SLOP "Sit Bevolkingsexplosie de grootste crisis van allemaal MENSEN - MENSEN - MENSEN - MENSEN - MENSEN - MENSEN - M. British KyjW- curSS Sociaal Positie vrouw Niet gelijk Achterbuurten door wim koek aterdag 26 januari die de keuze van df i n bepalen. G it op de mythen en elen rond de Fram. silijk, elitair, Franse "J die het klimaat iteren. Maar nu j, is een toenemend is volgt. Met andere 2 steeds meer mensen ff er spijt van dat ze ffj op school geen 0f .ïïfj is geleerd hebben. I0 J? Er leven nu ongeveer 4 mil jard mensen op aarde. Onge veer, want in de meeste on derontwikkelde landen weet men op geen stukken na, hoe veel kinderen er worden gebo ren en hoeveel mensen er dood gaan. En die landen be staan samen zo'n 70 procent van het bewoonbare oppervlak van de aarde: Afrika, Azie, Latijns-Amerika, in 1830, een kleine 150 jaar geleden dus, er voor het eerst een ïebben de cursussen Fn' waren er voor net r deelnemers dan miljard mensen op onze aarde, re taal en in Zeeland J de acht cursussen F» Een eeuw later, in 1930, over- veer hetzelfde schreed het aantal menselijke nemers als de CU Is lui aardbewoners de 2 miljard. 30 els, zo wordt in de t, meegedeeld. Teleac- 's- en andere cursnff sneling van de bevolkingsgroei is mogen zich li iff? kan nauwelijks duidelijker de belangstelling vejJJ worden onderstreept. Revol- in» tinent, 10 op elke vlerkante kilometer. De Sovjet-Unie heeft een bevolkingsaanwas van 1 procent per jaar. 6H procent van alle mensen op aarde leeft daar, 11 per vier kante kilometer. In Europa groeit ieder jaar de bevolking met 0,8 procent. 12,3 procent van de mensheid leeft in ons werelddeel, 93 op elke vier kante kilometer Van China weten we nauwelijks iets op dit gebied. Ook met betrek king tot hun inwonertal en hun bevolkingsgroei houden de Chinezen zich stil. In het hierboven gegeven getal voor Azië is uitgegaan van een ge matigde schatting voor dit enorme land. Men moet, als men deze cijfers leest, goed voor ogen houden dat de dichtheid van de bevolking in allerlei gebieden en wereldde len niet evenredig is verdeeld. Men kan bijvoorbeeld, veilig aannemen dat in India en Chi na op het ogenblik zeker de helft van de totale wereldbe volking leeft. De aantallen per vierkante kilometer zeggen niet zoveel. Wel over de ge middelde dichtheid, niet over de werkelijke dichtheid. Want er zijn miljoenen vierkante ki lometers onbewoonbaar op aarde. Denkt u maar eens aan de bergen, de enorme meren, de reusachtige rivieren, de woestijnen, de oerwouden. Naarmate uitgestrekte gebie den niet in cultuur zijn of kunnen worden gebracht, hoopt de bevolking zich op in bewoonbare streken. Daar kan dan overbevolking gaan heer sen: in vruchtbare rivierdalen, in kuststreken, op hoogvlakten en in laagvlakten. Vaak is het dan zo dat enkele honderden kilometers verder de grote leegten liggen, onbewoonbaar of nog onbewoonbaar. Deskundigen hebben uitge rekend dat over een kwart eeuw in Azië, Afrika en La- tijns-Amerika zeker 80 procent van de wereldbevolking zal leven als de bevolkingsgroei er ongeremd doorgaat! Een an der opvallend en veelbeteke nend getal. In 1985 zal in die werelddelen 40 procent van de bevolking bestaan uit jongeren beneden de 15 jaar. De gemid delde levensduur in vele ont wikkelingslanden, de „derde wereld" zeggen wij meestal, is laag. Enkele voorbeelden: In dia 41 jaar, Nigeria 37 jaar. Egypte 52 Jaar, Bolivia 50 jaar, Tanzania 41 jaar, In de geïndustrialiseerde landen is die leeftijd veel hoger: Zwe den 73 jaar, Groot-Brittannië 71 jaar. Japan 72 jaar. Canada 72 jaar. Dit zijn enkele van de gege vens die de Tilburgse bevol kingsdeskundige, professor dr- J. Godefroy, onlangs gebruikte in een uitvoerige beschouwing over het wereldbevolkings vraagstuk. Want niemand die enigszins op de hoogte is van het feit dat de wereldbevol king enorm snel toeneemt en daarbij probeert inzicht te hÏÏJ juXurna. in 1960, waren er ,c. al 3 Wizard 'nensen. De ver- Bevol- Motieyen? Algemene™ idnijieskundigcn verwachten celing èn toeristische 2 op grond van op ervaring ronden. Van 1 januari Ie gebasseerde berekeningen 1 september '73 bezochta dat er omstreeks 2000 zeker 9.00 Nederlanders Fm, 6ü miljard mensen op aarde zulle» leven. En die groei gaat waar wordt ook getild» steeds sneller. Gewoon, omdat economische belan» steeds meer mensen nu een- rspeld wordt dat in S maal samen steeds meer kin- ïkrijk en Zweden de ff deren voortbrengen. Elk jaar landen van Europa groeit de wereldbevolking En zoals bekend betel» met, Bemiddeld, 2 procent. In macht! Zorg, dat j« nu 35 jaar verdubbelt een bevol- t. Er is advertentie-onfc' king sich bij zo'n groei-snei- verrlcht, waarbij mi, hcid. Vorig jaar werden er om is dat er nogal eens a en nabij de 127 miljoen kinde- tgd wordt om kennis m ren jeboren. Dat is 349 000 Franse taal. De TH mensjes per dag, 242 per mi- Ihoven deed bv. een fe nuut, l per seconde, In dat- jk onderzoek voor TH-if udeerden. In 20-25% tfcj Franse taal gevraagd I icitaties. En bij Shell i( je kansen groter s ns, zo weet de Veren]» melden; idem bij Pbilin 1 zelfde jaar stierven er 50 mil- joe* mensen. De wereldbevol king steeg dus met 77 miljoen. In itijnsamerika groeit de bevoltng ieder jaar met 2,9 procent Er leeft daar ruim 10 is gebleken, dat'Frans- procent van de totale wereld- echnische literatuur niet) bevolking of 13 mensen op gangen is door Engels. elke (vierkante kilometer. In enslotte is er op de unite A,r"F» nee™t„.de it van Utrecht bij pni laarUJks inet 2 Procent toe' alle faculteiten onit verricht naar de iff Ruün procent van alle men- JjLïi sen op sarde leeft in dat we relddeel, 11 op een vierkante kilometer Azië heeft een jaar- lijkselbevolkingsgroei van 2,1 procent. Er leeft daar 54,1 procent van alle mensen, 73 op elke vierkante kilome ter. Het groeipercentage van de Noordamerikaanse bevol king is 1,2 procent per jaar, 7 procent van alle mensen leeft op het Noordamerikaanse con- van kennis omtrent nse taal i.v.m. vaklit r. Die blijkt praktisch noodzakelijk te zijn. lige Nederlandse wisl er aanmerkelijk slei rstaan dan nu het geval en reeds 20 jaar gel opt was met het ondei le Franse taal, is ende uitspraak. Wat je afvraagt is: waarom II overgrote deel van ituur, dat vertaald Angelsaksische oors] :ijn? De hautaine in# tische opstelling van nsen in een maatscha] steeds meer van de verschillen, zorgde een steeds dieper de kioof. Zullen we maar Frans gaan stude die kloof te slechten, r. blijft een communies dei bij uitstek. krijgen in de mogelijkheden die onze aarde heeft om men sen te onderhouden ontkent nog dat juist die groei mis schien wel de grootste uitda ging is waarvoor de mens zich ooit gesteld heeft gezien. Want die praktisch ongeremde groei van de bevolking in zo'n drie kwart van de wereld kan on gekende en schrikbarende ge volgen hebben op alle gebie den van de menselijke sa menleving. En die groei is te vens een van de voornaamste oorzaken van onnoemelijk in dividueel menselijk leed. Het is daarom, en om het ingewik kelde probleem van alle kan ten onder de loep te nemen, dat de Verenigde Naties beslo ten 1974 uit te roepen tot „we reldbevolkingsjaar". Daarbij uitgaande van de gedachte dat het ook in dit geval gaat om „één wereld voor alle men sen". In een viertal conferen ties gaan deskundigen zich met die reeks van problemen bezig houden. Daarbij komen vraagstukken aan de orde, als: bevolkingsgroei en de rechten van de mens, bevolkingsgroei en ontwikkeling; bevolkings groei, natuurlijke hulpbronnen en milieu: bevolkingsgroei en sociale en culturele betekenis van het welzijn van het gezin. In augustus wordt dan In Boe karest een wereldcongres over de bevolkingsgroei gehouden. Zeer belangwekkend is ln dit verband het feit dat er on langs een studieweek Is ge houden waarin katholieke des kundigen uit verschillende vakgebieden zich hebben ver diept tn het vraagstuk van de bevolkingsproblemen en de katholieke verantwoordelijk heid. Die gespreksgroep stelde een uitvoerig rapport op dat over enkele maanden gereed zal zijn. Die studie zal aan die wereldconferentie worden aan geboden. De Stem zal ln de loop van dit bevolkingsjaar wij zijn vorige week daarmee reeds begonnen een aantal beschouwingen aan dit vraag stuk wijden. Daarbij zal ge tracht worden vele kanten van de problematiek zoveel moge lijk te belichten. Enige alge mene aspecten van het veelzij dige vraagstuk worden in bij gaande beschouwing aan de orde gesteld. NG indertijd de roman de lezer heeft (voor - - u«= t-naamde projecten (Van een onzer I redacteuren) „Geen ander verschijnsel werpt een donkerder scha duw over de vooruitzichten van de internationale ont wikkeling dan de verbijste rende groei van de bevol king. Het is duidelijk dat het een hoofdoorzaak is van het grote verschil in econo mische vooruitgang in rijke en arme landen". Deze veelzeggende passage staat in het boek „Deelgenoten in Ontwikkeling", de uitvoeri ge studie die in 1970 werd gepubliceerd. Zjj was gemaakt door een achttal deskundigen m Opdracht van de Wereld bank. Enkele tientallen weten schapsmensen droegen voor die acht het materiaal aan. Dit Pearson-rapport deed veel stof opwaaien Voordien, maar vooral sinds dien, zijn er over de talloze zijden van de problemen die waarbij hij naar en zoekt. Zijn nieuwste 0 CRM, gereed: HET V i doos met 4 gram®0' 's en 30 pagina's tekst, één uur kantoortijd: ,0 f roept bibliotheken volgeschre- wat er gebeurde men op de plaat gedachten en gev°eleI^ ven» Eén zaak is uit die over vloed van materiaal heel dui delijk geworden. Er is geen enkele pasklare oplossingen te geven. Ook uitspraken die in hun algemeenheid bedoeld zijn om voor die bevolkingsgroei m wereldwijd verband vaste regels te geven, slaan in feite nergens op. Angst is 't slechtst igd; de tekst van denkbare uitgangspunt om het B versprekingen, W* Pr°bl£em aan te Paken- Het probleem kan men na melijk niet losmaken van het (bij'" als binnengebeurep ctiviteit, die hij daal en subjectieve se', mj« paalde conclusies w j et kantoorproject z'J eid is nergens sPra, lï limte heeft men nië en winsobject. Het ider de duim. Arbeid»' v nbarende conclusies. totaal aan culturele, godsdien stige, sociale en economische .actoren waarin het onverbre kelijk verankerd is. En die omstandigheden zijn overal verschillend. Ze zijn altijd historisch bepaald. Enige eenvoudige voorbeel- ken. °m 'e verduidelij- nbarende conclusie. Ken. ar wat is het eff«!' in Bangkok maakt de Ame- tïai:o nia 7.eS t> riVnancn ,7 Develing Die zes ze af te draaien: al1 j een van de foto' niet erg (zó reken boekdelen, j kantoorleven is ut .V.'it doen we ermee' f Develing aan? n misschien beter zijn bewustwordins :n; al "j o's met j. I len. ai j rikaanse zending dankbaar ge bruik van de hulp van univer sitair opgeleide mannen en vrouwen uit het land zelf om de bevolking begrip bij te brengen voor gezinsplanning. Die mannen en vrouwen zijn «r vast van overtuigd dat slechts geboortenregeling vrij- aanvaard, de overbevol king in hun land ban keren. Een echtpaar, man en vrouw universitair in het westen ge vormd, behoort tot de helpers van de zendelingen. De vrouw, nog geen 30 jaar brengt een doodgeboren zoon ter wereld. De arts vertelt de man dat zijn vrouw in geen geval opnieuw zwanger mag worden. Dat zou haar dood zijn. Haar universitair opgeleide man antwoordt zonder enige aarzeling: „Laat ze dan maar doodgaan. Ik moet een zoon hebben". Hij kan zich niet los maken van een traditie van eeuwen. Zijn gevoel wint het van zijn verstand. Gezinsplan ning propageren in zo'n land stuit op een betonnen muur, niet van onwil, maar van bijna aangekweekt onbegrip. In talloze ontwikkelingslan- den ontbreekt elk systeem van sociale zekerheid. In veel van die landen is het een traditie dat de familie, het gezin een stuk sociale geborgenheid schenkt. Een echtpaar dat geen zonen heeft, weet met dodelijke zekerheid dat er niemand is die voor de vrouw on de man zal zorgen als de oude dag is gekomen. Veel zonen, dochters zijn meestal n heel andere zaak. Zij zijn dus verzekeringen voor de oude dagsvoorziening. Juist in die landen is het sterftecijfer enorm, soms meer dan 100 per 1000 levendgeborenen (Egyp te 118, India 139, Nigeria 187, Tanzania 165, Tep vergelij king: Zweden 12, Japan 15). verstandig, zo leert in die landen het eeuwenoude gebruik om veel kinderen te nebben. Dan zijn er ook veel zonen en dat geeft een stuk sociale zekerheid. In vele ontwikkelingslanden spelen politieke elementen een wL? !KVraag aan de orde j'. do overheid er ver standig aan zal do^n een pro- gramma van gezinsplanning aan te pakken. Of die over heid anti-conceptie moet be vorderen. Veel van die landen zijn pas enkele jaren autonoom. Hun regeerders menen dat ze grote bevolkingen nodig hebben om militair machtig te zijn. Ook ?m, S^edkope arbeidskrachten te hebben. Die kunnen dan, zo menen de politieke voorman nen, gebruikt worden om snel te industrialiseren en tegen het ontwikkelde westen te kunnen concurreren. „Er zijn nooit machtige staten geweest zonder grote bevolkingen', is hun redenering. Ook de manier waarop het vraagstuk van de gezinsplan ning de geboorteregeling door het gebruik van voorbe hoedsmiddelen in het open baar wordt behandeld speelt een grote rol. In Latijns-Amerikaanse lan den, bijvoorbeeld, wordt ge zinsplanning over het alge meen in de kringen van de niet-paupers als aanvaardbaar gezien. Maar de gedachte van controle op de groei van de bevolking door de overheid, dwang bijvoorbeeld door het gebruik van anti-conceptie middelen, wijst men in die kring af. Niet alleen de opvat tingen van de kerkelijke lei ders beïnvloeden daar de hou ding van de bevolking, ook de politieke strijd van links en rechts, de sociale situatie en de economische opstelling. Juist de tegenstanders van ge zinsplanning en geboortere geling gebruiken in Zuid- Amerika veelvuldig het argu ment dat de bevolkingsdicht heid in Europa veel groter is dan in Latijne-Amerika. Ze „vergeten" dan te vertellen dat in de geïndustrialiseerde welvarende landen de econo mische, sociale en historische achtergronden heel anders zijn. Dat, om maar iets te noemen, de bevolking in dat westen goed is opgeleid, socia le zekerheid kent, in enkele eeuwen naar de huidige wel vaartssituatie is toegegroeid. Waarbij ook dient te worden opgemerkt dat in dat rijke Eu ropa grote onderontwikkelde gebieden zijn waarin de bevol king op de rand van het be staansminimum leeft. De positie van de vrouw in vele ontwikkelingslanden is die van lastdier. Ze is er als mens niet in tel. Zeker niet ais zij nog geen kinderen heeft voortgebracht. Dat is, onder andere, een van de oor zaken waarom in heel wat van die landen jonge meisjes, soms nog geen 15 jaar. alles doen om te trouwen. Want dan is haar kans groter om in ieder geval een wat draaglijker le ven te krijgen. Als ze dan ook nog snel moeder worden liefst van zonen, stijgt haar maatschappelijk aanzien. Ze bljjven dan meestal wel een soort goedkope arbeidskrach ten maar zijn in ieder geval in het eigen gezin, in de familie, of in het dorp wat meer in aanzien. Het is deze situatie die heel wat ontwikkelingswerkers er toe heeft gebracht te stellen dat een van de belangrijkste manieren om het vraagstuk van de gezinsplanning aan te pakken is het verhogen van de status van de vrouw. Niet minder gewichtig is dat goed- bedoeldende ontwikkelings werkers uit de rijke lan den vaak niet begrijpen dat men van hen niet aanvaardt op het zeer gevoelige gebied van het seksuele leven wat men wel wil aannemen van de ei gen mensen. Het is meestal veel beter een - programma voor gezinsplanning te laten uitvoeren door opgeleide man nen en vrouwen uit het be treffende volk zelf. Die ken nen de tradities, de gebruiken, de gevoeligheden. Veelvuldig leeft onder de bevolking van ontwikkelingslanden de niet zo onlogischs gedachte dat „die westerlingen alleen maar geboortebeperking propage ren om ons eronder te houden, ons arm te houden". De kracht van het getal is immers veelal het enige dat deze volken kunnen stellen tegenover de macht an een overheersende economische positie en een su perieure wetenschappelijke en technologische ontwikkeling. Bijzonder belangrijk is ook, zeker in Latijns-Amerika, de psychologische aanpak van de gezinsplanning. Het is daar niet verstandig te spreken over geboortenregeling (wat anders dan gezinsplanning). Dat voelt men als een negatie ve benadering. Het is daarom dat Latijns-Amerikanen zelf, die zich inspannen om aan de bevolkingsgroei paal en perk te stellen, spreker van een „politiek voor het geluk", om maar een van de gebruikte positieve benaderingen te noe men. Reeds hierboven is erop ge wezen dat de problemen die verband houden met de bevol kingsgroei en de bevolkings druk van streek tot streek, van land tot land, kunnen ver schillen. ln grote delen van Afrika, bijvoorbeeld, is nog geen spra ke van overbevolking. Enkele Afrikaanse landen balanceren op het ogenbik wél op de rand van de overbevolking. De Bantoes, een grote groep stam men in het zuiden van het reusachtige Afrikaanse conti nent, kennen al eeuwen een soort gezinsplanning. Het is bij hen een schande als een vrouw een kind krijgt als ze een eerder geboren kind nog zoogt. De Bantoemoeders prenten dat hun dochters goed in. In de Bantoestammen wordt het als een zwaar ver grijp gevoeld als dat eeuwen oude gebod, kennelijk ont staan om overbevolking te voorkomen, wordt overtreden. Het verbod leidt tot prostitu tie, omdat Bantoestammen in zulke perioden daartoe min of meer gedwongen worden als zij gemeenschap willen heb ben. Deskundigen zijn van oordee. dat propaganda voor gezinsplanning en geboorten regeling het best kan worden gemaakt door aan te sluiten op wat onder een volk op dat gebied al eeuwenlang leeft. Het Bantoegebruik biedt die mogelijkheid. In India zijn de problemen schier onoverkomenlijk. Er wonen in dat enorme land met zijn slechte communicatiemo gelijkheden, maar liefst 570 miljoen mensen. Dat wil zeg gen: van elke 7 bewoners van de aarde leeft er 1 in India. Elk jaar komen er in dat land rond 12 miljoen mensen bij. Het land telt maar liefst 560.000 dorpen en 3000 steden. Er wonen vele volken. De enorme bevolkingsgroei be dreigt er alles. Het is onmoge lijk voor die voortdurende en toenemende explosies van mensen voldoende voedsel, huizen, arbeid, medische ver zorging en onderwijs te schep pen. De helft van de bevol king van India is jonger dan 16 jaar. 75 procent van de mensen in India kan lezen noch schrijven, het land kent 14 hoofdtalen en 200 dialecten. De armoede is er enorm. De weerstand tegen veranderingen is er traditioneel. Men gelooft er in grote gezinnen. Vooral zonen zijn gewild. Meisjes wor den nog al eens te vondeling ge legd. Sinds 1951 heeft men in In dia officieel programma's aanvaard om het aantal ge boorten omlaag te brengen. Er wordt, op grote schaal, ge poogd mannen en vrouwen sterilisatie te laten toepassen. Daarvoor ziin overal klinie ken. Sterilisatie wordt echter moeilijk aanvaard. Er zijn abor tusklinieken. Maar die wor den veelal bezocht door de beter opgeleiden. India heeft een ministerie voor gezinsplan ning. Een niet onbelangrijk ele ment in het grote aantal oor zaken voor de steeds sneliere bevolkingsgroei in India is de angst van allerlei volken en groepen door de andere over vleugeld te worden. Vooral In diase politici spelen daar mee...! Ook het kastesysteem speelt een rol. Dat neemt wel in belangrijkheid af. In het Indiase parlement is enige ja ren geleden ernstig gepraat over het doorvoeren van ge dwongen sterilisatie bij echt paren die 3 kinderen hadden. Die gedahte is verworpen, om dat een meerderheid zulk een gedwongen maatregel in strijd achtte met de rechten van de mens. De trek van het platteland naar de stad is in een aantal ontwikkelingslanden bijna on stuitbaar. Daar zijn geen wo ningen voor die miljoenen. Zij „vestigen" zich dan aan de rand van de steden. Zo ont staan de „slums". Dat woord te vertalen met ons „achter buurten". zou veel te veel eer zijn. Men moet dit soort woonwijken gezien hebben als mei er veilig doorheen zou kunnen lopen om te weten wat achter het begrip „slum" schuilgaat. De misdaad tiert er welig en ongestoord. De overheid staat machteloos. Al leen reeds Mexico-stad telt ruim 9 miljoen inwoners, waarvan miljoenen in de slums vegeteren. Achter prachtige resten van een eeu wenoude cultuur gaan dat soort woongebieden vaak schuiL De armoede in dit soort mensenopeenhopingen is voor ons onvoorstelbaar. Het aantal buitenechtelijk geboren kin deren is er zeer hoog. In de republiek El Salvador - Mid- den-Amerika wordt 40 pro cent van het aantal kinderen buitenechtelijk geboren. Jonge mensen kunnen er niet trou wen. Ze zijn er veel te arm voor, kunnen geen behuizing krijgen en geen werk. Het bevolkingsprobleem is, zo menen deskundigen een sociaal-cultureel pro- bleem. Toepassing van het beginsel van sociale recht vaardigheid is beslist geen remedie voor al de kwalen die met de bevolkingsgroei gepaard gaan. Zelfs als de rijke landen hun produktie zouden opvoeren en hun cousumptie zouden vermin derden, zouden de ontwik kelingslanden hun bevolk ingsgroei dienen in te per ken. Op korte termijn zou het terugdringen van de consump tie van de rijke landen we heben het niet over over consumptie! de situatie voor vele arme landen nog moeilijker maken. Waarbij misschien nog even aangete kend moet worden dat er ook overconsumptie in ontwikke lingslanden plaatsvindt. Zó ingewikkeld zijn de vraag- stuken die verband houden met de bevolkingsgroei en de overbevolking. Het is duidelijk dat gezins planning op zichzelf niets op lost. Gezinsplanning dient een faoet te zijn van sociale man ning. Daarbij komen ook aan de orde zaken als: landhervor ming, woningverbetering, me dische zorg, sociale zekerheid anti-conseptie om illegale abor tussen tegen te gaan indus trialisatie, onderwijs en opvoe ding. Het opstellen van zulke sociale plannen kan niet ge schieden vanuit een centralis tische mentaliteit. Omdat zul ke plannen dienen te zijn ge baseerd op sociale, culturel» religieuze, economische en seksuele tradities. Die verschil len van volk tot volk, land tot land en streek tot streek. JACQUES LE VIJ D\ Engelsen zijn ons maar bitter tegengevallen. Wij hadden allemaal gehoopt dat zij ons zouden helpen de EEG democratischer en supranatio naal te maken. Maar wat blijkt? Heath is gaullistischer dan wijlen De Gaulle zelf en ever weinig solidair met de buren. Als een toch wel beproefde anglofiel, heb ik me deze te leurstelling nogal persoonlijk aangetrokken en rond de jaar wisseling een bittere brief ge stuurd naar mijn vriend en collega John Condliffe in Congleton, een stad in het noorden van Engeland, vele Stemlezers bekend vanwege zijn relaties met Oosterhout. John Condliffe namelijk had mij een jaarwisseling eerder verwelkomd „into British citi zenship", als een soort mede- Brit dus, op welke titel ik als Europeaan recht kon doen gel den nu de Britten ook waren toegetreden tot de EE.G In die briefwisseling van begin '73 luidden de klokken van verbroedering, eeuwige vriendschap en weet ik veel „tussen twee volken die zo veel gemeen hadden en elkaar nooit in de steek zouden la ten". Wel, dat bleek een jaartje later, toen de Britten ons met onze olieperikelen, links lieten liggen, wat anders uit te pak ken en ik stak mijn teleurstel ling daarover niet onder stoe len of banken, noch tussen d* regels van mijn brief. „Teleurgesteld?" schrijf hij me nu, een paar weken later, „ik ben verbaasd dat je niet woedend bent!" Daarop volgt een typisch' Britse, geschre ven boetedoening. Typisch Brits om twee redenen. Eer stens omdat hij met bijna ma sochistisch aandoende precisie de tekortkomingen van het Britse volk in deze crisis uit meet. Tweedens omdat hij aan het eind van die lange zelfbe schuldiging de houding van zijn land veroordeelt met het onbewust-superieure gezegde: „It's not British!", een spreek woord waarmee Engelsen aan geven dat iets hoogst ongepast en dus onEngels is. „It's no cricket", gebruiken ze in dit verband ook wel. Het moet gezegd worden, dat vele Britten zich in de afgelopen maanden hebben ge schaamd om de zelfzuchtige houding van hun regering. In zijn brief geeft Condliffe daarvan veel voorbeelden. Zo beschrijft hij een perslunch die hij bijwoonde en waar Eu ropa-minister John Davies werd bestormd met veront waardigde vragen over het „in de steek laten van de Neder landers". Hij stuurt me ook een knip sel uit het parochieblad van St.-Peter waarin dominee John P. Martin schrijft: „We mogen onze oude bondgenoot uit de Tweede Wereldoorlog niet in de steek laten om in het ge vlei te komen bij de Arabi sche oliesheiks". Zelf schreef Condliffe in zijn krant op 28 december: „De Nederlanders worden gestraft omdat zij, met typerende eer lijkheid, openlijk Israël steun den. .Nu hebben de Neder landers geen olie maar een zuiver geweten, terwijl wij het tegenovergestelde heb ben". Na geconcludeerd te hebben dut de EEG net zogoed meteen uit elkaar kan vallen als zij niet in -aat is het „één voor allen, allen voor één" in praktijk te brengen, besluit hij T^n commentaar: „Alles wat we onze Nederlandse vrienden nu kunnen zeggen is, dat het zó on-Engels zou zijn hen zonder olie te laten zitten, dat wij gewoon niet kunnen geloven dat we niet zouden helpen, al is het slechts stie- kum". Als je al die sympathiebe tuigingen aan het adres van Nederland leest en je denkt dan aan al die keren dat Luns en Biesheuvel de voortgang van de EEG blokkeerden, dan ben je blij dat de doorsnee- Brit daar geen weet van heeft omdat zijn land toen nog geen lid was. Ook geneer je je dan een beetje voor die bittere brief. Uitkomen voor eigen fouten, is duidelijk wél „Bri tish". De conclusie ligt "oor de hand. Om met John Condliffe te spreken: „Tijdelijke moei lijkheden 'uss»n twee landen mogen persoonlijke verhoudin gen niet aantasten". Zo is het. Politiek moet je buiten je vriendschappen houden

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1974 | | pagina 25