China op de drempel van nieuwe culturele revolutie Koning Carl Gustaf van symbolisch staatshoofd RENDIERGEWEIEN TOT POEDER VOOR VERLIEFDE AZIATEN De draak van MAO en de schildpad van Confucius binnenland buitenland Confucianisme Massabewegin g Tweede bedrijf Zelfkritiek Schoon schip De glimlach van Tsjoe Handtekeningen Bezwaren DEN HAAG (ANP) Sinds enkele maanden is China meer dan ooit in beroering van Confucius. Niet de energiecrisis of de problemen van het Mid den-Oosten vormen het brandpunt van de actualiteit, maar de campagne tegen de Chinese wijsgeer die meer dan 2000 jaar geleden overleed. Dit anti-confu- cianisme heeft vooral door toedoen van de pers en de televisie onwaarschijnlijk geachte proporties aan genomen. De campagne is de laatste weken gegar neerd met een nieuwe volkshetze tegen Lin Piao, de trouweloze maarschalk die verdween nadat hij voor zitter Mao Tse-Toeng had verraden. De eens als Chinese kroonprins gedoodverfde Lin wordt nu gekenschetst als een „discipel" van Confucius- De Chinese term voor „discipel" werd 500 jaar voor Chr. gebruikt 0111 de ongeveer 70 volgelingen aan te duiden die de grote wijsgeer om zich had verzameld- Het niveau waarop de cam pagne in betrekkelijk korte tijd is beland roept herinnerin gen op aan een nog niet zo ver verleden, al is ze op bepaalde punten wezenlijk verschillend. Binnen de universiteiten en de fabrieken zijn metershoge af fiches en mu-urkranten ver schenen waarop in grote Chi nese karakters de officieel ge sanctioneerde doelstellingen worden uitgedragen. De grote boekhandels van Peking heb ben een speciale Confucius- stand ingericht waar een reeks van boeken verkrijgbaar is met kritiek op de oude wijs geer. Waneer een nieuw werk verschijnt is de voorraad bin nen enkele uren uitgeput. Een buitenlandse diplomaat die zijn thuisfront enige infor matie wil verschaffen sloot zijn rapport af met de vraag: „Staan we aan de drempel van een nieuwe culturele revolu tie"? Enkele weken later meldde hij in een aanvulling laconiek: Laat liet vraagte ken maar vervallen". Confucius is de Latijnse be naming voor K'oerug Foe-tse (Meester K'oeng). Deze oudste bekende en meest vereerde wijsgeer van China leefde van 551 tot 479 v. Chr. Zijn leer en levensverhaal werd later in vele legenden verweven. Con fucius luidde de wijsgerige stroming in, bekend als het confucianisme, die van de 2de eeuw v. Chr. tot de 20ste eeuw nr. Chr. het denken en handelen van de sociale elite in China heeft beheerst. In wezen kwam deze stroming op het volgende neer: de mens moet een ethisch besef krijgen van medemenselijkheid en wellevendhe.d waardoor de geïntegreerde persoon door de uitstraling van zijn deugden de gemeenschap kan orden en harmoniseren. De innerlijke deugden waarop de uiterlijke verhoudingen moeten berusten zijn bijvoorbeeld oprechtheid, onbaatzuchtigheid, medemense lijkheid, rechtvaardigheid, wellevendheid en trouw. Deze en andere uitspraken van de meester zijn vastgelegd in zijn wijsgerig testament Loen-ju (Gesprekken) of, in de Latijn se benaming. Analecta. Hoe wel de staatsstructuur in het China van Mao anders is dan de gangbare westerse structu ren hebben deskundigen al eerder geconcludeerd dat de politieke en sociaal-economi sche veranderingen in de 20ste eeuw aan het confucianisme de maatschappelijke basis hebben ontnomen die het in zovele voorgaande eeuwen be zat. De vele pogingen om het confucianisme nieuw leven in te blazen zijn naar hun me ning grotendeels mislukt. Onder de vlag van het Maoïs tisch gezegde „Zonder ver woesting geen opbouw" heeft de Chinese pers begin dit jaar een dringende oproep gedaan aan elke man en vrouw in het land hun standpunt te bepalen in de huidige militante oploop tegen de reactionaire krachten. Het was een nieuwe injectie van de campagne „Bekritiseerd Confucius, bekritiseer Lin Pia- o", de grootste massabe weging in China sinds de culturele revolutie van 1966- 1969. De wijze waarop het theoretisch maandblad Rode Vlag en het Volksdagblad on der grote koppen op de voor pagina de strijd aanzwengel den deed de buitenlandse diplo maten in Peking vrezen voor de omvang van de campagne en d mogelijk hern eeuwde koele wind die door de buiten landse politiek van de volks republiek zou gaan waaien. Zonder omwegen werd in het ariikel van de Rode Vlag gewaarschuwd voor de slechte tendens om „vreemde, buiten landse dingen te vereren". Dit sluit aan bij een recente reeks van verklaringen in de pers waarin wordt gesproken over de „bourgeois-muziek" uit het westen en gewaarschuwd voor de gevaren te veel onder de indruk te geraken van buiten landse technologie. De grote publiciteit waar mee het geheel is omgeven heeft waarnemers doen ver moeden dat er flinke oppositie bestaat, maar welke is niet duidelijk. Uit het gebruik van Mao's citaat „Zonder verwoes ting geen opbouw" is hier en daar de mening gedistilleerd dat er politieke slachtoffers zullen vallen. Aanvankelijk zag het niet naar een „revolutie" uit Sinds vier maanden ontvouw de zich weliswaar een ideolo gische strijd waarin de naam van Confucius steeds nadruk kelijker terugkeerde. Maar men hoorde ook herhaalde op roepen tot discipline, het poli tieke gezag bekrachtigde zijn greep op het leger door een ingrijpende hutseling van re gionale legerleiders (om de plaatselijke invloed die zij hadden weg te nemen) en Teng Hsiaoping werd weer tot het politburo toegelaten, de verrassendste rehabilitatie sinds de culturele revolutie. Dit alles wees toch met naar een herhaling van 1966-1959. Het getij keerde snel met een hoofdartikel op 2 februari in de Chinese pers. De massa werd opgeroepen zich te mo biliseren „volgens de instruc ties van voorzitter Mao Tse- Toeng". waarbij de voornaam ste taak is kritiek te uiten op Confucius en Piao. Voor vele waarnemers in Peking bestond er geen twijfelmeer dat China „het tweede bedrijf", een nieuwe fase van de culturele revolutie was binnengetre den. Terugkijkend op de ontwik kelingen van de laatste maan den menen waarnemers nu en kele voorboden te kunnen lo kaliseren die op het moment zelf niet als zodanig werden onderkend. In het blad dat elke dag een citaat van Mao geeft verscheen begin januari het volgende nieuwe: „Verge leken met de klassieken (aan- h rs) vin GomfJCiUs is het socialisme duizendmaal beter". De zin s meent men afkom stig van een niet-gepubliceer- de orief van de voorzitter die in geheel China werd ver spreid. Verder werd op ly ja nuari de uitzetting gelast van vijf Kussische diplomaten die zich als spionnen zouden heb ben gedragen, en kregen, tot veler verrassing en verbazing, van Beethoven, Schubert en Mozart de betiteling .bourgeois- musici". Het waarschuwen van de massa voor een al te snelle beïnvloeding door de westerse cultuur leek onmiskenbaar. De film „China" die Michel Ange- lo Antonioni in 1972 opnam werd het onderwerp van ver ontwaardigde beschimpingen. In de buitenlandse kolonie van Peking sprak men van inci denten weliswaar niet be vestigd zoals met twee Fransen die door een menigte werden lastiggevallen toen zij een straattoneeltje wilden fil men. In de anti-Confucius-anti- Lin -campagne is vervolgens een sterk crescendo ingetre den. Haven- en fabrieksarbei ders van Sjanghai roepen in grote muurkranten op „het vuur te openen op de revisio nistische directies van bedrij ven". Overal in het land wor den bijeenkomsten gehouden waar de instructies van Mao aan een studie worden onder worpen. In de officiële lezingen komt de laatste weken steeds het woord „volksoorlog" terug, wellicht om de Chinezen zelf duidelijk te maken dat men een strijd van en door het hele vol K verwacht. Een niet geringe bijdrage daaraan le vert de televisie die in grote verscheidenheid bijeenkom sten laat zien in communes en fabrieken en de camera's van tijd tot tijd laat zwenken naar de muurkranten die door de arbeiders zijn opgehangen. Het Volksdagblad met zijn grote oplage heeft nauwelijks nog plaats voor andere zaken dan „Pi Cong, Pi Lin", bekritiseer Confucius, bekritiseer Lin. De resterende kolommen zijn voornamelijk ingeruimd voor de buitenlandse politiek. De campagne is aanvankelijk be gonnen op de universiteiten. De filosofie-studenten van Pe king, zijn bezig met een nieu we uitgave van het werk van Confucius dat wordt voorzien van kritische kanttekeningen vanuit een marxistisch stand punt Het feit dat de Analecta wordt herdrukt wijst volgens sommige kringen op een ande re koers dan ten tiide van de culturele revolutie. Toen wer den tot in alle uithoeken van China ant maoïstische werken demonstratief verbrand. Een spectaculaire nieuwe stoot kwam van de zijde van de alom bekende historicus Feng Yoe-Lan. Deze Confucius- aanhanger en auteur van de „Geschiedenis van de Chinese filosofie" uitte veelgepubli- ceerde zelfkritiek en kwalifi ceerde de eens door hem aan beden wijsgeer als de „geleer de" van de reactionaire klas sen. Yoe-Lan gaf toe in het verleden Confucius te hebben „gerespecteerd' voordat zijn ideeën konden worden „gecor rigeerd" door de culturele re- vo.utie. Zijn uiting van zelf kritiek doet herinneren aan gelijksoortige documenten van dergelijke persoonlijkheden in de loop van 1966. Confucius heeft in China wellicht nog nooit zoveel volkskritiek en geringschat tende aandacht ontvangen. Ar beiders en studenten pogen in zijn Loen-Yu (gesprekken) de onderdrukking van gisteren en de kiem van de huidige moei lijkheden te ontdekken, zo meende een sinoloog. Uiter aard zijn de rollen daarbij verdeeld in die zin dat de studenten historische analyses maken en de arbeiders, die Confucius niet hebben gelezen, campagne voeren. Een belangrijk hoofdpunt van de analyses is in uitspra ken van Lin Piao een confuci aanse tendens te ontdekken. Lin, zo heet het in een artikel van Rode Vlag, poogde zich ten koste van Mao tot staats hoofd te installeren, „Hij liep met plannen rond talrijke ho ge functionarissen in ere te herstellen die door de culture le revolutie in ongenade wa ren gevallen". De maarschalk kwam op 13 september 1971 om het leven toen hij vluch tend naar de Sovjet-Unie met zijn toestel boven Buiten-Mon- golië neerstortte. „Lin, aldus nog steeds Rode Vlag, wilde op een troon klimmen als een vazalkoninig onder de kernpa- raplu van zijn meestei, de Russische revisionisten, maar hij viel dood in de woestijn, wat hij overhield was de ge broken (confuc'aanse) vaan van het jezelf beteugelen en het herstellen van de riten; hij ging Confucius ontmoeten. Als de samenzwering van deze su perspion zou zijn geslaagd was het mooie land van China ver trapt door de tanks van het Russisch revisionisme, hadden de sociaal-imperialistische gangsters in China amok ge maakt en zou het Chinese volk zijn onderworpen en tot slaaf gemaakt". Waarheen leidt deze massale volksoprisping? Vertoont ze dezelfde stuiptrekking als de culturele revolutie, wordt de open politiek die Peking sinds drie jaar beleidt aangetast of is ze gericht tegen de persoon van enkele leiders? In het huidige stadium is het moei lijk, zo niet onmogelijk deze vragen te beantwoorden. Veel waarnemers geloven nog dat de campagne ordelijk en geka naliseerd zal verlopen. Ideolo gisch en filosofisch is voor hen het doel wei duidelijk: voor eens en altijd schoon schip maken, vooral geestelijk, met een traditie van harmonie, van duurzaamheid, van het „recht vaardige midden" de erfenis van Confucius die 2500 jaar oud is en die de culturele revolutie blijkbaar niet volle dig heeft kunnen uitwissen. In die zin is de huidige beweging in wezen meer dan een cultu rele revolutie: Ze is een gees telijke revolutie die niet al leen het gedrag wijzigt maar zelfs de ideeën, de reflexen die het gedrag vormde. Lin Piao is in dit licht hét voor beeld van de ontspoorde com munist, vergiftigd door de confuciaanse traditie die hem tegen Mao opzette teneinde de klassieke staatsstructuur te herstellen, m.a.w, de zaken even recht te zetten. Met dat doel voorzag hij een algemene amnestie voor alle oude vijan den van het regime. Hij was tegen „revolutionair geweld" en voor het confuciaanse con cept van „wellevendheid". De vrees bestaat dat de campagne ook raakt aan de buitenlandse politiek. Het ge zaghebbende dagblad Le Mon de herinnert aan het hervatten van de kritiek op de binnen landse politiek van de Sovjet- Unie het opnieuw veroordelen van het Japanse militarisme en het weer oprakelen van de kwellingen die inherent waren aan de koloniale periode. De Internationale Herald Tribune voorziet dat China zich weer van de wereld afsluit. Het blad conformeert zich aan de in vele kringen ver breide gedachte dat het in ie. der geval afgelopen is, althans voorlopig, met de korte maar hevige periode van de „glim lach van Tsjoe-En-Lai". In en kele kringen heeft de indruk postgevat dat de campagne ge richt is tegen een of enkele leiders. Naar analogie van de „aartsverrader" Lioe Sjao-Tsji die door de culturele revolutie in zijn presidentiële hemd werd gezet duikt in deze ver sie de naam op van premier Tsjoe En-Lai. Voorzitter Mao zou bevreesd zijn voor de gro te invloed van de man die op handige wijze de uitstulpingen van de culturele revolutie gladstreek en de toenadering met Washington tot stand bracht. Kortgeleden meldde men van Tsjoe dat hij zijn activiteit zou gaan inkrim pen. Een gevoel van ongemak gaat door de rijen van de di plomatieke gemeenschap in Peking. De stemming contras teert sterk met die van eind vorig jaar toen de volksrepu bliek met haar successen inza ke diplomatieke erkenning een grotere bereidheid leek te hebben met buitenlanders con tacten te leggen op econo- miscn, cultureel en persoonlijk niveau. In verslagen van jour nalisten klonk een ongekend enthousiasme door. Voor de buitenlanders in Peking was er een voelbare sfeer van ont spanning die de hoop deed gloren dat de „onzichtbare barrière" n het sociaal contact met de Chinezen was wegge gleden. Dit optimisme is de laatste weken danig getem perd, niet in het minst door een artikel in Rode Vlag dat China moet zorgen op econo misch gebied een autarkie te worden. Desondanks gelooft men niet in een hernieuwd en volledig isolationisme van Pe king. In de Chinese mythologie Is de schildpad het symbool van de eeuwige onbeweeglijkheid, de draak van de eeuwige be weging. De Chinese koers lijkt weliswaar rechtuit te gaan, maar met de snelheid van een schildpad. Voorzitter Mao heeft nu, op zijn tachtstigste jaar, het sein gegeven voor de strijd van de draak tegen de schildpad. (Van onze correspondent) STOCKHOLM Koning Carl Gustaf van Zweden hield op 11 januari j.I. zijn eerste en laatste troonrede. Wanneer de 350 leden van de Riksdag, het Zweedse parlement, over enkele weken voor de laatste maal zullen stemmen over de nieuwe Zweedse grondwet zal de jonge koning het meest „symbolische" staatshoofd van Europa zijn. De toekomst van de monarchie is slechts een, en voor velen lang niet de belangrijkste, van de twijfels die de Zweden hebben ten opzichte van hun nieuwe grondwet. Gedurende bijna twintig jaar hebben ernstige heren (ook in het moderne Zweden komen er bij dit soort belangrijke zaken geen dames aan te pas) gedokterd aan een grondwet die het regeerstatuut van 1809 zou moeten vervangen. 0 Een toeristisch kijkje op de Laplanders en hun rendieren. Tot grote schrik van de Laplandse hiusvlijtbeoefenaars worden rendiergeweien nu massaal aan stukken gezaagd, omdat ze als „liefdespoeder" voor de Chinezen meer opbrengen dan als uitin gen van een oude volkscultuur. (Van onze correspondent) STOCKHOLM Helke Sii- kavaraa in het dorpje Antis in Zweeds Lapland houdt het liefdesleven van ouder wor dende Chinezen en Japan ners een beetje op peil. Jaarlijks exporteert hij dui zenden kilo's in stukken ge zaagde rendiergeweien naar Hong Kong. Daar wor den zij gemalen waarna het „rendierpoeder'' peperduur verkocht wordt aan de ver liefde Aziaten. „De vraag is groter dan het aanbod", zegt IJelge Siikavaara een beetje mismoedig, „de rendierge weien zijn trouwens tegen woordig veel kleiner dan vroeger. Ik zou misschien wel honderd ton kwijt kun nen maar het is er niet". Gelooft hij zelf in de wer 'cing van het Laplandse liet espoeder? „Tja, het zou bes kunnen kloppen", zegt Siika varaa in zijn ongehaaste Lap landse dialect, „die Chine zenn die zijn niet gek weet je. Ik heb gehoord dat ze vroe ger de horens van neus hoorns gebruikten, maar de rendiergeweien zijn zeker beter. Misschien probeer ik het zelf nog wei eens als ik wat ouder ben. Nu heb ik het nog niet nodig", voegt hi.i hier lachend aan toe. Op het erf van Siikavaraa staat een grote bandzaagma chine waarmee hij met be hulp van zijn zoon en een mecht honderden grote ge weien in stukken zaagt, die Jaarna goed verpakt in hou- en kisten naar Hong Kong verstuurd worden. Beoefenaars van de traditio nele Laplandse huisvlijt, waarbij veel rendierhoom gebruikt wordt vinden het stukzagen van dc geweien maar barbaars. Maar de Chi nezen betalen nu eenmaal beter dan de huisvlijt. Hoeveel beter wil Siikavaraa niet zeggen. Zo iets ga je toch niet aan de krant ver ellen", snuift hij veront waardigd. Wat de Aziaten voor hun liefdespoeder uit het hoge noorden moeten be talen is niet bekend, maar een schatting van een paar honderd gulden per kilo is waarschijnlijk niet overdre ven. In Zweden, net als in Neder land, moet een grondwetsher ziening tweemaal door het parlement worden goedge keurd, met daartussen alge mene verkiezingen. Een mooie gedachte, maar de vraag is hoeveel Zweden zich er bi.i de verkiezingen in september verleden jaar van bewust wa ren dat zij een nieuwe grond wet aan het aannemen waren. De politieke partijen deden er in ieder geval het stilzwijgen toe. Bii een enquête in decem ber bleek dat ruim 40% van de Zweden niet eens van het bestaan van een nieuwe grondwet op de hoogte was. Maar nu, enkele weken voor dat de nieuwe grondwet de finitief zal worden aangeno men beginnen de gemoederen in beweging te komen. In wat de socialistische premier Olof Palme een „onheilige allian tie" noemt gaan zowel conser vatieven als communisten te keer tegen het voorstel. De belangrijkste vernieuwin gen in de Zweedse grondwet zoals de overgang van het twee-kamersysteem naar een direct gekozen parlement met een kamer werden reeds in 1971 van kracht. Dit resulteer de overigens bij de verkiezin gen ii 1973 in een onmogelij ke parlementaire situatie, het regerende socialistische blok heeft evenveel zetels als de oppositie, nl. 175. Om dit in de toekomst te voorkomen wordt in de nieuwe grondwet het aantal zetels teruggebracht tot 349. Zweedse strijdkrachten zal hij niet meer mogen voeren. Door middel van handtekenin genacties proberen nu de con servatieven die op dit punt steun genieten van grote groe pen uit alle partijen, behalve de communistische, de rege ring Palme te dwingen tot een referendum over de nieuwe grondwet en dan met name over de toekomst van het ko ninklijk huis. De Zweden zijn traditioneel zeer koningsge zind en het is denkbaar dat een dergelijk referendum te gen het wetsvoorstel in zou gaan. Het is echter uiterst on waarschijnlijk dat de republi kein Palme het zover zal laten komen. Waarnemers zijn van mening dat noch de linkse, noch de rechtse kritiek de nieuwe grondwet zullen kunnen te genhouden, de parlementariërs zullen twintig jaar van com promissen niet zo makkelijk van tafel willen vegen. Een positief resultaat van de kritiek is in ieder geval dat de Zweden nu wéten dat zij een nieuwe grondwet krijgen. En dat is niet gek voor een wet die vaststel! dat alle macht aan het volk hoort. H.W. KUIJL De inhoud van de nieuwe grondwet is voor een groot deel een bevestiging van de bestaande democratische en parlementaire orde. Zo begint de wet met vast te stellen dat alle politieke macht in handen van het vol'k ligt, en niet zoals eerder van de alleenheersende koning. Ook het parlementa risme wordt wettelijk gere geld. Zaken dus waar eigenlijk nie mand veel bezwaar tegen kan hebben. Nee, de bezwaren gel den vooral de volgende pun ten. De nieuwe grondwet be vat een opsomming van de rechten en privileges van het Zweedse volk, zoals de vrij heid van meningsuiting, vrij heid van drukpers, recht van vergadering enz. Kortom alle rechten die thuishoren in een westerse democratie. Zo iets geeft de burger moed, maar een paar paragrafen verder staat te lezen dat dit alleen geldt voorzover er niet in de wet, dus niet de grondwet, staat dat deze rechten niet van kracht zijn. Door verder tus sen de regels te lezen wordt het duidelijk dat de rechten die zo royaal in de grondwet worden beloofd, door een een voudig meerderheidsbesluit in het parlement volkomen te niet kunnen worden gedaan. Wat is dan het nut van een grondwet vragen zowel linkse als rechtse Zweden zich ver baasd ai. 0 Premier Olof Palme „Onzin", zei premier Palme onlangs over deze kritiek, „het is niet de letter van de wet die bepaald of een land demo cratisch is, maar de democrati sche gezindheid en traditie van het gehele volk". De criti ci waren niet onder de indruk en eisten garanties zodat de burgerrechten niet van de ene dag op de andere opgeheven kunnen worden. De Zweedse regering heeft nu beloofd dat een extra-parlementaire com missie de mogelijkheid voor zulke garanties zal onderzoe ken, nadat de grondwet is aangenomen. De andere kritiek, die voorna melijk uit de conservatieve hoek komt, betreft de rol van de koning zoals die beschre ven wordt in de nieuwe grondwet. In de praktijk was de ro1 van de Zweedse mo narch al zeer beperkt. In de nieuwe wet worden hem de laatste restjes macht ontnomen en krijgt het koningschap een uitsluitend representatieve functie toegewezen. Onder an dere zal de koning niet langer betrokken zijn bij de kabi netsformatie, hij zal niet als voorheen aanwezig zijn bij de wekelijkse ministerraad, nieu we wetten zullen in het ver volg door de premier onderte kend worden en zelfs de titel opperbevelhebber van de

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1974 | | pagina 10