„DE BRANDKAST"
Fiets
in VS
wint
terrein
KIND ERFT VERMOGEN
VAN MAURICE RAVEL
HOEFSMIDSCHOOL
MOOIE TITTI
EN HAAR
BOND VOOR
PROSTITUEES
Het Romeinse auto
probleem is dodelijk
binnenland
buitenland
Muziekstudies
Vriendin
Testament
Israëls best bewaakte gevangenis
VUURWAPENS
EICHMANN
VIJF JAAR
TERUG
DAGLICHT
WONDEN
APART
Onmisbaar
Huisknecht
Wereldoorlog
Hoefsmidschool
Hoefkliniek
Dames
Hij ging zelfs verder en dreig
de een aanklacht tegen de
Prefect van het Département
Se'ine (vengelijkbaar met een
commissaris der koningin in
Nederland), waartoe Parijs
behoort, in te dienen wegens
„manipulaties om een erfenis
in bezit te krijgen." Kort te
voren was Jeanne Taverne
van haar huisknecht-chauffeur
echtgenoot Alexandre ge
scheiden, klaarblijkelijk om
haar werkgever te trouwen.
Maar de 82-jiarige werkgever
haalde de trouwdatum niet
meer en overleed in april
1960, acht, dagen voor de brui
loft en liet al zijn bezittingen,
waaronder de fenomenale au
teursrechten op de composities
van Maurice, aan zijn huis
houdster achter, die stante pe-
de met haar gescheiden kap
per hertrouwde.
Daarop dook een Zwitserse
neef van de Ravels op, een
zekere Georges Perrain, die
samen met zijn vrouw Marcel-
Ie de geldigheid van het testa
ment van Edouard ten gunste
van Jeanne Taverne betwistte
en verklaarde dat hij de stich
ting ten gunste van beurzen
voor muziekstudies wenste te
verwezenlijken. Het ene pro
ces volgde op het andere,
maar er bleek geen speld tus
sen te krijgen: het testament
ten gvpiste van Jeanne Taver
ne was volkomen geldig en
noch Georges Perrain, noch de
stad Parijs slaagde er ooit in
de testamentaire bepalingen
ongeldig verklaard te krijgen.
Na tien jaren van hei. fabuleu
ze fortuin genoten te hebben,
overleed Jeanne Taverne in
19V0 en haar man, Alexandre
trouwde kort daarop met een
vriendin, evenals hij, voorma
lige „haarkunstenares," m.a.w.
ex-kapster. Z'ij verlieten de
luxueuze villa in Sainit-Jean-
de-Duz en betrokken een
enorm landgoed aan de oevers
van het Mauriscot-meer, met
zwembad, parken, rijpaarden
en soortgelijke gemakken om
het tijdverdrijf zo aangenaam
mogelijk te maken.
De droom duurde echter nau
welijks drie jaren voor
Alexandre en niu is hij op zijn
beurt erflater gewonden: zijn
bezittingen (het Ravel-fortuin,
zo men wil) zijn nu ten deel
gevallen aan zijn tweede
vrouw, de 50-jarige Georgette
en aan haar kleinkind, een
negenjarig jongetje.
Men vraagt zich nu af of de
familieleden en de stad Parijs
andermaal zullen proberen het
testament aan te vechten.
Maar algemeen wordt het
waarschijnlijk geacht dat de
uiteindelijke erfgenaam het
kleine knaapje zal zijm, en in
elk gevel zou Alexandre in
zijn testament een clausule
opgenomen hebben om de
kleinzoon van zijn tweede
vrouw dë auteursrechten van
de werken van Maurice Ravel
toe te laten vallen.
Deze bedragen jaarlijks ruim
twee miljoen frank (één mil
joen, driehonderdduizend gul
den). Tot 1992, wanneer de
werken van Maurice Ravel
publiek bezit worden. Maar
ongetwijfeld genoeg om de
jongeman zijn leven lang voor
materiële zorgen te vrijwaren
Een erfenis, om zo te zeggen,
waar muziek in zit.
RAMLE, ISRAEL (AP)
Een magere, ongeschoren ge
vangene met grijs piekhaar
staarde over de groene gazons
naar het nabije gebouw, om
ringd door grijze muren. „Wij
noemen het een brandkast",
zei hij. „Massayaha is de hof
van Eden vergeleken bij dat
gebouw".
„De brandkast" is de gevan
genis in Ramie, de best be
waakte inrichting in Israël
waarin 600 gevangenen hui
zen. Onder hen bevindt zich
Kozo Okamoto, de Japanse
terrorist, bekend van het
bloedbad op het vliegveld Lod,
ook huizen er vele Arabische
guerrillastrijders.
Het kamp Massayahu, een.
gedeeltelijk open gevangenis,
is maar een paar honderd me
ter van Ramie verwijderd,
maar het is een verschil van
dag en nacht, tussen het open
Massayahu en de brandkast.
De gevangenissen zijn kort
geleden door een groep crimi
nologen, in gezelschap van een.
journalist, bezocht. Journalis
ten worden gewoonlijk in de
gevangenissen niet toegela
ten.
Ramie wordt omringd door
onneembare muren, die met
prikkeldraad afgezet zijn. Ook
rond de muren is een prikkel
draadversperring. Bovendien
patrouilleren er bewakers.
Voordat de eerste gevangene
in zicht komt, moet een bezoe
ker Zich een weg banen doo-r
vele gesloten deuren.
In Massayahu scheidt een
eenvoudige prikkeldraadver
sperring de gevangen,en van
het kleine Joods-Arabische
stadje. De bewaarders dragen
geen vuurwapens. „Iedereen
die hier wil ontvluchten, hoeft
er beslist niet uit te breken.
Men kan gewoon naar buiten
wandelen, zei een van de be
wakers.
De 350 inwoners van de half
open gevangenis wonen in
kleine gebouwtjes, die rond
een plein zijn gegroepeerd
waar de gevangenen zich op
het gras tijdens de vrije uren
amuseren.
De directeur van de gevan
genis, Arye Nir, zegt dat in 13
jaar tijd het nog geen gevan
gene is gelukt te ontvluchten.
In de gevangenis zat ook
Adolf Eichmann, voor hij in
1962. werd opgehangen.
Vele gevangenen, zijn uit
Massayahu gevlucht. Maar de
meesten proberen het niet
eens. „Waarom zouden we",
vertelde een van de gevange
nen, „dit is een klein land. Ze
vinden je binnen twee dagen
en bergen je dan op in dq
brandkast". „Kijk", aldus een
araden, „niemand zit graag in
de gevangenis, maar zolang
we moeten zitten, is het hier
wel het beste".
Als iemand voor het eerst
met het gevangeniswezen in
aanraking komt, wordt hij
door een commissie geclassifi
ceerd. Diegenen, die minder
dan vijf jaar hebben uit te
zitten, hebben de kans in de
„gemakkelijke gevangenis" te
recht te komen, en anderen
gaan naar'een van de veertien
andere Israëlische gevangenis
sen, maar hebben de kans ras
een gedeelte van hun straf
uitgezeten te hebben, naar
Massayahu overgeplaatst te
worden.
Volgens Arye Nir hebben
zelfs levenslang gestraften de
kans ooit in Massayahu terecht
te komen
Nir zegt dat er in Israël
4.400 mensen in de gevangenis
zitten de helft hiervan zijn;
Arabische guerrillastrijders
Voor elke dirie gevangenen is
er een administrateur of be
waker.
De'inwoners van Massayahu
hebben elke maand tot 96 uur
weekendverloven. Velen gaan
naar huis om religieuze feest
dagen te vieTen en vrijwel al
lemaal zijn zij teruggeko
men.
In de brandkast zijn de gan
gen smal en om de paar meter
bevindt zich een afgesloten,
deur. De muren, in groen en
witte kleuren geschilderd, zijn
op vele plaatsen door de ge
vangenen bekrast. De binnen-
plaatsen-, die de bezoekers te
zien kregen, zijn d-e plaatsen
waar de gevangenen luchten
of aan sport doen. Deze zijn
allen met grote netten over
dekt waardoor men een ira-
diruk van vogelkooien krijgt.
In de cellen komt weinig
daglicht naar binnen, de ge
toonde celen zagen er wel
schoon en comfortabel uit. De
grootte is niet overal gelijk. In
de grootste cel kunnen acht
personen slapen. De gevange
nen in Massayahu toonden
zich tegenover de bezoekers
erg vriendelijk en spraken
vrijuit; er waren volgens hen
wel klachten, maar wat het
zwaarst woog was wel, dat de
televisie om 21.30 uur uit
ging, op het moment dat op
het enige Israëlische televisie
net de hebreeuwse uitzendin
gen beginnen.
In Ramle leken de gevange
nen stuurs. Enigen vertelden
aan de bezoekers door bewa
kers mishandeld te zijn.
Van een groep van negen
Arabier,en volgens een
functionaris allen Arabische
hadden er vier ernstige hoofd
wonden, waar hechtingen voor
nodig waren. Gevraagd hoe
deze verwondingen waren ont
staan, vertelde een van de ge
vangenen „wij mishandelen
onszelf niet, dat doen zij".
Autoriteiten verklaarden
daarentegen, dat de gewonde
guerrillastrijders betrokken
waren geweest in een vecht
partij tussen Arabische en
joodse gevangen-en-, die een
week eerder had plaats gevon
den.
In Ramle worden de Arabie
ren en joden niet apart gehou
den. Vaak zitten zij gezamen
lijk in de cellen. Alleen de
guerrillastrijders die uit het
buiten-land afkomstig zijn, zit
ten apart.
In het gevangenissysteem
wordt nu een plan uitgewerkt,
om sommige van de gevange
nen overdag in de normale
maatschappij te laten werken
tijdens de laatste zes maan
den van hun gevangenschap, 's
Avonds keTen zij in de cel
terug.
NEW YORK (AP) —In
de zestiger jaren kon men in
de Ver. Staten moeilijk spre
ken van de fiets als trans
portmiddel. Ook de rijwiel
fabrikanten deden dat niet.
Het was hooguit aardig
speelgoed voor de kinde
ren.
Op de wegen was de auto
almachtig en geen fietser
haalde het in zijn hoofd zich
in het verkeer te storten. Bij
de gemiddelde Amerikaan
verdrongen de twee auto's de
fiets uit de garage.
In I960 werden 3,7 miljoen
fietsen verkocht, waarvan er
1,1 miljoen geïmporteerd wa
ren. Er waren er ohgeveer
23,5 miljoen „in gebruik"
maar meer dan de helft werd
slechts een a tweemaal per
jaar bereden. Nu ziet men
een heel andea: beeld.
Vele Amerikanen hebben
om gezondheidsredenen de
vertrouwde tweewieler weer
opgepoetst de banden opge
pompt en gebruiken op het
ogenblik de fiets om de no
dige beweging te krijgen.
De rijwielfabrikanten be
groeten deze herontdekking
van de fiets met vreugde.
Alhoewel het vervoermiddel
op de snelwegeA niet te ge
bruiken is, wordt de fiets
meer en meer in en om
woonplaatsen gebruikt.
Ook de toenemende ver
keersopstoppingen door de
grote hoeveelheid auto's is
een stimulans om de fiets te
nemen. Tot nu toe waren
fietspaden langs de wegen
schaars. Meestal waren ze te
vinden in parken, omdat de
fiets meer als een recreatief
instrument werd be
schouwd.
Als antwoord op de nieu
we belangstelling voor de
fiets zijn de rijwielfabrikan
ten begonnen moderne fiet
sen te vervaardigen, waar
door in 1965 de verkopen al
stegen tot 5,6 miljoen. Toen
waren eir 33 miljoen in ge
bruik.
Ook andere ideeën gingen
meespelen. Overal kwamen de
klachten los over de vernie
ling van het land door einde
loze wegen. Men stelde hier
tegenover dat fietspaden veel
minder ruimte in beslag ne
men, terwijl er ook geen
sprake is van luchtverontrei
niging.
Om de familieband, te be
waren besloten vele ouders
met hun kinderen fietstrips
te organiseren.
In 1971 steeg de verikoop
naar 8,9 miljoen. Er waren er
toen naar schatting 53,1 mil
joen in gebruik. Het aantal
mensen dat ook daadwerke
lijk in het zadel plaatsnam
werd in 1971 geschat op bij
na 80 miljoen, tegenover 35
miljoen in 1960.
Vorig jaar maakten de ver
koopcijfers de grootste
sprong: 13,9 miljoen fietsen
gingen de winkel uit. Hier
van waren er 5,1 miljoen
geïmporteerd, geschat wordt,
dat er nu meer dan 60 mil
joen fietsen door ongeveer 92
miljoen mensen gebruikt
worden.
Er werd nog een record
gebroken: voor het eerst in
de Amerikaanse historie
overtroffen de rijwielverko
pen die van automobielen, er
werden bijna elf miljoen au
to's verkocht, hetgeen even
eens een record betekende.
Het Amerikaanse rijwiel
instituut is voor dit jaar op
timistisch. Men schat het
aantal te verkopen fietsen op
15,4 miljoen, in 1974 denkt
men er 16,8 miljoen af te
zetten en het jaar daarop 18
miljoen.
Voor de aspirant banden-
plakkers is er nog meer goed
nieuws: president Nixon
heeft 13 augustus j.l., de fe
derale wegenbouwwet 1973
getekend, die een clausule
bevat waarin de uitgave van
120 miljoen dollar wordt
aangekondigd voor de aanleg
van fietspaden in de eerstko
mende drie jaar.
na haar auto-ongeval (in 1956)
overleed mevrouw Ravel. Haar
weduwnaar, Edouard was toen
78 jaren.
(Van onze correspondent)
PARIJS Een negenjarig knaapje, kleinzoon van een
voormalige kapster en zonder enige familierelatie met de
beroemde componist, zal zeer vermoedelijk de fabelachtige
auteursrechten opstrijken van Maurice Ravel.
Alexandre Taverne, de eer-
tijdse huisknecht en chauffeur
van de componist, die sedert
de dood van zijn. vrouw in
1970 de enige erfgenaam was,
is namelijk op 68-jarige leef
tijd in het Baskische St. Jeara-
de-Duz overleden.
De nalatenschap van Ravel en
de auteursrechten van. zijn
werken hebben tot een uiterst
ingewikkelde erflatiragsaffaire
geleid, die nu waarschijnlijk
haar ontknoping gevonden
heeft ten gunste van de kleine
jongen.
Ravel overleed in 1937 en liet
zijn bezittingen na aan zijn
broer Edouard. De waarde
daarvan bedroeg 36 miljoen
frank. De vrouw van Edouard
werd enige tijd later gewond
in een auto-ongeluk en enga
geerde een masseuse om de
pijnen als gevolg van de opge
lopen verwonding geregeld
weg te masseren. De masseuse
was een zekere Jeanne Taver
ne en zij bleek aldra onmis
baar voor de schoonzuster van
de overleden componist.
Zo onmisbaar dat zij het zich
kon permitteren ook een baan
te vragen voor haar man,
Alexandre, die aangesteld
werd als huisknecht-chauffeur
van het echtpaar Edouard Ra-
vel in hun kapitale villa in
Sairat-Jean-de-Luz. Twee jaren
Het echtpaar Taverne had in
tussen hecht „wortel gescho
ten" in zijn villa in Saint-Jean
en boze tongen beweerden dat
Alexandre Taverne (een voor
malige mijnwerker uit
Atrecht, die behalve - het ko-
lenhakken tal van beroepen,
waaronder dat van kapper,
uitgeoefend had) en zijn
vrouw Jeanne zich voor de
bejaarde broer van de grote
componist „bijzonfder onmis
baar" hadden gemaakt, nog
„onmisbaarder" dan voor de
massage ten behoeve van me
vrouw Ravel. En op 31 augus
tus 1956 verkocht Edouard Ra-
vel zijn villa aan zijn huis
knecht en diens vrouw, voor de
lachwekkende som van 50.000
frank.
In 1958 beloofde Edouard aan
de stad Parijs 80 percent van
het Ravel-fortuin voor het
stichten van beurzen voor mu
ziekstudies. Maar kort daarop
trok Wij zijn aanbod in met de
laconieke verklaring dat hij
het hele bezit naliet aan zijn
huishoudster, mevrouw Taver
ne, hoewel de technische on
derhandelingen over de moda
liteiten van de schenking al
begonnen waren.
Indien de beroemde Griekse veldheer Alexander de Grote
talrijke veldslagen heeft gewonnen, dan heeft hij er ook ver
loren, onder meer, zo wordt althans beweerd, omdat de paarden
van zijn ieger hinkten! De geschiedenis van de Oudheid werd
aldus wellicht bepaald door een hoefijzer
Paarden worden al sedert de middeleeuwen beslagen, juister
gezegd, van de tijd die volgde op het bewind van Karei de Grote
(742814). Voordien was men wel op het idee gekomen, de
hoeven van het dier te beschermen door een soort van metalen
schoen, de solea of paardesandaal genoemd, maar die had meer
nadelen dan voordelen, want het paard werd hierdoor gehinderd
bij het lopen. Paarden beslaan is dan ook een „noodzakelijk
kwaad", Omdat, op de verharde wegen, de slijtage van de hoef
sneller gebeurt dan de aangroei.
Nog niet zolang geleden, tot
en met de tweede wereldoor
log, was er geen stad of dorp
die niet een of meer hoefsmid-
sen bezat. De smid was een
voorname dorpsfiguur, in vele
verhalen en romans vereeu
wigd, want iedere landbouwer
had zijn diensten geregeld no
dig. België is jarenlang een
land van paarden geweest en
het zware Brabantse trekpaard
was een van de vermaardste
rassen van Europa geworden
Minder bekend in het buiten
land, maar een zeer vertrouwd
beeld in de haven van Ant
werpen waren de „natie-paar
den", de eveneens zware trek
paarden die voor de natiewa
gens van de Antwerpse naties
of vemen waren gespannen.
Tijdens de jongste wereld
oorlog kende de hoefsmid
nog een „heroïsche" periode.
Wegens het gebrek aan grond
stoffen en materiaal zoals ko
len, ijzer en nagels, werden
van hem dagelijks krachttoeren
gevergd om zijn bedrijf in le
ven te houden. Het kwam
zelfs voor dat hij tot de hoef
nagels toe, zelf moest smeden
en, wie weet wat een hoefna
gel is, weet ook wat dat bete
kent.
Na de oorlog werden de
landbouwwerktuigen en het
vervoer op snelle wijze gemo
toriseerd. De boer ruilde zijn
paarden voor de tractor, de
bakker, de melkboer, de bier
handelaar kochten auto's en
zelfs het leger bande de paar
den. Het ritmische gehamer,
de laaiende vuren, met dik
wijls de smidsvrouw aan de-
blaasbalg, verdwenen, na dui
zend jaar, langzaam maar ze
ker uit het dorpsbeeld.
Toen ontdekte de stedeling
het paard. In tien, twintig jaar
rezen tientallen, honderden
maneges uit de grond, in alle
landen. Het werd, benevens
een vrijetijdsbesteding, een
mode, waaraan een vleugje
snobisme niet vreemd was.
In onze dagen echter is ook de
ruitersport gedemocratiseerd en
ziet een nieuwe vorm van toe
risme, namelijk het ruitertoe-
risme het licht. Dit laatste blijkt
een grote toekomst tegemoet
gaan. Op dat moment ontdekte
men een pijnlijke leemte.
de hoefsmid was verdwenen.
Wij hebben zelfs manegepaar-
den gekend die het zonder
hoefijzers moesten doen. Dat
betekende meteen de miracu
leuze heropleving van dit eeu
wenoude vak. de hoefsmid.
België bezit één enkele
noefsnndschool die waar
schijnlijk ook de enige al
thans in haar genre van
Europa is.
Die school bestaat reeds se
dert 1904, toen ze uit het initi
atief van een drietal bekwame
mensen, onder wie de heer
Bosmans, de eerste directeur
van de school, is ontstaan.
Het werd onmiddellijk dui
delijk dat ze aan een grote
behoefte beantwoordde. Het
aantal leerlingen steeg van
jaar tot jaar, het aantal lera
ren ook en jarenlang waren
er ook veeartsen aan de school
verbonden. Deze school kende
haar hoogten en laagten en ze
moest zelfs verscheidene ma
len haar bedrijvigheden sta
ken maar ze is thans springle-
vender dan ooifr
Haar huidige naam luidt vo
luit;
Rijkscentrale Praktische
Hoefsmidsschool. D.w.z. dat
het hier een staatsinstelling
betreft die wettelijke diplo
ma's aflevert. Sedert jaren is
haar faam tot over de Belgi
sche grenzen doorgedrongen,
in zover dat honderden bui
tenlanders reeds de cursussen
hebben gevolgd. Thans telt de
school honderdvijftig leerlin
gen onder wie Fransen, Ne
derlanders, Spanjaarden, Joe-
goslaven, Zaïrezen énz.
Duizenden paarden werden
afgeslacht omdat men ze on
mogelijk meer kon besiaan
wegens vergroeide, verminkte
of zieke hoeven. Duizenden
paarden werden gered omdat
in de Rijkscentrale Praktische
Hoefsmidsschool wordt aange
leerd hoe men ook die paarde-
hoeven kan behandelen. De
schooi bezit een verzameling
van een tweehonderdtal hoe
ven van afgeslachte paarden,
die nadien in de school bij
wijze van voorbeeld, met spe
ciale hoefijzers werden besla
gen. Kostbare renpaarden,
waaronder zelfs met een en
kelbreuk, werden aldus ge
red.
In het laatste geval werd
dan een hoefijzer met enkel-
steun gesmeed wat de dieren
van het genadeschot redde.
Een renstaihouder kwam op
een dag in de school met een
pracht tfan een draver die ech
ter nooit een prijs haalde.
„Misschien iets aan de hoe
ven", opperde de eigenaar. Er
was iets aan de hoeven. Het
paard werd vakkundig besla-
,gen en zijn eerst volgende
wedstrijd eindigde het twee
de.
De school heeft ook een
paar uitvindingen op haar
naam staan o.m. een „beslag
met hoefzolen". Hierbij wordt
het paard met rubber beslagen
waarop langs de binnenkant
een lichte plaat wordt ge
schroefd. Dit hoefijzer heeft
een „anti-slip", een bescher
mende, een bewarende en cor
rigerende uitwerking.
En, wie denkt dat dames
geen hoefsmid kunnen wor
den, vergist zich grondig. Zo
heeft de kleindochter van de
beroemde Duitse veldmaar
schalk uit de eerste wereld
oorlog, Von Bülow, twee jaar
lang de zware smidshamer in
de Belgische hoefsmidsschool
gehanteerd.
Ze was namelijk een ver
woede paardeniiefhebster en
wilde haar rijdieren zelf be
slaan. Ze blijkt school te heb
ben gemaakt want voor het
jaar 1973-1974 hebben zich
twee dames voor de cursussen
laten inschrijven onder wie
een Amerikaanse.
Rome heeft zich de laatste da
gen vrolijk gemaakt om de rel
rond de 33-jarige Titti Sciascia.
Hoogblond, rank op de lan
ge benen, fotomodel en man
nequin van beroep en sociaal
bewogen, heeft ze zich het lot
van de Romeinse prostituées
aangetrokken,
In de schaduw van de koepel
van. de St. Pieter heeft ze bij
herhaling tekst en uitleg gege
ven van baar plannen. Haar
bond ter bescherming van de
prostituée moet naar twee
kanten goed werk gaan doen.
Enerzijds moeten de Romeinse
nachtvlinders eens wat meer
grond onder de voeten krijgen.
Het liefst zou Titti daarom in
Rome een zogenaamd eros-
centrum gebouwd willen zien;
zo'n reuzenbordeel met alles
erop en eraan. Dat zou de
publieke schonen ook meer
van de straat houden, „en
daarmee" zo zegt Titti, „is
ook de stad weer gediend".
Romeinse Titti is bepaald geen
doetje die haar plannetjes bij
een ijskoffie tussen bloeiende
geraniums uiteenzet. Ze zoekt
andere methoden, meer in de
stijl van de keiharde public
relations van deze tijd.
Op een van die ontelbare zo
merse dagen trommelde zij
een groot aantal fotografen en
journalisten op, trok voor de
Engelenburcht haar hesje uit
meer hoefde niet, omdat ze er
toch niets meer onder aan
had en paradeerde halfbloot
op en neer. Enfin, er zijn se
ries foto's gemaakt van Titti
en gepubliceerd, en dat laatste
kostte haar haar baantje hij
het postministerie.
Daar bekeken strenge ambte
naren eerst uitvoerig de plaat
jes van hun halfblote en ver
leidelijke collega en graaiden
toen naar de officiële voor
schriften waarin duidelijk
staat dat een ambtenaar altijd
binnen de grenzen van het be
tamelijke moet blijven.
Titti rouwt niet om haar
schorsing. Ze blijft vechten
voor- het lot van de prostituée
in Rome en de oprichting van
een eros-liefdescentrum.
(Van onze correspondent)
ROME De automobilist in
Italië, en speciaal in Rome,
maakt moeilijke dagen door.
De regering-Rumor, naarstig
zoekend naar sluipweggetjes
om de immer aanwezige infla
tie-dreiging te ontlopen, heeft
een verhoging van de prijzen
van benzine en andere oliepro-
dukten afgekondigd.
De benzine wordt een dub
beltje per liter duurder en dat
hakt er aardig in, zeker in ^en
land waair de afstanden groot
zijn en het individualisme
hoogtij viert.
Hoe goed heel soms, en hoe
beroerd heel vaak de openbare
vervoermiddelen ook georga
niseerd moge zijn, verreweg
de meeste Italianen geven er
de voorkeur aan met hun ei
gen auto naar het werk te
gaan,
Met name in Rome levert dat
grote problemen op. Met het
autovrijmaken van de binnen
stad - sen proces dat moei
zaam in etappes verloopt -
neemt het aantal parkeerplaat
sen niet toe. Er moet dus nog
harder geknokt worden om
een plaatsje en de brutaalste
parkeerwachters zijn al zover
dat ze zelfs drie- en vierdub
bel parkeren toelaten.
De aanleg van de tweede gro
te metrolijn schoot in het
noordelijke deel van de stad
heel wat plannetjes van haas
tige automobilisten in de war.
Telkens weer worden nieuwe
verkeersaders voor weken of
maanden geblokkeerd.
Officiële instanties hebben in
middels berekend dat de Ro
meinse automobilist die dage
lijks met zijn wagen naar het
werk gaat, in een jaar bijna
twee weken in zijn auto door
brengt.
Veertien dagen per jaar achter
het stuur. Schakelend van een
naar twee en terug, remmend,
wachtend, optrekkend in'onaf
zienbare files; veertien dagen
pef jaar in de door benzine
dampen totaal verpeste lucht
van de Romeinse.binnenstad.
Het is verleidelijk om met de
ze getallen wat sommetjes te
maken. Neem bijvoorbeeld een
Romein die een keurige baan
heeft op zijn twintigste en die
tot zijn zestigste jaar houdt.
Goed, zulke Romeinen zijn ui
terst zeldzaam, maar laten ze
desnoods tien keer van baas
veranderen. Hij blijft niette
min veertig jaar van huis naar
kantoor ep terug rijden inclu
sief het retourtje voor de
lunch.
Twee weken per jaar is hij
kwijt achter het stuur en dat
betekent zeshonderd dagen in
die veertig jaar, oftewel dik
anderhalf jaar
Geen wonder dat ook de mi
nister van verkeer en met
hem tal van deskundigen op
het gebied van verkeer en
vervoer, pleiten voor een radi
caal andere verkeerspolitiek
in dit land.
De neiging om het verkeers
probleem op te lossen door
steeds meer kilometers asfalt
aan te leggen moet heel snel
onderdrukt worden. Nu al
blijken diverse wegen ei
genlijk overbodig te zijn, ter
wijl andere autowegen raceba
nen van de dood zijn gewor
den.
De veel geprezen „Autostrada
del Sole" is vooral 's nachts en
bij mist een verraderlijke hin
derlaag voor vele automobilis
ten. -
Elk uur sneuvelt er een Itali
aan in het verkeer en moeten
25 geworden in ziekenhuizen
worden opgenomen.