I? h DTd Ouderwets sparen geen zoden eer aan de dijk Bank: sparen blijft nutttig yeek. r. Janssens Wils ABRAHAMS j r ofRotterdam /ijf dagen van :ig moment ,want op al een flinke :open in de Retours kunt e tier duizen- t geeft proble- it op z'n werk uit. Hoeveel i: spreid de spits. Zaterdagbijlage van 5 januari 1974 Sparen op de vertrouwde, ouder- geen zoden meer aan de dijk. wetse manier - u weet wel, met Gewoon, omdat de belastingen een spaarvarken en een keihard en de vliegende inflatie de spaarbankboekje - zet al lang room van de rente opsouperen. Wat cijfers Mentaliteit Opmaken Schulden ïii in een 600-24031 de. Te!. 01646-253Ö HOR STACARAVANS voor eik gezin een passen- prijzen vanaf 6250,— aatweg 153 Hoogerheide ruispunt Korteven) JUR 7257 fïMMI Hee, dat traditionele sparen door naarstig stuivers over centen praten we maar liever helemaal niet dubbeltjes, I jfljflvartjes, guldentjes op te potten en dan het lieve somme tje van tjjd tot tijd „te laten bijschrijven" heeft zijn tijd gehad. Ben simpel voorbeeld om dat te onderstrepen. Oom Char les bij is dik in de zestig spaart nog op die beproefde Etfer. O, heel bescheiden. Kleine bedragen. Want hij :ante Sophie leven van een klein niet-waardevast pen- n en de AOW. Welnu, oom heeft heel gis de 8 procent rente gepikt die een termijnboekje opbrengt. Dat leek hem wel. O "Hij heeft niet door gehad dat die spaarcentjes hem des- iudanks niets opleveren. Van zijn rente pakt de Staat der Ifcderlanden al een procent of wat (minstens 2 bij een heel laag inkomen) De inflatie is elk jaar zo'n procent of 7. Dat wil zeggen: elk guldentje dat oompje op dat boekje laat zet ten is aan het eind van dat jaar nog maar 93 centjes waard Die gulden is dan, om het netjes te zeggen, weer fors in koopkracht verminderd. En die waardevermindering gaat steeds door, jaar-in jaar-uit. Nou, u voelt wel dat hij met die zo fraai lijkende 8 pro eentjes per jaar eigenlijk ner gens meer is. Nee, dat soort sparen eens een nationale deugd en nog steeds in alle toonaarden warm aangeprezen is het echt niet meer. Het brengt niet op. Sterker nog. Het lijkt er zelfs op dat een spaarder zich op die manier arm spaart. Een gekke boel, natuurlijk, maar het is niet anders. Het vervelende is dat men de mensen dat in ons land niet duidelijk vertelt. In Duitsland, om een voorbeeld te noemen, wél. Daar kan men adverten ties lezen die klip en klaar uit de doeken doen dat „sparen vooraf" geen zin meer heeft. Voor de individuele spaarder, in eder geval. Want nationaal- economisch bezien liggen de zaken heel anders. Daarover meteen wat meer. U hoort natuurlijk allemaal wel eens dat „een mens er verstandig aan doet z'n geld op te maken". Bedoeld wordt dan dat men er goed aan doet in deze tijd van inflatie en forse belastingdruk-ook-op-be- sparingen geld zoveel mogelijk te gebruiken om goederen te kopen, of het te steken in waardevaste objecten, een ei gen huis bijvoorbeeld. Welnu, vanuit het standpunt van de kleine spaarder is dat een lo gische redenering. Want het aanhouden van spaartegoeden zonder een duidelijk beste dingsdoel wasmachine, piek up. nieuw vloerkleed, auto, enz. enz biedt geen voorde len meer. De opbrengst van zulke tegoeden, de rente, wordt meer dan opgesoupeerd door de geldontwaarding. Maar als we met z'n allen onze economie draaiende wil len houden, moet er voortdu rend geld beschikbaar zijn. We moeten kunnen blijven in vesteren. Nationaal econo misch gezien moeten we dus met z'n allen sparen om te kunnen investeren. Want er jy i Sparen blijft nodig, zoals Mize redacteur Jacques Levij in nevenstaand artikel zegt, al was het alleen maar vanuit Maatschappelijk oogpunt. Spran echter blijft ook nuttig voor u, zo verzekeren ons de experts van een groot bank kantoor in Breda. „Ouderwets sparen wordt pas door fiscus en inflatie zinloos wanneer het iaat om het opzij leggen van een appeltje voor de dorst of ■o maar zonder bepaald doel sparen". „Iedereen", zegt de bank. „Kan wel wat liquide midde len gebruiken. Om de belas ts te betalen bijvoorbeeld, of te kopen. **r heb je ook een aanbeta- lingsbedrag in geld voor no dig. Ook het dragen van de lasten van een 100 of 110 pro cents hypotheek is niet ieder gegeven. Het kan dus zeker zin hebben het aanbetalingsbe drag voor een huis bijeen te sparen. De banken in Neder land hebben aangepaste spaar- vormen voor diverse doelein den, helemaal afhankelijk van de bedoelingen en plannen van de spaarder". Als u dus geldt overhout, en dit niet opzij hoeft te leg gen voor duidelijk omschreven doeleinden (een aankoop, de belasting, een verzekerings premie of een autokostenre serve, om enkele voorbeelden te noemen) ga dan met de bank praten om te zien welke spaarmethode in uw geval het voordeligst is. Zoals gezegd, de Nederlandse banken bieden een rijk gevarieerd pakket spaarmogelijkheden. Verdie nen op besparingen is er ui teraard niet bij. „Maar", zegt de bankdeskundige „voor de rente sparen de mensen niet meer tegenwoordig. Het gaat erom het opzij gelegde geld optimaal waardevast te houden". Op de langere termijn spa ren, men las dat al in het nevenstaande artikel, kan bij voorbeeld via beleggingen. Dat kan ook in het klein, voor de kleine spaarder dus, en op een betrouwbare manier wanneer moet een apparaat beschikbaar blijven om goederen te maken tegen een redelijke kostprijs. En daaruit blijikt dat de belan gen van de individuele spaar der m'n oom Charles en honderdduizenden anderen en de nationale economie el kaar niet meer dekken. Het spaartegoed in ons land schommelt op het ogenblik rond de 50 miljard gulden. Een lief sommetje, dus! Bo vendien vermoeden we dat er om en nabij de 5 miljard gulden aan hypotheekgelden uitstaan. Zeker weten doen we dat, merkwaardig genoeg, niet. Enfin, alles bij elkaar zijn dat forse bedragen. Gaat u maar na. Vorig jaar was ons natio nale inkomen 135 miljard gul den. Dit jaar zal het wel 150 miljard worden. Van die 135 miljard inves teerden we, vorig jaar dus, zo'n 27 miljard. Om wat pre ciezer te zijn: we staken met z'n allen door besparingen 9 miljard in de uitbreiding en modernisering van bedrijven, 7 miljard in de woningbouw, 6 miljard in voorraadvorming en de overheid investeerde ook ettelijke miljarden. De belang rijkste groep geldverschaffers voor investeringen spaar ders wordt gevormd door particulieren. Zij brachten vo rig jaar ruim 14 procent van ons nationale inkomen in onze nationale spaarpot, 19 miljard gulden. De overheid gooide er nog eens 8 miljard gulden aan besparingen tegenaan. Voor de duidelijkheid nog even het volgende: de groep particuliere spaarders bestaat uit in volgorde van belang rijkheid verzekeringsmaat schappijen en pensioenfondsen (institutionele beleggers) be drijven en kleine spaarders, zoals oom Gharles. Die kleine spaarders hebben de centjes die ze niet direct willen en hoeven te besteden ondergebracht bij spaarbanken en andere financiële instellin gen. Verder sparen die parti culieren vrijwel allemaal ge dwongen. Ze betalen immers premies voor hun pensioenen, hun verzekeringen, ze lossen hypotheken af. Even terzijde, maar wel heel belangrijk, ze betalen via die premies gul dens die meer waard zijn dan de guldens die ze straks via hun pensioenen en hun verze keringsuitbetalingen terug krijgen. Want die pensioenen van de particulieren niet van overheidsdienaren dus zijn lang niet altijd waarde vast. Daarom zijn er velen die terecht stellen dat de vliegen de inflatie weinig minder is dan diefstal op grote schaal, een misdaad tegenover klein» spaarders, gepensioneerden en rentetrekkers. Toch zal die zaak, in een of andere vorm, weer op het ta pijt moeten komen. Tenminste als we onze collectieve voor zieningen nog willen uitbrei den en we de economische groei op een redelijk peil wil len houden. Daarvoor moet dan meer geld beschikbaar ko men. De inkomenstrekkers moeten dan samen dat geld voor meer nationale besparin gen opbrengen. Zijn zij daar toe bereid bij een inflatie die niet te temmen lijkt? men met bonafide, Nederland se instellingen in zee gaat. De bank: „Ook hier gaat het niet om geld verdienen. Wij geven geen tips en zo. Het doel is met zo weinig mogelijk risico een zo hoog mogelijk rende ment te halen". Voorbeelden van voor klei nere spaarders aantrekkelijk beleggingsmogciijkheden zijn Robeco, ABN-beleggingspool en het AMRO-Pierson Fonds. De beide laatste werken aan een systeem dat het mogelijk maakt in deze pools deel te nemen door maandelijks van de salarisrekening over te boeken spaarbedragen. Bij Ro beco kan dat al. W. K. Het vermoeden bestaat dat honderdduizenden van die spaarders dat zo langzamer hand ook zo voelen. Ze sparen minder, of helemaal niet meer. Ze maken hun geld op. Wat er nu dan wel met dat geld gebeurt, weten we niet Er is natuurlijk, zeker de laat ste weken, veel geld besteed aan het hamsteren van levens middelen. Ook aan duurzame verbruiksgoederen. Maar het kan ook best zijn dat de men sen het geld dat ze van hun spaarrekeningen hebben ge haald, of er niet op hebben gestort, hebben gebruikt om obligaties te kopen, of het te steken in langlopende beleg gingen. Waarbij misschien de belangstelling steeds meer is uitgegaan naar groeifondsen en minder naar fondsen met een hogere opbrengst. Die wordt immers toch weer afgeroomd door de inflatie en de fiscus. Er zit aan die eis die onze nationale economie stelt aan onze gezamenlijke spaarzin nog iets meer vast. Naarmate de groei van de inkomens minder snel gaat loonmati ging zal men minder bereid zijn te sparen. Men steekt dan liever zijn geld in „goed le ven". We hebben eindeloos ge praat over spaarloon, enige ja ren geleden een paradepaardje van de vakbeweging. We ho ren er nauwelijks nog iets over, Het is zeker dat de indivi duele spaarder u en ik die een inkomen verdienen en te vens consumenten zijn nu heel anders over geld denkt en er heel anders mee omgaat dat hij vroeger deed. Hij is geen spaarder moer in de antie ke betekenis. Hij is een vrije- tijd-mens geworden. Hij is, en voelt, zich veel minder afhan kelijk dan vroeger van dat „centje achter de hand". Hij weet ook veel beter dan zijn vader (moeder) en grootvader (grootmoeder) dat er geldont waarding op grote schaal plaatsvindt. Hij heeft tevens, dank zij een uitgebreid pakket van sociale zekerheidsregelin gen, weinig zorgen voor de toekomst, voor z'n oude dag. Bovendien zijn er steeds meer mensen die via bedrijfsrege lingen zeker kunnen zijn van een oudedagspensioen, waar voor ze gedwongen premies meebetalen. Een addertje on der dat gras is het feit dat die pensioenen als regel niet- waardevast zijn. Om van wel- vaartvast maar te zwijgen. Nee, dat spaarbankboekje is niet aantrekkelijk voor de mo derne mens. Het kost hem im mers geld. Als hij werkelijk nog wil sparen kan hij dat op heel andere manieren doen dan spaarders vroeger. Hij kan, om maar op een aspect te wijzen, contant duurzame con sumptiegoederen kopen. Die sparen geld en geven de vrouw vaak minder werk in het gezin. Zij gaat dan een baan zoeken. Hij kan ook zul ke goederen kopen op basis van een krediet. Hjj spaart dan niet meer vooraf voor iets dat hij wil hebben, maar ach teraf. Het kopen van een ei gen huis met een hypotheek is ook een vorm van sparen. Over hat algemeen, zo menen deskundigen en ze tonen het met cijfers aan een voordelige vorm van sparen. Ook al omdat de geldontwaar ding automatisch leidt tot waardestijging van dit onroe rende goed. Vaak bouwen.ko pers van een eigen huis na een jaar of 10 reeds een niet onaanzienlijk vermogen op. In bepaalde inkomensgroepen is dat zelfs eens zo groot als de huurder van een huis, met veel moeite, kan „sparen". Modern sparen kan zinvol zijn voor de spaarders. Via consumptieve kredieten eerst genieten dan betalen via hypothecaire leningen, via plan-financieringen, via groei- beleggingen. Die vormen van sparen nemen dan ook in alle industriële landen met grote in flatie toe. Ook in Nederland. Het consumptieve krediet dat uitstaat zal bij ons zeker 3'/2 tot 4 miljard gulden belopen. Daarnaast hebben we met z'n allen zeker nog enkele tiental- Uit De Stem, van donderdag j.l. len miljarden guldens ge spaard in hypotheken en ang.- lopende leningen voor möt- produktieve doeleinden. De nationale economie eist dat er gespaard wordt. Sparen tegen een vaste rente, we be toogden het hiervoor, betekent gewoon verlies van netto- koopkracht. Maar kopen en be zitsvorming door het lenen van geld men spaant dan achteraf voor de aflossingen en het betalen van de rente kan de koopkracht aanzienlijk doen toenemen. Een overheid die die vormen van „sparen achteraf" gaat bemoeilijken, kan de aantrekkelijkheid er van doen afnemen. Want waardevast kopen en beleggen en kostbesparend consumptief investeren zijn de antwoorden van de individuele spaarders op een inflatie die het verschil tussen marktrente en geldont waarding geheel teniet doet. Dat bemoeilijken gebeurt, bij voorbeeld, als men de belast bare huurwaarde van een ei gen woning gaat verhogen. Of als de overheid zou besluiten de aftrek van hypotheekrente van het belastbare inkomen te verminderen. Sparen door het maken van schulden is dus in. Het is dan ook niet zo vreemd meer als mensen, soms gekscherend, beweren dat ze van hun schul den leven. Dat komt, hoe merk waardig het ook klinkt, veel meer voor dan men ver moedt. Die nieuwe spaarmarkt, dat moet men wel weten, stelt ho ge eisen aan het inzicht „en beoordelingsvermogen van de spaarders. Ze moeten goed weten tot hoever ze kunnen gaan met het maken van schul den die ze moeten aflossen. U kent natuurlijk allemaal wel de verhalen van de afbeta- liiigsellende van gezinnen die elke maand vrijwel het hele inkomen naar „de bank" moe ten brengen. Ook mensen die via beleg gingen willen sparen en hun bezit willen vermeerderen, doen er verstandig aan alleen met te goeder naam en faam bekend staande organisaties in zee te gaan. Beleggingsadvie zen van onkundige en erger nog oneerlijke adviseurs hebben menigeen aj knappe stroppen bezorgd. Wantrouw in ieder geval de mensen die koeien met gouden horens be loven. Die horens zijn er nor maal niet op die beleggings- markt. Want als ze er wel waren, zouden die „adviseurs" ze echt zelf wel te pakken zien te krijgen. Beleggen kan een voortreffelijke vormyan sparen op langere termijn zijn. Mits men er verstand van heeft, of z'n belangen laat be hartigen door een bonafide instelling op dit gebied. JACQUES LEVIJ,

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1974 | | pagina 13