mil iia d)5E n Boer heeft meer an een goede uur dan aan en verre vriend VE legt emigrantencontact met thuis lil""' Sanatof kondigen LINGE 1NHUIS ERDAM IONESSENHUIS DAI iTRATIEF ASSISTENT aden Zaterdagbijlage van 12 januari 1974 Enkele weken geleden, op deze plaats, I[deden wij verslag van het leven en wer ken van een Brabantse veehouder. Van- laag laten wij een Zeeuwse landbouwer aan het woord. Om nauwkeuriger te zijn: een Oost-Zeeuwsch-Vlaming, jong nog, maar zelfstandig boerend op een akker- bouwbedrijf van 44 hectare. Zeeland is een van onze belangrijkste landbouwprovincies. Zeeuwsch-Vlaan deren draagt flink bij in deze provinci ale faam. Meest geteelde gewassen daar: suikerbieten, aardappelen, uien, bruine bonen en vanouds vlas, dat na jaren bij na weg te zijn geweest, bezig is aan een voorzichtige come-back. Eén op vier Risico's Klimaat Ondernemer Helpen Veel werk Vreemd '4 begint in ons ziekenhuis een gskursus voor het diploma Zie. I V, die wordt gegeven in samen- dere ziekenhuizen. isjes met belangstelling voor js gen wij gaarne uit als ling deel te nemen. eten ten- ar en 7 zijn en de topleiding degen in n het land le verbin- Itrecht en >n worden een ge- direktrice. eh bereik- nummer Mondeling kunnen wij beter de mogelijkheden met u bespreken dap in welke grote adver tentie ook. administratie van ons ziekenhui t een plaats vrij voor een .eze afdeling met 12 mensen, die sl ben voor facturering, boekhouing j tie. g in contact met een meisje vaal lal MAVO-diploma ein enige kantoq f verzoeken H>m inlichtingen te i 'd personeelszaken. Langendijk75. Tel.l01600h2v\ SEN VAT 8 - 1347 IKE: LRD 6 - 1322 unktia samen an de idaten inder- gun- dat is groot varing ïctrice. vrn Paul Verhaegen op zijn sproeimachine. Het is nog maar halverwege de voormiddag van en veelbelovend begonnen dag en de zon hangt al fkeer le sterven. Het door Ukkel en De Bilt aangekon- ligde regenfront komt aanrollen over bet vlakke, (rijze Zeeuwsch-Vlaamse polderland bij Graauw. De (rolkenmassa perst de laatste stralen zonlicht uit het erdwijnende blauw. Een van die stralen plenst de pier in van een boerderij aan de Graauwse Dwars- Iraat en doet daar de sherry fonkelen in de pas vol eschoiiken glazen. Buiten glijdt een brede straal langs de voren van en geploegde akker. De zware, zwarte kluiten glim- len als pas gewassen steenkool. De vruchtbare, maar |reerbarstige grond van Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen nu nieer gebaat zijn bij een paar nachtvorstjes dan bel bet naderende regenwater, waarvan de kluiten al oververzadigd zijn. Maar met het weer heb je het niet ■oor het zeggen. Zo nu en dan lijk"1 of alles verkeerd gaa' De melk kookt over. maakt ruzie met mens die u eigenlijk erg aardig vindt. Uww® borden vallen in scher ven. Het is niet no* Sanatogen helpt. Sanatogen schenkt u lichaam dat hoognot extraatje aan bouw- stoffen o.a. vitamin" Sanatogen bevat 95°' gezuiverde eiwitten- En bestrijdt dtfardoor op natuurlijke wij» de gevolgen van ver moeidheid. Ja, Sanatogen gee' weer nieuwe weersW Maar zelfs het kïaC"' tigste versterkende middel kan geen** deren verrichten, D* even blijven gebruik' 3x Daags 3 theeiep" Verkrijgbaar bij apotheker of drog® Natituriijke ei*'"" en .••tamifienvoo, nieuwe levenskr* I Zijn moeder noemt hem een fcyondmens", in elk geval gén ochtendmens. Hijzelf: „Ik fen niet iemand die zonder ■den voor dag en dauw op laat.^ Ik pak aan als het nodig Ss Als het niet nodig is, dan heb ik tijd voor een ander". Aan het woord is Paul Ver haegen (29), sinds drie jaar zelfstandig boerend op het welvarende akkerbouwbedrijf dat eens van zijn vader was, maar dat zijn vader beaamt dat graag onder- de nieuwe, verjongde aanpak wel wat is veranderd. Paul Verhaegen is nog onge huwd en dat geeft hem, vindt hijzelf, een grotere vrijheid om zijn hobby te beoefenen: prijsspeculatie met de door hem zelf geteelde aardappelen en uien. Hij houdt van de wisselende kansen op de aard- appelmarkt. „Dat speculeren zit me in het bloed", zegt hij, „maar had ik een gezin, dan zou ik me wellicht meer op zekerheid en continuïteit van inkomen moeten richten". Speculeren betekent in feite wachten op betere prijzen, wachten totdat het grote aan bod van vlak na de oogst door de markt is gestroomd. Het vraagt een grote opslagcapaci teit (en dat heeft Verhaegen met zijn 60 meter lange schuur) maar evenzeer een scherp inzicht in het hele marktgebeuren. Op je quivive zijn, snel reageren, kordaat beslissen of de verleiding van een te vroege winst weer staan. Behalve zijn favoriete aard appelen en uien. verbouwt Verhaegen op zijn 44 ha (deels in eigendom, deels in familiepacht) ook nog suiker bieten, graan en vlas. Om de wintermaanden wat produktiever te maken heeft hij één hectare beplant met perebomen die hij in de stille tijd zelf snoeit maar verder door loonbedrijven laat onder houden en oogsten. Daarnaast houdt hij stieren voor de vleesproduktie. 's Winters zijn er dat zo'n 36, in de zomer hoogstens 18. Naast het onder houd van zijn machinepark, het technisch perfectioneren van zijn opslagschuren en de gebruikelijke in- en verkoop activiteiten, houden deze pe ren en stieren hem ook in de wintermaanden goed bezig. Paul Verhaegen is hoer uit overtuiging. Hij houdt van z'n vak maar dan wel op een selectieve manier. Hij moet wél aardappelen kunnen verbou wen, varkens daarentegen laat hij graag aan anderen over. Daarom maakt hij zich ook drukker over hot dwingende landelijke voorschrift dat je maar één keer in de vier jaar aardappelen mag hebben op hetzelfde perceel, dan over de dreiging van het Baalhoekka- naal, dat - als het er komt - hem zo'n 15 ha kan gaan kos ten, een derde van zijn be drijf. Ir L. de Wit van het Land bouwcentrum in Goes (die het gesprek bijwoont) kan praten als Brugman, dat de één-op- vier-regeling nodig is tegen de aardappelmoeheid en ter be scherming van de aardappel- export, voor Paul Verhaegen is het een moeilijk te slikken onrechtvaardigheid dat de veel krachtiger grond van zijn stukje Oost-Zeeuwsch-Vlaan deren, wat dit betreft, over één kam wordt geschoren met de schraalste grond die in Ne derland te vinden is. „Men zou een veel genuanceerder beleid moeten voeren, zegt hij, een beleid dat rekening houdt met de specifieke eigenschappen van de grond. Eén-op-drie zou hier al meer dan voldoende waarborg tegen aardappelmoe heid bieden". Aardappelen en uien. Ir De Wit had me 's morgens bij de koffie in de Korenbeurs te Hulst al verteld dat deze ge wassen de hartstocht vormen van de Zeeuwsch-Vlaamse boer die houdt van een gokje, van het krachtenspel op de markt. Het kan lucratief zijn, maar het levert ook risico's op, zei hij. Paul Verhaegen beaamt dat. „Ik doe niets liever. Maar je moet er mentaal wel tegen kunnen, anders lig je nachten wakker. Je moet ook voortdu rend van alles op de hoogte zijn om er zeker van te kun nen zijn, dat je op het juiste moment in de markt springt. Dat vraagt veel lezen en veel contacten". Aardappelen en uien zijn, behalve zijn hobby, ook zijn specialiteit. Voor de teelt van deze twee gewassen is hij vol ledig gemechaniseerd. Dat vraagt om regelmatige, relatief hoge investeringen, maar hij heeft uitgekiend en ervaren dat het voor hem financieel aantrekkelijker is om zelf ge mechaniseerd te zijn in plaats van het werk te moeten over laten aan loonbedrijven. „Het past ook beter bij mijn beleid, dat nogal flexibel is, zoals U zult begrijpen, en continu wordt aangepast aan het marktgebeuren". Dit zelf doen eist op een bepaald moment ook andere handen dan alleen die van hemzelf. „Als het nodig is, dan kan ik rekenen op hulp van buren, zoals zij op mijn hulp kunnen rekenen. Ik heb prima buren, dat wil ik wel eens nadrukkelijk zeggen. Voor een boer is een goede buur beter dan een verre vriend". Zoals iedereen in de land bouw, kampt ook Paul Ver haegen met een van de kern problemen uit de branche: de ongunstige kosten-batenver- houding en de relatief zeer hoge kostendrempel daarin. Brutobedragen in de landbouw zijn veelvouden van de netto bedragen, waar het in laatste instantie toch om gaat. Als een boer, bijvoorbeeld tijdens het kwetsbare tijdsbestek waarin zijn zaailingen opkomen, een fout maakt bij liet bestrijden van het onkruid of als hij heeft misgegrepen bij het uit dokteren van zijn be^esttngs- plan, dan zit hij ook werke lijk goed fout. Dan reiken de gevolgen ver, een heel seizoen door, tot in zijn boekhouding en portemonnee toe. Alle moderne verworvenhe den, machines, wetenschap, kunstmest en goed georgani seerde advies- en voorlich tingsdiensten ten spijt, is het weer nog altijd onzekerheids factor nummer één voor de boer. Het weer bepaalt nog altijd voor een belangrijk deel zijn werk. Zo kan het gebeuren dat Paul zen en 's avonds om acht uur uur alle tijd heeft om thee te drinken en een vakblad te le- dat de windstilte, waarop hij plotseling uitrijdt met zijn trekker. Dat kan dan zijn om dat de wendstilte, waarop hij heeft gewacht, is gekomen of omdat het is gaan vriezen en het goed is zijn akker gelijk te trekken voordat hij keihard wordt van de vorst. Paul Verhaegen: „Ik ben geen gewoon lemens met vas te schema's. Ik doe mijn werk als het gedaan moet worden, als het nodig is en als mijn werk het meeste resultaat heeft. Ik boer niet voor het zicht. Ik doe alleen wat nodig en nuttig is, maar dan kan het me ook niet schelen hoe laat het is of hoe laat het wordt'. Het bedrijf van Paul Ver haegen is met zijn 44 ha niet uitzonderlijk groot, maar het komt wel boven het gemiddel de Zeeuwsch-Vlaamse akker bouwbedrijf (in de 30 ha) uit. Voor één man is zo'n bedrijf een hele aanpak. Toch blijft er tijd over voor andere dingen. Voor sport, vakantie, studie en organisatieactiviteiten. „Vol- j leybal is nu mijn favoriete sport", zegt Paul Verhaegen, „dat speel ik één avond in de week. Van voetbal houd ik ook wel, maar die sport is mij te riskant. Je hebt ze een been gebroken en wat dan?" Zomers, vlak voor de vlas oogst, gunt hij zich een com fortabele vakantie, „liefst naar het zuiden, naar de zon en het strand". Hij is lid van een studieclub waarin hij met an dere collega's van gedachten wisselt over technische en economische zaken die het boerenbedrijf raken. Hij weet dat hij geluk gehad heeft in die zin, dat hij niet met lege handen hoefde te starten. Dat zou trouwens niet gelukt zijn. Een bedrijf opzet ten als dat van Paul Verhae gen is zonder speciale hulp niet meer mogelijk vandaag de dag. Paul Verhaegen heeft die hulp gehad. Van zijn ou ders in de eerste plaats en van zijn broers (een arts en een tandarts) en zusters. „Ik ben ze daar dankbaar voor", zegt Paul Verhaegen. Intusseh lijkt de boerderij in goede handen. Ir. De Wit zegt later, als we vertrokken zijn na de gastvrije uitnodi ging om te blijven eten we gens tijdgebrek te hebben af geslagen, „Paul Verhaegen is een moderne boer, een typi sche ondernemer die dingen aandurft waar anderen nog niet aan toe zijn. Dat is geloof ik het geheim van het succes van elke ondernemer". Paul Verhaegen had het kort tevoren zelf zo gezegd: „Ik kijk nooit naar een ander. Ik doe niet automatisch wat anderen doen, maar ik ben ook niet bang iets te doen wat zij nalaten." WIM KOCK |Wat moet je doen, als een doodongeruste moeder je opbelt en ^■aagt of je misschien haar zoon kan opsporen? Die is een goed Ear geleden, met een kwade kop, vertrokken. Waarheen? „Er- s naar Amerika, meneer!" Het minste wat je doen kunt is, der iets te laten merken van je verbazing, verder vragen, veel vijven en zessen komt er dan uit dat de jongeman 22 r is geëmigreerd. Naar Canada. Enfin, om een lang verhaal J maken, die ongeruste moeder is geholpen. Na een maand P wat kreeg ze het adres van zoonlief. Hij woont en werkt in ■en klein plaatsje in Noord-Canada. Makt het goed en heeft per contact met „thuis". wiet is één van de gevallen pe de OVE, de Nederlandse Treniging Ouders van Emi ranten heeft opgelost. Dank naar uitstekende contacten vrijwel alle landen waar- n na de oorlog Nederlan- s zijn geëmigreerd. Cöntac- in de particuliere sfeer, ar ook op het niveau van Nederlandse diplomatieke tegenwoordigingen. ["Wij hebben, voorzover ik ,eet, de laatste jaren zeker 5 ^n die opsporingszaken tot p goed einde gebracht. Von- p zelfs iemand in Alaska, onze vereniging 18.000 jeaen - hebben vele relaties, ^aak emigranten. Wij vinden alle Nederlandse consuls ieds de deuren open. Ook bij onze ambassades, trou wens". Dat zegt de heer M. van Hooff uit Tilburg, voorzitter van de Brabantse afdeling (800 leden) van OVE. „Dat ben ik zo'n 2 jaar geleden geworden. Tegen m'n zin, ei genlijk. Maar ja, ik was als vader van enkele geëmigreer de kinderen, lid met m'n vrouw en wat doe je dan, als men je vraagt?" De OVE, ze bestaat een kleine 20 jaar, wil helpen de banden tussen emigranten en hun familieleden en vrienden in stand te houden, te vernieu wen of te versterken. „Ons doel is dus beslist niet het organiseren van reizen. Dat is wel een hoofdactiviteit van de OVE geworden. Maar uitgangs punt blijft het houden van contact- Een heel belangrijk middel daartoe is natuurlijk dat familieleden meestal ouders en vrienden de geëmigreerden kunnen bezoe ken". Op die manier, veelal met charter-vliegtuigen, reizen elk jaar vele duizenden via OVE naar kinderen in om maar enkele landen te noemen Australië, Canada, Nieuw-Zee- land, Zuid-Afrika, de Verenig de Staten. „We bieden dus in alle opzichten hulp bij geza menlijke familiereizen naar emigranten-gezinnen. Maar de leden van OVE kunnen ook, zoals de heer Hooff zegt, op humanitair ge bied, steun krijgen. „Als het te maken heeft met contact familie-emigranten. Nog niet zo heel lang geleden, bijvoor beeld, kwam een echtpaar bij on: met de ontstellende mede deling dat hun schoonzoon in Australië verongelukt was. Hij liet een vrouw en 6 kinderen achter. Bovendien was de dochter in verwachting. Dit twee bejaarde mensen waren helemaal overstuur. Na enig heen en weer gepraat, kwan eruit dat ze naar Australië wilden om te helpen. De doch ter was namelijk bij het onge luk ook gewond. Nou, die mensen hadden voor zo'n reis geen geld. Ons noodfonds is toen bijgesprongen. Daaruit betaalde OVE de reis, heen en terug. Ook kregen ze zakgeld. Ook betalen wij uit dat fonds, bijvoorbeeld, extra kosten die mvalide ouders hebben als ze geëmigeerde kinderen willen bezoeken. Als die mensen daarvoor zelf geen geld heb ben". De heer Van Hooff richt zich op, na dit gezegd te heb ben. „Zelf ben ik van mening dat het rechtvaardig zou zijn als de overheid voor die ge vallen een subsidie zou geven. Ik vind dat de OVE daarvan werk moet gaan maken- Ze ker, als je ziet waarvoor alle- De OVE heeft zo'n 20 afdelingen. En verschil lende plaatsen zorgen contactpersonen voor de band tussen de organisa tie en de individuele le den. Er is een OVE-af- deling Noord-Brabant. Voorzitter van die pro vinciale afdeling is de heer M. van Hooff. Til burg. Telefoon: 013- 424765- De heer J. Lu- teyn uit Goes leidt de Zeeuwse afdeling, zijn telefoonnummer is: 01100 - 4527. maal door de overheid geld wordt gegeven". De heer Van Hooff hij wordt tijdens ons gesprekje enkele malen opgebeld dooi mensen die inlichtingen willen hebben over de manier waar op ze kinderen in andere we relddelen kunnen bezoeken zegt v dat vrijwel alle werk voor OVE door vrijwilligers wordt gedaan. „Ook op ons hoofdkantoor, in Rotterdam, werken vrijwilligers perma nent naast slechts enkele be zoldigden. Het zijn gepensio neerden. Dat ben ik ook. Daarom kan ik dit tijdrovende werk doen. Vaak is het dank baar werk. Maar soms ook verdrietig. Laatst, bijvoorbeeld, over leed een oude dame in een chartervliegtuig dat een groep emigranten-bezoekers naar ons land terugbracht. Ons kantoor in Rotterdam kreeg daarvan onmiddellijk bericht. Zo hoor den wij, dat het een van onze leden was. Wij hebben toen hier de familie gewaarschuwd en de dochter in Australië ge beld. Wij vinden dat zo iets óók tot ons werk behoort". Veel oudere mensen weten niet wat ze allemaal moeten doen, los van de kosten, als ze kinderen overzee willen be zoeken. Welke formaliteiten moeten worden vervuld. „U staat ervan te kijken, hoe hul peloos veel eenvoudige oudere mensen op dat gebied zijn. „Gewoon het aanvragen van paspoorten bezorgt ze al de schrik. Om nog maar niet te spreken over inentingen, enz. enz. En de niet geringe admi nistratieve rompslomp die aan zo'n reis verbonden is- Welnu, wij helpen daarbij. Ook van gen onze contactmensen in de overzeese landen onze reizi gers op als ze verder moeten. De afstanden zijn vaak on voorstelbaar voor mensen die uit dit kleine land komen en goede verbindingen gewend zijn, en de taalmoeilijkhe den. Het is duidelijk dat OVE m een grote behoefte voorziet. „Maar wij timmeren niet veel aan de weg. Hebben contacta vonden en krijgen dan veel bezoekers. Dan melden zich ook nieuwe leden. Toch moe ten er in Nederland wel een kwart miljoen ouderparen van emigranten zijn. Dus zouden wij veel meer leden moeten hebben. Men kent ons niet, geloof ik". Er zijn nog enkele organisa ties die zich op hetzelfde ter rein bewegen. „Wij hebben goede samenwerking met „Wij Komen". Er zijn, typisch voor ons land, ook enkele confessio nele organisaties. Die kennen wij niet. We hebben geen en kel contact met ze. Vinden het eigenlijk zot dat ook op dit terrein de verzuiling mee speelt. Ach, weet u, natuurlijk zijn de meeste leden zich he lemaal niet bewust dat wij „algemeen" zijn. In Brabant zullen de meeste OVE'ers wel katholiek zijn. Daarmee heb ben we ons nog nooit bezigge houden". De heer Van Hooff zegt dat OVEwei „de duurste vereni ging" op dit gebied is. „la gulden per lid per jaar. Daar voor krijgt men alle hulp, ook financieel in noodgevallen. Daarvoor krijgt men ook 6 keer per jaar het OVE-blad. „En daarvoor heeft men ook de zekerheid dat geplande groepsreizen in ieder geval doorgaan. Ook als de boeking niet optimaal is". JACQUES LEVIJ •1 r - ifiiiMhi

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1974 | | pagina 15