Henkie heeft alles tegenook sn huis Duizenden huurwoningen staan in Zeeland leeg MIDDEN-ZEELAND GAAT GEMEENSCHAPPELIJK VUIL STORTEN ONDER PAK" Compl ex I Groeien Conservatisme van de mensen niet onderschatten r.,. ipft 1 Opgelegd schip Goedkoop Hoogbouw Niet somber et gaat niet zo best op school met Henkie. Juf doet eraan wat ze kan. Dat is al het mogelijke. Ze staat immers voor een klas van maar liefst 36 woelige meisjes en jongens. Een klas van een oude school. In een volksbuurt die in de tweede helft van de negentiende eeuw uit de grond is gestampt. Om dat handel en bedrijf, indus trie en haven arbeiders nodig hadden. Die kwamen van het platteland, uit Zeeland en Bra bant, van de eilanden. Boeren arbeiders en hun kinderen. Velen hunner konden lezen noch schrijven. Maar werken konden ze wel. Van 's mor gens vroeg tot 's avonds laat. Voor een hongerloontje. En Henkie, evenals de meesten van zijn vriendjes en vriendinnetjes, is de kleinzoon of achterkleinzoon van die mannen en vrouwen die toen zo'n SO jaar geleden naar de grote t'ad trokken. Zij kre gen voor die tijd, laten we dat niet uit het oog verliezen, een mooie woning. Nu, in 1973, schamen we ons voor die hui zen, voor die troosteloze buur ten, die steenwoestijnen. Maar we zijn dan ook heel andere ei sen gaan stellen. Nu is onze Henkie echt geen domme jongen, Dat geldt trou wens voor velen van zijn schoolmakkertjes. Maar het sociale milieu waarin ze op groeien, de buurt, de bekrom pen rumoerige huisvesting, de gezinsomstandigheden leren is iets dat helemaal buiten het gezinspatroon ligt beïn vloedt zijn leergedrag en zijn leerprestaties ongunstig. Kort om, Henkie moet wel een heel bijzonder kind zijn als hij de handicaps die zijn om geving hem in de weg legt, kan overwinnen. Het is vrij wel zeker dat hij niet „verder gaat leren". Dat hij, met een zucht van verlichting straks de school verlaat. Om ergens te gaan werken. Dat hij, om het anders te zeggen, de kans niet krijgt boven het milieu waarin hij is geboren en opgegroeid uit te komen. Niet, omdat hij dom is. Maar omdat hij door het milieu waarin hij is te rechtgekomen nu eenmaal vrijwel alles tegen heeft. Het is een complex van fac toren die het voor Henkie en de zijnen zo uitermate moei lijk maakt op school. Een aan tal van de problemen waar mee zij te kampen hebben, is gelegen' in de slechte woonsi tuatie. Die kinderen in vele van onze grootstedelijke Ne derlandse volksbuurten zijn „onder dak". Maar daarmee is dan ook alles gezegd. Ruimte is er in die huizen niet. Ze zijn aaneengebouwd, zonder groen, zonder licht en lucht, zonder fleur en vrolijk heid. Vaak zijn ze slecht on derhouden, mensenpakhuizen die geld moeten opbrengen. De hele wijk is rommelig, als er iets leeg komt, verhuren heel wat eigenaren de ruimte aan gastarbeiders. Die trekken dan met zes, zeven of meer in een kamer. Heel vaak heeft vader als ongeschoold of geoefend arbei der ongeregeld werk. Hij moet slapen als de kinderen thuis zijn. Ruimte om iels voor je zelf te doen is er niet. Moeder stuurt de troep dan maar de straat op. En daar wordt, dag in dag uit, het concentratie vermogen van die kinderen kapot gemaakt Daar krijgen ze de kans niet tot zichzelf te komen, iets voor zichzelf te doen. Want een huis dat geen speelhoekje biedt, is voor een kind geen huis. In feite zijn heel wat van die kinderen in de oude volkswijken onbe- huisden. Ze kunnen thuis sla pen, meer niet. Er is al heel wat geschreven en gezegd over de veel te kleine na-oorlogse flatwonin gen die we, met honderddui zenden tegelijk, hebben ge bouwd. Ook in die woning ontbreekt elke extra ruimte. Maar ze zijn meestal gelukkig niet somber. Staan vaak in ivijken die wat ruimte en groen hebben. Toch zijn het voor opgroeiende kinderen slechte woningen. Flats die geen enkele privacy bieden. Geen hoekjes of een kamertje waarin een mens even zichzelf alleen kan zijn. In die oude wijken waar de woningen te klein en armoedig zijn, alle moderne comfort missen en de straat voor kinderen „het ei gen terrein" is, hebben Henkie en z'n vriendjes geen kans. Alles werkt tegen ze. Want als hij op de een of andere manier toch doorstoot naar het voortgezet onderwijs een witte raaf in zo'n om geving! gaat het milieu nog meer tegenwerken. Henkie heeft van huis uit een taalach terstand, boeken zijn in het gezin veelal onbekende en on nuttige plaatsinnemers. Maar, en dat doet de deur dicht waar moet hij huiswerk ma ken? Waar kan hij zich terug trekken met z'n studiemateri aal? Waar vindt hij de rust om geconcentreerd zijn lessen te leren? Om hem heen dave ren de teevees, spelen de kin deren, rumoert de buurt. Nee Henkie, in die oude buurt, heeft weinig kans „er te komen". Hij is niet dom. Hij heeft aanleg om tets te worden. Maar zijn milieu iverkt legen. Niet bewust. Want z'n vader en moeder willen voor hun jongen echt wel het goede. Maar ze zitten zelf als het ware gevangen in de eigen situatie. In dat ellen dige, vervallen, bekrompen, sombere huis. En daarom gaat Henkies aanleg verloren. En heeft hij een kans van één op twintig om straks, als volwas sen man, zich te ontworstelen aan die trieste buurt met zijn duizenden vervallen woningen die tot mensenpakhuizen zijn geworden. JACQUES LEVIJ Toen wij nog in dierehuiden rondliepen was het huisvestingsprobleem te verwaarlozen. Een huwbare man knuppelde een huwbare vrouw neer, sleepte haar naar een vrijstaande spelonk en werd terstond een geze ten burger. Kwamen er kinderen, dan werd een belendende grot ingeruimd en werden de ouders bejaard, dan was er al tijd nog wel een rotsspleet of plateautje te vinden, waar zij hun levenseinde bij het houtvuur konden afwachten. Dat is gaandeweg wel wat anders geworden. Huisves tingsproblemen achtervolgen ons al sinds het ogenblik waarop de vrije spelonken allemaal bezet waren of on- geschikt werden bevonden, en de mens met eigen han den en burenhulp zijn onder komen moest bouwen. In de huidige tijd is wo ningbouw een onderdeel van overheidsbeleid, waar alles het eerst en het ergst pijn doet. Onze wooneisen wor den zwaarder, we willen pri vacy, ruimte om ons heen, speelgelegenheid en hobby hoeken voor jong en oud, maar tegelijkertijd wordt de beschikbare grond steeds schaarser. Bovendien bezorgen wij met ons allen de woning- bouwplanners, die in dui zendtallen te bouwen wonin gen moeten denken, voortdu rend grijze haren. Ons ge drag is namelijk onvoorspel baar. Wij veroorzaken bevol kingsexplosies als ze niet verwacht worden en doen aan geboortenbeperking als het departement van Volks huisvesting juist bezig is om aantallen woningen te ramen voor de kinderen dij wij nu juist net niet willen verwek ken. En dat is nog maar een deel van het probleem. Tot het eind van de zestiger ja ren was industriële groei het credo van vrijwel alle Ne derlanders. Er kwamen dus fabrieken, die personeel no dig hadden, welk personeel in behoorlijke huizen moest wonen. En dus kwamen die huizen er, terwijl er boven dien op basis van de te verwachten groeicijfers allerlei prognoses voor de toekomst werden gemaakt Prognoses, die nu opeens niet meer kloppen, aangezien de economische groei stagneert en de wil om de motor weer aan te zwengelen bij velen onder ons schijnt te ontbre ken. Over de gevolgen van dat laatste fenomeen voor de wo ningbouw weet de directeur van de volkshuisvesting in Zeeland, ir. L. D. Huisman, mee te praten. „Woningbouwprogram ma's moet je minstens een jaar voordat de fundamenten voor een nieuw complex er ■BBS liggen, plannen", zegt hij. „In de tijd dat Zeeland, na jaren van achteruitgang van het bevolkingscijfer, opeens nieuwe impulsen kreeg door de komst van industrieën, was het motto dan ook: bou wen wat je bouwen kunt. En liefst méér dan je direct no dig hebt- Wij gingen er im mers van uit, dat de indus triële groei zich misschien wat vertraagd zou voort zetten. Maar de bevolking, en dus de woningbehoefte zou als gevolg van de indus trialisatie blijven toenemen. Nu is er sinds ongeveer een jaar stagnatie in de economi sche ontwikkeling opgetre den. Het gevolg voor de Zeeuw se gemeenten die het sterkst van de industriële expansie afhankelijk zijn, is niet ge ring. Per 1 april van dit jaar stonden er vierduizend wo ningen in Zeeland leeg, waaronder een fors aantal in Middelburg, waar honderden huurwoningen in alle prijs klassen leeg staan, en in Terneuzen waar men zelfs een complex nieuwe flatwo ningen, zo'n 300 in totaal, bij wijze van spreken in de mottenballen heeft gezet. De exploitant van de flats ziet er geen heil in, om een klein deel van de flats te verhuren aangezien de kosten van de centrale voorzieningen, die berekend zijn op 300 gezin nen, dan op enkele tientallen brave huisvaders verhaald zouden moeten worden. Daarom is de flat opgelegd, als was het een schip dat te groot is om de zee te beva ren. Middelburg is een tweede exceptioneel geval. Jarenlang heeft de Zeeuwse hoofdstad 8 a 900 woningen per jaar laten bouwen. Volgens ir. Huisman zou men met 6 a 700 woningen per jaar dich ter bij de behoefte hebben gezeten. Maar goed. Ge bouwd is gebouwd. Nu staan er van de 200 volgens een experimenteel systeem ge bouwde flats die een wo- ningwet-huurtje doen, zo'n 150 leeg. In het bestemmings plan Klarenbeek kan men te kust en te keur eengezins woningen huren, terwijl in een ander bestemmingsplan van Middelburg de huizen pas bewoond werden nadat de eigenaar de huren had verlaagd". Voor de meeste Zeeuwse gemeenten gaat het, zo con stateert ir. Huisman, niet op dat er geen woningen voor de laagstbetaalden zouden zijn en dat die grote leeg stand van nieuwe huurwo ningen eenvoudig te wijten is aan de hoge huurprijs. „Er zijn woningen beneden de f 200 in voldoende hoeveelheid beschikbaar", zegt hij. „En f 200 per maand voor een nieuw gebouwde woning wordt als een laag huurpeil beschouwd- Je hebt zelfs huizen die f 120 en minder per maand moeten opbren gen. Alleen: alle waar is naar zijn geld. Het.zijn geen royale onderkomens. Tussen de f 250 en f 350 per maand is over het geheel genomen eveneens voldoende aanbod aanwezig en hetzelfde geldt voor de categorie „dure" wo ningen, die f 350 of meer per maand moeten opbrengen'. Het woningbouwprogram ma dat Zeeland in 1973 zal uitvoeren is, gezien de leeg stand, behoorlijk terugge schroefd. In plaats van de 3960 woningen die in 1972 op de markt werden gebracht, zullen het er dit jaar niet meer dan 3300 zijn. Het jaar 1974 hult zich nog in neve len. Ir. Huisman zou graag een kristallen bol bezitten, om te kunnen voorspellen hoe het gedrag van de Zeeuwse be volking op woongebied zich ontwikkelt. Er staan zo'n honderdduizend woningen in Zeeland. Zo onbeweeglijk als die bouwsels zijn, zo dyna misch zijn hun bewoners. „De vraag naar woningen concentreert zich altijd op de sector die het dunst in de BOVEN 0 Ir. L. D. Huisman Geen geloof in hoogbouw voor Zee land. HIERNAAST 0 De grotendeels onbewoon de Meanderflat in Middel burg-Zuid. voorraad vertegenwoordigd is", zegt ir. Huisman. Lange tijd dacht men, dat de goed kope woning het ideaal van de zuinige Zeeuwen was. Vergeet het maar. Het aan bod van woningen met een huurprijs van minder dan f 120 per maand is belangrijk groter dan de vraag. Een poos lang was de eta gewoning erg „in". Nu zijn juist de flatwoningen de eer ste die verlaten worden, om voor het eengezinshuis in de zelfde prijsklasse te worden verwisseld. „Ik geloof voor Zeeland trouwens niet zo erg in hoog bouw", zegt ir- Huisman. „De besparing aan grond die hoogbouw oplevert is maai gering, omdat hoge woonge bouwen een grote vrije ruimte om zich heen moeten hebben, terwijl de meerder heid van de mensen er niet graag in woont. Wij onderschatten vaak het conservatisme van de men sen. Neem nou de huizen met de zogenaamde „door- zon-kamer". De geëngageer de architecten ontwierpen voor de ludieke mens van vandaag en morgen een wo ningtype met een Z-vormige woonkamer. We hebben ze in Zeeland ook. Maar wat zie je? Als de mensen een huis komen uitzoeken, dan pikken ze de huizem met doorzon kamers er het eerste uit". Tot goed begrip: doorzon kamers, zijn vertrekken die uit glas bestaan, zodat men aan beide kopzijden geheel daarin leeft als een vis in een aquarium. Wat is de reden dat de dooi'zon-kamer zo „in" is. Ir. Huisman schrijft dat toe aan de Nederlandse gehechtheid aan een eens gekozen inte rieur. „Als mensetn meubel tjes hebben gekocht die op een doorzon-kamer berekend zijn, dan willen ze als ze verhuizen, opnieuw zo'n zelf de kamer. Anders komen de meubels niet meer tot hun recht", veronderstelt hij. Alleen bij jonge echtparen of alleenwonenden schijnt de psychologische molen anders te draaien. De jeugd vindt een avontuurlijk huis belang rijker dan het interieur. In Zeeland is het eigen woningbezit, ondanks de gro te keuze aan huurwoningen, voor velen nog een begerens waardig ideaal. Het kort ge leden afgesloten woning marktonderzoek in Midden- Zeeland bracht dat nog eens duideijk aan het licht. Door een onduidelijke vraagstel ling bleek uit het onderzoek, dat een groot aantal mensen behoefte had aan een dure woning. Ir. Huisman kon zijn ogen niet geloven, toen hij die conclusie onder ogen kreeg. Al gauw bleek waar de fout zat. Veel men sen zijn bereid om f 350 of meer per maand voor een woning te betalen, als het gaat om kosten van rente- en aflossing voor een eigen wo ning. Hoe behendig deze ei genwoning-liefhebbers die fis cale en andere voordelen naar zich toerekenen is er bij het onderzoek niet uitge komen, maar het moet de moeite waard zijn om het te weten. Is' ir. Huisman nu somber gestemd? Ziet hij een beeld voor zich van een landschap met overal leegstaande flat gebouwen en eengezinswo ningen? Ir. Huisman: „De oorzaak van het woningoverschot is duidelijk. In Terneuzen liet Dow-Chemical zijn uitbrei dingsplannen varen en in Vlissingen-Oost remde Péchi- ney zijn groeiplannen af. Als de economie weer wat aan trekt, dan lopen de leeg staande woningen gauw ge noeg vol, waarbij de etage woningen als een soort par- keerbaan moeten worden be schouwd. We lopen, bij een plotselinge impuls, op ver schillende fronten tegelijk, zelfs, de kans een tekort aan huurwoningen te krijgen, al zie ik dat niet zo direct ge beuren. Een apart facet van het probleem is, dat met na me Péchiney dat nu weer volop aan het uitbreiden is geslagen, nauwelijks nieuw personeel in Nederland kan vinden. Er zullen waarschijn lijk Marokkanen worden aangeworven. Die kun je, als ze geen gezin meebrengen, moeilijk in gezinswoningen neerzetten. Met andere woor den: soms betekent een aan trekkende ontwikkeling bij een groot bedrijf niet, dat we onze reserve-leegstand kunnen gaan aanspreken". Een opmerking over de voor driekwart leegstaande experimentenflat in Middel burg (de zogenaamde Mean der), wil ir- Huisman nog wel kwijt. „Zeeland is te klein om bij dit soort nieuwe ontwikkelingen, die hun le venskans nog moeten bewij zen, voorop te lopen", zegt hij. Een wijze raad aan stads bestuurders, die nu wat peinzend tegen sommige sta tussymbolen op woningge- bied aankijken. TOM KOOPMAN Dit najaar op 15 ok tober om precies te zijn moet de nieuwe gemeen schappelijke vuilnisstort plaats van Midden-Zeeland in bedrijf komen. En daarmee is dan tegelijk een grote stap voorwaarts ge zet naar een verantwoorde en milieuhygiënische aanpak van net afvalprobleem i- heel Zee land. „We wisten dat het een grote troep was met overal die vuilnisbeltjes", zegt burge meester G. van Waes van Bor- sele, die voorzitter is van de gemeenschappelijke regeling vuilstortplaats Midden-Zee land. Volgens de burgemeestei werd het ook steeds moeilij ker om geschikte plaatsen te vinden voor vuilnisbeltjes. De noodzaak van een gezamenlij ke aanpak voor Midden-Zee land werd daarom steeds dui delijker, niet in de laatste plaats omdat de mensen steeds meer milieubewust worden. Er zijn verschillende syste men voor de oplossing van het afvalprobleem. Na studie en advies van de stichting ver wijdering afvalstoffen, die ressorteert onder de Vereni ging van Nederlandse Gemeen ten, heeft Midden Zeeland ge kozen voor het „gecontroleerd storten". Dat wil zeggen dat het afval niet verbrand wordt; maar gestort op een aangewe zen terrein in het Sloegebied. Dit storten geschiedt echter onder een permanente contro le. Iedere auto, die afval aan voert, wordt gecontroleerd op het soort afval. Daardoor is het ook mogelijk dat bepaalde soorten afval van de stort plaats geweerd worden. Ver boden te storten zijn bijvoor beeld giftige stoffen, aardolie- produkten, mest en gier, ont vlambare stoffen en andere stoffen die schadelijk moeten worden geacht voor het mi lieu. Gecontroleerd storten wil ook zeggen dat het vuil na storting niet aan zijn lot wordt overgelaten. Het rottingsproces wordt nauwkeurig gecontro leerd en geleid. De stortmees- ter bepaalt waar een partij afval gestort noet worden. Een speciale machine is de gehele dag bezig het vuil samen te persen en aan te stampen zo dat het afval in lagen op el kaar geperst komt te zitten. In technische termen heet dit vuilverlichting. Door deze aan pak kunnen in de belt geen rat ten meer huizen en ook kan de belt niet meer in brand raken omdat de zuurstoftoevoer af gesneden wordt. Wanneer de belt vol is, wordt het geheel afgedekt met zand en beplant Men houdt aan de vuilnisbelt uiteindelijk een stukje natuur schoon over. Aan vuilverbranding wordt niet gedaan op de nieuwt vuilstortplaats Midden-Zee land. Misschien komt dat in de toekomst nog eens een keer Want de gemeenschappelijke regeling is aangegaan voor vijf jaar. En intussen zal de hele materie in studie blij ven. Door de milieuhygiënische aanpak is de afvalverwerking in Midden-Zeeland wel een stuk duurder geworden. Dit zou ertoe kunnen leiden dat de clandistiene vuilnisbeltjes wat gaan toenemen. Volgens burgemeester G. van Waes zullen we ook toemoeten naar een verplicht reinigingsrecht voor iedereen. JAN BOUWMANS.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1973 | | pagina 37