Sit Dram te gezin vr vri} uit BEGRAAFPLAATS "BIDE-A-WEE": NEGEN HECTAREN VOL DODE DIEREN i S i m- V; iï-m sip. J2j die kon uren lang Icjj.r ken naar zijn dochtertjel in de wieg. Hij dacht dus dat Jl hij een goede vader was. Maarl bij nader inzien was dat vol-! strekt niet het geval. Want 1 als zij sliep, maakte h# haar4\ stiekum wakker en als 1 wakker was, bedacht hij al-1 lerlei kunstjes om haar m slaap te krijgen. T?t was eens een man, die heel gelukkig was. Hij vertelde het tegen nie mand en keek zelfs met opzet een beetje boos, maar toch merkte iedereen het. Daarom j vroegen de mensen: leg ons eens uit, waarom je gelukkig bent. Je hebt er geen rechtop dat allemaal voor je zelf te houden. En hij zei: ik weet het niet zo precies, waarom ik gelukkig ben; het zal mijn on nozelheid zijn. Toen werd ie dereen boos en hij werd ge- dwongen haarfijn te vertellen hoe hij het klaar speelde om in deze ellendige wereld ge lukkig te zijn. Hij vertelde al les. Eerlijk gezegd verzon hij maar wat. En toch geloofde iedereen hem. Vanaf dat ogen blik was iedereen heel geluk kig. Maar de man zelf werd ontzettend bedroefd en vond er niets meer aan. Hij moest helemaal opnieuw beginnen. Diep bedroefd Schatrijke dame Goudvissen Houten kist Dood paard Postzegel erop door corn, verhoeven Idealen Niet eerlijk DE STEM ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1973 0 Poedeltje Jacques zag een auto niet en toen was het afgelopen met Jacques. Zijn haas mr. Broder en z'n bazinnetje werpen een laatste blik op het keurig gekamde lijkje ....waarna Jacques zachtjes gedeponeerd wordt in zijn grafje... IK ...een gebeurtenisdie de nabestaanden danig aangrijpt. Rust zacht, lieve Jacques Jazeker, ook in Nederland kennen we het fenomeen van 't dierenkerkhof. Maar omdat ze in Amerika nou een maal alles forser aanpakken moeten we helemaal naar de States om te zien hoe ver dierenliefde kan gaan. Neem nou de begraafplaats "Bide-a-wee". Dat is Schots en betekent "Blijf nog even". Verdeeld over 9 hectaren liggen daar 35.000 kadavers en kadavertjes van paarden, honden en katten, maar ook van hamsters en goudvissenEen reportage van Bou- dewijn Weeliuizen. OP een veel te zonnige donderdagmiddag wordt „Jaques" ter aarde besteld. Een paar dagen geleden was diezelfde Jaques nog een levendig poedeltje, maar tijdens het oversteken van een drukke straat in New York werd hij door een zware Ford aangereden. Nu ligt hij opgebaard in de rouwkamer van „Bide-a-wee" een negen hectaren grote begraafplaats voor dieren. Donkerblauwe gordijnen be letten het daglicht naar binnen te sluipen. Aan weerszijden van zijn kistje staan eeuwig frisse plastic bloemen. De chef van de rouwkamer heeft ervoor gezorgd, dat het hondje er netjes bij lag. Zijn vachtje is gekamd. Een dekentje bedekt het grootste deel van zijn vermor zelde lichaampje. „U kunt nu even afscheid van Jaques nemen", zegt de assis- 'je - ST. =*'C~ Éi /if-.- iS - «Jste t JS V--.? *i - 1 Negen hectaren vol dode dieren. Een doden-akker waar menige tweevoeter begraven zou willen liggen. Een zinken kistje voor Uw dode huisdier is "standaard". Maar het kan ook luxer. In de ontvangsthal van de begraafplaats staan kisten voor elke beurs... 0 Ook grafstenen zijn er in soorten. Tussen de 100 en 1000 gulden is er volop keus tent. Dan haalt mr. Broder, de uiterst bedroefde eigenaar van de overledene, een briefje uit zijn binnenzak dat hij tussen het dekentje en de dode hond stopt. Misschien heeft hij er op geschreven ..Rust zacht, lieve Jaques". Niemand zal het ooit met zekerheid weten. De droevige stoet verlaat de rouwkamer en begeleidt Jaques naar het pas gedolven grafje. Als het kistje langzaam in het zwarte gat verdwijnt, barsten de emoties van mr. en mrs. Broder in alle hevigheid los. Een helper ondersteunt het diep bedroefde echtpaar. Een ander gooit een laatste schep zand op het graf. Dag Jaques. Zand erover. Amen. „Bide-a-wee"-dierenkerkhof. Vrijwel dagelijks spelen zich daar dit soort tafereeltjes af sinds 57 jaar geleden een schatrijke dame deze begraaf plaats stichtte. Mevrouw Flora Kibbe, zo heette die schat rijke dame, was zelf een groot dierenliefhebster en vond dat er in Amerika een duidelijke behoefte bestond aan een keurige eeuwige rustplaats voor dieren. Sinds zij het initiatief nam brachten tien duizenden Amerikanen hun verscheiden viervoeter, vogel of vis naar „Bide-a-wee", waar zó goed voor de graven met dierlijke lijkjes gezorgd wordt ,dat menige homo sapiens er be graven zou willen liggen. Mevrouw Sheehan, de beheer ster van deze dodenakker: „De Amerikanen zijn stapel gek op hun huisdieren. Ze sparen kosten noch moeite om het beestje, dat hun jarenlang genegenheid en. liefde heeft geschonken, de mooiste laatste rustplaats te verschaffen. En waarom zouden ze dat niet mogen doen? De' een vertroetelt zijn kin deren, de ander zijn auto en een derde zijn hond". Sinds de oprichting, 57 jaar geleden, vonden 35.000 dode huisdieren een plekje op „Bide-a-wee". Gemiddeld komen er 6 per dag bij. Meestal honden. Maar ook katten, vogels, paarden, slangen, hamsters en zelfs goudvissen Wanneer een huisdier over lijdt, brengt de eigenaar soms zelf het lijkje naar de begraafplaats, maar meestal wordt de overledene opgehaald door een speciale rouw-auto var de begraafplaats. „Veel mensen maken van deze unieke dienst gebruik' zegt mevrouw Seedhan. „Zodra ze hier binnen ge bracht zijn, verwijderen we eerst het bloed uit de kadavers. Daarna brengen we een speciale vloeistof in het lijkje, waardoor het ontzielde lichaampje beter geconserveerd blijft. Daarna wordt het beestje in een zinken kistje gelegd, maar de eigenaar van zo'n dier kan bij ons ook een mooie met zijden beklede houten, kist kopen. Deze houten kist moet van overheidswege op zijn beurt in een zinken kist geplaatst worden en in feite is dat geen gekke maatregel want het komt wel eens voor dat de eigenaar van een ge storven huisdier na een jaar of wat, gaat verhuizen. Behalve hun inboedel nemen zij dan ook graag de stoffelijke resten van hun beest mee". Wat kost het nou om je overleden- huisvriend een laatste rustplaats te bezorgen op „Bide-a-wee"? Uiteraard variëren de tarieven naar gelang de omvang van het kadaver. Zo krijgt een goudvisje al voor 25 gulden enige grafruimte. De eigenaar van een dood paard moet echter heel wat dieper in de beurs tasten: achthonderd gulden. Een zinken kistje komt ge middeld op zo'n 50 tot 85 gulden. De grafdelver spit voor 25 gulden een hondengraf. Voor het onderstoppen van een vogeltje neemt hij met de helft genoegen. Onderhoud: 40 gulden per jaar. Voor dat geld wordt o.a. de grafsteen regelmatig gereinigd en het gras rondom de zerken gemaaid. Om voor altijd van het jaarlijks terugkerende gezeur van onderhoud af te zijn mag men ook een bedrag van 335 gulden ineens betalen. Wie dat doet kan verzekerd zijn van „eeuwige" verzorging van het graf. Mevrouw Seedhan: „En met eeuwig bedoelen we ook echt eeuwig". Kosten, grafsteen: tussen de 100 en 1000 gulden. Tenslotte zijn er ook nog enige bijzondere diensten die „Bide-a-wee" zijn klanten biedt. Tegen de Kersttijd kan een graf voor een tientje versierd worden met een plastic kerstboom. Drie keer per jaar verse bloemen op het graf kost 55 gulden. Het ophalen van het kadaver per speciale lijk-auto varieert in prijs al naar gelang de af te leggen afstand. Wat dat betreft is de eigenaar van een dood vogeltje het goedkoopste af. Aan vervoerskosten is hij niet meer kwijt dan het PTT-tarief voor pakketpost. Lijkje in een blikje, postzegel erop, adresseren aan „Bide-a-wee" en daar zorgt men dan voor de rest TEKST EN FOTO'S: Boudewijn Weehuizen JT7 r was eens een man en JJj die vertelde zijn doch. tertje altijd een uerJ haaltje voordat zij ging sla pen* Zij luisterde aandachtig, man' verstond niets van wat hi i vertelde en onderbrak her soms door luid op te springer Daarom vertelde hij S(eec^ groter onzin. Tenslotte vo3| stond hij met de vaststelling. I daar ben je dan. Dat vond nog het leukste van alle f halen. T?r was eens een man en Y?r was eens een man die Jjj niets liever deed dan thuisblijven. En omdat; hij graag thuis bleef, wilde hy] een mooi huis hebben. Daar om kocht hij een mooi huid Maar omdat hij een mooi huii had, moest hij veel geld be talen, moest hij heel hard werken. En omdat hij heel hard moest werken, moest f dikwijls zijn mooie huis nit. I En omdat hij dikwijls zijn huis uit moest, had hij geen tijd om van zijn mooie huis te genieten. Hij dacht: wacht maar, later zal ik ervan ge nieten. En het werd later en later en hij kon nog niet van zijn huis genieten, omdat hy 1 zoveel moest werken om het I geld te verdienen om. van zijn huis te genieten. Toen be dacht hij: ik doe het allemaal voor mijn vrouw en kind. Dat stelde hem gerust; hij werkte weer met veel genoegen, ter wijl zijn vrouw het grote huis schoon hield en zijn kind in een klein kamertje sliep. T?r was eens een man die j heel veel nadacht. Maar hij had pech. Want hoe meer hij nadacht, hoe minder hij begreep. Tenslotte had hij zoveel nagedacht, dat hij hele maal niets meer begreep. Sinds -j die tijd denkt hij daar weer o- ver na, maar het lijkt wel of hij er met zijn gedachten niet helemaal bij is. T~?r was eens een man die' Jjj altijd binnen bleef. Er gingen hele dagen voor bij, dat hij zelfs vergat naar buiten te kijken. Na verloop j •van tijd leerde hij het hele maal af. Als hij, gedreven door een oude nieuwsgierigheid, wilde weten wat voor weer het die dag was, zette hij de televisie aan. z Een man is zo ou«3 anderen die de anders over. Zij en doen van een van 40. Verschil In een tweetal ar 40 typeert. Vanda Natuurlijk is het onzin om te beweren dat alle mannen rond de dertig zo'n beetje hetzelfde zouden zijn. Maar wél hebben zij vaak belangrijke dingen gemeen. Zoals het ook waar is dat ze zich als groep duidelijk onderscheidenl van de nog niet gevormde twintigers enerzijds en anderzijds de geheel ont plooide veertigers. Er valt dan ook wel degelijk een beeld-in-grote-lijnen te schetsen van „de man van 30". Hij hoort, om te beginnen, niet meer bij de jeugd, al is hij nog jong. Maar een gezeten burger is hij ook nog niet, want doorgaans staat hij nu pas aan het begin van vele dingen. Van zijn maatschappelijke carrière bijvoorbeeld. Terwijl hij als echtgenoot en als vader meestal even eens een „beginneling" is. De man van 30 verkeert eigenlijk in een merkwaardige positie. Aan de ene kant staat hij met zijn werk, met zijn verantwoordelijk heid voor een jong gezin midden in de werkelijkheid. Aan de andere kant: de tijd dat hij zelf nog een twen was die absolute ideeën en idealen had en wars was van compromissen, ligt niet ver achter hem. Dikwijls is het nog maar een paar jaar geleden, dat hij druk deelnam aan allerlei demonstraties, acties en teach-ins. Wat is er nu van dat jeugd-idealisme overgebleven? De psycholoog j. Frenken zegt daarover: .De man van 30 die midden in de realiteit staat, merkt hoe moeilijk het is om absolute stelregels in de trant van: zó moet het en niet anders 'e hanteren bij het beoordelen van mensen en situaties. Hij doet de ervaring op, dat de werkelijkheid van het sociale, politieke en economische leven veel taaier is dan hij had gedacht. Hij merkt dat zijn vroegere Puur-idealistische houding 'ot mislukkingen leidt. In zijn werk en door andere maatschappelijke contacten ontdekt hij de begrensdheid van zijn eigen hunnen. Met zichzelf doet hij de ervaring op, dat het feit dat hij een bepaalde norm als luist erkent, nog niet betekent dat hij er ook naar handelt". Kij had zich bijvoorbeeld voorgenomen om altijd eerlijk en open te zijn, zich niet mooier voor te doen dan hij is, zijn vrouw en zijn baas

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1973 | | pagina 20