Het kan: inspraak van de grond af aan RUSTIG WONEN ROND HOFJES IN MEERZICHT VARIATIE IN WONING ZOEKEN IN INDELING NATIONALE STICHTING NIEUWE WOONVORMEN BOUWT ANDERS Bewoners erg gelukkig met experimentele woonwijk Toenemende belangstelling in bouwwereld voor experiment m ONDER Cy\K Speelser Witte vlek Geheimen Anders lil „Bouwen en wonen is nu nog omhuld met een eeltige opperhuid en het gaat erom, of je die kunt afpellen". Deze op het eerste gezicht misschien wat duistere uit bating komt uit de mond van Ab van Dien, directeur van de Nationale Stichting Nieuwe Woonvormen in Amersfoort. Met die eeltige opperhuid doelt hij op de traditionele wijze, waarop huurhuizen en vooral woningwetwoningen tot nu toe vrijwel altijd gebouwd worden: keurig op een rijtje in het gelid als allemaal een der geüniformeerde soldaten tijdens het ochtendappèl en al lemaal aan brede straten, waar het autoverkeer vrij spel heeft. Deze manier van huizen bouwen en het idee, dat je het zo wel moet doen omdat het anders veel te duur wordt, zit er bij zó veel opdrachtgevers, ontwerpers en architecten zó stevig ingebakken, dat naar de opvatting van Ab van Dien tot voor kort de opperhuid van het bouwen almaar eeltiger werd. Ab van Dien en zijn geest verwanten nu, pellen af. Vijf jaar geleden zijn ze be gonnen. Het doel was en is om experimentele woonwijken te bouwen en om ze, na voltooi ing van het werk, te tonen aan zoveel mogelijk mensen, die te maken hebben met woning bouw. Om die mensen te laten zien, dat het ook anders kan: aangepast aan de wensen van de bewoners, speelser, met pleintjes, met binnenstraatjes en socialer. En dit alles zonder merkbare verhoging van de huren of de koopprijzen. Van Dien: „Het kan altijd anders en telkens weer blijkt ons dat het niet duurder is. Wij werken voor negentig pro cent met woningwetwoningen en de gemiddelde huur, die wij in de verwezenlijkte pro jecten hebben gehaald, is 250 gulden per maand. In laag bouw". Hij werkt met vier man. Er is verder een bestuur, dat gro tendeels is samengesteld uit parlementsleden, elk van een andere partij. Er is ook een raad van advies. Dat er politici in het bestuur zitten, is opzet. Bouwen heeft nu eenmaal ook te maken met politiek en op deze wijze hoopt men tot een directere, belangrijke informatie te ko men in gevallen waar dat no dig is. „Wij zijn onafhankelijk", benadrukt Van Dien. „En de raad van advies bestaat uit mensen, die boven de partijen staan. Van het begin af heb ben we ons toegelegd op de sociaal-culturele en maat schappelijke onderdelen bij het wonen en bouwen. Dat is niet eenvoudig. Je moet wel fanatiek zijn. Nu, na vijf jaar zijn we trots op wat we heb ben gedaan. En of we op de goede weg zijn, zullen we wel leren van de mensen zelf". De Nationale Stiehting Nieuwe Woonvormen heeft bereikt, dat er experimentele wijken werden gerealiseerd in Hoevelaken, Hoogeveen, Ber- kel en Roderijs, Emmeloord en in Den Helder. „De mensen gaan daar kij ken en dat is voor ons erg belangrijk. Je moet tegen de heersende meningen opknok- ken. Och, we zijn wel trots, maar wat we tot nu toe in de gehele Nederlands bouwwe reld bereikt hebben is eigen lijk maar dat (maakt met zijn hand een gebaar; tussen twee uitstekende vingers laat hij een ruimte vrij van drie centi meter)". Het mag bescheiden zijn, maar er is iets op gang ge bracht. Wat de Stichting voor elkaar heeft gekregen is: wo ningbouw met werkelijke in spraak van de burger. Dat komt in Nederland tot nu toe vrijwel nergens voor. Je hebt een huis maar te nemen zoals het is. Soms mag je in het interieur wel iets laten veran deren; het gat voor een deur in een binnenmuur mag bij voorbeeld wel eens een eindje verderop geplaatst worden, maar dan heb je het wel ge had. Bij de projecten van Nieuwe Woonvormen is er Inspraak van de grond af aan. In Em meloord bijvoorbeeld was er een witte vlek op een kaart, kale grond. De burgers konden daar zelf meehelpen die kaart in te vullen. Alles wat in de nieuwe wijk moest komen, waar het moest komen, hoe het eruit moest zien, het stond allemaal ter discussie. Er wordt vaak beweerd, dat inspraak bij de woningbouw uiterst moeilijk is, omdat de burgers ondeskundig zijn. Dat zijn ze ook. Tenminste als ze zich moeten buigen ovér inge wikkelde structuurschetsen en dergelijke. Dan is inspraak te laat gekomen. In Emmeloord waren nog nagenoeg geen plannen, geen tekeningen; ie dereen kon alles begrijpen: een witte vlek. Hier is bewe zen, dat inspraak in het vroeg ste stadium van een bouwpro ject alle zin heeft. Van Dien: „Die inspraak ls voor ons fundamenteel. We volgen gewoonlijk steeds de zelfde procedure. Eerst gaan we praten met de gemeente en met woningbouwverenigingen. We leggen dan onze wijze van werken uit. Vervolgens wordt er een bestemmingsplan ge maakt in een bouwteam met alle participanten, gelijktijdig en gelijkberechtigd wordt er gepraat met de aanstaande be woners èn de architect. Ont staat er vertrouwen, dan krij gen we een opdracht en dat betekent dat wij het werk gaan coördineren". Hij noemt het project Den Helder Nieuw Zuid Oost. „Wat zeiden de mensen daar? Den Helder, zeiden ze, leeft met de zee en met wind kracht negen. Dus kwamen er kleine, nauwe straatjes, net zoals in het Zeeuwse Veere, en baleons, die de wind op vangen, overal zijn verrassen de hoekjes, trapjes. De huizen, verrassend speels en afwisse lend van vorm, zijn ruime eengezinswoningen. En de huur is 240 gulden per maand." Een van de geheimen om met zo'n relatief lage huur uit de bus te kunnen komen is volgens Van Dien „verdichting per hectare": er wordt op de ruimte voor het stratenplan bespaard. Er komen binnen die hectare méér huizen dan in de traditionele bouw. Per hectare worden vijftig wonin gen gebouwd, zonder verlies van privacy en met de winst van een gezellige, leefbare en veilige (auto's worden strikt geweerd) woonwijk. Het lan delijk gemiddelde van het per hectare te bouwen aantal wo ningen is slechts vijfentwin tig. Met die „verdichting per hectare" wordt overigens ook onnodige hoogbouw tegenge gaan. De stichting is niet te gen hoogbouw, al wil de Ne derlander volgens Van Dien in dit lage land in laagbouw wo nen. Van Dien: „In een groot plan mag best hoogbouw voor komen, maar dan zo dat je de mensen en vooral de kinderen en de bejaarden niet isoleert van de omgeving. Er moeten zichtbare verbindingen zijn met de begane grond, bijvoor beeld kan er terrasbouw toe gepast worden. Een kind op zestien hoog ziet immers niets. Bij terrasbouw wel. Flats moeten ook geen galerijen hebben, maar straten, op alle verdiepingen. En bejaarden en alleenstaan den moeten er óók in kunnen wonen, samen met gezinnen. Die horen trouwens altijd bij- elkaar. Je mag ze niet schei den. In onze projecten zijn altijd kleinere huizen opgeno men voor bejaarden en alleen staanden." Ab van Dien en zijn mede werkers hebben hun handen vol aan hun experimentele woningbouw. Ze werken hard. Maar ze zijn enthousiast. Je kunt je trouwens afvragen of het woord „experimentele" hier wel van toepassing is. Toen het project in Emmel oord op papier gereed was, merkte burgemeester F.M. van Panthaleon van Eek op, dat het hier eigenlijk helemaal niet ging om experimenten. Er werd een wijk gebouwd, waarin het prettig, gerieflijk en comfortabel wonen was. En is dat experimenteel? De wijk werd alleen anders gebouwd. HEIN SLUIJTER Qua indeling is dit een moordhuis. Wie heeft er nu een kamer van bijna zes bij zes meter. Daarin kun je de eethoek leggen waar je wil". Dit enthousiaste com mentaar -komt van de heer M. J. Messel, die nu een goed jaar bewoner is van nr. 18 Flevoland in de experimentele wijk Meerzicht te Zoetermeer. De heer Messel is lid van het welzij nsteam Meerzicht en stelt zich uiteraard uit dien hoofde nogal kritisch op tegenover wonen en le ven in zijn wijk. Zijn huis maakt deel uit van een project van 62 eengezins- woningwetwoningen, die in het kader van de experi mentele woningbouw tot stand kwamen. Het bouwplan voor dit project werd ontwikkeld door architectenbureau Leo de Jonge n.v. te Rotterdam in samenwerking met de Nationale Woningraad. Db federatie van Zoetermeerse woningbouw-corporaties nam het initiatief voor het plan. Het experimentele karak ter van het project ligt zo wel in de indeling en con structie van de woningen en de wijze van samenvoe ging daarvan als in het woonmilieu. Het complex bestaat uit 409 huizen van het zg. steunpunt type, 130 wonin gen kregen de aanduiding bajonettype en 87 huizen noemde men, ter onder scheiding van de vorige modellen, eenvoudig „smal". Bij 310 woningen vormen garages zonder muren, z.g. carports, een geheel met de huizen. Momenteel bedraagt de huurprijs van deze wo ningen bijna f 400,- in de maand, exclusief kosten van verwarming. De huren zijn hier hoger dan bij hui zen, die tot stand komen via de Nationale Stichting Nieuwe woonvormen (zie elders op deze pagina). Uit gaande van een vaste maat van 1.20 m. ontwikkelde men drie basistypen met vijf varianten, waardoor de mogelijkheid ontstond uit acht typen woningen een keuze te maken. Het „smal le" type heeft een inder daad betrekkelijk smalle kamer van 4.62 m. bij 5.80 m. met buiten dit opper vlak een „open" trap. Het „smalle" huis ernaast is daarvan het spiegelbeeld. Bij de elkaar complemente rende woningen van het bajonettype-blokje grijpen de keukens als het ware als een bajonet in elkaar. Van daar de naam. Bij het steunpunttype tenslotte, verving men een scheids muur door pilaren. Daar door ontstond de bijzonder grote woonkamer van onge veer zes bij zes meter. Door als het ware met de kookhoek door dit vertrek te schuiven ontstonden de bovengenoemde vijf varian ten van dit steunpuntty- pe Méér nog dan door hun indeling en samenvoeging kenmerken zich deze Meer zichtwoningen door hun groepering als „experimen teel". De 626 huizen liggen alle rond verschillende pleintjes, „hofjes" zegt men in Zoetermeer. De platte grond van het geheel van de wijk heeft daardoor de vorm van een boom. Enkele grotere toegangswegen, die zich vertakken in breder uitlopende pleintjes, lopen door het project. Het resul taat is, dat een bijzonder rustige sfeer werd gescha pen. De invalsstraten naar de hofjes liggen iets hoger en de „drempel" overigens schuinoplopend en dus geen belemmering voor auto's) aan het begin daarvan is als het ware meer een psy chologische dan een feite lijke barrière tussen hoofd straat en hofje. De aanleg van die plein tjes geeft het gehele project een bijzonder karakter. El ke groep woningen kreeg zoveel mogelijk een eigen gezicht doordat elk pleintje anders is aangelegd. Zo heeft men het ene pleintje gesierd met kastanjebomen en banken en het andere op een aparte wijze bestraat. Sommige pleintjes liggen op iets ander niveau dan de andere. Het is duidelijk de bedoeling van de ontwerper geweest deze pleintjes tot hofjes te maken, dat wil zeggen tot ontmoetings plaats voor de bewoners erom heen. In deze opzet is men vol ledig geslaagd. De bewo ners van sommige pleintjes hebben al samen feesten georganiseerd, vertelt me vrouw Messel, die bijzon der in haar schik is met haar nieuwe woning. Zij is van mening, dat de meeste bewoners wel gelukkig zijn met de in Meerzicht ge creëerde woonvorm. Zij is uit Den Haag verhuisd, vooral om wat meer rust te krijgen en die heeft ze in haar woning aan het hofje inderdaad gevonden. Het vele groen rond de huizen maakt de sfeer bepaald landelijk en voor kinderen is de wijk een paradijs. Mevrouw Messel vindt ook haar open keuken erg fijn. Die maakt vrij contact met de zitkamer mogelijk. „Alleen als er een voetbal wedstrijd op de televisie is, moet ik uitkijken", zegt ze. „Ik maak dan bij de afwas teveel lawaai en dat krijg ik dan prompt te horen". Mevrouw Messel denkt, dat de meeste mensen graag in Meerzicht wonen. Alhoewel er een paar zijn weggetrok ken. „Die vonden het er kennelijk te rustig. Of mis schien wilden zij wel meer op hun „eigens zijn",op pert mevrouw Messel. Overigens zullen de woonervaringen van de be woners voor zover dat mo gelijk is worden geanaly seerd, ge-evalueerd noemen wetenschappers dat. Het instituut voor Toegepaste Sociologie (ITS) te Nijme gen zal in opdracht van het ministerie nagaan hoe in Meerzicht en elders de mensen hun woningen ge bruiken en hoe zijn hun woonomgeving beleven. „Voor ons architecten is deze tijd bijzonder boei end. De belangstelling voor wonen en leefmilieu groeit geweldig en dat is voor ons een grote uitda ging." Aan het woord is ar chitect M. L. Dorst, een van de vijf directeuren van het bijna zestig jaar bestaande architectenbu reau Leo de Jonge in Rotterdam. Dit bureau ontwierp de plannen voor een complex van 626 woningen in het bestemmingsplan Meerzicht zuid-west te Zoetermeer, aan welk complex het pre- Ml Het interieur van de steunpuntwoningen maakt een bijzonder wijdse in druk. In de andere woning typen wordt de ruimte tus sen de pilaren ingenomen door een muur. he** it im Vooral voor kinderen zijn de hofjes in Meerzicht-Zuid te Zoeterwoude ongekende paradijzen. dicaat „experimenteel" werd toegekend (zie elders op deze pagina). Architect Leo de Jonge heeft zich steeds bijzonder voor woningbouw geïnte resseerd. Hij was een van de initiatiefnemers van de oprichting van de Stichting Architecten Research (SAR), die zich ten doel stelt binnen de beperkingen van de woningwet tot an dere ontwerpen te komen dan de tot nu toe gangba re. In die stichting kwam men al gauw tot de conclu sie, dat vernieuwing binnen de door de woningwet ge stelde grenzen slechts mo gelijk is als men uitgaat van z.g. casco's met in- bouwpakketten. Dat wil zeggen, dat de variatie in de woningen vooral gezocht moet worden in de moge lijkheid om die verschil lend in te delen. Daarvoor is nodig, dat men uitgaat van z.g. moduuimaten: ma ten, die veelvouden van een eenheid zijn. Zo ging men bij het project in Zoe termeer uit van de moduul- maat van 1.20 meter. Alle elementen meten dus 1.20 m of een veelvoud daarvan. Dus: 2.40 m, 3.60 m enz. Dit principe van moduui maten maakt het mogelijk de schijnbaar onoverkoom bare kloof te overbruggen tussen het verlangen naar variatie in woningtype, waar de bewoners zo'n gro te behoefte aan hebben en le drang naar beperking van het aantal woningtypes, waar de moderne bouwon derneming met zijn steeds meer fabrieksmatig wor dende aanpak op aandringt. Ontwerp- en bouwmetho- diek vinden elkaar in zo'n strakke modulering. Vreemd genoeg zijn de mogelijkheden daar binnen onbegrensd. Er werden de meest afwijkende zaken ontworpen, zegt de heer Dorst. Maar het blijft nood zaak om de zaken simpel te houden. De experimenteer toelage van het rijk voor dit soort projecten wordt namelijk slechts een keer gegeven. Het predikaat ex perimenteel kent men al leen toe aan projecten, die in de toekomst zonder ex tra overheidssteun kunnen worden gerealiseerd in de gesubsidieerde woningbouw in de verhuursector, de wo ningwet- en premiebouw. De SAR-methodiek houdt ook in, dat het bedrijfsleven er zich naar richt. Als wo ningbouwers met bepaalde woningtypen ervaring op doen, gaan zij hun bouw methoden daarnaar richten en het is duidelijk, dat de bouwprijs drukt, aldus de heer Dorst. Naar de mening van de heer Dorst valt er dan ook in de bouwwereld een toe nemende belangstelling en geneigdheid te constateren tot verandering en experi ment. Het woonmilieu krijgt steeds meer aan dacht. Vooral voor de beel dende kunstenaars wordt het gebied tussen gebouw en straat steeds interessan ter en het is nu niet meer ongewoon, dat wij afwijken van de tien jaar geleden nog als noodzakelijk be schouwde straatbreedte van 20 meter. In Schiedam bou wen wij huizen aan straat jes van nauwelijks 5 meter breed, aldus de heer Dorst. Hoe het ook zij. Bij ar chitectenbureau Leo de Jonge vindt men het fijn om met woningbouw bezig te zijn. Een huis betekent immers een stuk levensge luk voor de mens, vooral als die zich daarin thuis- voelt. Anderzijds houden de maatstaven voor de wo ningbouw sterk verband met de lengte van je (fi nanciële) polsstok. Dat heeft tot gevolg gehad, dat wij in de woningbouw sterk achteruit geboerd zijn. Het moest immers al maar goedkoper en al maar efficiënter. Maar gelukkig kun je op een hele hoop manieren wat plasticiteit in het bouwen brengen, meent Marinus Dorst. De achter grond bij alle plannen die wij maken, zegt hij, is het terugbrengen van de mense lijke maat in ons milieu. Misschien kunnen wij het groen terugbrengen, dat er noodzakelijk dient te zijn, als je de stad verlaat. De invloed van de hoogbouw reikt nu immers zover, dat er geen afscheiding meer zichtbaar is tussen stad en platteland. In ons land is alles steen en het is daarom bijzonder moeilijk wat je daarvan maakt, vindt de heer Dorst. DRS. WIEL KOOLEN Wonen kun je op verschillende wijzen. Prettig wonen onprettig of maar zo-zo. Allemaal willen we wel comfortabel wonen, prettig dus. Deze extra-uitgave van de gezamenlijke Audet-bladen wil laten zien hoe dat kan en ook dat het allemaal anders kan. Zelf kun je daar bovendien veel aan doen. Aan de regionale aspecten is eveneens veel aandacht besteed. SAMENSTELLING EN EINDREDACTIE VORMGEVING VOORPAGINA HEIN SLUIJTER AD VAN GURP LEX VAN VOORST

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1973 | | pagina 24