Licht in de huiskamer moet geen sluitpost zijn Klasseverschil in huisvesting erg groot Snel en toch leuk inrichten bijna onmogelijk Comfortabel en praktisch wonen maar.wel duur ONDER pAk LONDEN: Baden en wassen was heel lang niet netjes ROME TEL-AVIV Kruistochten brachten verbetering wooncomfort Grote ommekeer na uitvinding boekdrukkunst Achterop Ons huis staat vrij op een lapje grond van twaalf bij vijfenveertig meter. Het grenst met een blinde muur aan buurmans land, heeft aan de andere kant een met de daar wonen de buren gedeelde oprit naar de garages achteraan in de beide tuinen. Nederlandse bezoekers zijn verbaasd over zoveel ruimte in een Londen- se buitenwijk, maar we wo nen in het land dat een paar eeuwen het machtigste ter wereld is geweest: er waren veel gegoede burgers. Pas de laatste jaren worden zelfs in de forenzenwijken de huizen in rijen aan elkaar gebouwd, behalve voor kopers die over minstens zo'n drie ton ba- schikken. Kruistochten Riolering Vreemd, dat bij de inrich ting van een woonkamer meestal vrij weinig aandacht aan de verlichting wordt be steed. Dat komt waarschijnlijk omdat men nog teveel gebon den en gewend ls aan het traditionele lichtpunt aan het plafond, waarbij de over schietende hoekjes in de ka mer „opgevuld" worden met de bekende schemerlampen. De verlichting wordt aldus de sluitpost van de inrichting. Bekijk het eens rustig in uw eigen kamer. Let wel: u hebt licht nodig om sfeer te maken en als het goed is, moet die sfeer aangepast kunnen wor den aan de stemming van het moment. Dank zij allerlei technische ontwikkelingen zijn er tegenwoordig heel wat mo gelijkheden. Maar er is wel een beetje durf voor nodig om tot het goede lampje bij het goede sfeertje te geraken, hoeft natuurlijk niet tot het uiterste te gaan, zoals de scha kelaar die op trilling werkt. Even in de handjes klappen en het licht flitst aan. Wel gaat het vooral hier om: als er in uw huiskamer dingen staan of hangen die u graag ziet, zorg er dan ook voor dat ze te zien zijn. Geef ze de kans om stemmingen op te roepen. Met een flexibele lichtbundel kun nen leuke accenten worden bereikt. Iemand die een huis laat bouwen zou meteen al de ver langde lichttechnieken in zijn kamer kunnen laten aanleg gen. Als het achteraf moet ge beuren, kost het meer tijd en meestal meer geld. Maar ook in bestaande woningen is nog heel wat mogelijk. Om een voorbeeld te noemen: een rail aan het plafond, waaraan ver stelbare spots hangen, zodat de lichtbundel gericht kan worden zoals men zelf ver kiest, op een subtiele vaas of een fijn schilderij. De armatu ren aan de rail kunnen ook Zorgen voor de basisverlich ting van de kamer. Als de hoogte het toelaat, kan het sfeervol zijn om in een kamer een verlaagd pla fond aan te leggen, waarin lichteilandjes zijn ingebouwd. Je zou ook kunnen denken aan gordijnverlichting. Mid dels een „koofverlichting' kunnen met behulp van afge schermde armaturen de al dan niet gekleurde bundels langs de plooien glijden, wat bijzon der stemmingsvol is. Hebt u er ook wel eens aan gedacht om de sterkte van de lamp met 'n lichtregelaar, die op de plaats van de gewone schakelaar kan worden aange bracht, te temperen? Als u tot de overtuiging bent gekomen dat er in uw woonkamer „iets" met het licht moet gebeuren, dan is het niet onverstandig om eens een boekhandel binnen te stappen en over dit onderwerp literatuur aan te schaffen. Dan zult u ook merken dat er méér is dan de gewone gloeilamp. Om een paar voorbeelden te noemen: de heldere en matte kopspiegellamp, de persglas- lamp en de fluorescentielamp. Maar welke techniek u ook toepast: vergeet de doelmatig heid niet. Een schrijfbureau in de kamer verlangt een effec tieve lichtbundel om er te kunnen werken. En bedenk ook dat een volwassene van 40 jaar bij het lezen drie keer zoveel licht nodig heeft als een kind van 10 jaar. LEO WILLEMSEN VAN HOL TOT FLAT De mens wordt naakt en kaal geboren en dikwijls sterft hij weer even kaal. Heel vroeger, ongeveer 40.000 jaar geleden, was dat hier niet zo'n probleem, want we hadden toen een lekker warm klimaat. Maar daarna kwamen er nog twee ijstijden en sindsdien heb je als mens in deze stre ken beschutting nodig. Onze verre, verre voorou ders zochten die beschutting in holen en kuilen. Dat hol was een geschenk van de na tuur, maar het werd langza merhand door de mens verbe terd met stenen, takken, zand en plaggen. Joost mag weten hoeveel eeuwen het wel ge duurd heeft, eer uit die holbe woners de eerste hutbewoners Z)jn voorgekomen en de weg van hol tot flat is veel langer dan onze jaartelling. We hebben wat het woon comfort betreft de eeuwen door achterop gelopen bij al lerlei andere volken. In de In- dusvallei zijn veel huizen met badkamers en watergespoelde latrines gevonden uit de tijd van 2500 tot 1500 vóór Chris tus. Bij ons zijn de badkamers bij wijze van spreken van gis teren, omdat baden en wassen hier heel lang als iets onzede lijks werd beschouwd. Daaro ver staks meer. De oude Egyptenaren, Assyriërs en Grieken sliepen reeds in ledi kanten. Maar wij hebben bij de eerste aanraking met de be schaving, de komst van de Ro meinen, de boot gewoon ge mist en zijn nog eeuwenlang Tegenwoordig is de helft van de bevolking haar eigen huisheer. De andere vijftig procent van de Britten zijn voornamelijk huurders van gemeentelijke woningen. Het klasseverschil, in de kleding van de mensen nauwelijks te merken, doet zich bij de huisvesting nog heel sterk gelden. Dit tamelijk grote en vrijstaande huis van ons zou meteen minder waard worden als de gemeente erin slaagde verderop in de straat grond te verwervenEr werd in de vorige eeuw gezegd dat Engeland twee naties had en nog altijd is daar veel van waar. Op het gebied van woning inrichting behoort de beste van een half dozijn winkels en warenhuizen in de hoofd straat van onze wijk aan een oude voorname firma met een hedendaagse smaak die minder de bewoners aan spreekt van gemeentelijke dan van v i rticutiere huizen en flats. Dit is niet uitslui tend een kwestie van prij zen. Er kan in algemene zin worden opgemerkt dat huur ders weinig voelen voor de Scandinavische of nauwkeu riger gezegd Deense stijlin vloeden waarvoor de Britse burgerij sinds de tweede we reldoorlog openstaat. Engeland heeft veel stijl vol meubilair voortgebracht. Chippendale, genoemd naar een achttiende-eeuwse schrijnwerker, is een naam om mee te pronken, vooral wegens de solide en toch niet zware stoelen. Hepple- white werkte in dezelfde bloeitijd en werd eveneens vooral door zijn stoelen be kend. In de tweede helft van de vorige eeuw kreeg de dichter en ontwerper Willi am Morris veel invloed. Maar „contemporary" (eigen tijds) is een aanduiding die we voornamelijk zien bij de vervanging van oudbakken vulgariteit door nieuwe sma keloosheid, met de huurders van gemeentelijke woningen door elkaar de mensen met de meer bescheiden in komens als talrijkste af nemers. Het lijkt'ons bij elk bezoek aan ons eigen land dat modegolven bij de wo ninginrichting daar meer worden gehoorzaamd dan op dit eiland waar beslist niet de helft van de bevolking ineens een plant voor het raam heeft staan die een jaar eerder nog niemand kende. Misschien duldt Engeland meer uitersten van mooi en lelijk, terwijl Nederland een redelijk gemiddelde veel al gemener aanvaardbaar vindt, zoals wij al jaren denken. Ons in het begin van de eeuw gebouwde huis in Bromley, een zuidoostelijke hoek van Londen, heeft er kers met hoge schuiframen. We krijgen nogal ruim ons deel van tocht, hoewel we de Engelse voorkeur voor open haarden niet delen en in alle kamers hebben afgesloten en bovendien natuurlijk centrale verwarming hebben aange legd, verbaasd als we zijn ove- de volharding van de v -oegere bewoners in de wintermaanden. Centrale verwarming is nog „middle class"; zelfs de meeste ge meentelijke woningen van de allerlaatste tijd komen er niet voor in aanmerking. Een bad (uiterst zelden een dou che) is blijkens een recente peiling in 88% van alle hui zen aangelegd. Er is geen wc in vier procent van de hui zen, blijkens hetzelfde on derzoek dat zich over vijf tienduizend willekeurig ge kozen adressen uitstrekte. In zeven procent der huizen sla pen kinderen bij ouders of zusjes bij broertjes, wegens ruimtegebrek. Het gemiddel de aantal vertrekken per honderd Britten is naar vas- telandse begrippen vanouds echter hoog. Er loopt een gang midden door ons twee verdiepingen tellende huis dat een indruk van traditionele deaeliikheid maakt. De kamers zijn niet bekrompen, evenmin heb ie rolschaatsen nodig. Het is een huis waarin we al veer tien jaar met genoegen wak ker worden, echt het onder dak voor een gelukkig gezin, met een kamer voor elk der vier kinderen, ook een voor do onvermijdelijke logés uit Nederland, plus een kantoor- vertrek. We zonden bij de huidige grond- én bouwkosten ons een dergelijk woongerlef niet meer kunnen veroorloven. Zulke huizen komen in handen van fmumlnvten die ze per halve kamer voor af grijselijke bedragen verhu ren of ze afbreken om ruim te te maken voor kleine flats die verkocht worden met w oekerwinst. We zijn nog niet verdreven door die za kenlieden, maar het begint die kant uit te gaan: links en ■echts en aan de overkant '•"hben ze al gewonnen. HENK VAN MAURIK (onze correspondent in Londen grote primdtievelingen geble ven. Anderzijds zijn er na tuurlijk miljoenen medebur gers, die nog steeds in hutten wonen en zelfs op het door toeristen overspoelde Gran Ca- naria vind je vandaag nog hol bewoners. Het blijft echter merkwaar dig dat zelfs onze vroegere kastelen alle comfort die de Romeinse bezetters hier hraohten en invoerden, later weer misten. Baden, wasplaat sen, w.c-'s, glaswerk en zelfs centrale verwarmingen, dat al les móet bier toch bekend en gebruikt zijn geweest. De grote massa van onze voorouders ging weer even on wetend en onontwikkeld de duistere Middeleeuwen in, als voordat die Romeinen hier kwamen. We weten ook niet veel van ze, omdat de ge schiedschrijvers van die dagen alleen iets optekenden over de kleine groep bevoorrechten. Die zeer hoog geplaatsten heb ben waarschijnlijk al vroeg bedden gehad. Hele korte bed den, waarin ze meer zaten dan lagen. Maar de grote mas sa sliep gewoon op de grond, op stro of lompen. En met zijn allen in dezelfde benauwde ruimte vol rook, stank, kippen, varkens en ander vee. De Kruistochten hebben voor de eerste verbetering in ons wooncomfort gezorgd. Van hoog tot laag keerde men vol verwondering en bewondering terug over hetgeen ze bij de „barbaarse Moren" aan be schaving hadden gezien. Maar wie zelf ook wat comfortabe ler wilde gaan wonen, wie al lereerst tocht en vocht wilde buiten sluiten en wie de ver stikkende rook door een soort schouw wilde laten verdwij nen, moest daarvoor wel de middelen hebben. Enigszins bewoonbare huizen bleven voor de gewone man vóór de dertiende eeuw ondenkbaar. Een geweldige ommekeer in het leven van de mensen van de late Middeleeuwen werd teweeg gebracht door de uit vinding van de boekdruk kunst. Wat moest je voor die tijd ook met licht in een huis? Je at zoveel je verdragen kon, je dronk onvoorstelbaar veel en viel dan ronkend achtero ver. Wist je verder veel. Het opbloeiende gildewezen in de steden bracht allerlei produkten onder de aandacht en ook wel binnen het bereik van de gewone man. Waarom zou de vrije poorter het nog langer met kisten tegen de muur doen als zijn buurman de schrijnwerker twee kisten op elkaar kon timmeren als een echte kast? Waarom lan ger met het eten geknoeid als eenvoudige houten plankjes als bord gebruikt konden wor den? Heel langzaamaan werden de huizen beter ingericht. Bij de zeer gegoeden kwam de keuken zelfs apart van het woonvertrek. Als een nieuwig heid die sterk de aandacht trok, dook er hier en daar in de stadshuizen een aparte slaapkamer op. Maar naar een badkamer zullen we nog eeu wenlang tevergeefs blijven zoeken- Er waren wel openba re badhuizen in de steden, maar die hadden alleen het water gemeen met de badhui zen van onze tijd. In de bad huizen van toen was dat water bijzaak en ging het vooral om Wijntje en Trijntje. Het waren oorden van, zoals dat heet, twijfelachtig vermaak. Tot lang na de zeventiende eeuw heeft het baden en wassen bij ons daarom in een kwade reuk gestaan. In geen enkel huis was iets te vinden dat op een badkamer leek. Later toen de Hollandse zindelijkheid en properheid een nationale kwaal werd en alles stijf stond van de witte kraagjes, hield men hooguit een be zweet hoofd onder de pomp. Met hygiëne had dat verder niets te maken. Pas in de „verlichte" achttiende eeuw Tot ongeveer 1400 waren de woningen en het huisraad in Nederland uiterst sober. Pas omstreeks 1200 was er sprake van een soort vloer: er werden keien over de grond gelegd, zoals dat in het „los hoes" in het Arnhemse Openluchtmuseum nog te zien is. De meubilering is overigens van veel later datum, want tot 1600 stond er nauwelijks iets in de Nederlandse huizen. (Foto Hans Zweers) Qver het echte wonen in Rome heb ik nog weinig ervaringsgegevens. We zijn pas een paar maanden in deze stad en hebben met ons gezin de meeste tijd doorgebracht in een tijdelijk mini-apparte ment. Maar in die weken heb ik wel een totaal indruk gekregen van de woningen en de inrichtingsmogelijkhe den en -moeilijkheden. In Rome staan weliswaar veel huizen leeg, maar meestal betreft het dan peperdure, luxe flats. Het nadeel van een inter nationaal georiënteerde stad is natuurlijk dat de huren prompt omhoog gaan naar mate er meer buitenlanders neerstrijken. Om te beginnen moest ik het vertrouwde Ne derlandse beeld van rijen huizen met een tuintje voor en achter vergeten. Huizen in Rome bestaan eigenlijk niet. Er zijn óf grote luxe villa's, óf ei zijn flatgebou wen in meer of minder luxe uitvoering. In elke flat is een aantal appartementen gebouwd. Meestal zit beneden een por tier die ook begane gronds woont, al dan niet met zijn gezin, en die van vroeg tot laat de entree „bewaakt". Die ingangen zijn vaak smaakvol met lopers of vaste vloerbedekking, terwijl in de woningen zelf vast tapijt een grote zeldzaamheid is. Ter wijl wij in Nederland vaak in de hal en entree tegels leggen en in de kamer vaste vloegbedekking, hebben de meeste woningen hier binnen marmer, in ontelbare varië teiten. Zoals alle flatgebou wen verschillen, en zoals de meeste huizen in elk flatge bouw op zien weer verschil len, zo afwisselend is ook de fantasie van de Italiaanse oouwers wal het marmer oe- treft. In de wat betere wo ningen zie je bovendien in een aantal kamers parket. In de afgelopen maanden heb ik tientallen apparte menten van binnen gezien en ze lijken geen van allen ook maar enigszins op elkaar. Ik heb me doorlopend verbaasd over de fantasie waarmee gebouwd wordt, waarmee deze huisarchitecten werken. En ik heb me niet minder verbaasd over de naar onze begrippen „onlogische ma nier" van bouwen. De Romeinen zijn royaler met sanitaire voorzieningen dan wij, maar dat is gezien het klimaat in Midden- en Zuid-Italië niet zo vreemd. Wat bij ons luxe is, is hier met recht functioneel. Ver rassend is ook het we ken met twee voltages in veel huizen. Wel volop aansluit- punten maar niet altijd even logisch. Het wonen in Rome is in één opzicht niet of nau welijks verschillend met het wonen in de grote Nederlandse steden. Het centrum n.l. is erg onaantrekkelijk: vrese lijk druk en rumoerig, een altijd aanwezige benzine lucht, heet en weinig verfris sende wind, geen of weinig groen en geen speelruimte voor de kinderen. In een aantal hoger gelegen wijken buiten dat centrum is het veel beter. Wekenlang heb ik de meest uiteenlopende meubel zaken bezocht, op zich een avontuur. De gespecialiseer de meubelzaken, soms vier a vijf verdiepingen hoog bie den enorm veel modern en ultrb. modern i.eubilair. In de meeste gevallen zeer duur, of je valt terug op duidelijke volkszaken met veel kitsch en namaak bui tenlands meubilair. Het is me opgevallen, dat je veel meubilair ziet, ddt bij ons als ouderwets bestem peld zou worden. Stijf aan-' doende bankstellen en eetka mers, df krullerig versierde slaapkamerameublementen. De grote verrassing van Rome is het enorme aantal zogenaamde tappezzeries, meubelzaakjes m elke dwarsstraat, waar vaak slechts een paar nog niet eens overtrokken stoelen of divans staan. Met stapels stoffen-staaltjes en dikke boeken met voorbeelden. Je hoeft maar te kikken, alles wordt naar wens met de hand gemaakt. Het duurt een paar weken, maar de resulta ten zijn meestal verbluffend. De prijzen vallen ook vaak erg mee, ondanks de uren en uren handwerk. Je kunt het geloof ik, ge weldig leuk inrichten, zowel klassiek als modern, maar het kost >je maanden zoeken naar aparte winkeltjes, naar speciaalzaken. Wat ik erg miste, waren de goed voor ziene en gesorteerde waren huizen, de „meubelpaleizen" met 1001 mogelijkheden. Snel en toch leuk inrichten is bijna niet mogelijk. Maar samenvattend zou ik willen zeggen, dat Rome on der bepaalde voorwaarden een aantrekkelijke woonstad is. TINE WIJNANDS (Echtgenote van onze corres pondent in Rome, Frans Wij- nands) werd handenwassen een goede gewoonte, maar badkuipen ble ven taboe. Nog altijd was poe der en parfum nodig om het vuil en de geuren van de huid vam de dames en heren te ver doezelen. Om ook iets vriendelijks te zeggen over onze prestaties op het gebied van comfort nog de vermelding dat onze grachten huizen soms al tijdens de Tachtigjarige Oorlog een soort afvoer hadden. De riolering moodde gewoon in de gracht uit, net zoals nog veel vroeger zeer riante kastelen over een soort „gemakjes" beschikten die een en ander rechtstreeks in de slotgracht deponeerden. In de gewone huizen ging men even het veld in en bij koud weer ging het rechtstreeks in het open vuur middenin huis. Maar goed, riolering hadden de rijke burgers al vroeg. Denk daar niet te min over: in Parijs en Rome werd het vuil en de afval in die dagen nog ln de goot voor de deur ge gooid. Als er al een goot was en niet één grote gemeen schappelijke vuilnisbelt. Bedenk dat zelfs nog onder Lodewijk de Veertiende de hovelingen bij het doorschrij den van de grote poorten in het paleis van Versailles leren paraplu's nodig hadden om zich te beschermen tegen het vuil dat uit po's en emmers omlaag werd gegooid. In heel het gerieflijke paleis was slechts één w.c., uitsluitend en alleen voor de Zonnekoning zelf- JOS AHLERS. (Belangrijkste bron 2000 jaar wonen van dr. A. Melchior (Spaarnestad) Het is bijna niet te gelo ven. Toch kreeg je, als je zes, zeven jaar geleden een wandeling door de stra ten van Tel-Aviv maakte, de indruk dat iedereen net ver huisd was. Waarvoor diende anders dat kale, armoedige peertje aan het plafond? Waarom anders geen enkel bloemetje op tafel? Of in de vensterbank? Of waren de mensen in Israël soms zo arm, dat ze zich niet eens een beetje behoorlijk konden inrichtenIk kan me nog goed mijn eerste bezoek herinneren aan de gemeubi leerde flat die mijn man en ik als eerste onderkomen in Tel-Aviv zouden huren. Een lege plastic vaas op tafel, die precies in het midden van de kamer stond. Kale stoelen, een bank zo simpel van model dat je binnen vijf minuten pijn in de rug had. En dan te bedenken dat vrienden ons gelukwensten met zo'n leuk appartement. Israël is om het nu maar eens eenvoudig te zeg gen pas de laatste vijf jaar woninginrichtingbewust geworden. Zo beumst, dat I goddank de kale peertjes aan het plafond verdwenen zijn en in sommige gevallen zelfs plaats gemaakt hebben voor kitscherige luchters. Zo be wust, dat onlangs nog de Jerusalem Post haar lezers er op attent maakte dat de geraniumbakken voor bal kons, die plotseling zo in zijn, nu een leveringstijd van drie maanden hebben. En dat eerste flatje van ons in Tel-Aviv? Nu woont de huisbaas erin. Trots op het Franse-lelietjesbehany, dat nu op de toen zo kale muren is geplakt. En op het pluchen meubilair, dat zo goed tegen de Franse lelies uit komt. Wie nu kersvers uit Euro pa of Amerika in Israël aan komt, zal geen moeite heb ben zijn huis naar eigen smaak en standaard in le richten. Woninginrichtingszaken zijn als paddestoelen uit de grona gerezen. En oj de nieu we immigrant nu Spaans, Scandinavisch, Italiaans of Roemeens wil wor.en, geen nood. Alle stijlen zijn ruim vertegenwoordigd. Wel erg duur vaak, maar dat is nu eenmaal het onvermijdelijke resultaat nan Israels enoTme belastingen. Een goede leren stoel uit Nederland bijvoor beeld zal makkelijk de vier duizend Israëlische ponden halen (f 2500). Vandaar dat vele jonge Is raëlische mevrouwtjes, die zich het dure importmeubi- lair niet kunnen veroorloven, hun huis smaakvol inrichten men niet hl te dure plaatse lijke produkten. Een kleurig tapijt, gemaakt van kamele- haar bij voorbeeld. Of een leuke ruwe schapehuid. En kele kibboetsiem in Israël maken de laatste jaren ook modern, praktisch en vooral licht meubilair. En die af schuwelijke plastic vaas, die ik indertijd nog op tafel aan trof, heeft nu plaats gemaakt voor een mooi stukje glas werk uit het oeroude He- bron, de bakermat van de glasblazerij. De typisch Israëlische in terieurs van dit moment zijn over het algemeen smaakvol, licht en praktisch. Maar meestal lang niet zo gezellig als de Nederlandse. Eigenlijk weet de Israëlische huis vrouw ondanks haar nieu we woonbewustzijn nog niet precies wat ze met die nieuwe interesse aanmoet. Ze denkt gweldig „in" te zijn als ze in haar slaapkamer lila vitrage met voiles op hangt of een pluizerig matje rondom het toilet deponeert. Maar een mooie plant op de grond in de woonkamer of een zo maar gekke poster in de keuken, daar kijkt ze nog erg vreemd tegen aan. Afijn, ook dat zal wel le ren, want Europese en Ame rikaanse woninginrichting tijdschriften worden de laat ste tijd grif verkocht. Die tijdschriften en trou wens dat hele nieuwe den ken over wonen en inrichten heeft ook een hele verande ring in de woningbouw in Israel teweeggebracht. Gro tere woonkamers, keukens waar ook gezellig gegeten kan worden, patio's, dubbele badkamers en niet te verge ten de enorme belangstelling voor mooie tegels. Israël woont nu modern, coniiorlabei en praktisch. Maar o wee, als er een nieuw keukenkast je besteld moet worden. Als ik denk aan de energie, die mijn buurvrouw daarin heeft moe ten steken, zou ik al niet eens meer hoeven. Service? Tijdige levering? Daar ont breekt het ten enenmale aan. En probeer maar niet iets in je huis gedaan, te krijgen. De loodgieter heeft het te druk. De elektriciën komt gewoon niet opdagen of schrijft reke ningen die buiten alle pro porties zijn. Weet u wat de oplossing is? Een echtgenoot, die dank zij een geweldige gereed schapskist in zijn vrije tijd amateur-loodgieter-elektri- ciën-schilder en tuinman werd. WILLY BOUMAN- WERKMAN (Echtgenote van onze correspondent in Tel Aviv, Salomon Bouman

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1973 | | pagina 31