„DE BRANDKAST" Fiets in VS wint terrein KIND ERFT VERMOGEN VAN MAURICE RAVEL HOEFSMIDSCHOOL MOOIE TITTI EN HAAR BOND VOOR PROSTITUEES Het Romeinse auto probleem is dodelijk binnenland buitenland Muziekstudies Vriendin Testament Israëls best bewaakte gevangenis VUURWAPENS EICHMANN VIJF JAAR TERUG DAGLICHT WONDEN APART Onmisbaar Huisknecht Wereldoorlog Hoefsmidschool Hoefkliniek Dames Hij ging zelfs verder en dreig de een aanklacht tegen de Prefect van het Département Se'ine (vengelijkbaar met een commissaris der koningin in Nederland), waartoe Parijs behoort, in te dienen wegens „manipulaties om een erfenis in bezit te krijgen." Kort te voren was Jeanne Taverne van haar huisknecht-chauffeur echtgenoot Alexandre ge scheiden, klaarblijkelijk om haar werkgever te trouwen. Maar de 82-jiarige werkgever haalde de trouwdatum niet meer en overleed in april 1960, acht, dagen voor de brui loft en liet al zijn bezittingen, waaronder de fenomenale au teursrechten op de composities van Maurice, aan zijn huis houdster achter, die stante pe- de met haar gescheiden kap per hertrouwde. Daarop dook een Zwitserse neef van de Ravels op, een zekere Georges Perrain, die samen met zijn vrouw Marcel- Ie de geldigheid van het testa ment van Edouard ten gunste van Jeanne Taverne betwistte en verklaarde dat hij de stich ting ten gunste van beurzen voor muziekstudies wenste te verwezenlijken. Het ene pro ces volgde op het andere, maar er bleek geen speld tus sen te krijgen: het testament ten gvpiste van Jeanne Taver ne was volkomen geldig en noch Georges Perrain, noch de stad Parijs slaagde er ooit in de testamentaire bepalingen ongeldig verklaard te krijgen. Na tien jaren van hei. fabuleu ze fortuin genoten te hebben, overleed Jeanne Taverne in 19V0 en haar man, Alexandre trouwde kort daarop met een vriendin, evenals hij, voorma lige „haarkunstenares," m.a.w. ex-kapster. Z'ij verlieten de luxueuze villa in Sainit-Jean- de-Duz en betrokken een enorm landgoed aan de oevers van het Mauriscot-meer, met zwembad, parken, rijpaarden en soortgelijke gemakken om het tijdverdrijf zo aangenaam mogelijk te maken. De droom duurde echter nau welijks drie jaren voor Alexandre en niu is hij op zijn beurt erflater gewonden: zijn bezittingen (het Ravel-fortuin, zo men wil) zijn nu ten deel gevallen aan zijn tweede vrouw, de 50-jarige Georgette en aan haar kleinkind, een negenjarig jongetje. Men vraagt zich nu af of de familieleden en de stad Parijs andermaal zullen proberen het testament aan te vechten. Maar algemeen wordt het waarschijnlijk geacht dat de uiteindelijke erfgenaam het kleine knaapje zal zijm, en in elk gevel zou Alexandre in zijn testament een clausule opgenomen hebben om de kleinzoon van zijn tweede vrouw dë auteursrechten van de werken van Maurice Ravel toe te laten vallen. Deze bedragen jaarlijks ruim twee miljoen frank (één mil joen, driehonderdduizend gul den). Tot 1992, wanneer de werken van Maurice Ravel publiek bezit worden. Maar ongetwijfeld genoeg om de jongeman zijn leven lang voor materiële zorgen te vrijwaren Een erfenis, om zo te zeggen, waar muziek in zit. RAMLE, ISRAEL (AP) Een magere, ongeschoren ge vangene met grijs piekhaar staarde over de groene gazons naar het nabije gebouw, om ringd door grijze muren. „Wij noemen het een brandkast", zei hij. „Massayaha is de hof van Eden vergeleken bij dat gebouw". „De brandkast" is de gevan genis in Ramie, de best be waakte inrichting in Israël waarin 600 gevangenen hui zen. Onder hen bevindt zich Kozo Okamoto, de Japanse terrorist, bekend van het bloedbad op het vliegveld Lod, ook huizen er vele Arabische guerrillastrijders. Het kamp Massayahu, een. gedeeltelijk open gevangenis, is maar een paar honderd me ter van Ramie verwijderd, maar het is een verschil van dag en nacht, tussen het open Massayahu en de brandkast. De gevangenissen zijn kort geleden door een groep crimi nologen, in gezelschap van een. journalist, bezocht. Journalis ten worden gewoonlijk in de gevangenissen niet toegela ten. Ramie wordt omringd door onneembare muren, die met prikkeldraad afgezet zijn. Ook rond de muren is een prikkel draadversperring. Bovendien patrouilleren er bewakers. Voordat de eerste gevangene in zicht komt, moet een bezoe ker Zich een weg banen doo-r vele gesloten deuren. In Massayahu scheidt een eenvoudige prikkeldraadver sperring de gevangen,en van het kleine Joods-Arabische stadje. De bewaarders dragen geen vuurwapens. „Iedereen die hier wil ontvluchten, hoeft er beslist niet uit te breken. Men kan gewoon naar buiten wandelen, zei een van de be wakers. De 350 inwoners van de half open gevangenis wonen in kleine gebouwtjes, die rond een plein zijn gegroepeerd waar de gevangenen zich op het gras tijdens de vrije uren amuseren. De directeur van de gevan genis, Arye Nir, zegt dat in 13 jaar tijd het nog geen gevan gene is gelukt te ontvluchten. In de gevangenis zat ook Adolf Eichmann, voor hij in 1962. werd opgehangen. Vele gevangenen, zijn uit Massayahu gevlucht. Maar de meesten proberen het niet eens. „Waarom zouden we", vertelde een van de gevange nen, „dit is een klein land. Ze vinden je binnen twee dagen en bergen je dan op in dq brandkast". „Kijk", aldus een araden, „niemand zit graag in de gevangenis, maar zolang we moeten zitten, is het hier wel het beste". Als iemand voor het eerst met het gevangeniswezen in aanraking komt, wordt hij door een commissie geclassifi ceerd. Diegenen, die minder dan vijf jaar hebben uit te zitten, hebben de kans in de „gemakkelijke gevangenis" te recht te komen, en anderen gaan naar'een van de veertien andere Israëlische gevangenis sen, maar hebben de kans ras een gedeelte van hun straf uitgezeten te hebben, naar Massayahu overgeplaatst te worden. Volgens Arye Nir hebben zelfs levenslang gestraften de kans ooit in Massayahu terecht te komen Nir zegt dat er in Israël 4.400 mensen in de gevangenis zitten de helft hiervan zijn; Arabische guerrillastrijders Voor elke dirie gevangenen is er een administrateur of be waker. De'inwoners van Massayahu hebben elke maand tot 96 uur weekendverloven. Velen gaan naar huis om religieuze feest dagen te vieTen en vrijwel al lemaal zijn zij teruggeko men. In de brandkast zijn de gan gen smal en om de paar meter bevindt zich een afgesloten, deur. De muren, in groen en witte kleuren geschilderd, zijn op vele plaatsen door de ge vangenen bekrast. De binnen- plaatsen-, die de bezoekers te zien kregen, zijn d-e plaatsen waar de gevangenen luchten of aan sport doen. Deze zijn allen met grote netten over dekt waardoor men een ira- diruk van vogelkooien krijgt. In de cellen komt weinig daglicht naar binnen, de ge toonde celen zagen er wel schoon en comfortabel uit. De grootte is niet overal gelijk. In de grootste cel kunnen acht personen slapen. De gevange nen in Massayahu toonden zich tegenover de bezoekers erg vriendelijk en spraken vrijuit; er waren volgens hen wel klachten, maar wat het zwaarst woog was wel, dat de televisie om 21.30 uur uit ging, op het moment dat op het enige Israëlische televisie net de hebreeuwse uitzendin gen beginnen. In Ramle leken de gevange nen stuurs. Enigen vertelden aan de bezoekers door bewa kers mishandeld te zijn. Van een groep van negen Arabier,en volgens een functionaris allen Arabische hadden er vier ernstige hoofd wonden, waar hechtingen voor nodig waren. Gevraagd hoe deze verwondingen waren ont staan, vertelde een van de ge vangenen „wij mishandelen onszelf niet, dat doen zij". Autoriteiten verklaarden daarentegen, dat de gewonde guerrillastrijders betrokken waren geweest in een vecht partij tussen Arabische en joodse gevangen-en-, die een week eerder had plaats gevon den. In Ramle worden de Arabie ren en joden niet apart gehou den. Vaak zitten zij gezamen lijk in de cellen. Alleen de guerrillastrijders die uit het buiten-land afkomstig zijn, zit ten apart. In het gevangenissysteem wordt nu een plan uitgewerkt, om sommige van de gevange nen overdag in de normale maatschappij te laten werken tijdens de laatste zes maan den van hun gevangenschap, 's Avonds keTen zij in de cel terug. NEW YORK (AP) —In de zestiger jaren kon men in de Ver. Staten moeilijk spre ken van de fiets als trans portmiddel. Ook de rijwiel fabrikanten deden dat niet. Het was hooguit aardig speelgoed voor de kinde ren. Op de wegen was de auto almachtig en geen fietser haalde het in zijn hoofd zich in het verkeer te storten. Bij de gemiddelde Amerikaan verdrongen de twee auto's de fiets uit de garage. In I960 werden 3,7 miljoen fietsen verkocht, waarvan er 1,1 miljoen geïmporteerd wa ren. Er waren er ohgeveer 23,5 miljoen „in gebruik" maar meer dan de helft werd slechts een a tweemaal per jaar bereden. Nu ziet men een heel andea: beeld. Vele Amerikanen hebben om gezondheidsredenen de vertrouwde tweewieler weer opgepoetst de banden opge pompt en gebruiken op het ogenblik de fiets om de no dige beweging te krijgen. De rijwielfabrikanten be groeten deze herontdekking van de fiets met vreugde. Alhoewel het vervoermiddel op de snelwegeA niet te ge bruiken is, wordt de fiets meer en meer in en om woonplaatsen gebruikt. Ook de toenemende ver keersopstoppingen door de grote hoeveelheid auto's is een stimulans om de fiets te nemen. Tot nu toe waren fietspaden langs de wegen schaars. Meestal waren ze te vinden in parken, omdat de fiets meer als een recreatief instrument werd be schouwd. Als antwoord op de nieu we belangstelling voor de fiets zijn de rijwielfabrikan ten begonnen moderne fiet sen te vervaardigen, waar door in 1965 de verkopen al stegen tot 5,6 miljoen. Toen waren eir 33 miljoen in ge bruik. Ook andere ideeën gingen meespelen. Overal kwamen de klachten los over de vernie ling van het land door einde loze wegen. Men stelde hier tegenover dat fietspaden veel minder ruimte in beslag ne men, terwijl er ook geen sprake is van luchtverontrei niging. Om de familieband, te be waren besloten vele ouders met hun kinderen fietstrips te organiseren. In 1971 steeg de verikoop naar 8,9 miljoen. Er waren er toen naar schatting 53,1 mil joen in gebruik. Het aantal mensen dat ook daadwerke lijk in het zadel plaatsnam werd in 1971 geschat op bij na 80 miljoen, tegenover 35 miljoen in 1960. Vorig jaar maakten de ver koopcijfers de grootste sprong: 13,9 miljoen fietsen gingen de winkel uit. Hier van waren er 5,1 miljoen geïmporteerd, geschat wordt, dat er nu meer dan 60 mil joen fietsen door ongeveer 92 miljoen mensen gebruikt worden. Er werd nog een record gebroken: voor het eerst in de Amerikaanse historie overtroffen de rijwielverko pen die van automobielen, er werden bijna elf miljoen au to's verkocht, hetgeen even eens een record betekende. Het Amerikaanse rijwiel instituut is voor dit jaar op timistisch. Men schat het aantal te verkopen fietsen op 15,4 miljoen, in 1974 denkt men er 16,8 miljoen af te zetten en het jaar daarop 18 miljoen. Voor de aspirant banden- plakkers is er nog meer goed nieuws: president Nixon heeft 13 augustus j.l., de fe derale wegenbouwwet 1973 getekend, die een clausule bevat waarin de uitgave van 120 miljoen dollar wordt aangekondigd voor de aanleg van fietspaden in de eerstko mende drie jaar. na haar auto-ongeval (in 1956) overleed mevrouw Ravel. Haar weduwnaar, Edouard was toen 78 jaren. (Van onze correspondent) PARIJS Een negenjarig knaapje, kleinzoon van een voormalige kapster en zonder enige familierelatie met de beroemde componist, zal zeer vermoedelijk de fabelachtige auteursrechten opstrijken van Maurice Ravel. Alexandre Taverne, de eer- tijdse huisknecht en chauffeur van de componist, die sedert de dood van zijn. vrouw in 1970 de enige erfgenaam was, is namelijk op 68-jarige leef tijd in het Baskische St. Jeara- de-Duz overleden. De nalatenschap van Ravel en de auteursrechten van. zijn werken hebben tot een uiterst ingewikkelde erflatiragsaffaire geleid, die nu waarschijnlijk haar ontknoping gevonden heeft ten gunste van de kleine jongen. Ravel overleed in 1937 en liet zijn bezittingen na aan zijn broer Edouard. De waarde daarvan bedroeg 36 miljoen frank. De vrouw van Edouard werd enige tijd later gewond in een auto-ongeluk en enga geerde een masseuse om de pijnen als gevolg van de opge lopen verwonding geregeld weg te masseren. De masseuse was een zekere Jeanne Taver ne en zij bleek aldra onmis baar voor de schoonzuster van de overleden componist. Zo onmisbaar dat zij het zich kon permitteren ook een baan te vragen voor haar man, Alexandre, die aangesteld werd als huisknecht-chauffeur van het echtpaar Edouard Ra- vel in hun kapitale villa in Sairat-Jean-de-Luz. Twee jaren Het echtpaar Taverne had in tussen hecht „wortel gescho ten" in zijn villa in Saint-Jean en boze tongen beweerden dat Alexandre Taverne (een voor malige mijnwerker uit Atrecht, die behalve - het ko- lenhakken tal van beroepen, waaronder dat van kapper, uitgeoefend had) en zijn vrouw Jeanne zich voor de bejaarde broer van de grote componist „bijzonfder onmis baar" hadden gemaakt, nog „onmisbaarder" dan voor de massage ten behoeve van me vrouw Ravel. En op 31 augus tus 1956 verkocht Edouard Ra- vel zijn villa aan zijn huis knecht en diens vrouw, voor de lachwekkende som van 50.000 frank. In 1958 beloofde Edouard aan de stad Parijs 80 percent van het Ravel-fortuin voor het stichten van beurzen voor mu ziekstudies. Maar kort daarop trok Wij zijn aanbod in met de laconieke verklaring dat hij het hele bezit naliet aan zijn huishoudster, mevrouw Taver ne, hoewel de technische on derhandelingen over de moda liteiten van de schenking al begonnen waren. Indien de beroemde Griekse veldheer Alexander de Grote talrijke veldslagen heeft gewonnen, dan heeft hij er ook ver loren, onder meer, zo wordt althans beweerd, omdat de paarden van zijn ieger hinkten! De geschiedenis van de Oudheid werd aldus wellicht bepaald door een hoefijzer Paarden worden al sedert de middeleeuwen beslagen, juister gezegd, van de tijd die volgde op het bewind van Karei de Grote (742814). Voordien was men wel op het idee gekomen, de hoeven van het dier te beschermen door een soort van metalen schoen, de solea of paardesandaal genoemd, maar die had meer nadelen dan voordelen, want het paard werd hierdoor gehinderd bij het lopen. Paarden beslaan is dan ook een „noodzakelijk kwaad", Omdat, op de verharde wegen, de slijtage van de hoef sneller gebeurt dan de aangroei. Nog niet zolang geleden, tot en met de tweede wereldoor log, was er geen stad of dorp die niet een of meer hoefsmid- sen bezat. De smid was een voorname dorpsfiguur, in vele verhalen en romans vereeu wigd, want iedere landbouwer had zijn diensten geregeld no dig. België is jarenlang een land van paarden geweest en het zware Brabantse trekpaard was een van de vermaardste rassen van Europa geworden Minder bekend in het buiten land, maar een zeer vertrouwd beeld in de haven van Ant werpen waren de „natie-paar den", de eveneens zware trek paarden die voor de natiewa gens van de Antwerpse naties of vemen waren gespannen. Tijdens de jongste wereld oorlog kende de hoefsmid nog een „heroïsche" periode. Wegens het gebrek aan grond stoffen en materiaal zoals ko len, ijzer en nagels, werden van hem dagelijks krachttoeren gevergd om zijn bedrijf in le ven te houden. Het kwam zelfs voor dat hij tot de hoef nagels toe, zelf moest smeden en, wie weet wat een hoefna gel is, weet ook wat dat bete kent. Na de oorlog werden de landbouwwerktuigen en het vervoer op snelle wijze gemo toriseerd. De boer ruilde zijn paarden voor de tractor, de bakker, de melkboer, de bier handelaar kochten auto's en zelfs het leger bande de paar den. Het ritmische gehamer, de laaiende vuren, met dik wijls de smidsvrouw aan de- blaasbalg, verdwenen, na dui zend jaar, langzaam maar ze ker uit het dorpsbeeld. Toen ontdekte de stedeling het paard. In tien, twintig jaar rezen tientallen, honderden maneges uit de grond, in alle landen. Het werd, benevens een vrijetijdsbesteding, een mode, waaraan een vleugje snobisme niet vreemd was. In onze dagen echter is ook de ruitersport gedemocratiseerd en ziet een nieuwe vorm van toe risme, namelijk het ruitertoe- risme het licht. Dit laatste blijkt een grote toekomst tegemoet gaan. Op dat moment ontdekte men een pijnlijke leemte. de hoefsmid was verdwenen. Wij hebben zelfs manegepaar- den gekend die het zonder hoefijzers moesten doen. Dat betekende meteen de miracu leuze heropleving van dit eeu wenoude vak. de hoefsmid. België bezit één enkele noefsnndschool die waar schijnlijk ook de enige al thans in haar genre van Europa is. Die school bestaat reeds se dert 1904, toen ze uit het initi atief van een drietal bekwame mensen, onder wie de heer Bosmans, de eerste directeur van de school, is ontstaan. Het werd onmiddellijk dui delijk dat ze aan een grote behoefte beantwoordde. Het aantal leerlingen steeg van jaar tot jaar, het aantal lera ren ook en jarenlang waren er ook veeartsen aan de school verbonden. Deze school kende haar hoogten en laagten en ze moest zelfs verscheidene ma len haar bedrijvigheden sta ken maar ze is thans springle- vender dan ooifr Haar huidige naam luidt vo luit; Rijkscentrale Praktische Hoefsmidsschool. D.w.z. dat het hier een staatsinstelling betreft die wettelijke diplo ma's aflevert. Sedert jaren is haar faam tot over de Belgi sche grenzen doorgedrongen, in zover dat honderden bui tenlanders reeds de cursussen hebben gevolgd. Thans telt de school honderdvijftig leerlin gen onder wie Fransen, Ne derlanders, Spanjaarden, Joe- goslaven, Zaïrezen énz. Duizenden paarden werden afgeslacht omdat men ze on mogelijk meer kon besiaan wegens vergroeide, verminkte of zieke hoeven. Duizenden paarden werden gered omdat in de Rijkscentrale Praktische Hoefsmidsschool wordt aange leerd hoe men ook die paarde- hoeven kan behandelen. De schooi bezit een verzameling van een tweehonderdtal hoe ven van afgeslachte paarden, die nadien in de school bij wijze van voorbeeld, met spe ciale hoefijzers werden besla gen. Kostbare renpaarden, waaronder zelfs met een en kelbreuk, werden aldus ge red. In het laatste geval werd dan een hoefijzer met enkel- steun gesmeed wat de dieren van het genadeschot redde. Een renstaihouder kwam op een dag in de school met een pracht tfan een draver die ech ter nooit een prijs haalde. „Misschien iets aan de hoe ven", opperde de eigenaar. Er was iets aan de hoeven. Het paard werd vakkundig besla- ,gen en zijn eerst volgende wedstrijd eindigde het twee de. De school heeft ook een paar uitvindingen op haar naam staan o.m. een „beslag met hoefzolen". Hierbij wordt het paard met rubber beslagen waarop langs de binnenkant een lichte plaat wordt ge schroefd. Dit hoefijzer heeft een „anti-slip", een bescher mende, een bewarende en cor rigerende uitwerking. En, wie denkt dat dames geen hoefsmid kunnen wor den, vergist zich grondig. Zo heeft de kleindochter van de beroemde Duitse veldmaar schalk uit de eerste wereld oorlog, Von Bülow, twee jaar lang de zware smidshamer in de Belgische hoefsmidsschool gehanteerd. Ze was namelijk een ver woede paardeniiefhebster en wilde haar rijdieren zelf be slaan. Ze blijkt school te heb ben gemaakt want voor het jaar 1973-1974 hebben zich twee dames voor de cursussen laten inschrijven onder wie een Amerikaanse. Rome heeft zich de laatste da gen vrolijk gemaakt om de rel rond de 33-jarige Titti Sciascia. Hoogblond, rank op de lan ge benen, fotomodel en man nequin van beroep en sociaal bewogen, heeft ze zich het lot van de Romeinse prostituées aangetrokken, In de schaduw van de koepel van. de St. Pieter heeft ze bij herhaling tekst en uitleg gege ven van baar plannen. Haar bond ter bescherming van de prostituée moet naar twee kanten goed werk gaan doen. Enerzijds moeten de Romeinse nachtvlinders eens wat meer grond onder de voeten krijgen. Het liefst zou Titti daarom in Rome een zogenaamd eros- centrum gebouwd willen zien; zo'n reuzenbordeel met alles erop en eraan. Dat zou de publieke schonen ook meer van de straat houden, „en daarmee" zo zegt Titti, „is ook de stad weer gediend". Romeinse Titti is bepaald geen doetje die haar plannetjes bij een ijskoffie tussen bloeiende geraniums uiteenzet. Ze zoekt andere methoden, meer in de stijl van de keiharde public relations van deze tijd. Op een van die ontelbare zo merse dagen trommelde zij een groot aantal fotografen en journalisten op, trok voor de Engelenburcht haar hesje uit meer hoefde niet, omdat ze er toch niets meer onder aan had en paradeerde halfbloot op en neer. Enfin, er zijn se ries foto's gemaakt van Titti en gepubliceerd, en dat laatste kostte haar haar baantje hij het postministerie. Daar bekeken strenge ambte naren eerst uitvoerig de plaat jes van hun halfblote en ver leidelijke collega en graaiden toen naar de officiële voor schriften waarin duidelijk staat dat een ambtenaar altijd binnen de grenzen van het be tamelijke moet blijven. Titti rouwt niet om haar schorsing. Ze blijft vechten voor- het lot van de prostituée in Rome en de oprichting van een eros-liefdescentrum. (Van onze correspondent) ROME De automobilist in Italië, en speciaal in Rome, maakt moeilijke dagen door. De regering-Rumor, naarstig zoekend naar sluipweggetjes om de immer aanwezige infla tie-dreiging te ontlopen, heeft een verhoging van de prijzen van benzine en andere oliepro- dukten afgekondigd. De benzine wordt een dub beltje per liter duurder en dat hakt er aardig in, zeker in ^en land waair de afstanden groot zijn en het individualisme hoogtij viert. Hoe goed heel soms, en hoe beroerd heel vaak de openbare vervoermiddelen ook georga niseerd moge zijn, verreweg de meeste Italianen geven er de voorkeur aan met hun ei gen auto naar het werk te gaan, Met name in Rome levert dat grote problemen op. Met het autovrijmaken van de binnen stad - sen proces dat moei zaam in etappes verloopt - neemt het aantal parkeerplaat sen niet toe. Er moet dus nog harder geknokt worden om een plaatsje en de brutaalste parkeerwachters zijn al zover dat ze zelfs drie- en vierdub bel parkeren toelaten. De aanleg van de tweede gro te metrolijn schoot in het noordelijke deel van de stad heel wat plannetjes van haas tige automobilisten in de war. Telkens weer worden nieuwe verkeersaders voor weken of maanden geblokkeerd. Officiële instanties hebben in middels berekend dat de Ro meinse automobilist die dage lijks met zijn wagen naar het werk gaat, in een jaar bijna twee weken in zijn auto door brengt. Veertien dagen per jaar achter het stuur. Schakelend van een naar twee en terug, remmend, wachtend, optrekkend in'onaf zienbare files; veertien dagen pef jaar in de door benzine dampen totaal verpeste lucht van de Romeinse.binnenstad. Het is verleidelijk om met de ze getallen wat sommetjes te maken. Neem bijvoorbeeld een Romein die een keurige baan heeft op zijn twintigste en die tot zijn zestigste jaar houdt. Goed, zulke Romeinen zijn ui terst zeldzaam, maar laten ze desnoods tien keer van baas veranderen. Hij blijft niette min veertig jaar van huis naar kantoor ep terug rijden inclu sief het retourtje voor de lunch. Twee weken per jaar is hij kwijt achter het stuur en dat betekent zeshonderd dagen in die veertig jaar, oftewel dik anderhalf jaar Geen wonder dat ook de mi nister van verkeer en met hem tal van deskundigen op het gebied van verkeer en vervoer, pleiten voor een radi caal andere verkeerspolitiek in dit land. De neiging om het verkeers probleem op te lossen door steeds meer kilometers asfalt aan te leggen moet heel snel onderdrukt worden. Nu al blijken diverse wegen ei genlijk overbodig te zijn, ter wijl andere autowegen raceba nen van de dood zijn gewor den. De veel geprezen „Autostrada del Sole" is vooral 's nachts en bij mist een verraderlijke hin derlaag voor vele automobilis ten. - Elk uur sneuvelt er een Itali aan in het verkeer en moeten 25 geworden in ziekenhuizen worden opgenomen.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1973 | | pagina 21