
de zelfs niet met mijn ogen
^^^■ne me vroeg de „pu
blic ■ires- (het omroepen
van het welkomstwoord etc.).
j te doen. Ik hoorde immers bij
de, jpev. (bemanning) al
s het dan maar voor even-
jdat een Fokker F27
fca maar een eenvou-
«ge-Tnst is, leerde ik in één
middagje het noodzakelijke
over de „flight safety" (wat je
moet Boen in geval van nood
de veiligheidsvoorschrif-
^^fct hoef je in een jum-
H»t niet te proberen. Na enig
prfenen wist ik hoe de diverse
deuren open en dicht gaan,
hoe de brandblussers en het
zuurstofapparaat werken,
waar ar, es in het keukentje te
vinden is, hoe de verschillende
formulieren dienen te worden
ingevuld enz.
Precies om 7 uur in de och
tend van de bewuste dag (een
uur voor vertrek) meld ik me,
onberispelijk in het pak, op
vliegveld Beek. De passagiers
lijst en de andere formulieren
liggen al klaar. Rennend door
de striemende regen hand op
het petje om de wind geen
kans te geven, bereiken Josine
en ik de machine, die klaar
staat >or vlucht HF 101 naar
het vliegveld Gattwick bij
Londen. We controleren of in
alle stoelzakken een kaart
aanwezig is met de voorschrif
ten voor noodgevallen, of er
een zakje in zit voor lucht-
zieke passagiers enz. We leg
gen schone papiertjes over de
hoofdeinden van de fauteuils
en daarna kijken we snel de
inhoud van de E.H.B.O. trom
mel na. In het keukentje ligt
alles op z'n plaats. Er zijn
voldoende papieren servetten
en plastic glaasjes en beker
tjes om alle passagiers ver
schillende malen te laven. Dan
brengen de mensen van de
bevoorrading de containers
met heet water en vers gezet
te koffie aan boord. De kant
en klaar ontbijten en dito di
ners voor die avond, keurig op
plastic plateaus en verpakt on
der cellofaan volgen.
De beide piloten komen aan
boord. Weer een tegenvaller
voor romantische droomster
tjes: de gezagvoerder is geen
gebronsde jonge vent, maar
een vriendelijke, stram, recht
op lopende, in een wijde
groenloden jas gehulde man
van 65 jaar. „Captain Sluyter",
zegt hij en drukt m'n hand
bijna tot moes. „Een man met
een enorme vliegroutine",
fluistert Josine me toe. „Hij
vliegt „1 bijna 45 jaar, waar
van ongeveer 10 op een Fok
ker Friendship". De co-piloot
benadert het ideaal beeld
meer: He .k van Asbeck is 22
jaar, blond en nog niet zo lang
van de luehtvaartschool. Nu
9 en dan weer terug voor nieuwe porties
VER TE
wordt het haasten, want daar
zijn de passagiers. Met z'n
twintigen zullen ze de cabine
ongeveer voor de helft bezet
ten. Bovenaan de vliegtuigtrap
verwelkom ik ze. Josine pakt
jassen aan en legt die in het
bagagerek. Als iedereen zit ga
i'k vlug rond met de snoepjes
voor-de-start en de kranten
van die ochtend. Josine wijst
de mensen via de omroepin
stallatie op de voorschriften
zoals het niet roken tijdens de
start en het vastmaken van de
stoelriemen. Ze herhaalt alles
in het Engels. We controleren
of niemand toch een branden
de sigaret in z'n mond heeft
en of de riemen goed vastzit
ten.
Inmiddels taxiet het vlieg
tuig naar de startbaan. We ge
ven aan de cockpit door, dat
allies O.K. is en gaan dan zelf
zitten. Ik op het klapstoeltje
bij de ingang, vanwaar ik de
hele passagierscabine kan
overzien. Dat eisen de voor
schriften. Het toestel vermeer
dert vaart en bij zo'n 200 km
per uur zijn we eensklaps los.
Het weer is nog steeds erg
slecht: er staat een flinke
wind tegen en de regen klet
tert tegen de ronde raampjes.
Tijd om daar op te letten is er
echter niet. Hoewel we vol
gens het „fasten your seat-
belts"-licht nog niet uit onze
stoelriemen mogen, gaat Josi
ne al naar het keukentje. Ik
wil niet achterblijven en maak
me ook los, klap het bankje
omhoog en worstel me moei
zaam door het sterk hellende
en daarbij ook nog schomme
lende toestel naar voren, naar
mijn domein-voor-een-dag. Jo
sine schenkt koffie en ik deel
de ontbijten uit Telkens twee
tegelijk en dan weer terug
voor nieuwe porties, Josine
loopt «geroutineerd en gemak
kelijk door het toestel. Last
van het slingeren en de hel-
lingshoek schijnt ze niet te
hebben.
Dan heeft de machine zijn
hoogte bereikt: 3000 meter.
Wat later dan normaal vanwe
ge het slechte weer. Buiten is
niets anders te zien dan een
dichte, grauwe wolkenmassa.
Josine helpt een mevrouw die
luchtziek is geworden. Bleek
jes zit ze erbij, maar Josine
weet wat haar te doen staat.
Ik deel de landingskaartjes
uit, die voor de immigratie
dienst op Gattwick bestemd
zijn en even later serveer ik
wegwerpglaasjes jus d'orange.
óézVcöupon
Eindhoven. b(0chure
Stuur <vi>) ee r [echte0 pi
alle det^'*S cen hdmaa
delen van een
naam
U nunt ou«
verzekenngsa'dehn»
•gracht 1 - Eindhoven - Tel-1