Licht in de huiskamer
moet geen sluitpost zijn
Klasseverschil
in huisvesting
erg groot
Snel en toch
leuk inrichten
bijna onmogelijk
Comfortabel en
praktisch wonen
maar.wel duur
ONDER pAk
LONDEN:
Baden en wassen was
heel lang niet netjes
ROME
TEL-AVIV
Kruistochten brachten
verbetering wooncomfort
Grote ommekeer na
uitvinding boekdrukkunst
Achterop
Ons huis staat vrij op een
lapje grond van twaalf bij
vijfenveertig meter. Het
grenst met een blinde
muur aan buurmans land,
heeft aan de andere kant
een met de daar wonen
de buren gedeelde oprit naar
de garages achteraan in de
beide tuinen. Nederlandse
bezoekers zijn verbaasd over
zoveel ruimte in een Londen-
se buitenwijk, maar we wo
nen in het land dat een paar
eeuwen het machtigste ter
wereld is geweest: er waren
veel gegoede burgers. Pas de
laatste jaren worden zelfs in
de forenzenwijken de huizen
in rijen aan elkaar gebouwd,
behalve voor kopers die over
minstens zo'n drie ton ba-
schikken.
Kruistochten
Riolering
Vreemd, dat bij de inrich
ting van een woonkamer
meestal vrij weinig aandacht
aan de verlichting wordt be
steed. Dat komt waarschijnlijk
omdat men nog teveel gebon
den en gewend ls aan
het traditionele lichtpunt aan
het plafond, waarbij de over
schietende hoekjes in de ka
mer „opgevuld" worden met
de bekende schemerlampen.
De verlichting wordt aldus de
sluitpost van de inrichting.
Bekijk het eens rustig in uw
eigen kamer. Let wel: u hebt
licht nodig om sfeer te maken
en als het goed is, moet die
sfeer aangepast kunnen wor
den aan de stemming van het
moment. Dank zij allerlei
technische ontwikkelingen zijn
er tegenwoordig heel wat mo
gelijkheden. Maar er is wel
een beetje durf voor nodig om
tot het goede lampje bij het
goede sfeertje te geraken,
hoeft natuurlijk niet tot het
uiterste te gaan, zoals de scha
kelaar die op trilling werkt.
Even in de handjes klappen
en het licht flitst aan. Wel
gaat het vooral hier om: als er
in uw huiskamer dingen staan
of hangen die u graag ziet,
zorg er dan ook voor dat ze te
zien zijn. Geef ze de kans om
stemmingen op te roepen. Met
een flexibele lichtbundel kun
nen leuke accenten worden
bereikt.
Iemand die een huis laat
bouwen zou meteen al de ver
langde lichttechnieken in zijn
kamer kunnen laten aanleg
gen. Als het achteraf moet ge
beuren, kost het meer tijd en
meestal meer geld. Maar ook
in bestaande woningen is nog
heel wat mogelijk. Om een
voorbeeld te noemen: een rail
aan het plafond, waaraan ver
stelbare spots hangen, zodat
de lichtbundel gericht kan
worden zoals men zelf ver
kiest, op een subtiele vaas of
een fijn schilderij. De armatu
ren aan de rail kunnen ook
Zorgen voor de basisverlich
ting van de kamer.
Als de hoogte het toelaat,
kan het sfeervol zijn om in
een kamer een verlaagd pla
fond aan te leggen, waarin
lichteilandjes zijn ingebouwd.
Je zou ook kunnen denken
aan gordijnverlichting. Mid
dels een „koofverlichting'
kunnen met behulp van afge
schermde armaturen de al dan
niet gekleurde bundels langs
de plooien glijden, wat bijzon
der stemmingsvol is.
Hebt u er ook wel eens aan
gedacht om de sterkte van de
lamp met 'n lichtregelaar, die
op de plaats van de gewone
schakelaar kan worden aange
bracht, te temperen?
Als u tot de overtuiging
bent gekomen dat er in uw
woonkamer „iets" met het
licht moet gebeuren, dan is
het niet onverstandig om eens
een boekhandel binnen te
stappen en over dit onderwerp
literatuur aan te schaffen. Dan
zult u ook merken dat er méér
is dan de gewone gloeilamp.
Om een paar voorbeelden te
noemen: de heldere en matte
kopspiegellamp, de persglas-
lamp en de fluorescentielamp.
Maar welke techniek u ook
toepast: vergeet de doelmatig
heid niet. Een schrijfbureau in
de kamer verlangt een effec
tieve lichtbundel om er te
kunnen werken. En bedenk
ook dat een volwassene van 40
jaar bij het lezen drie keer
zoveel licht nodig heeft als
een kind van 10 jaar.
LEO WILLEMSEN
VAN HOL TOT FLAT
De mens wordt naakt en
kaal geboren en dikwijls
sterft hij weer even kaal.
Heel vroeger, ongeveer
40.000 jaar geleden, was dat
hier niet zo'n probleem,
want we hadden toen een
lekker warm klimaat. Maar
daarna kwamen er nog
twee ijstijden en sindsdien
heb je als mens in deze stre
ken beschutting nodig.
Onze verre, verre voorou
ders zochten die beschutting
in holen en kuilen. Dat hol
was een geschenk van de na
tuur, maar het werd langza
merhand door de mens verbe
terd met stenen, takken, zand
en plaggen. Joost mag weten
hoeveel eeuwen het wel ge
duurd heeft, eer uit die holbe
woners de eerste hutbewoners
Z)jn voorgekomen en de weg
van hol tot flat is veel langer
dan onze jaartelling.
We hebben wat het woon
comfort betreft de eeuwen
door achterop gelopen bij al
lerlei andere volken. In de In-
dusvallei zijn veel huizen met
badkamers en watergespoelde
latrines gevonden uit de tijd
van 2500 tot 1500 vóór Chris
tus. Bij ons zijn de badkamers
bij wijze van spreken van gis
teren, omdat baden en wassen
hier heel lang als iets onzede
lijks werd beschouwd. Daaro
ver staks meer. De oude
Egyptenaren, Assyriërs en
Grieken sliepen reeds in ledi
kanten. Maar wij hebben bij de
eerste aanraking met de be
schaving, de komst van de Ro
meinen, de boot gewoon ge
mist en zijn nog eeuwenlang
Tegenwoordig is de helft
van de bevolking haar eigen
huisheer. De andere vijftig
procent van de Britten zijn
voornamelijk huurders van
gemeentelijke woningen. Het
klasseverschil, in de kleding
van de mensen nauwelijks
te merken, doet zich bij de
huisvesting nog heel sterk
gelden. Dit tamelijk grote
en vrijstaande huis van ons
zou meteen minder waard
worden als de gemeente erin
slaagde verderop in de straat
grond te verwervenEr werd
in de vorige eeuw gezegd dat
Engeland twee naties had en
nog altijd is daar veel van
waar.
Op het gebied van woning
inrichting behoort de beste
van een half dozijn winkels
en warenhuizen in de hoofd
straat van onze wijk aan een
oude voorname firma met
een hedendaagse smaak die
minder de bewoners aan
spreekt van gemeentelijke
dan van v i rticutiere huizen
en flats. Dit is niet uitslui
tend een kwestie van prij
zen. Er kan in algemene zin
worden opgemerkt dat huur
ders weinig voelen voor de
Scandinavische of nauwkeu
riger gezegd Deense stijlin
vloeden waarvoor de Britse
burgerij sinds de tweede we
reldoorlog openstaat.
Engeland heeft veel stijl
vol meubilair voortgebracht.
Chippendale, genoemd naar
een achttiende-eeuwse
schrijnwerker, is een naam
om mee te pronken, vooral
wegens de solide en toch
niet zware stoelen. Hepple-
white werkte in dezelfde
bloeitijd en werd eveneens
vooral door zijn stoelen be
kend. In de tweede helft van
de vorige eeuw kreeg de
dichter en ontwerper Willi
am Morris veel invloed.
Maar „contemporary" (eigen
tijds) is een aanduiding die
we voornamelijk zien bij de
vervanging van oudbakken
vulgariteit door nieuwe sma
keloosheid, met de huurders
van gemeentelijke woningen
door elkaar de mensen
met de meer bescheiden in
komens als talrijkste af
nemers. Het lijkt'ons bij elk
bezoek aan ons eigen land
dat modegolven bij de wo
ninginrichting daar meer
worden gehoorzaamd dan op
dit eiland waar beslist niet
de helft van de bevolking
ineens een plant voor het
raam heeft staan die een jaar
eerder nog niemand kende.
Misschien duldt Engeland
meer uitersten van mooi en
lelijk, terwijl Nederland een
redelijk gemiddelde veel al
gemener aanvaardbaar vindt,
zoals wij al jaren denken.
Ons in het begin van de
eeuw gebouwde huis in
Bromley, een zuidoostelijke
hoek van Londen, heeft er
kers met hoge schuiframen.
We krijgen nogal ruim ons
deel van tocht, hoewel we de
Engelse voorkeur voor open
haarden niet delen en in alle
kamers hebben afgesloten en
bovendien natuurlijk centrale
verwarming hebben aange
legd, verbaasd als we zijn
ove- de volharding van de
v -oegere bewoners in de
wintermaanden. Centrale
verwarming is nog „middle
class"; zelfs de meeste ge
meentelijke woningen van de
allerlaatste tijd komen er
niet voor in aanmerking. Een
bad (uiterst zelden een dou
che) is blijkens een recente
peiling in 88% van alle hui
zen aangelegd. Er is geen wc
in vier procent van de hui
zen, blijkens hetzelfde on
derzoek dat zich over vijf
tienduizend willekeurig ge
kozen adressen uitstrekte. In
zeven procent der huizen sla
pen kinderen bij ouders of
zusjes bij broertjes, wegens
ruimtegebrek. Het gemiddel
de aantal vertrekken per
honderd Britten is naar vas-
telandse begrippen vanouds
echter hoog.
Er loopt een gang midden
door ons twee verdiepingen
tellende huis dat een indruk
van traditionele deaeliikheid
maakt. De kamers zijn niet
bekrompen, evenmin heb ie
rolschaatsen nodig. Het is
een huis waarin we al veer
tien jaar met genoegen wak
ker worden, echt het onder
dak voor een gelukkig gezin,
met een kamer voor elk der
vier kinderen, ook een voor
do onvermijdelijke logés uit
Nederland, plus een kantoor-
vertrek.
We zonden bij de huidige
grond- én bouwkosten ons
een dergelijk woongerlef niet
meer kunnen veroorloven.
Zulke huizen komen in
handen van fmumlnvten die
ze per halve kamer voor af
grijselijke bedragen verhu
ren of ze afbreken om ruim
te te maken voor kleine flats
die verkocht worden met
w oekerwinst. We zijn nog
niet verdreven door die za
kenlieden, maar het begint
die kant uit te gaan: links en
■echts en aan de overkant
'•"hben ze al gewonnen.
HENK VAN MAURIK
(onze correspondent in
Londen
grote primdtievelingen geble
ven. Anderzijds zijn er na
tuurlijk miljoenen medebur
gers, die nog steeds in hutten
wonen en zelfs op het door
toeristen overspoelde Gran Ca-
naria vind je vandaag nog hol
bewoners.
Het blijft echter merkwaar
dig dat zelfs onze vroegere
kastelen alle comfort die de
Romeinse bezetters hier
hraohten en invoerden, later
weer misten. Baden, wasplaat
sen, w.c-'s, glaswerk en zelfs
centrale verwarmingen, dat al
les móet bier toch bekend en
gebruikt zijn geweest.
De grote massa van onze
voorouders ging weer even on
wetend en onontwikkeld de
duistere Middeleeuwen in, als
voordat die Romeinen hier
kwamen. We weten ook niet
veel van ze, omdat de ge
schiedschrijvers van die dagen
alleen iets optekenden over de
kleine groep bevoorrechten.
Die zeer hoog geplaatsten heb
ben waarschijnlijk al vroeg
bedden gehad. Hele korte bed
den, waarin ze meer zaten
dan lagen. Maar de grote mas
sa sliep gewoon op de grond,
op stro of lompen. En met zijn
allen in dezelfde benauwde
ruimte vol rook, stank, kippen,
varkens en ander vee.
De Kruistochten hebben
voor de eerste verbetering in
ons wooncomfort gezorgd. Van
hoog tot laag keerde men vol
verwondering en bewondering
terug over hetgeen ze bij de
„barbaarse Moren" aan be
schaving hadden gezien. Maar
wie zelf ook wat comfortabe
ler wilde gaan wonen, wie al
lereerst tocht en vocht wilde
buiten sluiten en wie de ver
stikkende rook door een soort
schouw wilde laten verdwij
nen, moest daarvoor wel de
middelen hebben. Enigszins
bewoonbare huizen bleven
voor de gewone man vóór de
dertiende eeuw ondenkbaar.
Een geweldige ommekeer in
het leven van de mensen van
de late Middeleeuwen werd
teweeg gebracht door de uit
vinding van de boekdruk
kunst. Wat moest je voor die
tijd ook met licht in een huis?
Je at zoveel je verdragen kon,
je dronk onvoorstelbaar veel
en viel dan ronkend achtero
ver. Wist je verder veel.
Het opbloeiende gildewezen
in de steden bracht allerlei
produkten onder de aandacht
en ook wel binnen het bereik
van de gewone man. Waarom
zou de vrije poorter het nog
langer met kisten tegen de
muur doen als zijn buurman
de schrijnwerker twee kisten
op elkaar kon timmeren als
een echte kast? Waarom lan
ger met het eten geknoeid als
eenvoudige houten plankjes
als bord gebruikt konden wor
den?
Heel langzaamaan werden
de huizen beter ingericht. Bij
de zeer gegoeden kwam de
keuken zelfs apart van het
woonvertrek. Als een nieuwig
heid die sterk de aandacht
trok, dook er hier en daar in
de stadshuizen een aparte
slaapkamer op. Maar naar een
badkamer zullen we nog eeu
wenlang tevergeefs blijven
zoeken- Er waren wel openba
re badhuizen in de steden,
maar die hadden alleen het
water gemeen met de badhui
zen van onze tijd. In de bad
huizen van toen was dat water
bijzaak en ging het vooral om
Wijntje en Trijntje. Het waren
oorden van, zoals dat heet,
twijfelachtig vermaak. Tot
lang na de zeventiende eeuw
heeft het baden en wassen bij
ons daarom in een kwade reuk
gestaan. In geen enkel huis
was iets te vinden dat op een
badkamer leek. Later toen de
Hollandse zindelijkheid en
properheid een nationale
kwaal werd en alles stijf
stond van de witte kraagjes,
hield men hooguit een be
zweet hoofd onder de pomp.
Met hygiëne had dat verder
niets te maken. Pas in de
„verlichte" achttiende eeuw
Tot ongeveer 1400 waren de woningen en het huisraad in Nederland uiterst sober. Pas omstreeks 1200 was er sprake van een
soort vloer: er werden keien over de grond gelegd, zoals dat in het „los hoes" in het Arnhemse Openluchtmuseum nog te zien is.
De meubilering is overigens van veel later datum, want tot 1600 stond er nauwelijks iets in de Nederlandse huizen.
(Foto Hans Zweers)
Qver het echte wonen
in Rome heb ik nog
weinig ervaringsgegevens.
We zijn pas een paar
maanden in deze stad en
hebben met ons gezin de
meeste tijd doorgebracht in
een tijdelijk mini-apparte
ment. Maar in die weken
heb ik wel een totaal indruk
gekregen van de woningen
en de inrichtingsmogelijkhe
den en -moeilijkheden. In
Rome staan weliswaar veel
huizen leeg, maar meestal
betreft het dan peperdure,
luxe flats.
Het nadeel van een inter
nationaal georiënteerde stad
is natuurlijk dat de huren
prompt omhoog gaan naar
mate er meer buitenlanders
neerstrijken. Om te beginnen
moest ik het vertrouwde Ne
derlandse beeld van rijen
huizen met een tuintje voor
en achter vergeten. Huizen
in Rome bestaan eigenlijk
niet. Er zijn óf grote luxe
villa's, óf ei zijn flatgebou
wen in meer of minder luxe
uitvoering.
In elke flat is een aantal
appartementen gebouwd.
Meestal zit beneden een por
tier die ook begane gronds
woont, al dan niet met zijn
gezin, en die van vroeg tot
laat de entree „bewaakt".
Die ingangen zijn vaak
smaakvol met lopers of vaste
vloerbedekking, terwijl in de
woningen zelf vast tapijt een
grote zeldzaamheid is. Ter
wijl wij in Nederland vaak
in de hal en entree tegels
leggen en in de kamer vaste
vloegbedekking, hebben de
meeste woningen hier binnen
marmer, in ontelbare varië
teiten. Zoals alle flatgebou
wen verschillen, en zoals de
meeste huizen in elk flatge
bouw op zien weer verschil
len, zo afwisselend is ook de
fantasie van de Italiaanse
oouwers wal het marmer oe-
treft. In de wat betere wo
ningen zie je bovendien in
een aantal kamers parket.
In de afgelopen maanden
heb ik tientallen apparte
menten van binnen gezien en
ze lijken geen van allen ook
maar enigszins op elkaar. Ik
heb me doorlopend verbaasd
over de fantasie waarmee
gebouwd wordt, waarmee
deze huisarchitecten werken.
En ik heb me niet minder
verbaasd over de naar onze
begrippen „onlogische ma
nier" van bouwen.
De Romeinen zijn royaler
met sanitaire voorzieningen
dan wij, maar dat is gezien
het klimaat in Midden- en
Zuid-Italië niet zo vreemd.
Wat bij ons luxe is, is hier
met recht functioneel. Ver
rassend is ook het we ken
met twee voltages in veel
huizen. Wel volop aansluit-
punten maar niet altijd even
logisch. Het wonen in Rome
is in één opzicht niet of nau
welijks verschillend met het
wonen in de grote Nederlandse
steden. Het centrum n.l. is
erg onaantrekkelijk: vrese
lijk druk en rumoerig, een
altijd aanwezige benzine
lucht, heet en weinig verfris
sende wind, geen of weinig
groen en geen speelruimte
voor de kinderen. In een
aantal hoger gelegen wijken
buiten dat centrum is het
veel beter.
Wekenlang heb ik de
meest uiteenlopende meubel
zaken bezocht, op zich een
avontuur. De gespecialiseer
de meubelzaken, soms vier a
vijf verdiepingen hoog bie
den enorm veel modern en
ultrb. modern i.eubilair. In
de meeste gevallen zeer
duur, of je valt terug op
duidelijke volkszaken met
veel kitsch en namaak bui
tenlands meubilair.
Het is me opgevallen, dat
je veel meubilair ziet, ddt bij
ons als ouderwets bestem
peld zou worden. Stijf aan-'
doende bankstellen en eetka
mers, df krullerig versierde
slaapkamerameublementen.
De grote verrassing van
Rome is het enorme aantal
zogenaamde tappezzeries,
meubelzaakjes m elke
dwarsstraat, waar vaak
slechts een paar nog niet
eens overtrokken stoelen of
divans staan. Met stapels
stoffen-staaltjes en dikke
boeken met voorbeelden. Je
hoeft maar te kikken, alles
wordt naar wens met de
hand gemaakt. Het duurt een
paar weken, maar de resulta
ten zijn meestal verbluffend.
De prijzen vallen ook vaak
erg mee, ondanks de uren en
uren handwerk.
Je kunt het geloof ik, ge
weldig leuk inrichten, zowel
klassiek als modern, maar
het kost >je maanden zoeken
naar aparte winkeltjes, naar
speciaalzaken. Wat ik erg
miste, waren de goed voor
ziene en gesorteerde waren
huizen, de „meubelpaleizen"
met 1001 mogelijkheden.
Snel en toch leuk inrichten
is bijna niet mogelijk.
Maar samenvattend zou ik
willen zeggen, dat Rome on
der bepaalde voorwaarden
een aantrekkelijke woonstad
is.
TINE WIJNANDS
(Echtgenote van onze corres
pondent in Rome, Frans Wij-
nands)
werd handenwassen een goede
gewoonte, maar badkuipen ble
ven taboe. Nog altijd was poe
der en parfum nodig om het
vuil en de geuren van de huid
vam de dames en heren te ver
doezelen.
Om ook iets vriendelijks te
zeggen over onze prestaties op
het gebied van comfort nog de
vermelding dat onze grachten
huizen soms al tijdens de
Tachtigjarige Oorlog een soort
afvoer hadden. De riolering
moodde gewoon in de gracht
uit, net zoals nog veel vroeger
zeer riante kastelen over een
soort „gemakjes" beschikten
die een en ander rechtstreeks
in de slotgracht deponeerden.
In de gewone huizen ging men
even het veld in en bij koud
weer ging het rechtstreeks in
het open vuur middenin
huis.
Maar goed, riolering hadden
de rijke burgers al vroeg.
Denk daar niet te min over: in
Parijs en Rome werd het vuil
en de afval in die dagen nog
ln de goot voor de deur ge
gooid. Als er al een goot was
en niet één grote gemeen
schappelijke vuilnisbelt.
Bedenk dat zelfs nog onder
Lodewijk de Veertiende de
hovelingen bij het doorschrij
den van de grote poorten in
het paleis van Versailles leren
paraplu's nodig hadden om
zich te beschermen tegen het
vuil dat uit po's en emmers
omlaag werd gegooid. In heel
het gerieflijke paleis was
slechts één w.c., uitsluitend en
alleen voor de Zonnekoning
zelf-
JOS AHLERS.
(Belangrijkste bron 2000 jaar
wonen van dr. A. Melchior
(Spaarnestad)
Het is bijna niet te gelo
ven. Toch kreeg je, als
je zes, zeven jaar geleden
een wandeling door de stra
ten van Tel-Aviv maakte, de
indruk dat iedereen net ver
huisd was. Waarvoor diende
anders dat kale, armoedige
peertje aan het plafond?
Waarom anders geen enkel
bloemetje op tafel?
Of in de vensterbank? Of
waren de mensen in Israël
soms zo arm, dat ze zich niet
eens een beetje behoorlijk
konden inrichtenIk kan me
nog goed mijn eerste bezoek
herinneren aan de gemeubi
leerde flat die mijn man en
ik als eerste onderkomen in
Tel-Aviv zouden huren. Een
lege plastic vaas op tafel,
die precies in het midden
van de kamer stond. Kale
stoelen, een bank zo simpel
van model dat je binnen vijf
minuten pijn in de rug had.
En dan te bedenken dat
vrienden ons gelukwensten
met zo'n leuk appartement.
Israël is om het nu
maar eens eenvoudig te zeg
gen pas de laatste vijf
jaar woninginrichtingbewust
geworden. Zo beumst, dat
I goddank de kale peertjes aan
het plafond verdwenen zijn
en in sommige gevallen zelfs
plaats gemaakt hebben voor
kitscherige luchters. Zo be
wust, dat onlangs nog de
Jerusalem Post haar lezers
er op attent maakte dat de
geraniumbakken voor bal
kons, die plotseling zo in
zijn, nu een leveringstijd van
drie maanden hebben.
En dat eerste flatje van
ons in Tel-Aviv? Nu woont
de huisbaas erin. Trots op
het Franse-lelietjesbehany,
dat nu op de toen zo kale
muren is geplakt. En op het
pluchen meubilair, dat zo goed
tegen de Franse lelies uit
komt.
Wie nu kersvers uit Euro
pa of Amerika in Israël aan
komt, zal geen moeite heb
ben zijn huis naar eigen
smaak en standaard in le
richten.
Woninginrichtingszaken zijn
als paddestoelen uit de
grona gerezen. En oj de nieu
we immigrant nu Spaans,
Scandinavisch, Italiaans of
Roemeens wil wor.en, geen
nood. Alle stijlen zijn ruim
vertegenwoordigd. Wel erg
duur vaak, maar dat is nu
eenmaal het onvermijdelijke
resultaat nan Israels enoTme
belastingen. Een goede leren
stoel uit Nederland bijvoor
beeld zal makkelijk de vier
duizend Israëlische ponden
halen (f 2500).
Vandaar dat vele jonge Is
raëlische mevrouwtjes, die
zich het dure importmeubi-
lair niet kunnen veroorloven,
hun huis smaakvol inrichten
men niet hl te dure plaatse
lijke produkten. Een kleurig
tapijt, gemaakt van kamele-
haar bij voorbeeld. Of een
leuke ruwe schapehuid. En
kele kibboetsiem in Israël
maken de laatste jaren ook
modern, praktisch en vooral
licht meubilair. En die af
schuwelijke plastic vaas, die
ik indertijd nog op tafel aan
trof, heeft nu plaats gemaakt
voor een mooi stukje glas
werk uit het oeroude He-
bron, de bakermat van de
glasblazerij.
De typisch Israëlische in
terieurs van dit moment zijn
over het algemeen smaakvol,
licht en praktisch. Maar
meestal lang niet zo gezellig
als de Nederlandse. Eigenlijk
weet de Israëlische huis
vrouw ondanks haar nieu
we woonbewustzijn nog
niet precies wat ze met die
nieuwe interesse aanmoet. Ze
denkt gweldig „in" te zijn
als ze in haar slaapkamer
lila vitrage met voiles op
hangt of een pluizerig matje
rondom het toilet deponeert.
Maar een mooie plant op de
grond in de woonkamer of
een zo maar gekke poster in
de keuken, daar kijkt ze nog
erg vreemd tegen aan.
Afijn, ook dat zal wel le
ren, want Europese en Ame
rikaanse woninginrichting
tijdschriften worden de laat
ste tijd grif verkocht.
Die tijdschriften en trou
wens dat hele nieuwe den
ken over wonen en inrichten
heeft ook een hele verande
ring in de woningbouw in
Israel teweeggebracht. Gro
tere woonkamers, keukens
waar ook gezellig gegeten
kan worden, patio's, dubbele
badkamers en niet te verge
ten de enorme belangstelling
voor mooie tegels.
Israël woont nu modern,
coniiorlabei en praktisch.
Maar o wee, als er een
nieuw keukenkast je besteld
moet worden. Als ik denk
aan de energie, die mijn
buurvrouw daarin heeft moe
ten steken, zou ik al niet
eens meer hoeven. Service?
Tijdige levering? Daar ont
breekt het ten enenmale aan.
En probeer maar niet iets in
je huis gedaan, te krijgen. De
loodgieter heeft het te druk.
De elektriciën komt gewoon
niet opdagen of schrijft reke
ningen die buiten alle pro
porties zijn.
Weet u wat de oplossing
is? Een echtgenoot, die dank
zij een geweldige gereed
schapskist in zijn vrije tijd
amateur-loodgieter-elektri-
ciën-schilder en tuinman
werd.
WILLY BOUMAN-
WERKMAN
(Echtgenote van onze
correspondent in Tel Aviv,
Salomon Bouman