Van zesde klassers Ste. Marie
HERINNERING AAN VROEGER
rnesto Geisel gaat moeilijke jaren tegemoet
BRAZILIË: LAND VOL MYTHES
kleine
stem
De was
Onweek
Ritje
STOUTE VOS
EEN PATRIJS
WIL OP REIS
Vechtende vrouwen
Tuberculose
Rijken steeds rijker
Woensdag TO april 1974
SëiUELAl
^yj2S68
^^sUceaafm
~^JSy^"Te!éiTpt§l|||
^0* Fortalez^^
Jf BRAZILIË DedfJ
K. SalvGdotó|l|
boiiviaW" brasilia®
t ~~jl> BeloHorizontelifli
l /TT Jltlll
hw'SOO
1 x^^Riódilanéïrö^
(APGt'NTlNII
I Jongens uit de zesde klas
Van „Ste Marie" in Huyber-
gen kregen als opdracht in
«en van hun opstellen iets 5n06p|6S
te vertellen over hun eerste
■jeugdherinneringen. De
meeste jongens wisten nog
iets uit hun kleutertijd. Ze
schreven onder andere het
volgende:
Toen ik klein was. kreeg ik
op een dag zin in een snoepje,
Ik keek op de kast en wat zag
ik daar: een doosje. Ik
maakte het open en zag er
snoepjes in liggen en zei:
„Josje moet jij ook een snoep
je hebben". Hij zei: „Geef
maar". Mama hoorde het en
sleurde me mee en zei tegelij- LanQDOOt
kertijd: „Naar het ziekenhuis
vlug, want die snoepjes waren
pilletjes". Toen we in het zie
kenhuis waren pomptein ze mijn
maag leeg. Naderhand bleek
dat ik niets opgegeten had.
Henri Koels
Juj Langpoot zo noemden
we haar, omdat ze zulke lange
benen had. 's-Morgens kwam
ik op school. Juffrouw Lang
poot stond bij de deur. Ik
rende met mijn vrienden naar
de zandbak. Daar gekomen
gooide ik al het zand over de
stenen. Ja jongens je moet we
ten dat ik nog een echte snot
aap was. De juf had het ge
zien en kwam als een razende
op mij af. Ik zag, dat de juf
kwaad was, want dat kon je
altijd merken, aan haar stijf
getrokken neus. Ik kon ner
gens heen, want er lag een
bloementuin voor me en als ik
daar door liep moest ik naar
het hoofd van de school. De
juf kwam nader. Ze was zo
kwaad dat ik de rillingen in
mijn benen kreeg. Tenslotte
besloot ik door de tuin te lo
pen. Als een hazewind rende
ik door de tuin, maar wat ik
niet verwachtte dat de juf het
zelfde deed. Ze vloog met
haar lange benen achter mij
aan. Tenslotte had ze me nog
gevangen. Uiteindelijk moest
ik na afloop naar het hoofd
van de school. Denk maar dat
ik die avond vroeg in bed
lag.
Harold van Bremen
schok. Ik liep door alle sloten
en plassen en daar was ons
huis en de hond. Ik ging op
mijn tenen staan en duwde de
kruk naar beneden. Ik was
binnen. Hé wat was het
hier droog. Ik kreeg een veilig
gevoel.
IV. Voermans.
Leslie Magnus uit Vogelwaarde tekende een paashaas met veel mandjes vol paaseieren.
tekening was zo groot, dat we niet alle mandjes in de Kleine Slem kunnen afbeelden.
Ik was zowat vier jaar en
mijn vader had pas een nieu
we tractor en ging wat halen.
Het was prachtig weer, de zon
scheen en de vogels floten dat
het een lieve lust was. Ik
stond te springen om mee te
mogen, maar mijn vader vond
het niet goed. Ik dacht na en
vroeg aan de hand of hij wou
helpen, helaas zei hij niets te
rug. Ik besloot in alle ernst er
achter aan te gaan, precies de
verkeerde kant. Het was een
hele trip maar toch was ik al
gauw in het bos. Het lag daar
als een groen rustende reus en
door dit aanzien werd ik lui,
ging liggen en sliep in. Ik
werd wakker door een gewel
dig geraas en gedonder. De
hemel lichtte en de bliksem
leek als een vlammende speer,
die de aarde wilde doorklie
ven. Ik werd bang en begon te
rennen zo vlug mijn kleine
beentjes konden dragen. Ik
rende of ik het onweer van
me af wilde schudden. Ik ren
de harder en harder. Daar was
een weiland. Ik probeerde on
der het prikkeldraad te krui
pen, bleef haken en kreeg een
Het was 's-middags en de
zon rustte achter de wolken.
We hadden pas de tuin gemest
en dat vond ik wel interes
sant. De volgende dag besloot
ik maar eens een kijkje te
nemen. Ik dacht: „Wat is dat
nu voor een vreemd spul en
het ruikt ook niet zo al te
best". Ik pakte een klodder en
begon er mee te kneden. Het
was nogal sappig. Tenslotte
had ik er genoeg van en veeg
de mijn handen aan mijn
broek af. Maar wat was dat
wat een vlekken. Oh, oh,
dat mag mams niet weten,
want dan zwaait er wat. Ik
rende als een bezetene naar
binnen en deed mijn broek in
de wasmachine. Snel pakte ik
een pak waspoeder en kieper
de alles erin, zette hem aan
en liep naar boven om een
schone broek aan te trekken.
Toen ik terug kwam kreeg ik
niet iets plezierigs te zien.
Bijna de hele keuken was één
schuimbad. Een momentje
stond ik te twijfelen wat ik
moest doen. Ik wou alles snel
opruimen, maar daar kwam
niks van in, want daar stond
mijn moeder. Hoe het afliep
zal ik maar niet vertellen,
maar dat mijn lichaam een
paar mankementjes had dat
mag je gerust wel weten.
Robert Koch.
De melkboer kwam altijd
met een slak. 's-Morgens ging
ik mee naar de melkboer en
hij kwam weer met de slak.
Hij was druk bezig met mijn
moeder maar ondertussen
stapte ik in de cabine. Het
sleuteltje zat er nog op en
zonder ik het wist trapte ik op
de pedaal en de slak schoot
vooruit. Er stond een nieuwe
wagen voor de slak en ik reed
er achter op. De melkboer
schrok zich een hoedje maar
het was te laat. Hij trok mij
eruit en zette de slak in zijn
achteruit. Het ging langzaam
maar hij ging los van de wa
gen. Er waren flessen kapot
en er 'zat een verschrikkelijke
deiik in de auto en in de slak.
Dit was het einde van een
fijne, maar korte rit.
Hans Nouws.
Claire de Schepper uit Chaam tekende deze lachende paashaas.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini li iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii minim minium iiiiiiiiiiiiK ui uiiiiiiiiiiiiiiiui ii ■iiiiiiiiitiiitf
Er was eens een vos
De vos was bang voor de
boer.
Hij houdt veel van kip.
De lente is nog niet voorbij.
Op een goed dag was het len
te.
De vos was blij.
De vos had jonge vosjes
Ze speelden in de wei.
Rudi van Oers.
7 jaar.
nu minium milium ui minimum
Er was eens een patrijs
Die was eigenwijs
Want hij wilde op reis
Maar haar man Thijs
Was wel wijs
Hij zei: „Jij gaat niet op
reis
Dus ging ze niet op reis
En in plaats daarvoor kreeg ze
zalig ijs
Voortaan "was ze nooit meer
eigenwijs
En ging ze nooit op reis.
Pim Kamp,
Rijsbergen.
eindredactie: rieja van aart E
muuuuuiuuuuuiuiuuuuuumiuuuuuuuuiuuuuuuiuiuumuuuuïi
Een enorm aantal leuke versierde paaseieren, gedichtjes
en verhaaltjes is tot nu toe al voor de paaswedstrijd bij
ons binnengekomen.
Jongens en meisjes van allerlei leeftijden hebben naar ons
een werkstuk gestuurd. Er zijn ook weer enkele klassen
van scholen, die bij ons een grote enveloppe vol mooie
paaseieren hebben laten bezorgen.
Jullie zullen begrijpen, dat het een groot karwei is om uit
al deze mooie werkstukken de meest originele te kiezen.
We zijn heel hard aan het werk om alles voor de volgende
week rond te krijgen, zodat jullie woensdag na Pasen in
de Kleine Stem kunnen lezen wie er een groot chocolade
paasei hebben gewonnen.
BUENOS AIRES Het Bra-
iliaanse bewind onder leiding
van de nieuwe president gene-
al Ernesto Geisel gaat waar-
chijnlijk de moeilijkste periode
gemoet, sinds tien jaar gele
den de militairen de macht
overnamen. Al aan het eind
van de regering van generaal
Medici kwamen steeds vaker de
nteme tegenstellingen naar
voren. Het afgelopen anderhalf
jaar lieten zelfs trouwe pala-
"nen van de militaire dicta
atuur hun protesten horen. Zo
irkende achtereenvolgens de
president van de Hoge Raad,
iliomar Baleeiro, stelselmatige
verkrachting van wetten, trad
en minister van landbouw af
„uit protest tegen de pro-im-
erialistische landbouwpolitiek
en bevestigde voor het eerst een
Jiinister, J. Passarinho van On
derwijs, het bestaan van marte-
gen. (Begin november 1973).
Jit is evenwel kinderspel bij
vat Geisel te wachten staat.
Jroeiende economische moei-
1 kjkheden en met name de for
se prijsstijgingen van de olie
dreigen een einde te maken
het zogeheten economisch
vonder. Om de voornamelijk
"oor buitenlands kapitaal ge
arceerde industriële groei (vo-
jaar ruim 13 gaande te
dan dat de kans dat deze klap
te boven kan worden gekomen
door het opvoeren van de ex
port of het afremmen van an
dere importprodukten gering
is. Integendeel, zelfs wordt
verwacht dat de in Brazilië zo
bevoorrechte auto-industrie
(Europees en Noordameri
kaans) zijn exportprognoses
niet zal kunnen waar maken en
dat verscheidene ontwikke-
de voorbode worden gezien
van de ernstige moeilijkheden
waarmee de nieuwe president
te kampen krijgt.
Het in gevaar komen van het
„economisch wonder" zal ook
de positie van zijn schepper,
de militaire dictatuur, aantas
ten, Het „economisch wonder",
wat een nogal bedrieglijke be
naming is voor de officiële the
orie van „concentratie van
zu Medici wel moest erkennen
dat „het met de economie
goed gaat. maar met het volk
sleoht gaat". Om zijn theorie
over „Groei is concentratie" te
verdedigen durfde daarente
gen vorig jaar de minister van
Financiën Antonio Delfim Net
to vol te houden, dat ondanks
de grote verschillen „toch al
len zich verbeterd hebben".
Voor de meeste armen noemde
Het Intersyndicale Departe
ment voor Statistiek en Soci
aal-Economische Studies te Sao
Paulo, kwam aan de hand van
officiële cijfers onlangs tot de
conclusie dat het huidige mi
nimumloon nog niet de helft
van de koopkracht heeft van
het minimumloon van 1958.
Alleen al in de periode begin
1964 (het jaar waarin de mili
taire dictatuur werd geïnstal-
litaire dictatuur en economi
sche wondertjes zijn op ver
schillende terreinen ronduit
desastreus te noemen. Ook al
is vergelijkend materiaal wat
betreft bijvoorbeeld de volks
gezondheid en sociale toestan
den schaars, toch blijkt uit
diverse informaties waaron
der de documenten die vorig
jaar mei de bisschoppen van
Noord- en Middenoost-Brazi-
I houden, was aanvankelijk ge
pland dat dit jaar voor 2.000
[miljoen dollar aan olie zou
[moeten worden ingevoerd. De
extra prijsstijgingen verplich
ten Brazilië nu evenwel voor
dezelfdie hoeveelheid 3.000 a
3.500 miljoen dollar op tafel te
leggen.
Deze enorme hoeveelheid
vorig jaar was slechts 700 mil
joen dollar nodig is even
veel ais de helft van de devie-
zen die Brazilië voor zijn tota
le export krijgt. Daarbij komt
(Van onze correspondent)
„Het spijt me meneer, alles
is vol". Teleurgesteld verliet
de Nederlandse diplomaat
(afkomstig van de Antillen,
zwart van huidskleur) het
chique hotel in de Brazili
aanse stad Porto Aliegre.
Buiten vertelde hij zijn wit-
huidige collega dat ze naar
een ander vakantieonderko
men moesten uitkijken, om
dat alles vol was. Ongelovig
keek zijn collega hem aan.
„Wij zijn buiten het seizoen,
blijf jij hier, ik ga naar bin
nen". En ja hoor, nu bleken
er opeens wel kamers vrij te
zijn.
„Wij hebben een maand door
Brazilië gereisd", vertelde hij
ine, „en slechts een klein
deel van dit enorme land ge
zien, maar men hoeft bij mij
niet meer met het fabeltje
aan te komen dat er geen
rassendiscriminatie bestaat".
De meerderheid van de hon
derd miljoen Brazilianen
heeft negroïde trekken als
je de officiële propaganda
moet geloven, dan is Brazilié
een land waar geen rassen
onderscheid gemaakt wordt.
Zoals de bepaald niet verra-
dicaliseerde Nederlandse di
plomaat tijdens een kort be
zoek ontdekte, is dit slechts
een van de vele mythen,
waarop de Braziliaanse sa
menleving schijnt te zijn ge
bouwd. Men behoeft geen
scherpzinnig waarnemer te
zijn om in Brazilië tot de
ontdekking te komen: hoe
donkerder de huidskleur, hoe
geringer de kans is op een
behoorlijke maatschappelijke
positie. Uitzonderingen be
vestigen de regel en worden
dan ook, zoals de „Zwarte
Parel" Pele, handig uitgebuit
door de propaganda van het
bewind in handen van blan-
en blanke industriëlen,
en blanke industriélen.
Andere mythen? Teveel om
op te noemen. Vanaf de my
the van het „economisch
wonder", waar in dit artikel
op wordt ingegaan, via die
van de metropool Sao Paulo,
die met zijn acht miljoen
inwoners, de grootste indus
trieën, prachtiste snelwegen
en modernste architectuur
deelt met een langzame hon
gerdood voor twee miljoen
van zijn inwoners, tot en met
de mythen die de gecontro
leerde pers dagelijks ver
spreidt betreffende nationa
lisme, topsporters als natio
nale helden, de nieuwste
„Braziliaanse automodellen"
(van Europees of Noordame
rikaans kapitaal), de recep
ten voor exquise maaltij
den (die in de plaats komen
van op het laatste moment
gecensureerde perskopij),
etc.
„Brasil, ik houd van jou",
melden stickers op auto's in
Brazilië. De autobezitter ge
looft in „zijn" Braziliaanse
mythe, zoals hij het geloott
als zijn bewindslieden hem
vertellen, dat er een econo
misch wonder bestaat, dat ie
dereen daarvan profiteert,
dat Brazilië geen derdewe
reldland maar al bijna een
van de grote mogendheden
lingslanden hun invoer van in
dustriële produktem uit Brazili6
wat zullen afremmen.
Voorts zal Brazilië meer land-
bouwprodukten moeten invoe
ren dan was voorzien. Zo le
veren de graanoogsten slechts
1.500.000 ton op, wat een mil
joen ton minder is dan aanvan
kelijk was gepland. In totaai
zal hierdoor 2,7 miljoen ton
moeten worden ingevoerd
Prijsstijgingen en schaarste
van diverse produkten zijn
aan de orde van de dag. Het
recente politieoptreden bij
verscheidene supermarkten in
Rio de Janeiro tegen om een
stukje vlees vechtende huis
vrouwen, kan een beetje als
rijkdom" is altijd een dubieu
ze aangelegenheid geweest. De
afgelopen jaren heeft zij wat
overtuigingskracht veroverd
door groeicijfers van het bruto
nationaal produikt met gemid
deld zo'n tien procent. Volgens
deze concentratietheorie zal
van die rijkdom geleidelijk
wat naar onderen doorsijpelen.
Tot op heden is hiervan wei
nig gebleken en houdt voor
miljoenen Brazilianen het zo
geheten economisch wonder
niets anders in dan ellende,
een voortijdige dood en een
veroordeling van verscheidene
toekomstige generaties tot
eenzelfde lot.
Het is niet zo verwonderlijk,
dat het huidige bewind derge
lijke conclusies negeert, alhoe
wel de ex-president Garrasta-
hij een toeneming van het
jaarinkomen met ruim 20
en voor de meeste rijken met
67
Hoe deze percentages te voor
schijn zijn gegoocheld, is niet
helemaal duidelijk en ook niet
zo belangrijk als uit verschil
lende officiële bronnen blijkt
dat in werkelijkheid de koop
kracht van de armsten de af
gelopen tien jaar voortdurend
verslechterd is. Een sociolo
gisch onderzoek kwam onlangs
zelfs tot de ontstellende con
clusie dat in het noordoosten,
waar bijna eenderde van de
totale bevolking woont, het
voedingsniveau dusdanig snel
verslechtert dat het nu al on
derdoet voor dat in de vorige
eeuw tijden» de formele sla
vernij.
leerd) tot eind 1969 gingen de
minimumloners er in vergelij
king met de kosten van levens-
sonderhoud 44 op achteruit.
Ook de meeste overige loon
trekkers moesten in wat meer
of mindere mate de buikriem
aanhalen.
Een kleine groep beter ge
schoolde elite-arbeiders zag
daarentegen zijn reële inko
men flink verbeteren. Alhoe
wel tijdens de afgelopen vijf
jaar de inflatiegolf van het
begin van de zestiger jaren
fors is teruggebracht tot bijna
het gemiddelde van de vijfti
ger jaren, blijven de percenta
ges gemiddeld 20 ook in
1973 al wordt officieel minder
opgegeven toch telkens ver
boven de geplande cijfers.
De gevolgen van tien jaar ml-
lië uitgaven en de cijfers van
de volkstellingen in 1960 en
1970 dat de levensomstan
digheden voor de massa Brazi
liaanse armen er beroerder op
worden.
Terwijl jaarlijks hogere mili
taire uitgaven mogelijk (en
nodig) blijken, neemt het per
centage van de nationale be
groting dat aan volksgezond
heid wordt besteed, af. Zoals
het ministerie van Volksge
zondheid vorig jaar bevestig
de, lijden van de 100 miljoen
Brazilianen er nu al meer dan
40 miljoen aan actieve of pas
sieve tuberculose, zijn er naar
schatting 30 miljoen aangetast
door de ziekte van Chagas
„Pele, handig uitgebuit door de propaganda van het be
wind in handen van blanke generaals, blanke politici en blanke
industriëlen"
(dodelijk, wordt overgebracht
door en insekt) en hebben
veertig procent van de 21 mil
joen kinderen beneden de zes
jaar psychische afwijkingen
(voornamelijk tengevolge van
slechte voeding).
Voorts wees eind vorig jaar
een onderzoek uit, dat bijvoor
beeld in de Vallei van Jequi-
tinhona in de staat Minas Ge-
rais de kindersterfte is opgelo
pen tot 27,5 dat 45 van
de bevolking is aangetast door
de ziekte van Chagas en dat
de gemiddelde leeftijd de 35
Jaar niet overschrijdt.
Toch is het Braziliaanse „eco
nomisch wonder" een realiteit:
zij het dan voor de buiten
landse investeerders en voor
de vijf procent van de bevol
king (nog altijd vijf miljoen
personen) die zijn aandeel in
het nationaal inkomen zag op
lopen van 27,4 in 1960 tot
36,3 in 1970. Het aandeel
van de nationale koek voor de
betere middenklasse (15
van de bevolking) bleef met
ongeveer 27 nagenoeg ge
lijk, wat gezien de groei van
het nationaal inkomen voor de
meesten van hen toch ook een
positieverbetering inhoudt. De
rest, tachtig miljoen Brazilia
nen (80 moet de prijs van
de uitbuiting opbrengen. Hun
aandeel in het nationaal inko
men daalde van 45,5 tot
36.8 de dertig proeent arm
sten van de bevolking moeten
met slechts 6,22 genoegen
nemen.
Een zo mogelijk notg duidelij
ker beeld van de superuitbui
ting waarmee het „economisch
wonder" voor een minderheid
gepaard gaat, toont het voort
durend stijgend aantal arbeids
ongevallen, dat in 1972 opliep
tot 5.000 per dag. Deze ander
half miljoen arbeidsongevallen
per jaar zijn, aldus het minis
terie van Arbeid, voornamelijk
een gevolg van het overtreden
van de voorschriften betref
fende veiligheid, hygiëne etc.
In het derde en laatste artikel
wordt ingegaan op de buiten
landse steun aan het Brazili
aanse bewind.
Jos Schurinft
r
V