China op de drempel van nieuwe culturele revolutie
Koning Carl Gustaf van
symbolisch
staatshoofd
RENDIERGEWEIEN TOT POEDER
VOOR VERLIEFDE AZIATEN
De draak van MAO en de
schildpad van Confucius
binnenland
buitenland
Confucianisme
Massabewegin g
Tweede bedrijf
Zelfkritiek
Schoon schip
De glimlach
van Tsjoe
Handtekeningen
Bezwaren
DEN HAAG (ANP) Sinds enkele maanden is
China meer dan ooit in beroering van Confucius.
Niet de energiecrisis of de problemen van het Mid
den-Oosten vormen het brandpunt van de actualiteit,
maar de campagne tegen de Chinese wijsgeer die
meer dan 2000 jaar geleden overleed. Dit anti-confu-
cianisme heeft vooral door toedoen van de pers en
de televisie onwaarschijnlijk geachte proporties aan
genomen. De campagne is de laatste weken gegar
neerd met een nieuwe volkshetze tegen Lin Piao, de
trouweloze maarschalk die verdween nadat hij voor
zitter Mao Tse-Toeng had verraden.
De eens als Chinese kroonprins gedoodverfde Lin
wordt nu gekenschetst als een „discipel" van Confucius-
De Chinese term voor „discipel" werd 500 jaar voor Chr.
gebruikt 0111 de ongeveer 70 volgelingen aan te duiden die
de grote wijsgeer om zich had verzameld-
Het niveau waarop de cam
pagne in betrekkelijk korte
tijd is beland roept herinnerin
gen op aan een nog niet zo ver
verleden, al is ze op bepaalde
punten wezenlijk verschillend.
Binnen de universiteiten en de
fabrieken zijn metershoge af
fiches en mu-urkranten ver
schenen waarop in grote Chi
nese karakters de officieel ge
sanctioneerde doelstellingen
worden uitgedragen. De grote
boekhandels van Peking heb
ben een speciale Confucius-
stand ingericht waar een reeks
van boeken verkrijgbaar is
met kritiek op de oude wijs
geer. Waneer een nieuw werk
verschijnt is de voorraad bin
nen enkele uren uitgeput.
Een buitenlandse diplomaat
die zijn thuisfront enige infor
matie wil verschaffen sloot
zijn rapport af met de vraag:
„Staan we aan de drempel van
een nieuwe culturele revolu
tie"? Enkele weken later
meldde hij in een aanvulling
laconiek: Laat liet vraagte
ken maar vervallen".
Confucius is de Latijnse be
naming voor K'oerug Foe-tse
(Meester K'oeng). Deze oudste
bekende en meest vereerde
wijsgeer van China leefde van
551 tot 479 v. Chr. Zijn leer
en levensverhaal werd later in
vele legenden verweven. Con
fucius luidde de wijsgerige
stroming in, bekend als het
confucianisme, die van de 2de
eeuw v. Chr. tot de 20ste
eeuw nr. Chr. het denken en
handelen van de sociale elite
in China heeft beheerst. In
wezen kwam deze stroming op
het volgende neer: de mens
moet een ethisch besef krijgen
van medemenselijkheid en
wellevendhe.d waardoor de
geïntegreerde persoon door de
uitstraling van zijn deugden
de gemeenschap kan orden en
harmoniseren. De innerlijke
deugden waarop de uiterlijke
verhoudingen moeten berusten
zijn bijvoorbeeld oprechtheid,
onbaatzuchtigheid, medemense
lijkheid, rechtvaardigheid,
wellevendheid en trouw. Deze
en andere uitspraken van de
meester zijn vastgelegd in zijn
wijsgerig testament Loen-ju
(Gesprekken) of, in de Latijn
se benaming. Analecta. Hoe
wel de staatsstructuur in het
China van Mao anders is dan
de gangbare westerse structu
ren hebben deskundigen al
eerder geconcludeerd dat de
politieke en sociaal-economi
sche veranderingen in de 20ste
eeuw aan het confucianisme
de maatschappelijke basis
hebben ontnomen die het in
zovele voorgaande eeuwen be
zat. De vele pogingen om het
confucianisme nieuw leven in
te blazen zijn naar hun me
ning grotendeels mislukt.
Onder de vlag van het Maoïs
tisch gezegde „Zonder ver
woesting geen opbouw" heeft
de Chinese pers begin dit jaar
een dringende oproep gedaan
aan elke man en vrouw in het
land hun standpunt te bepalen
in de huidige militante oploop
tegen de reactionaire krachten.
Het was een nieuwe injectie
van de campagne „Bekritiseerd
Confucius, bekritiseer Lin Pia-
o", de grootste massabe
weging in China sinds de
culturele revolutie van 1966-
1969. De wijze waarop het
theoretisch maandblad Rode
Vlag en het Volksdagblad on
der grote koppen op de voor
pagina de strijd aanzwengel
den deed de buitenlandse diplo
maten in Peking vrezen voor
de omvang van de campagne
en d mogelijk hern eeuwde
koele wind die door de buiten
landse politiek van de volks
republiek zou gaan waaien.
Zonder omwegen werd in
het ariikel van de Rode Vlag
gewaarschuwd voor de slechte
tendens om „vreemde, buiten
landse dingen te vereren". Dit
sluit aan bij een recente reeks
van verklaringen in de pers
waarin wordt gesproken over
de „bourgeois-muziek" uit het
westen en gewaarschuwd voor
de gevaren te veel onder de
indruk te geraken van buiten
landse technologie.
De grote publiciteit waar
mee het geheel is omgeven
heeft waarnemers doen ver
moeden dat er flinke oppositie
bestaat, maar welke is niet
duidelijk. Uit het gebruik van
Mao's citaat „Zonder verwoes
ting geen opbouw" is hier en
daar de mening gedistilleerd
dat er politieke slachtoffers
zullen vallen.
Aanvankelijk zag het niet
naar een „revolutie" uit
Sinds vier maanden ontvouw
de zich weliswaar een ideolo
gische strijd waarin de naam
van Confucius steeds nadruk
kelijker terugkeerde. Maar
men hoorde ook herhaalde op
roepen tot discipline, het poli
tieke gezag bekrachtigde zijn
greep op het leger door een
ingrijpende hutseling van re
gionale legerleiders (om de
plaatselijke invloed die zij
hadden weg te nemen) en
Teng Hsiaoping werd weer tot
het politburo toegelaten, de
verrassendste rehabilitatie
sinds de culturele revolutie.
Dit alles wees toch met naar
een herhaling van 1966-1959.
Het getij keerde snel met een
hoofdartikel op 2 februari in
de Chinese pers. De massa
werd opgeroepen zich te mo
biliseren „volgens de instruc
ties van voorzitter Mao Tse-
Toeng". waarbij de voornaam
ste taak is kritiek te uiten op
Confucius en Piao. Voor vele
waarnemers in Peking bestond
er geen twijfelmeer dat China
„het tweede bedrijf", een
nieuwe fase van de culturele
revolutie was binnengetre
den.
Terugkijkend op de ontwik
kelingen van de laatste maan
den menen waarnemers nu en
kele voorboden te kunnen lo
kaliseren die op het moment
zelf niet als zodanig werden
onderkend. In het blad dat
elke dag een citaat van Mao
geeft verscheen begin januari
het volgende nieuwe: „Verge
leken met de klassieken (aan-
h rs) vin GomfJCiUs is het
socialisme duizendmaal beter".
De zin s meent men afkom
stig van een niet-gepubliceer-
de orief van de voorzitter die
in geheel China werd ver
spreid. Verder werd op ly ja
nuari de uitzetting gelast van
vijf Kussische diplomaten die
zich als spionnen zouden heb
ben gedragen, en kregen, tot
veler verrassing en verbazing,
van Beethoven, Schubert en
Mozart de betiteling .bourgeois-
musici". Het waarschuwen van
de massa voor een al te snelle
beïnvloeding door de westerse
cultuur leek onmiskenbaar. De
film „China" die Michel Ange-
lo Antonioni in 1972 opnam
werd het onderwerp van ver
ontwaardigde beschimpingen.
In de buitenlandse kolonie van
Peking sprak men van inci
denten weliswaar niet be
vestigd zoals met twee
Fransen die door een menigte
werden lastiggevallen toen zij
een straattoneeltje wilden fil
men.
In de anti-Confucius-anti-
Lin -campagne is vervolgens
een sterk crescendo ingetre
den. Haven- en fabrieksarbei
ders van Sjanghai roepen in
grote muurkranten op „het
vuur te openen op de revisio
nistische directies van bedrij
ven". Overal in het land wor
den bijeenkomsten gehouden
waar de instructies van Mao
aan een studie worden onder
worpen.
In de officiële lezingen komt
de laatste weken steeds het
woord „volksoorlog" terug,
wellicht om de Chinezen zelf
duidelijk te maken dat men
een strijd van en door het
hele vol K verwacht. Een niet
geringe bijdrage daaraan le
vert de televisie die in grote
verscheidenheid bijeenkom
sten laat zien in communes en
fabrieken en de camera's van
tijd tot tijd laat zwenken naar
de muurkranten die door de
arbeiders zijn opgehangen. Het
Volksdagblad met zijn grote
oplage heeft nauwelijks nog
plaats voor andere zaken dan
„Pi Cong, Pi Lin", bekritiseer
Confucius, bekritiseer Lin. De
resterende kolommen zijn
voornamelijk ingeruimd voor
de buitenlandse politiek. De
campagne is aanvankelijk be
gonnen op de universiteiten.
De filosofie-studenten van Pe
king, zijn bezig met een nieu
we uitgave van het werk van
Confucius dat wordt voorzien
van kritische kanttekeningen
vanuit een marxistisch stand
punt Het feit dat de Analecta
wordt herdrukt wijst volgens
sommige kringen op een ande
re koers dan ten tiide van de
culturele revolutie. Toen wer
den tot in alle uithoeken van
China ant maoïstische werken
demonstratief verbrand.
Een spectaculaire nieuwe
stoot kwam van de zijde van
de alom bekende historicus
Feng Yoe-Lan. Deze Confucius-
aanhanger en auteur van de
„Geschiedenis van de Chinese
filosofie" uitte veelgepubli-
ceerde zelfkritiek en kwalifi
ceerde de eens door hem aan
beden wijsgeer als de „geleer
de" van de reactionaire klas
sen. Yoe-Lan gaf toe in het
verleden Confucius te hebben
„gerespecteerd' voordat zijn
ideeën konden worden „gecor
rigeerd" door de culturele re-
vo.utie. Zijn uiting van zelf
kritiek doet herinneren aan
gelijksoortige documenten van
dergelijke persoonlijkheden in
de loop van 1966.
Confucius heeft in China
wellicht nog nooit zoveel
volkskritiek en geringschat
tende aandacht ontvangen. Ar
beiders en studenten pogen in
zijn Loen-Yu (gesprekken) de
onderdrukking van gisteren en
de kiem van de huidige moei
lijkheden te ontdekken, zo
meende een sinoloog. Uiter
aard zijn de rollen daarbij
verdeeld in die zin dat de
studenten historische analyses
maken en de arbeiders, die
Confucius niet hebben gelezen,
campagne voeren.
Een belangrijk hoofdpunt
van de analyses is in uitspra
ken van Lin Piao een confuci
aanse tendens te ontdekken.
Lin, zo heet het in een artikel
van Rode Vlag, poogde zich
ten koste van Mao tot staats
hoofd te installeren, „Hij liep
met plannen rond talrijke ho
ge functionarissen in ere te
herstellen die door de culture
le revolutie in ongenade wa
ren gevallen". De maarschalk
kwam op 13 september 1971
om het leven toen hij vluch
tend naar de Sovjet-Unie met
zijn toestel boven Buiten-Mon-
golië neerstortte. „Lin, aldus
nog steeds Rode Vlag, wilde
op een troon klimmen als een
vazalkoninig onder de kernpa-
raplu van zijn meestei, de
Russische revisionisten, maar
hij viel dood in de woestijn,
wat hij overhield was de ge
broken (confuc'aanse) vaan
van het jezelf beteugelen en
het herstellen van de riten; hij
ging Confucius ontmoeten. Als
de samenzwering van deze su
perspion zou zijn geslaagd was
het mooie land van China ver
trapt door de tanks van het
Russisch revisionisme, hadden
de sociaal-imperialistische
gangsters in China amok ge
maakt en zou het Chinese volk
zijn onderworpen en tot slaaf
gemaakt".
Waarheen leidt deze massale
volksoprisping? Vertoont ze
dezelfde stuiptrekking als de
culturele revolutie, wordt de
open politiek die Peking sinds
drie jaar beleidt aangetast of
is ze gericht tegen de persoon
van enkele leiders? In het
huidige stadium is het moei
lijk, zo niet onmogelijk deze
vragen te beantwoorden. Veel
waarnemers geloven nog dat
de campagne ordelijk en geka
naliseerd zal verlopen. Ideolo
gisch en filosofisch is voor hen
het doel wei duidelijk: voor
eens en altijd schoon schip
maken, vooral geestelijk, met
een traditie van harmonie, van
duurzaamheid, van het „recht
vaardige midden" de erfenis
van Confucius die 2500 jaar
oud is en die de culturele
revolutie blijkbaar niet volle
dig heeft kunnen uitwissen. In
die zin is de huidige beweging
in wezen meer dan een cultu
rele revolutie: Ze is een gees
telijke revolutie die niet al
leen het gedrag wijzigt maar
zelfs de ideeën, de reflexen
die het gedrag vormde. Lin
Piao is in dit licht hét voor
beeld van de ontspoorde com
munist, vergiftigd door de
confuciaanse traditie die hem
tegen Mao opzette teneinde de
klassieke staatsstructuur te
herstellen, m.a.w, de zaken
even recht te zetten. Met dat
doel voorzag hij een algemene
amnestie voor alle oude vijan
den van het regime. Hij was
tegen „revolutionair geweld"
en voor het confuciaanse con
cept van „wellevendheid".
De vrees bestaat dat de
campagne ook raakt aan de
buitenlandse politiek. Het ge
zaghebbende dagblad Le Mon
de herinnert aan het hervatten
van de kritiek op de binnen
landse politiek van de Sovjet-
Unie het opnieuw veroordelen
van het Japanse militarisme
en het weer oprakelen van de
kwellingen die inherent waren
aan de koloniale periode. De
Internationale Herald Tribune
voorziet dat China zich weer
van de wereld afsluit.
Het blad conformeert zich
aan de in vele kringen ver
breide gedachte dat het in ie.
der geval afgelopen is, althans
voorlopig, met de korte maar
hevige periode van de „glim
lach van Tsjoe-En-Lai". In en
kele kringen heeft de indruk
postgevat dat de campagne ge
richt is tegen een of enkele
leiders. Naar analogie van de
„aartsverrader" Lioe Sjao-Tsji
die door de culturele revolutie
in zijn presidentiële hemd
werd gezet duikt in deze ver
sie de naam op van premier
Tsjoe En-Lai. Voorzitter Mao
zou bevreesd zijn voor de gro
te invloed van de man die op
handige wijze de uitstulpingen
van de culturele revolutie
gladstreek en de toenadering
met Washington tot stand
bracht. Kortgeleden meldde
men van Tsjoe dat hij zijn
activiteit zou gaan inkrim
pen.
Een gevoel van ongemak
gaat door de rijen van de di
plomatieke gemeenschap in
Peking. De stemming contras
teert sterk met die van eind
vorig jaar toen de volksrepu
bliek met haar successen inza
ke diplomatieke erkenning een
grotere bereidheid leek te
hebben met buitenlanders con
tacten te leggen op econo-
miscn, cultureel en persoonlijk
niveau. In verslagen van jour
nalisten klonk een ongekend
enthousiasme door. Voor de
buitenlanders in Peking was er
een voelbare sfeer van ont
spanning die de hoop deed
gloren dat de „onzichtbare
barrière" n het sociaal contact
met de Chinezen was wegge
gleden. Dit optimisme is de
laatste weken danig getem
perd, niet in het minst door
een artikel in Rode Vlag dat
China moet zorgen op econo
misch gebied een autarkie te
worden. Desondanks gelooft
men niet in een hernieuwd en
volledig isolationisme van Pe
king.
In de Chinese mythologie Is
de schildpad het symbool van
de eeuwige onbeweeglijkheid,
de draak van de eeuwige be
weging. De Chinese koers lijkt
weliswaar rechtuit te gaan,
maar met de snelheid van een
schildpad. Voorzitter Mao
heeft nu, op zijn tachtstigste
jaar, het sein gegeven voor de
strijd van de draak tegen de
schildpad.
(Van onze correspondent)
STOCKHOLM Koning Carl Gustaf van Zweden hield
op 11 januari j.I. zijn eerste en laatste troonrede. Wanneer
de 350 leden van de Riksdag, het Zweedse parlement, over
enkele weken voor de laatste maal zullen stemmen over de
nieuwe Zweedse grondwet zal de jonge koning het meest
„symbolische" staatshoofd van Europa zijn.
De toekomst van de monarchie is slechts een, en voor
velen lang niet de belangrijkste, van de twijfels die de
Zweden hebben ten opzichte van hun nieuwe grondwet.
Gedurende bijna twintig jaar hebben ernstige heren (ook
in het moderne Zweden komen er bij dit soort belangrijke
zaken geen dames aan te pas) gedokterd aan een grondwet
die het regeerstatuut van 1809 zou moeten vervangen.
0 Een toeristisch kijkje op de Laplanders en hun rendieren. Tot grote schrik van de Laplandse hiusvlijtbeoefenaars worden
rendiergeweien nu massaal aan stukken gezaagd, omdat ze als „liefdespoeder" voor de Chinezen meer opbrengen dan als uitin
gen van een oude volkscultuur.
(Van onze correspondent)
STOCKHOLM Helke Sii-
kavaraa in het dorpje Antis
in Zweeds Lapland houdt het
liefdesleven van ouder wor
dende Chinezen en Japan
ners een beetje op peil.
Jaarlijks exporteert hij dui
zenden kilo's in stukken ge
zaagde rendiergeweien
naar Hong Kong. Daar wor
den zij gemalen waarna het
„rendierpoeder'' peperduur
verkocht wordt aan de ver
liefde Aziaten. „De vraag is
groter dan het aanbod", zegt
IJelge Siikavaara een beetje
mismoedig, „de rendierge
weien zijn trouwens tegen
woordig veel kleiner dan
vroeger. Ik zou misschien
wel honderd ton kwijt kun
nen maar het is er niet".
Gelooft hij zelf in de wer
'cing van het Laplandse liet
espoeder? „Tja, het zou bes
kunnen kloppen", zegt Siika
varaa in zijn ongehaaste Lap
landse dialect, „die Chine
zenn die zijn niet gek weet je.
Ik heb gehoord dat ze vroe
ger de horens van neus
hoorns gebruikten, maar de
rendiergeweien zijn zeker
beter. Misschien probeer ik
het zelf nog wei eens als ik
wat ouder ben. Nu heb ik
het nog niet nodig", voegt hi.i
hier lachend aan toe.
Op het erf van Siikavaraa
staat een grote bandzaagma
chine waarmee hij met be
hulp van zijn zoon en een
mecht honderden grote ge
weien in stukken zaagt, die
Jaarna goed verpakt in hou-
en kisten naar Hong Kong
verstuurd worden.
Beoefenaars van de traditio
nele Laplandse huisvlijt,
waarbij veel rendierhoom
gebruikt wordt vinden het
stukzagen van dc geweien
maar barbaars. Maar de Chi
nezen betalen nu eenmaal
beter dan de huisvlijt.
Hoeveel beter wil Siikavaraa
niet zeggen. Zo iets ga je
toch niet aan de krant ver
ellen", snuift hij veront
waardigd. Wat de Aziaten
voor hun liefdespoeder uit
het hoge noorden moeten be
talen is niet bekend, maar
een schatting van een paar
honderd gulden per kilo is
waarschijnlijk niet overdre
ven.
In Zweden, net als in Neder
land, moet een grondwetsher
ziening tweemaal door het
parlement worden goedge
keurd, met daartussen alge
mene verkiezingen. Een mooie
gedachte, maar de vraag is
hoeveel Zweden zich er bi.i de
verkiezingen in september
verleden jaar van bewust wa
ren dat zij een nieuwe grond
wet aan het aannemen waren.
De politieke partijen deden er
in ieder geval het stilzwijgen
toe. Bii een enquête in decem
ber bleek dat ruim 40% van
de Zweden niet eens van het
bestaan van een nieuwe
grondwet op de hoogte was.
Maar nu, enkele weken voor
dat de nieuwe grondwet de
finitief zal worden aangeno
men beginnen de gemoederen
in beweging te komen. In wat
de socialistische premier Olof
Palme een „onheilige allian
tie" noemt gaan zowel conser
vatieven als communisten te
keer tegen het voorstel.
De belangrijkste vernieuwin
gen in de Zweedse grondwet
zoals de overgang van het
twee-kamersysteem naar een
direct gekozen parlement met
een kamer werden reeds in
1971 van kracht. Dit resulteer
de overigens bij de verkiezin
gen ii 1973 in een onmogelij
ke parlementaire situatie, het
regerende socialistische blok
heeft evenveel zetels als de
oppositie, nl. 175. Om dit in de
toekomst te voorkomen wordt
in de nieuwe grondwet het
aantal zetels teruggebracht tot
349.
Zweedse strijdkrachten zal hij
niet meer mogen voeren.
Door middel van handtekenin
genacties proberen nu de con
servatieven die op dit punt
steun genieten van grote groe
pen uit alle partijen, behalve
de communistische, de rege
ring Palme te dwingen tot een
referendum over de nieuwe
grondwet en dan met name
over de toekomst van het ko
ninklijk huis. De Zweden zijn
traditioneel zeer koningsge
zind en het is denkbaar dat
een dergelijk referendum te
gen het wetsvoorstel in zou
gaan. Het is echter uiterst on
waarschijnlijk dat de republi
kein Palme het zover zal laten
komen.
Waarnemers zijn van mening
dat noch de linkse, noch de
rechtse kritiek de nieuwe
grondwet zullen kunnen te
genhouden, de parlementariërs
zullen twintig jaar van com
promissen niet zo makkelijk
van tafel willen vegen.
Een positief resultaat van de
kritiek is in ieder geval dat de
Zweden nu wéten dat zij een
nieuwe grondwet krijgen. En
dat is niet gek voor een wet
die vaststel! dat alle macht
aan het volk hoort.
H.W. KUIJL
De inhoud van de nieuwe
grondwet is voor een groot
deel een bevestiging van de
bestaande democratische en
parlementaire orde. Zo begint
de wet met vast te stellen dat
alle politieke macht in handen
van het vol'k ligt, en niet zoals
eerder van de alleenheersende
koning. Ook het parlementa
risme wordt wettelijk gere
geld.
Zaken dus waar eigenlijk nie
mand veel bezwaar tegen kan
hebben. Nee, de bezwaren gel
den vooral de volgende pun
ten. De nieuwe grondwet be
vat een opsomming van de
rechten en privileges van het
Zweedse volk, zoals de vrij
heid van meningsuiting, vrij
heid van drukpers, recht van
vergadering enz. Kortom alle
rechten die thuishoren in een
westerse democratie. Zo iets
geeft de burger moed, maar
een paar paragrafen verder
staat te lezen dat dit alleen
geldt voorzover er niet in de
wet, dus niet de grondwet,
staat dat deze rechten niet van
kracht zijn. Door verder tus
sen de regels te lezen wordt
het duidelijk dat de rechten
die zo royaal in de grondwet
worden beloofd, door een een
voudig meerderheidsbesluit
in het parlement volkomen te
niet kunnen worden gedaan.
Wat is dan het nut van een
grondwet vragen zowel linkse
als rechtse Zweden zich ver
baasd ai.
0 Premier Olof Palme
„Onzin", zei premier Palme
onlangs over deze kritiek, „het
is niet de letter van de wet
die bepaald of een land demo
cratisch is, maar de democrati
sche gezindheid en traditie
van het gehele volk". De criti
ci waren niet onder de indruk
en eisten garanties zodat de
burgerrechten niet van de ene
dag op de andere opgeheven
kunnen worden. De Zweedse
regering heeft nu beloofd dat
een extra-parlementaire com
missie de mogelijkheid voor
zulke garanties zal onderzoe
ken, nadat de grondwet is
aangenomen.
De andere kritiek, die voorna
melijk uit de conservatieve
hoek komt, betreft de rol van
de koning zoals die beschre
ven wordt in de nieuwe
grondwet. In de praktijk was
de ro1 van de Zweedse mo
narch al zeer beperkt. In de
nieuwe wet worden hem de
laatste restjes macht ontnomen
en krijgt het koningschap een
uitsluitend representatieve
functie toegewezen. Onder an
dere zal de koning niet langer
betrokken zijn bij de kabi
netsformatie, hij zal niet als
voorheen aanwezig zijn bij de
wekelijkse ministerraad, nieu
we wetten zullen in het ver
volg door de premier onderte
kend worden en zelfs de titel
opperbevelhebber van de