Steeds meer mensen halen kunst in huis Marnix Gijsen in de prijzen KROEGREKENINGEN WEVEN HOBBY Was Guido Gezelle vrijmetselaar? JB)°* GEBROEDERS GRIMM j'ïL s», T ijdschrift KUNSTUITLEENBUREAUS IN BRABANT EN ZEELAND eleid £2J\ 'm Zaterdag 9 maart 1974 te* fc fe 0 FNZ of Federatie vam Ne derlandse Zangersbonden (3000 koren met 105.000 le den) wil in het vervolg de jtem zijn van het amateuris tisch muzielcgebeuren bij al len, die een nieuw cultuurbe leid voorstaan in het gehele welzijnsbeleid. Kees Veer kamp is directeur van de FNZ geworden. t PRINS Bernhard krijgt op 29 maart in het Van Gogh- museum te Amsterdam de beste persfoto 1973 aangebo den door de stichting World Press Photo Holland. 1 JOOP Liesker exposeert tot 1 april tekeningen in 't Weefhuis te Nuenen. t IN ZIJN boeken lees je er gemakkelijker over. Dat stond op deze pagina, vorige week zaterdag n.a.v. het boekje „Zo jk iets ben" (over Couperus) van Kees Fens. Deze zin moest luiden: In zijn boeken (i.c van Couperus) lees je er gemakkelijker overheen. Door genoemde misdruk-zin zou het boekje van Fens in één klap ontkracht worden. Het tegeno vergestelde was de bedoe ling. 0 TOM Sawyer is terug als toneelstuk voor de jeugd. Het Koninklijk Antwerpse Jeugd theater gaf afgelopen week de première. Maar tot en met za terdag 23 maart wordt het nog iedere woensdag om 15 uur en zaterdags om 10 en 15 uur gespeeld. Ga er eens heen met uw kinderen. 0 INTERNATIONALE prijs voor architectuur, georgani seerd door Eternit, kreeg 153 inzendingen, waarvan uiit Bel gië en Luxemburg 71, uit Ne derland 59 en Engeland met 23. De inzendingen zijn te zien op de komende Bouwbeurs in Utrecht, waar minister Gruy- ters op 20 maart de prijzen zal uitreiken. S SAM Parabirsintgh uit Dongen exposeert, samen met Marianne Souwerbren tot en met 24 maart in galerie Eijl- ders te Zandvoort. 1 TULPOMANIA heet een tentoonstelling van 5 april tot tn met 9 juni in het Frans Halsmuseum te Haarlem. Een expositie opgebouwd rond het vorig jaar verworven Tulpen- boek met 49 aquarellen, in 1643 gemaakt door Judith Leyster. 0 SOUTH Pacific, een musi cal die het op Broadway 1.925 keer heeft gedaan, gaat vana vond 9 maart om 20 uur in première bij de Koninklijke Vlaamse Opera te Antwerpen. Andere voorstellingen 10, 15, 17, 24 en 31 maart. „Younger than Springtime". GERARD Ter Borch, de befaamde 17e-eeuwse kunst schilder krijgt van 9 maart tot 28 april een grote tentoonstel ling in het Mauritshuis te Den Haag. Samen met het Landes- museum Münster werd deze belangrijke expositie opge zet. GEHANDICAPTE kinderen die graag zingen, blokfluit of een ander instrument bespelen krijgen twee muziekweken, georganiseerd door de Vereni ging voor Huismuziek. De bei de cursussen worden gegeven in Arnemuiden en Gilwell St. Walrick (ink tel. 030 310679). In Brabant en Zeeland ko men de zogenaamde artoteken (kunstuitleenbureaus) duide lijk van de grond. Dat wil zeggen: steeds meer mensen maken gebruik van de moge lijkheid om een oorspronkelijk kunstwerk in huis te halen voor een geringe huurprijs. Leo Pot van de Tilburgse ar- toteek: „Opmerkelijk is, dat er een nieuw soort publiek be langstelling krijgt, de kaas boer van de markt bij ons kul- tureel sentrum, om een voor beeld te noemen, komt hier nu regelmatig binnenlopen om een schilderij mee naar huis te nemen". En Grietje van den Heuvel van de artoteek te Goes: „Opvallend is, dat vrij veel jongeren, scholieren, ge bruik maken van de mogelijk heden van onze artoteek". De culturele raad van Noord Brabant heeft onlangs een goed stuk gemaakt, waarin de organisatie van de artoteken uiteengezet wordt en de pro vincie geadviseerd wordt door middel van subsidies deel te nemen aan deze opmerkelijke vorm van kunstspreiding. In Zeeland heeft de provincie het vorig jaar de artoteek van de Stichting Beeldende Kunsten Zeeland een tweejarige aan loopsubsidie verleend. In Bra bant functioneren die van Den Bosch en Tilburg al enige tijd goed, terwijl in Breda, Bergen op Zoom en Eindhoven in de komende maanden artoteken gaan draaien. Het initiatief om tegen een gering bedrag een of meer kunstwerken in huis te halen (lenen) is jaren geleden in Amsterdam begonnen door Pi- oter Kooistra. Op een tiental plaatsen in ons land werd ge leidelijk aan deze methode na gevolgd. Inmiddels is er een federatie van uitleenbureaus ontstaan (FUB), waaraan CRM subsidie verleend, als aan bepaalde eisen voldaan is. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten. Het publiek kan HOLLANDS MAAND BLAD -315: Gedichten zijn onbegrijpelijk of omdat ze met die bedoeling geschreven zijn, of omdat ze niet deugen, of omdat wij dat alleen maar zo vinden. Dat zegt Guepin in zijn bijdrage „Waarom". Daarbij gaat hij uit van Man- delstams tekst: Als men over verzen nadenkt moet men niet de vraag „waarover?" beant woorden, maar de vraag „voor wie?" of „waarvoor?". J. Bies heuvel vertelt „Hoe ik bij de krant kwam" en S. Kuik geeft nog een aflevering van „De held van het potspel", dat bin nenkort als boek verschijnt. Paul van 't Veer schrijft over „Muiltatuli als romantisch ge nie", prikkelbaarder dan gewo ne mensen, zoals genieën blijk- baar zijn. Battus maakt een „Reis naar toen" en poëtische bijdragen worden voor dit nummer geleverd door Elisa beth Bedijs, H. Vos, Gerard fan Klinkenberg en Sjef van Esch (HM, Nobelstraat 27 Den Haag). TONEEL TEATRAAL - 2: «Waar heb je dat nou voor nodig: een buitenlandse regis seur hierheen halen om N.B. in vier en een halve maand repe- titietijd de grootste flop van dit toneelseizoen te regisseren?" Dat vraagt de redactie zich af en tracht in enkele bijdragen een antwoord te vinden op de voorstelling van Penthesilea vam Von Kleist door Toneelraad «otterdam onder regie van de Oostduitser Fritz Marquardt. verder vraagt Amt Bezij zich Wie zijn de vijanden vah LLTwee? („Het is mogelijk «at Limburg heeft geleerd van «rabant (i.e. Proloog), dat je Je als overheid niet ongestraft kunt inlaten met de inhoud, die een toneelgroep wil ?^d8en"). Op een „zwarte Bladzijde" wordt stelling geno- ?dn tegen het plan om in msterdam een Internationaal aattheaterfestival te organi- fïre"' „Met de essentie van eater heeft het weinig te «den Aapjes kijken" (TT bus 58 Groningen). Jan Albert Garis beter be kend als Marnix Gijsen (74) krijgt de belang rijkste Nederlandse litera tuurprijs. Hij treedt daarmee in het voetspoor van Teirlinek en Streuvels. Tekenend: de prijs als schouderklop achter af. Er verscheen weliswaar enkele maanden geleden nog een verhalenbundel (De Grote god Pan) van zijn hand, maar toen constateerden we al, dat Gijsen als schrijver niet meer meegegroeid is met zijn tijd. Nu is Gijsen alitijd eem wat archaisch schrijver geweest; zowel in zijn levenshouding als in zijn literaire werk toon de hij zich bewonderaar van de oude klassieken. „De mens is maatstaf van alle dingen. De natuur is een uitdaging; een ergenis, die wij moeten overwinnen", is een uitspraak van hem. Bovendien heeft hij in zijn leven de ontwikkeling meegemaakt van jong katho liek dichter (loflitanie van de H. Francisous '20) tot bewuste agnosticus. Zijn afrekeninigsro- mans getuigen ervan. Een groot deel (vanaf '40 tot voor enkele jaren) van zijn leven bracht hiij door in Amerika; hij is nu ere-ambassadeur. Bijna jaarlijks kwam hij met een boek; doorgaans zeer auto biografisch van karakter. Zijn bundel verzen The House by the Leaning Tree ('65) be schouwde hij als zijn testa ment. Tot zijn opvallendste ro mans kunnen gerekend wor den Joachim van Babyion, De parel der diplomatie; Telema- chus, Lucinda en de Lotuseter, Goed en Kwaad; De vleespot ten van Egypte; De lange nacht; Er gebeurt nooit iets: De oudste zoon; In Paradisum. Hoewel veel van zijn boeken bestsellers werden heeft deze gedistingeerde man geen volksliteratuur geschreven, maar wel literatuur, die „ob jectief" gezien voor de prijs der Nederlandse letteren (f 12.000,-) in aanmerking komt, omdat de beoordelende „go den" een bepaalde opvatting over literatuur moeten heb ben. voor weinig geld (Den Bosch b.v. f 6,- per maand voor kunst werken met een waarde totf 150,- f 11 voor een waarde tot f 650 en f 15 voor een waarde tot f 1500, f 20 voor bedrijven, bij andere artoteken liggen de prijzen ongeveer gelijk) kunstwerken huren. Na een half jaar kan de huurder be kijken of het werk teruggaat of eventueel gekocht wordt, waarbij 75 procent van het huurgeld als aankoopsom be schouwd mag worden. Ander zijds ziet de kunstenaar zijn werk functioneren op plaatsen, die hem liever zijn dan mu seums, galeries, e.d. en zijn markt wordt verbreed. ARTOTEEK DEN BOSCH: Alfred Olderaan: „Sedert fe bruari '73 functioneert de Stichting Uitleen, als onder deel van de Gemeentelijke Tentoonstellingsdienst. Een zeer arbeidsintensieve onder neming, waarbij een flinke aanslag op het budget wordt gepleegd. We zijn daarom blij met de subsidieadviezen aan de provincie van de culturele raad. Onze uitleencol'ectie (in totaal ongeveer 500 stuks, waarvan ongeveer 200 in voor raad) is uitsluitend samenge steld uit regionale Brabantse kunstenaars. Er zijn ongeveer 200 abonnees, waarvan het grootste deel niet in Den Bosch woont. Over het algemeen zijn het mensen, die geen kunst in huis hadden en geen tentoon stellingen bezoeken. Toch is het nog een groep, die al op een of andere manier met kunstuitingen verbonden is. Een wat bredere laag vam de bevolking wordt bereikt via de uitleen aan bedrijven, waarvan een tiental geabon neerd is. Om aan bedrijven te kunnen leveren moet je be schikken over een grote voor raad. ARTOTEEK BREDA. mr. C. Bolwerk. „Er is overleg met de landelijke federatie en het West Brabantse Kunste naars collectief (WBK) om een artoteek in te bouwen in het gemeentelijk cultureel cen trum De Beyerd. In het mid den van dit jaar hopen we te starten met een collectie voor uitleen, die zal bestaan uit werk van kunstenaars uit de regio Breda en wat zich van reg elders aandient; daarnaast zal (enkel voor uitleen) een keu ze gemaakt worden uit de Beyerd-collectie en uit de ge meentelijke aankopen via de BKR (contra-prestatie rege ling). Tn opzet, huurprijzen etc. sluiten we ons aan bij de 'andelüke regeling der fe deratie". ARTOTEEK BERGEN OP ZOOM: Jacques van Dorst: „Het collectief van (12) Be roepskunstenaars Bergen op Zoom is momenteel een pand je aan het opknappen om in mei in eigen beheer werk te gaan uitlenen van voorlopig de leden van het collectief. De gemeente reageert positief, maar nog niet financieel. Bo vendien zitten we uit te kij ken naar hetgeen de provincie gaat doen. Ook houden we de ontwikkelingen in Breda in de gaten. We passem oma zoveel mogelijk aan bij de landelijke regeling, beginnen bescheiden en vanuit de reacties hopein we dan verder uit te bouwne. Voorlopig is het parool: begin nen". ARTOTHEEK GOES: Griet je v. d. Heuvel; „Sedert 6 april '73 loopt de artoteek in beheer van een eigen stichting. Beel dende Kunsten Zeeland. Behal ve de provincie, subsidiëren en kele niet alle gemeenten. Het aantal abonnees bedraagt momenteel 101. Ze komen uit heel Zeeland, maar voorname lijk van Walcheren, wiaar van ouds het culturele leven zich centraliseert. Daar komt nu verandering in. We gaan sinds kort twee maal per jaar met de collectie één maand naar Ter nezen, zodat de belangstelling in Zeeuwsch-Vlaanderen ook groeit. Het publiek is nog wat elitair, met een tendens tot doorbraak naar een bredere be volkingslaag. Verheugend is het aantal scholieren, dat belang stelling toont. Ja, de collectie is helemaal gericht op Zeeuwse kunstenaars en bevat ongeveer 350 werken. We zijn aangeslo ten bij de federatie en de prij zen liglgen op landelijk niveau 8,15,en 20,per maand). In de ballotage (selec tie) wordt het publiek betrok ken, waarmee we leuke rva- ringeein hebben". ARTOTEEK TILBURG: Leo Pot: „We draaien sedert september '72. Het aantal a- bonnees bedraagt ongeveer 130 waarvan veertig buiten de stad. De organisatie zit in het totale budget van de zelfstamdigde stichting Kultureel Sentrum, dat door de gemeente gesubsi dieerd wordt. Het lukt, maar er moet wel geld bij. Doordat wij een parttime-kracht (Ma rianne Taminiau) konden aan trekken, die zorgt voor collec tie-aanvulling en abonnemen tenwerving, begint het steeds beter te lopen. In ons Sentrum hangen doorlopend ongeveer 150 werken tentoon, die voor huur in aanmerking komen. We richten ons op de eerste plaats op kunstenaars uit eigen regio, maar stellen ons open voor alle kunstenaars in het land om eenzijdigheid te voor komen. Momenteel: ongeveer 90 kunstenaars waarvan 60 uit de regio. Er is sprake van een nieuw publiek; het komt uit In deze volgorde de middenklasse, hogere klasse en lager bevolkingsdeel. De aankopen beginnen nu ook te lopen". ARTOTHEEK EINDHO VEN: Ank Overweel: „De ruimte in De Krabbedans is er; de organisatie als in Den Bosch is op papier klaar. We wachten alleen nog op subsidie, provincie en ge meente moeten nog bepalen wie welk deel zal subsidiëren. We richten ons alleen op Bra bantse kunstenaars. We begin nen zo gauw als de financiële basis gelegd is". Het is een zinvolle zaak, wanneer provincies en ge meenten artoteken gaan subsi diëren, omdat hier een metho de wordt ontwikkeld, die ge bruik makend van bestaande economische principes welis waar, toch iets blijkt waar te maken van het zo langzamer hand in vele opzichten achter haalde begrip cultuursprei ding. Dat de culturele raad van Brabant GS adviseert de zogenaamde buiten-abonne menten met f 100 per jaar te subsidiëren lijkt juist, omdat daarmee voorzieningen „in de stad" werkelijk regionaal kun nen gaan functioneren, HENK EGBERS „Meneer, ik ben 40 jaar we ver geweest, dat was geen al te beste tijd". Nu is oud-we ver Jansen rondleider in het Nederlands Textielmuseum in Tilburg. Hij demonstreert er op een prettige wijze zijn vroegere vak als hobby. Wan' hobbyisten in het weven zijr er. Er komen er steeds meer De vraag naar weefcursussei neemt toe, maar docenten ont breken. Daarom kwam er overleg tot stand tussen crm, o en w. de Bond van Platte landsvrouwen, de Landelijk Weefcommissie e.d., waaruit een 360 uren tellende bijscho- lingscursus ontstond. Deze is bestemd voor hen, die naast een goede vooropleiding in de textiel aan academies of aan een docentenopleiding reeds weefervaring hadden opge daan. In verband met deze ont wikkeling is er momenteel tot en met 17 maart in het Textielmuseum een expositie „Kadercursus weven" te zien. Dit lijkt een zwaarwichtige ti tel, maar we kunnen iedereen die zo maar interesse heeft tn de weefkunst of stille plannen heeft om het zelf te gaan doen (maar hoe?) een bezoek aan bevelen. Naast talrijke histori sche thuis-weefmachines (tot 300 jaar oud) die alle in werking kunnen worden ge steld, word je er aan de hand van voorbeelden en teksten vertrouwd gemaakt met b.v. handweven, kaartweven, jac quard, bandweven, mechanisch weven etc. Er liggen oude mo dellen, maar ook nieuwe ont werpen en uitgevoerde fraaie tapijten uit de eigen tapisse rie vam het museum. Ontwape nend is de confrontatie met de Jeugdweefkring, voor kinde- ren van 812 jaar, die aan kleine getouwtjes hun eigen tekeningen uitvoeren. Een ten toonstelling om veel ideeën op te doen, wanneer je graag crea tief met textiel bezig wilt zijn. H. E. Na Couperus als occult schrijver, komt er binnenkort ook nog een boek uit over Hitier (ja, weer één) als mis bruiker van occulte machten (De lans van het lot). Inmid dels is door REM REINIERS een boek geschreven over GUIDO GEZELLE, KATHO LIEK VRIJMETSELAAR (uitg. Nijglh en van Ditmar f 20) Het lijkt mode te worden om beroemde of beruchte men sen, waarover men misschien uitgeschreven is geraakt, opeens onder een bepaald as pect te gaan belichten om zo de produktie op gang te hou- Jen. Is Gezelle voor de meeste mensen nog de priester-dich ter, die poëtisch bad tot God en blommekens door zijn ver zen vlocht, Reiniers probeert in dit boek aan te tonen, dat Gezelle vrijmetselaar was. De ze stelling hoeft geen afbreuk te doen aan deze vereerde fi guur. „Gezelle als katholiek ?n als dichter blijven onaange roerd. Alleen wou ik ze groter dan zij waren. Laat Guido Ge zelle eindelijk eens mens wor den". zegt de auteur. De titel van het boek is goed voor een eerste schichti ge reactie. Het begrip „vrij metselaar" heeft na de ban vloek van de r.-k. kerk in de vorige eeuw een beladen in houd gekregen. Maar Reiniers werkt niet vanuit de emotio nele reactie van nu, maar van uit de historische context van de vorige eeuw, waarin he' vrijmetselaar-zijn van Gezeik een andere gevoelswaard' krijgt. Hij analyseert in zijl werk en leven een aantal ver schijnselen, die zijn stellim niet voor 100 procent bewij zen, maar wel een grote waar schijnlijkheid geven. Gezelle past goed in de al gemene trekken, die de vrij metselarij karakteriseren, zeg' hij. Zijn individualisme (ver lossing door zelfverwerkelij king), zijn gebruik van een bepaalde symboliek, zijn ge voel voor vrijheid, broeder lijkheid e.d. worden toegelicht Veel aandacht schenkt hij aan de bekende Confraternity of Broederschap, die Gezelle stichtte met studenten van het seminarie te Roeselare. Enige tijd geleden is de stelling ver dedigd dat hier sprake was van een homofiele samenzwe ring, maar Reiniers' opvatting komt wat geloofwaardiger over: een verhouding van ma- Sonnieke aard. Interessant is de geschiede nis, die Reiniers schetst van de vrijmetselarij, zoals deze zich in West-Europa (i.e. België) ontwikkeld heeft. Veel pries ters waren er lid van, totdat Rome ingreep. Daarna zijn er allerlei pogingen geweest zoals dat in de kerkgeschiede nis meer het geval is geweest om de vrijmetselarij te .dopen". Gezelle zat juist in die overgangsperiode en pro leerde, als andere bekende fi guren, de karakteristieken van deze organisatie binnen r.-k verband overeind te houden. Daarbij vallen namen als kar dinaal Wiseman en Alberdingk Thym, waarbij ook hier de neo-gothiek gezien wordt als een stijl, die gegrond is op de levensprincipes van de vrij metselarij. Gezelle was de mo tor van enkele katholieke gil den in die tijd populair binnen de r.-k. kerk in Vlaanderen, maar het is (nog) niet te achterhalen waar Ge zelles lidmaatschap van een katholieke vrijmetselarij ge zocht moet worden. „Voor mij verandert het beeld totaal, ik zie Gezelle niet meer als een dichter die ook aan actie heeft gedaan, maar als een man van actie, die ook gedichten heeft geschreven. Dan begrijpt men ook waarom hij zo weinig be lang hechtte aan die gedichten op zichzelf', zegt Reiniers. De auteur geeft aan, dat de ze studie vraagt om uitwer king van verschillende punten o.a. een onderzoek naar .die „Vrijmetselarij van de kerk", met hulp van de Grootloge van Engeland, het verband tussen de mystiek van Gezelle en de Ritus van Swedenborg en de achtergronden van de gehei. me gilden rond Gezelle. Voor in Gezelle geïnte resseerden is dit boek interes sant en serieus genoeg om er kennis van te nemen. H.E. Een klein beetje begrip ls toch wel het minste dat je vragen kunt voor het nog op te richten College van Litera tuurrecensenten. Neem de Ne derlandse literatuur. Als we mogen afgaan op de woorden van Gerrit Komrij dan bestaan deze uit een tweepits puin hoop, met op de ene pit sud derend Karl Marx bien cuit, en op de andere een bouillon van huiskamerrekwisieten. Toch worden er van over heidswege jaarlijks zo'n 150 (honderd vijftig!) schrijvers verrast met stipendia, werk beurzen of toelagen, die zeker niet bedoeld zijn om er kroeg rekeningen mee te betalen. Voor een recensent Is het een bijna hopeloze taak om één boek in de maand uit te kie zen, dat de moeite van het bespreken waard is. Treurig! De redactie van het Amster damse studentenweekblad Pro pria Cures (de wieg voor de betere schrijvers) heeft een open brief gestuurd naar het vaardigd. Met de thans be- schikbare middelen zouden wij in dat geval minstens vijf nieuwe prachtboeken per jaar kunnen lezen. Alleen al de twintigste eeuw zou vijfhon derd klassieken opleveren!" Het alternatieve plan dat de redactie vervolgens ontvouwt, houdt in ieder geval een ver betering van het huidige sub sidiebeleid in". Daarom drin gen wij er bij u op aan de verdeling van de gelden zélf ter hand te nemen, te erken nen dat er geen 150 schrijvers in Nederland zijn: voorts slechts die schrijvers voor subsidie in aanmerking te la ten komen die het vak enigs zins beheersen en van wie verwacht mag worden dat ze hun werkplan, ook na het ont vangen van de subsidie zullen uitvoeren. U waarschuwt de aanvragers altijd dat het for mulier van de inkomstenbelas- ministerie van Recreatie en Maatschappelijk Werk. P.C. is ervan overtuigd dat het subsi diebeleid kant noch wal raakt. „Wij menen dat het Fonds voor Letteren dat u in dezen adviseert, al vele jaren ver zuimt na te gaan wie van de aanvragers ook werkelijk een potentieel schrijver ls, wie echt om geld verlegen zit en wat het reële effect van deze subsidieverlening op de Ne derlandse Literatuur is. Vele begiftigden ln 1973 bleken slechts te zijn opgevallen door hun vermogen, hun bijver diensten, hun journalistieke arbeid, hun radio- en t.v.-werk, door publikaties van dertig jaar geleden of door hun rela ties met bekende persoonlijk heden". Het is waar: het Fonds voor Letteren schuift ledereen, die een balpen kan vasthouden maar geld toe en negeert degenen die wéten wat boeken schrijven is. Als ik even de namen doorloop van de auteurs die het afgelo pen jaar 13.000 gulden ontvin gen. word ik toch wel stil. Aafjes, Andreus, Bernlef, Buddlngh, Marco Fondse, Van Geel, Hamelink, Kousbroek, Kouwenaar, Lijsen (nooit van gehoord), Polet, en Schier- beek. Nog afgezien van de li teraire prestaties, of het uit blijven daarvan, blijkt het een vreemde zaak, dat b.v. een leraar Nederlands (Hamelink) of een recensent en leraar to neelschool (Bernlef) nog ln aanmerking komen voor zo'n groot bedrag. De redactie van P.C. heeft niets tegen subsidieverlening. Integendeel; „Al moest u één of twee ton betalen om er voor te zorgen dat een goed boek geschreven werd, dan nog vonden wij dat gerecht 9 Caet Budding. 0 Bert Schierbeek. ting opgevraagd kan worden, om te zien of ze niet meer dan f 30.000,- verdienen. Wij za gen graag dat u in de toekomst die formulieren ook inderdaad eens opvroeg". Als tot een dergelijk strin genter beleid zal worden over gegaan, dan zullen er nog maar weinig schrijvers voor subsidiëring in aanmerking komen. Ik ben de laatste die dat betreurt. JOHAN DIEPSTRATEN. tow-vT v eindredactie henk ejfbers Het verschijnen van een volledige uitgave van de SPROOK JES VAN GRIMM mag wel in de krant. Er zjjn in de loop der jaren heel wat sprookjes van deze Grimm-broeders in een of andere vorm verschenen, maar meestal waren dat selecties uit of bewerkingen van deze wereldberoemde verhalen. De laatste volledige uitgave in het Nederlands taalgebied was in 1940. De uitgeverij Lemniscaat heeft nu weer gezorgd voor een uitgave met een nieuwe vertaling: GRIMM, SPROOKJES VOOR HET KIND EN GEZIN staat gedrukt op het fraai uitgegeven boek, voorzien van talrijke nieuwe, goede tekeningen. Het bijna 500 pagina's tellende boek gaat 42.50 kosten, maar tot 25 maart is het te krijgen voor 28,50. Dat lijkt mogelijk een fikse prijs, maar u krijgt er wel wat voor.... Deze uitgave van de „grote Grimm" bevat alle 200 sprookjes en de 10 kinderlegenden. Een groep van 15 vertalers, o.l.v. C. Taudin Chabot heeft zorgvuldig werk geleverd. Jacob (1785-1863) en Wilhelm (1786-1859) Grimm hebben hun sprookjes ten dele in het Hoogduits gepubliceerd, ten dele in streektalen die uiteenlopen van het Platduits van Mecklenburg en Pommeren tot verschillende ZuidduiLse en Zwitserse dialecten. Voorop stond daarbij een getrouwe verta ling, waarbij niet meer zo alledaagse woorden en lange zinscon structies bleven gehandhaafd. Maar het is allemaal erg goed te lezen. De vele „aangepaste" vertalingen van deze sprookjes in de loop der jaren hadden nogal eens geknabbeld aan de inhou delijke bedoelingen ervan. Die stammen voor een deel al uit de middeleeuwen en dragen dientengevolge ook een ander leefkli maat over. Een wereld waarin realiteit en fantasie (realisme en magisch realisme zouden we bijna zeggen in onze tijd) elkaar overlappen in mensen (IJzeren Hans, Trouwe Johannes, Slimme Griet), plaatsen (palcis, hutje), dieren en dingen. Het aanhang sel van deze uitgave bevat bovendien het voorwoord van de ge- brieders Grimm uit 1819, aantekeningen van Marijke Reesink bij ieder sprookje (geput uit Grimm's Anmerkungen en com mentatoren als Panzer, De Vries, Uyidert e.a.) en een literatuur opgave. Onderlinge samensangen worden daardoor duidelijk, zodat het boek ook voor studie-doeleinden geschikt is. Bovenal blijft het echter een fijn boek voor kind, gezin en school, mede versterkt door de talrijke treffende tekeningen van Victor Bou- ter, Robine Clinget, Belleke Dolhain, Jan Dostal. Peter Hars kamp, Reiniertje Boele van Hensbroek, Margriet Heymans, Paul Hulshof, C. Leeflang-van Oudenaarden, Francien van Westering, S. Wijbenga en Ton Mertens uit Breda, van wie hierboven afgedrukte tekening is. H^t is mischien interessant te weten, dat tot en met 24 maart de illustraties als originelen zijn te zien tn KUNSTZAAL T MEYHUIS te HELMOND. Dagelijks geopend van 14 -17 uur.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1974 | | pagina 21