Max Nabarro
85 jaar oud
imily
lemel
Zeevis kan de
aarde verlossen
van hongersnood
raagt
ities
RS VAN DE MAN DIE STOMME
FILMDRMEN LIET SPREKEN
ELBOEK
5SUBSIDIE
vr J
uit
Evenwicht
Zaterdag 12 januari I9J
Zaterdag 12 januari 1974
■uari zal in theater De Bra!c)tt|
;tuk „Family in heaven" (ee,|
The Family) in première gaati.l
ieivijk de Boer, die tevens j, I
pgevoerd door alle spelers sanl
de première van „Krapp's Iaat. I
Samuel Beckett. Het allerlaatst! I
is tot nu toe alleen in Londen!
Igroep The Family geeft de eet.
id in een vertaling van Jacobil
Adrian Brine. Deze twee eeti-l
gespeeld door de acteur Gees I
ly-serie).
man, voorzitter van de stichti|
land, heeft maandagmiddag
Ihoven een eerste exemplaar
reps poppenspelers op een rijtjr
adt, hoofd toneel en letteren 1
ecreatie en Maatschappelijk Wej
engesteld dankzij een rijkssutsii
sngesteld dank zij een dijkssubsiij
oppenspel in het algemeen en li
rnder.
Nederlandse beroepsspelers (si
>oekje ruim een jaar geleden 1
n) weergegeven op een „wie, 1
kje blijkt dat de 31 beroeps:
stellingen verzorgen en daan
V
De nieuwste mogelijkheid in de visserij is het vissen vanuit het heelal. Hier
bij bedient men zich weliswaar niet van hengel of sleepnet, maar wel van een
bijzonder sterke camera, die foto's maakt van de oceanen. Zodra er een
woelige massa (koud water) midden in de zee is gefotografeerd, weet men
waar planktonrijk water zich bevindt en bijgevolg ook waar met succes veel
vis kan worden gevangen.
Regionale Omroep Zuid heeft del
lenk Badings, Matthieu GeeletiJ
ebosch, Henri Delnooz en Jeon
ven een werk te schrijven root
al ensemble. De regionale om-|
hten het muziekleven in Limbatji
isten maken gebruik van teksten)
ng hebben of door Limburgeril
componisten hebben hun voot-l
sten van de Maastrichtse dichte1
d zal de Regionale Omroep Zuil
composities een manifestatie wij
aantal Limburgse muziekgezA-
nieën en strijkensembles etc. in
kocht de wetenschap beslui-
1 de ruimtevaart voor de
^^perij te schakelen, dan
krijgen vissers een heel wat
glmakkelijker leven. Een an
der voordeel voor de mens
heid: meer vis betekent min
der honger en minder kans op
de hongerdood. Meer vis zou
een zegen kunnen zijn voor
dat gedeelte van de wereldbe-
«ring, dat nu van de ene
mslui.'.t graanoogst naar de
andere sukkelt. Meer vis bete
kent ook dat de wereld zonder
gebrek heel wat meer mensen
kan herbergen dan op dit mo
ment,
^Jet grote nadeel van onge
breidelde visvangsten laat zich
^Jiakkelijk raden. Op een
duur verdwijnen de meest ge-
liefde vissoorten uit de ocea
nen en door het wegtrekken
van schakels uit het biologisch
evenwicht in de zeeën wordt
dit evenwicht ook ernstig ver
stoord. De gevolgen zouden
wel eens erger kunnen zijn
dan het ontwrichten van het
dierleven op het land, om
dat dit laatste voor de mens
^■arnoombaar is. Wat in de
oceanen gebeurt na het aantas
ten van het biologisch even
wicht is niet waarneembaar en
kar. ook moeilijk onder con
trole worden gebracht.
Be Poolse geleerde dr. Ku-
zei op een V.N.-confe-
itie over de exploitatie van
;enschap en techniek tot
welzijn van de ontwikkelings-
landcr onder meer: ,.In de
noordelijke oceaangebieden
de visexploitatie van
tot 1960 slechts met on
geveer 17 procent, tegenover
77 [procent in tropische en
zuidelijke oceaangebieden.
Mer. zal echter juist op het
zuid: ijk halfrond de vis-
igst nog kunnen verveel
voudigen zonder daarmee het
gevaar van een te sterke af-
vangst of uitputting van de
visgronden te veroorzaken".
Wat meer sprekende cijfers:
in Japan steeg de visopbrengst
van twee miljoen ton in 1945
tot bijna zeven miljoen ton in
1961.. In dezelfde periode nam
de visvangst van Peru toe van
65.000 ton tot vijf miljoen ton.
En de wereldvisproduktie per
jaar verdubbelde van '45 tot
'61 van 20 tot 41 miljoen ton.
Uitgaande van wat meer cijfers
komt de Amerikaanse geleer
de John Isaacs tot de interes
sante conclusie, dat bij een vis-
produktie van 200 kilo per hec
tare per jaar een kwart van
de oceanen voldoende is om 30
miljard mensen in hun geza
menlijke behoefte aan dierlijk
eiwit te voorzien. En dan te
bedenken dat de wereldbevol
king op dit moment tussen de
drie en vier miljard schom
melt.
Desondanks gaat twee derde
van de wereldbevolking op dit
moment al gebukt onder een
tekort aan voedsel. Maar dat
komt door gebrek aan verwer-
kings-, bewaar- en opslagmo
gelijkheden en ook omdat vis
nauwelijks voorkomt in de
eetgewoonten van de honge
rende mens. Om dit duidelijk
te maken een voorbeeld. In
India kan de hongersnood nog
zo groot zijn, de heilige koeien
worden niet geslacht. Het
komt bij niemand op deze tra
ditie te doorbreken. Hetzelfde
geldt 'voor vis, waar het de
bevolking van de Sahara of
elders betreft.
Het geweldige overschot aan
voedsel uit zee -zet vele ge
leerden ertoe aan haast te ma
ken met het ontwikkelen van
technieken om dat voedsel ge
makkelijk dienstbaar te ma
ken aan de mens. Een halve
generatie geleden vond men
dieptepeilingen met radiogol
ven uit. Dat was een hele
sprong vooruit voor de vissers,
maar het was niet genoeg. De
oeceanografe Mary Swallow
schreef tien jaar geleden nog
in het tijdschrift Discovery:
„De visvangst zou veel van
haar onberekenbaarheid ver
liezen, wanneer wij in staat
zouden zijn diepzeestromingen
in kaart te brengen, met inbe
grip van hun van het jaarge
tijde afhankelijke schomme
lingen en veranderingen. Het
zou dan evenals bij eeii weer
kaart mogelijk zijn verwach
tingen over de positie van vis-
scholen te maken, want het
leven van de vissen is in hoge
mate afhankelijk van de verti
cale bewegingen van het wa
ter". Nu tien jaar later, krijgt
de vrouw onverwachte steun
vanuit een plaats die vele
honderden kilometers boven
de zeespiegel is gelegen.
Ho, ho, zeggen biologen, met
in het achterhoofd de grandio
ze vernieling van het biolo
gisch evenwicht op het land.
Er mag dan ruim voldoende
vis in de grote vijver zwem
men, verniel niets waar je la
ter spijt van krijgt. En zij
rekenen voor: van de 20.000
vissoorten komen er tot nu toe
maar 12 in aanmerking voor
de menselijke consumptie.
Haal die soorten weg en het
evenwicht is zoek. Misschien.
We weten het eigenlijk niet.
Deze heeft nog zoveel gehei
men voor ons. Wat we wel we
ten is dat de zeeën in steeds
grotere mate vervuilen. Langs
de kusten zeer sterk. Midden
op de oceaan ook? Jacques
Gousteau, diepzeeduiker en
de nationale overheden ont
spannen zullen samenwer
ken.
De voorstelling van de ge
leerden zal,, gezien de interna
tionale verhoudingen wel een
luchtspiegeling blijven. Maar
ons land kan toch voordeel uit
hun gedachten trekken. Wij
beschikken over vissers en
over een delta, die langzaam
maar zeker van de zee wordt
afgesloten: Volkerak, Greve-
lingen, Veerse Meer, straks
misschien de Oosterschelde en
met een beetje fantasie ook
nog de Waddenzee.
In de Waddenzee vinden we
mosselkwekers, in de Ooster
schelde nog mossel- en oester
kwekers en door toeval zwem
men er miljoenen haringen in
het Veerse Meer. Onze harin
gen zijn, zo is gebleken, te lui
om in het aas van hengelaars
te bijten, zoveel voedsel vin
den zij in het water Ook de
Oosterschelde blijkt uit onder
zoekingen van biologen voed
selrijk water te bevatten. Met
Grevelingen en Volkerak is 't
al niet anders. Al dat rijke
water zou goede mogelijkhe
den geven tot het kweken van
zeevis. In dit verband mogen
we de Waddenzee in één adem
met de delta noemen. Ook on
ze noordelijke binnenzee
werd tot voor kort een kraam
kamer voor het „zeeleven" ge
noemd. Smeerpijpen en an
derszins geloosd menselijk af
val bederven al veel, maar met
enige inspanning kan ook die
zee voor de visserij behouden
worden.
Over de huidige vismetho-
diek van de mens zegt Robert
Gerwin in zijn boek „Neuland
Ozean" onder meer het vol
gende: Men kan zonder over
drijving zeggen dat wij ons
met betrekking tot de vis
vangst nog in ongeveer het
zelfde ontwikkelingsstadium
bevinden als onze voorouders
tegen het einde van de laatste
ijstijd, rond 14.000 jaar gele
den. Onze visvangst is heden,
zelfs wanneer men deze met
zeer technische hulpmiddelen
bedrijft, in principe niet veel
meer dan een primitieve jacht
op de min of meer toevallig
voorkomende vissenscholen".
Volgens hem, en die mening
deelt hij met velen, kan met
een pientere aanpak de visop
brengst gemakkelijk verveel
voudigd worden.
Blijft het probleem iedereen
aan het vis eten te krijgen.
Hierover maakt de wetenschap
zich niet zo druk. Het is im
mers denkbaar, dat de levens
noodzakelijke proteïne (ei
wit) in een andere vorm dan
vis bij de noodlijdenden te
recht komt. (Gebruikte litera
tuur: De oceaan, land van de
toekomst. Voedsel voor miljar
den)
J. V.D. VEN
verfilmer van het onderwater-
lieven, geeft op deze vraag een
duidelijk antwoord: midden 00
de oceaan bevindt zich in het
water onvoorstelbaar veel
rommel. Onrustbarend veel. In
elk geval is er voldioendie aan
leiding om zuinig te zijn met
voedselreserves.
De biologen geven aan hoe
de mens ermee moet omsprin
gen; net als een boer met zijn
varkens. Kweek vis in ruime
mate, eet een deel op en be
waar een deel voor de volgen
de kweek. Als stok achter de
deur schermen de biologen
met het voorbeeld van de wal
vissen. De walvis was bijna
uitgeroeid. Op het laatste mo
ment kon dank zij internatio
nale afspraken het dier wor
den behouden. Zonder veel
moeite zijn daar nog wat voor
beelden aan toe te voegen. De
kabeljauwoorlog tussen Enge
land en IJsland is ontstaan
door het schaarser worden van
de kabeljauw. Onze vader
landse haringvissers moeten
steeds verder van huis om ha
ring te vinden.
Voorlopig echter geen zor
gen. Er is nog vis voldoende.
En om de toestand te houden
zoals zij is, zullen we op wat
grotere schaal moeten denken.
De huidige wetenschappelijke
overwegingen zijn er in eerste
instantie op gericht om zo
goedkoop mogelijke methoden
te ontdekken waardoor het
diepzeewater voortdurend in
het organisch actieve waterop
pervlaktewater wordt gebracht
(Voedsel naar de vissen bren
gen). Men spreekt bijvoor
beeld Over de mogelijkheid
diepzeewater in een afgesloten
baai te pompen of in een
strandmeer. Dit zijn overigens
maar twee van de vele moge
lijkheden, die alle nog „spiele
rei" zijn voor geleerden. Daar
bij gaan zij er wel van uit, dat
0 Zeevis, 's werelds levensverzekering voor morgen.
vier post-experimentele
raties, waarna 't realisme
intrede doet, tien jaar
dan in Nederland dat in'
dels al weer de romantii
kant aan het kiezen ia-
zover, schematisch, de
miere historische samen®
ting. De samenstellers man
in hun overzicht een
delijke keuze. Uit de term!
logie die zij gebruiken otn'
neo-realistische poëzie aan
duiden, blijkt dat de zakeljj I
poëzie voor hen heeft w
daan.
(Van een oneer verslaggevers)
en man die eens draken versloeg, ligt nu geveld door
de drukte van de jaarwisseling in het Leo Polak Huis
tl Amsterdam. Max Nabarro, die 17 januari de leeftijd
pteikt van 85 jaar, heeft bijna 60 jaar het vak van film-
^tplicateur uitgeoefend. Hij ziet om in dankbaarheid
e* nimmer gebluste verbazing over het mirakel van het
"^Tregende beeld.
^ekleed in jaquet, een bord
papieren frontje met vader-
nworder, de hoge hoed in de
hand, witte handschoenen en
een aanwijsstok, lichtte Max
Wabarm het bloedstollende
drama op het witte doek
toe
Hij blikt terug in het verle
den, lat voor hem is doorge
trokken tot enkele jaren gele
den, toen hij zijn filmdraken
■toionstreerdie aan studenten
a» het Uitkijk theater.
„Ze waren enorm dankbaar.
Die studenten hadden verstand
van humor".
Met gesmoorde stem, rijke
lijk gutsende tranen en in een
explosie van smartelijk mede
leven, vertelde hij zijn Hoog
geëerd Publiek welke onmen
selijke tragedie zich in flikke
rende zwart-wit fantomen ont
rolde.
„Das war einmal", zegt Max
Nabarro, een vriendelijke,
door de tijd tot stilte gemaan-
0 Max Nabarro met attributen.
sa-
2b-
to-
m-
1a-
:te.
ere
ke-
ka-
are
ur-
eel
net
er-
7 an
de
ïen
die
om
ge-
een
lap
in-
ar-
djn
on-
len
les
oe-
last
ot-,
Dr. Rowse tekent j
aan dat het woord
drie verschillende betek*ï
sen door Shakespeare
wordt: op de eerste plaa^j
het woord in de zeS.;,e.J
eeuw in Engeland een seksu^
betekenis. Op de
plaats zou Shakespeare
drukking brengen dat
„Dark Lady" twee VVilleB1^
haar beschikking had:
Lanier als wettige echtg®
en Will Shakespaere ak
mar (in overplus).
Tot slot merkt Rowse
zijn onderzoek vooral
torisch oogpunt van bela11»,
Het toneelgezelschap van
Chamberlain trad
zeer vaak op aan het n°
Koningin Elizabeth en.
daaruit zijn mogelijke vei
dere lijnen te trekken
door weer een tip van c
er die de geschiedenis D.
opgelicht kan worden- In
geval maken dergelijk^
zoeken de
smeuïg.
JEANNE PE:
ijnen®1
denken wat ze daar mee be
doelden. Altijd moest ik af
gaan op de smaak van het
publiek. Sensatie en liefdes
verhalen gepaard met mis
daad, die waren het popu
lairst. Wat dat betreft is er
niks veranderd".
Een filmexplicateur was
volgens Simon van Collem's
„Uit de oude draaidoos"
een machtig man die van de
slechtste film door zijn welbe
spraaktheid een meesterwerk
kon maken en die het mooiste
filmwerk kon vernietigen als
hij niet op dreef was. Over
Nabarro schrijft de enthousi
aste Simon hoe deze commen
taar gaf bij films in de buurt
van het kosthuis „De Gele
Ballon" waar vele aan drank
verslaafde kolonialen woon
den.
Toen „De vloek van de alco
hol" of „Het delirium van een
vader" werd vertoond, nodigde
Nabarro een stel van de ergste
dronkaards uit. Met. vuur en
verve schilderde hij de ontzet
tende gevolgen van alcohol
misbruik en het publiek ge
raakte zo diep onder de in
druk en voelde zich.zo intens
geconfronteerd met de weer
zinwekkende gevolgen van de
drank, dat Nabarro enkele da
gen later een grote fles jene
ver kreeg toegezonden, als
dank voor het genotene-
„Ik was diamantslijper, net
als mijn vader, maar ik voelde
ne aangetrokken tot het to-
ieel. Toen werd ik werkloos.
De film was in opkomst en ik
lacht dat daar een toekomst
in lag.
Improviseren, dat vond ik
het mooiste van mijn beroep.
Je past het verhaal aan de ac
tualiteit van d'ie tijd aan. Als
er iets gebeurd was in de
krant, verwerkte ik dait in mijn
commentaar. Desnoods pikte ik
;en bij het publiek bekend
üguur eruit.
Mijn eerste film was „In
naam der wet". En mijn lieve-
ingsartiesten waren Pola Ne
gri en Charley Chaplin. Die
legden door hun spel mij de
woorden in de mond. En het
leuke was, dat ik nooit een
slechte recensie heb gekregen.
De kranten schreven wie j
was zonder dat je het zelf
wist. Ze ontdekten dat ik een
conferencier was die de kunst
verstomd het publiek bezig te
houden. Toen ik dat las, dacht
ik: ben ik dat? Kan ik dal al
lemaal?"
De film, geëvolueerd van de
bizar dansende poppetjes tot
een wat meer geordend flik
kerend schouwspel met men
sen in actie, was in de eerste
jaren natuurlijk niet van ge
luid voorzien. Geen nood. Als
er een trein op hët doek voor-
bijschokte, zette Nabarro een
toeter aan de mond en stootte
een door merg en been drin
gend geluid uit. „Ik moest zelf
uitvinden welk geluid er het
beste bij paste".
Het was het begin van het
filmtijdperk. Niet zelden kwa
men bezoekers binnen en zet
ten zich verwachtingsvol met
het gezicht naar de projector;
zedenbehoeders braakten zwa
vel en verdoemenis uit over
deze duivelsvinding; en het
door de crisis sufgebeukte pu
bliek zocht en vond vergetel
heid in de duistere holen,
waar de explicateur zijn geïn
spireerde teksten uitsprak mu
zikaal ondersteund door de
touche van de pianist.
„De moderne film is geba
seerd op die gruwelen van
vroeger. Met de lanterne magi-
'ca reisde ik door het hele land
en de animo bij het publiek
was enorm.
Het meest pakkende van de
film was dat je iets zag dat
levend geworden was. En door
de film ben ik de gebeurtenis
sen om me heen gaan volgen",
zegt Max Nabarro die zijn
85ste levensjaar in rust wil
ingaan. Want emoties heeft hij
voldoende beleefd in het leven
- op celluloid. Das war ein
mal.
JAN KOESEN
Max Nabarro, de ex-dia
mantslijper, stapte meer dan
een halve eeuw geleden over
op het grootste mirakel van
die tijd: de film. Met attribu
ten als toeters en fluitjes ver
zorgde hij het bijbehorende
geluid terwijl zijn stem en
fantasie een drama reconstru
eerden.
de figuur vanuit de lakens van
zijn bed van het Polak-huis:
een verzorgingsflat voor be
jaarden aan de rand van Am
sterdam-Osdorp. „Das war
einmal"-
Max Nabarro was 23 jaar en
diamantslijper toen hij door
de crisis werd gedwongen zich
een ander emplooi te zoeken.
„Ik kwam terecht in de Dam
straat bioscoop. Alle kleine bi
oscopen hadden toen een ex
plicateur. Ik moest vertellen
wat er op het doek plaatsvond.
Wie de boef was. En wie de
held. Dat was niet altijd ge
makkelijk, want soms had ik
hem nog niet eens zelf gezien.
Meestal werd de film 's mor
gens proefgedraaid en dan
kwamen we samen om hem te
bespreken. Ik moest zelf maar
een verhaaltje verzinnen. Ik
moest kijken naar de bewe
gingen van de artiesten en be-