Gasbel op eigen erf erg in trek Elk jaar studeert een hele divisie soldaten Plattelands-voordeeltje: mm vw... uit WELZIJNSZORG STEEDS PROFESSIONELER Verwarming Eenvoudig Oude tijd Zaterdag 9 februari 1974 HOORN De Firma Beemsterboer 111 Hoorn, naar eigen zeggen nog de eni ge „installateur" van privé-gasbellen in ons land, vaart er dank zij de energie crisis wél bij. Directeur J. Beemsterboer (49), die het gas-boorbedrijf van zijn vader overnam, maar de activiteiten van het bedrijf sedert de oorlog uit ge brek aan klanten heeft verlegd naar andere grondboringen, krijgt de laatste maanden tientallen telefonische en schriftelijke verzoeken om informatie over het aanboren van eigen gasbellen. 9 Een zware ton naast het huis fungeert als privé-gashouder. „In sommige polders" zegt Jan Beemsterboer, „zie je ze huis-aan-huis" Je zou zo zeggen dat de Wel zijnszorg bij wijze van spreken geen droog brood verdienen kan aan Europa's meest welge stelde en vrije dienstplichtige soldaat. Maar dat is toch nie4 zo: de Welzijnszorg floreert be ter dan ooit tevoren. Elk jaar werpt zich een di visie soldaten op de studie on der auspiciën van de Welzijns zorg. Ongeveer een bataljon por jaar studeer4: af. In d? legerplaats Seedorff (Duits land) kunnen de soldaten paardrijden, zeilen, parachute springen en zweefvliegen. Ze kunnen er elke dag de Neder landse kranten krijgen, naar de kleuren-tv kijken of belas tingvrije hobbyspulletjes ko pen in de „doorgeefwinkels". Allemaal dank 7ii W^lzü^Torc een sectie die dan ook steeds professioneler trekken begint te vertonen. Neem een man als majoo" Arnold Wouters. Officieel heel hij Hoofd Bureau Ontspan ning. In werkelijkheid is hij een van Nederlands produk- tiefste impresario's Hem hoef je niets meer over de showbiz te vertellen. Op zijn artiesten- rol voor dit jaar kom je na Vooral van bezitters van twee de woningén, de nieuwe plat telanders, die graag zouden willen profiteren van het gra tis aardgas, dat zich in de laaggelegen polders van Noord- en Zuid-Holland^ de veengebieden van Utrecht en zelfs in West-Brabant, gemak kelijk laat exploiteren. Het ligt om zo te zeggen onder elk boerenerf vrijwel voor het op scheppen. Krijgt de NAM nog geen toe- steminig om in Noord-Holland op grote schaal het steeds kostbaarder wordende aardgas te exploiteren, voor privé- geïnteresseerden boort de fir ma Beemsterboer voor het overigens niet geringe bedrag van 10 a 12 duizend gulden gaarne een aardgasbel aan. ..Dat is nogal wat geld," geeft Jan Beemsterboer toe, „maar het werk moet er ook voor gedaan worden. Voor de oor log was een bedrag van 375 gulden voor zo'n installatie voor de gemiddelde boer ook veel, maar toen was de nood zaak er bij gebrek aan elektri citeit en uiteraard leidinggas of propaan en butaan. Gasver lichting was immers veel ze kerder en schoner dan petro- leum-lampen en bovendien kon men ermee koken. De boer, die nog over zo'n voor oorlogse installatie beschikt, die is goed af. Laat je nu een nieuwe installatie plaatsen, dan duurt het 10 tot 15 jaar eer de bel zichzelf betaald heeft." Voor de oorlog kon men in de polders als Beemster, Purmer, Schermer, het oude land rond de stad Hoorn, de zwart-ge- teerde gashouders huis-aan- huis, of liever boerderij aan boerderij vinden. Er waren er toen duizenden in bedrijf. Nu naar schatting nog maar 500 Maar de gelukkige bezitters teren de privé-gashouder graag nog eens een keertje opnieuw of knappen een in onbruik geraakte installatie veiligheidshalve weer op. De produktie van zo'n bel is vrij wel onuitputtelijk. In elk ge val voldoende voor gasfornuis ■n geiser en soms zelfs vooi gashaard of centrale verwar ming. Een goed-producerende gasbel levert circa 5 m3 per •tmaal Stel het normale ge- zinsverbruik voor fornuis en geiser op 2 m3 per dag. dar rest er nog 3 m3 voor verwar ming. Wie door de laaggelegen pol ders toert en er even op let, kan de privé-gasexploitanten er zo uitlichten. Een grote zwarte ton op het erf is er het bewijs van. Het systeem werkt heel een voudig en behoeft totaal geen onderhoud. Er wordt een buis geslagen 30 tot 70 meter diep tot in de veenlagen waar het aardgas zich in het grondwater heeft opgehoopt. Het grondwater perst zichzelf, vermengd met aardgas door de buis omhoog, zodat aan de op pervlakte een wel ontstaat. Op ongeveer driekwart meter bo ven de grondwaterstand, dat is ongeveer één meter onder het erf wordt de buis afgezaagd. Er komt een sproeier op, zodat het water in vele dunne straaltjes weer naar beneden valt en via een pijp naar de sloot wordt afgevoerd. Tijdens dit val-proces komt het zuive re aardgas vrij. Over de sproeier is een tor geplaatst waarin het aldus ge wonnen aardgas zich ophoopt Het zoekt zich een uitweg via een leiding naar de gastoestel- len in het huis. Een aftakking van deze leiding gaat naar de gashouder, de grote zwarte ton, die tevens het enige bo vengrondse bewijs van het svsteem vormt. De ton is van onderen open, maar drijft op het grondwater. Het gas verza melt zich in de ton boven het grondwater en duwt hem omhoog. Wordt er veel gas ge bruikt in huis, dan zakt de ton langzaam het grondwater in. Wordt er geen aanslag gedaan op de voorraad gas, dan kan de ton zijn hoogste punt berei ken, ongeveer anderhalve me ter boven de grond en ont snapt het gas via het grond water. De ketel zal dus nooit uit elkaar barsten. Het systeem kent slechts twee beperkingen. De eerste voor vaarde is bet laaggelegen ge bied, de polder dus. Ten twee de moet het overtollige water goed kunnen wegvloeien. Daarom is de privé-gasbel al leen weggelegd voor plattelan ders, want in stad of dorp wouden huis-aan-huis installa ties een watervloed veroorza ken, welke geen riolering aan kan. Jan Beemsterboer over zijn nieuwe klanten: „Blijkbaar re deneert men: leidinggas kun nen ze op een gegeven mo ment knijpen. Als ik maar een belletje onder mijn tuin heb, dan zit ik safe. Want de kwa liteit en samenstelling van het gas is exact dezelfde als wel ke er in Slochteren uit de grond komt." LAMBIEK KNEPFLé Hobby, veel gedaan in dienst DEN HAAG Dienstplichtigen hebben tegenwoordig ook auto's. Met een paar man van Nunspeet naar Amster dam ryden om daar de nieuwste film te zien is heel gewoon. Dienstplichtigen van nu hebben meer geld en meer vrij heid, meer verlof ook dan vroeger en steeds vaker worden ze zo dicht mogelijk bij huis gelegerd. Daarnaast zijn dienst plichtigen door thuis en door de televisie even verwend als al hun andere leeftijdgenoten. men tegen als Rita Corita, al jarenlang een lieveling van de soldaten en een van de weini ge echte blijvertjes in de kri tische militaire gehoorzalen. Verder The Mounties, André van Duyn (ook altijd raak), 'hé: se c inmgtz, Henk El- sink, Mies Bouwman, Willem Duys, Martine Bijl, Seth Gaai- kema, Sandra en Andres, Con- ny Vink, The Dutch Swing College Band, The Buffoons, May Flower, Ferrari en Speak easy Op de popgroepenpagi na staat dan ook nog de noti tie dat „met uitgesproken voorkeur voor andere groepen rekening kan worden gehou den'. Majoor Wouters: „Popgroe pen komen zo snel op en ra ken weer zo vlug „out" dat we die slag om de arm wei moeten maken." Vierhonderd voorstellingen naait majoor Wouters elk jaar ait zijn art estencircus. dat va rieert van popvedetten tot be roepsacteurs. Hij probeert er zoveel mogelijk zelf te bezoe ken: „Ik wil persoonlijk de reacties van de zaal waarne men". Elke dinsdagavond ver deelt hij zich zo over twee militaire shows. De dienstplichtige militair waardeert het werk van de Welzijnszorg. Dat blijkt uit de grote toeloop en uit hoge deel namescores (behalve bij de traditionele talentenjachten, die langza- i verouderd lijken. Dat is een niet gering compli ment in deze tijd van tv-aimu- sement en grote mobiliteit der kazernebewoners. Maar de dienstplichtigen wil len, net als wij allemaal, wél het allerbeste. Dat probeert Welzijnszorg hun te geven. De dagen van debutanten en ama teurs op de kazernepodiums zijn al lang voorbij. Majoor Wouters: „Vroeger had de armee niet veel geld over voor amusement. We moesten het doen met opko mende stenotjes die hun krachten wel in de kazernes wilden beproeven. Gearriveer de artiesten zagen dat militai re werk niet zo zitten. Overi gens was dat voor opkomend*, artiesten wel een voordeel want ze deden in de leger plaatsen een zeer pittig* bühne-ervaring op. De zalei reageren er altijd snel en on verbloemd en de artiest voel meteen of hij goed zit of fout. Het militaire publiek kreeg er wel een speciale faam door in artiestenkringen. Erg kri tisch, erg meedogenloos of laai end enthousiast. Majoor Wouters: „Dat meedo genloze valt wel mee. Kritisch zijn ze wel. Dat zit hem niet zo zeer in h c feit diJ ze mili tairen zijn. Het zijn allemaal leeftijdgenoten en in veel op dichten gelijkgerichte mensen. Daar komt het door. Via plaatselijke Welzijns zorgscommissies en met hun zaalreacties kan „van onde ren" invloed uitoefenen op de samenstelling van de Wel zijnszorgpakketten. In de amusementssector waakt Wel zijnszorg er overigens wel te gen dat de meerderheid een stare pop-dictatuur gaat uit oefenen. „Er zijn, zegt majoor Wouters, ook nog minderheden lie van andere zaken houden dan alleen maar pop en beat. Die mensen moeten ook aan hun trekken komen"* De uitdrukking van de jaar lijks studerende divisie, note ren we uit de mond van luite nant-kolonel M. Kaja, hoofd van het Bureau Ontwikkeling en Ontspanning. Hij bedoelt daarmee dat jaarlijks dik tien duizend man aan het studeren zijn. Ongeveer de helft geeft il gauw op. De andere helft jaat door. Daar weer de helft /an voltooit de studie pas na iet verlaten van de dienst. Welzijnszorg heeft met een groot aantal Nederlandse on derwijsinstituten overeenkom sten gesloten waaruit voor mi litairen kortingen op de stu diekosten en andere materiële voordelen voortspruiten. Ook het rijk draagt een aardig steentje bij, mits de militaire Lascursus van welzijnszorg student volhoudt en redelijke resultaten boekt. Minstens even belangrijk, zo benadrukt het hoofd Bureau Onderwijs, majoor H. Vervat, „is de geweldig uitgebreide studie- en beroepenvoorlich- ting die de Welzijnszorgoffi cieren kunnen geven. Daartoe beschikken zij over een om vangrijke documentatie. Zij geven geen beroepskeuzead viezen. Zij fungeren meer als ANWB-wegwijzers door stu die- en beroepenland. Voor adviezen verwijzen we de dienstplichtigen naar de jeugdconsulenten van de Ge westelijke Arbeidsbureaus" Populair zijn cursussen voo het middenstandsdiploma boekhouden en vakcursussen Majoor Vervat: „Als een jon gen bij de Welzijnszorg kom1 om naar :en Hs°ursus te vr? gen, dan kan de Welzij nsoffi cier hem meteen ook voorlich ten over de arbeidsmarktsitua tie voor lassers". In het algemeen kan men zeggen dat in diensttijd heel dikwijls een hegin wordt ge maakt met de voortzetting van na mulo of mavo afgebroken studies. De Sectie Welzijnszorg zi telt in de Haagse Frederikka zerne aan de Van Alkemade laan, bijna in Scheveningen Zoals al gezegd, de sectie be gint professionele trekken te vertonen. Public-relationsmar (een van de professionele trekjes!) opperwachtmeester Jan van Alphen zegt: „Vroe ger was het zo dat als je wat met je been trok of platvoeten had, je bij de Welzijnszorg werd geplaatst. Die tijd is voorbij. De moderne Welzijnsfuncti- onaris kent zijn zaken. Maar tot nu toe is hij toch nog altijd een toegewijde hobbyist. Men is nu, in samenspraak met on derwijsdeskundigen en CRM, doende een opleiding voor Welzijnsofficieren van de grond te krijgen. Weg is de romantiek van de Welzijnszorg uit de „Indische jaren", vergeten zijn de voor lopers AVOS (Alles Voor On ze Soldaten) en RAO, om nog maar te zwijgen van het be scheiden O en O (Ontwikke ling en Ontspanning) uit de mobilisatietijd van 1939. Eén oude rot van het vooroorlogse O en O is er nog op de sectie Welzijnszorg. Dat is sergeant- najoo- Mario Reget, destijds een verdienstelijk amateur bokser. „Daardoor kwam ik bij O en O", zegt Reget, „we gaven demonstraties en nodig den soldaten uit om tegen ons te boksen. Dat was het voor oorlogse O en O: demonstra ties, spelletjes en harmonika- muziek". Dat is nu allemaal wel wat inders. Maar ja, zet ze maar mast elkaar: de gemobiliseer de soldaat van 1939 en diens '.ieinzoon, de dienstplichtige van 1974. Het verschil zit niet illeen in de lengte van het haar! WIM KOCK t

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1974 | | pagina 21