Trainers willen meer vrijheid Anquetil wonderkind op de fiets LIEFHEBBER VAN FEESTEN sport OORZAKEN Kurkdroog Heel anders Kwaliteiten •Iff Vrijdag 29 dee&wber IW2 j 1)3 1'7 ZEIST (ANP) —Een grote groep trainers uit het betaalde voetbal ip Nederland is giste ren in het KNVB-sportcen- trum te Zeist bijeen geweest om te praten over het teruglo pen van de toeschouwersaan tallen bij ere- en eerste divi siewedstrijden. Na ailoop van de bijeenkomst maakten de trainers de volgende resolutie bekend: a De trainers uit het betaald voetbal op initiatief van de Vereniging van Oefenmeesters in Nederland (WON) in ver gadering bijeen te Zeist eon- stateren dat de publieke be langstelling voor het betaalde voetbal daalt, zoals in vele an- ners, aangezien zij geen of factoren die van invoed zijn op deze daling liggen op een gebied buiten dat van de trai ners, aangezien zij gee n of niet voldoende medezeggen schap hebben in het beleid van het betaald voetbal in het algemeen. Dit in aanmer king genomen stellen de trai ners dat: 1. Het aanbeveling verdient om attractief en zonder angst aanvallend voetbal te spelen. De trainers tekenen hierbij aan dat het kwaliteitsverschil van de elftallen en de instel ling van sommige clubbestu ren dit soms moeilijk maken. De trainers dienen meer vrij heid van werken te hebben. 2. Dat het aanbeveling ver dient om de fout van het af schaffen van de jeugdcompeti- tie betaald voetbal te herstel len. De opleiding en stimule ring van de jeugd is onont beerlijk voor het betaald voet bal. 3. Dat het betaalde voetbal in tactisch opzicht te ingewik keld is. Hei tactisch concept moet eenvoudiger worden. 4. Dat de clubbesturen zich dienen te beraden over de or ganisatie in de clubs in het algemeen. Onder andere ten aanzien van transfers, spelers, salarissen en toeschouwersac commodaties. 5. Dat er in Nederland vol doende spelerstalent aanwezig is. Dit moet via een jeugdop leiding ontwikkeld worden, hetgeen echter nadelig wordt beïnvloed door het verschil in status van de verschillende spelers. 6. Dat hét publiek dat weinig meer door de clubs geboden wordt, een veranderde Instel ling heeft ten aanzien van de betaald voetbalwedstrijden. 7. Dat het wedstrijdbezoek na delig wordt beïnvloed door rechtstreekse verslaggeving via televisie en radio. 8. Dat de schrijvende pers zich vaak te kritisch opstelt. Het contact trainerpers kan van de zijde van de trainers beter woren 9. Dat de gele kaart afgeschaft moet worden. Deze kaart wordt verwarrend gebruikt. 10. Dat de scheidsrechters te veel geïnstrueerd worden. 11. Dat er een beter contact tussen scheidsrechters en trai ners moet komen. 12. Dat de kwaliteit van de Nederlandse" arbiter redelijk Het wordt steeds moeilijker de grote massa naar een voet balstadion te krijgen. Met grote frequentie klagen clubbestuur ders over het alsmaar leger worden van hun tribunes. Al lerwegen zoekt men naar oor zaken, want het is immers een vreemde zaak dat de KNVB groeit en bloeit terwijl de mees te profclubs slechts met de grootste moeite het hoofd bo ven water kunnen houden. Onlangs hief Herman Chou- foer van FC Den Haag een be schuldigende vinger op naai de trainers, die door hun te de fensieve systemen het voetbal spel zijn charmes zouden ontne men. Gisteren waren die trai ners in het KNVB-sportcen- trum te Zeist bijeen om te on derzoeken of zij inderdaad te blameren zijn. Hun conclusie luidde dat Choufoers stelling een kern van waarheid in zich dropg. Maar anderzijds kaatsten zij de bal ook terug naar de besturen, die volgens hen vaak hun trai ners dwingen tot een weinig aantrekkelijke tactiek. Het zijn uiteraard niet alle clubs, die kampen met sportfi- nanciële moeilijkheden. Feyen- oord en Ajax bijvoorbeeld be hoeven bepaald niet elke cent tien keer om te draaien alvo rens hem uit te geven. Kovacs en Happel hebben dan ook geen gevolg gegeven aan de .aanschrijving van de Vereniging van Oefenmeesters in Nederland (WON) de orga nisator van de bijeenkomst in Zeist. Niet zo vreemd, omdat beiden met vakantie in het bui tenland zijn. Maar Feyenoord en Ajax hadden in liet geheel geen vertegenwoordiger gezon den. Ook niet aanwezig waren hun collega's Kohn, Knobel en Remmers (eredivisie) en Brou wer, Vink, Van der Gijp, Been hakkers, Dellow, Wullems, Za- lai en De Jong,(eerste divisie). Van de 38 trainers waren er 24 present. Onder ieiding van VVON-secretaris-generaal Jaap van der Leek splitsten die 24 zich op in zes groepjes van vier, die afzonderlijk in discus- Q Anquetil met enkele van zijn grote concurrenten zoals Van Looy, Merckx en Poulidor. RENNER MET ENORME MACHT IN DE BENEN 0 Anquetil op weg naar een van zijn vele triomfen tijdens een tijdrit. De 28e juni '56 biedt de vakantiegangers in Italië een heerlijke zomeravond. In een dancing aan de boorden van het Comomeer dansen vele nationaliteiten op de 'vrolijke maten van een showorkest. Er wordt gedronken, gelachen, geflirt. Lichtjes twinkelen in het water, waarin een voor bijvarend jacht rimpels trekt. De kanonnier Jacques Anque til van het 406e Franse artille rieregiment is in een opperbes te stemming. „Ik vind het hier fantastisch" zegt hij tegen zijn vriend Sadi Duponchel. Deze trekt rimpels in z'n voorhoofd. Het is eigenlijk al lang tijd om naar bed te gaan. Maar kanon nier Anquetil wil daar niet van horen. Hij heeft een paar dagen verlof gekregen van de militai re autoriteiten: „Verbeter het werelduurrecord Niets meer en niets minder. Het record is 14 jaar oud, staat op 45 km en 848 meter en is gevestigd door niemand min der dan Fausto Coppi. Een eer ste poging op de Vigorellibaan in Milaan drie dagen eerder heeft Anquetil na drie kwar tier rijden gestaakt. Vijfdui zend aanwezige „Tifosi" rie pen, terwijl Jacques de baan verliet, „Coppi, Coppi...!" An quetil is het hele voorval' al vergeten. Die avond aan het Comomeer drinkt hij, rookt hij en danst hij. Waarom ook niet, het leven is mooi. Maar zijn vriend Sadi Duponchel herin nert hem er voorzichtigheids halve aan dat de volgende dag een nieuwe poging om het re cord van Coppi te verbeteren, is aangekondigd. Er zijn 15000 kaarten verkocht, de wereld pers is er. Duponchel mompelt dat iedereen zijn verantwoor delijkheden moet kennen. Maar Jacques Anquetil weet van geen ophouden. Eerst in de vroege ochtend keert hij naar zijn hotel terug. 's Avonds moet het dan toch gebeuren. De houten latten van de Vigorelli, destijds uit Caüfornië aangevoerd, zijn kurkdroog. Anquetil, die zijn roes heeft uitgeslapen komt te gen 'zeven uur naar buiten. Hij steekt een sigarettenaansteker aan en het vlammetje gaat kaarsrecht omhoog. „Oké", zegt hij, „ik doe het". Hij pakt z'n fiets, draait enige rondjes als „warming-up" en tegen half acht valt het startschot. Een uur later telexen de pers bureaus door Europa: „De Fransman Jacques Anquetil heeft in Milaan het werelduur record verbeterd. Hij reed op de Vigorellibaan 46 km en 159 meter, waarmee hij het oude record dat op naam van Faus to Coppi stond, met 311 meter scherper stelde!" Dit is zo maar een „stunt" in de 16-jari- ge profcarrière van het feno meen Anquetil, die spotte met alle gangbare leef- en gedrags regels van een topsporter. Anquetil kon de hele nacht feesten om de volgende dag een weergaloos knappe presta tie te leveren. In '63 werd in Clermont Ferrand de semi- klassieker Grand Prix Rasoir Philips verreden, 230 km lang, met steile hellingen in het par cours. Jacques had die nacht geen bed gezien. Hij verscheen in een baantrui zonder gegeten te hebben aan de start, en was nog flink in de olie. Zijn ploegleider Raphaël Geminiani zei tegen de renners: „Jon gens, kijkt goed uit dat hij geen stukken maakt en een valpartij veroorzaakt". Het startschot viel. Anquetil reed alvast 50 meter vooruit om te ontnuchteren en men heeft hem die dag voor de finish niet meer teruggezien. De uitspattingen die Anquetil zich tijdens zijn hele carrière veroorloofde en de grandioze préstaties die hij desondanks verrichtte, wijzen op een bui tengewone begaafdheid, die slechts zelden voorkomt. Met 17 jaar was hij al een ster in de wielerwereld en 16 jaar la ter, op 33-jarige leeftijd, won hij na een slopend leven waar in verschrikkelijke inspannin gen en feesten elkaar afwissel den, nog de etappewedstrijd Ronde van het Baskenland. Dit wonderkind op de fiets be tekende echter ook een gevaar in het peloton. Ten eerste was hij een slecht voorbeeld voor tal van renners die meenden dat een luxueus leventje („Kijk naar Anquetil") heus niet zoveel kwaad kon en daarna door schade en schande moesten ervaren dat zij geen Anquetil waren. Ten tweede was hij een levende reclame voor „de grote versnelling". Anquetil had (evenals Van Looy) een onwaarschijnlijke macht in zijn benen om de grote versnelling, soms zelfs 55 x 13 tandjes, te trappen. Hij had er succes mee. Hij ontwik kelde vooral tijdens de tijdrit ten zo'n hoge snelheid, dat an deren hem gingen imiteren en opnieuw door schade en schande ervoeren dat zij geen Anquetil waren. Anquetil fietste heel anders dan Eddy Merckx, die steeds in een der eerste posities in het peloton te vinden is. An quetil reed vrijwel altijd als laatste man. „Helemaal achter aan heb ik het beste over zicht", zei hij, „ik zie wie er vandoor gaat, hoe iedereen zich gedraagt en ik kan ge makkelijk valpartijen ontwij ken". Wat dit laatste betreft, heeft zijn wijze van koersen succes gebracht. Anquetil is vrijwel nooit ernstig gevallen. Zijn valpartijen zijn zelfs zeer zeldzaam geweest. Jacques werd op 8 januari '34 in Mont-Saint-Aigan, een dorp je in de buurt van Rouen in Normandië geboren. Z'n ou ders woonden in Boisguillaume in een oud Noranandisch vak werkhuis van sleGhts één verdieping. Vader Anquetil was metselaar. Later verhuis de de familie naar Quincam- poix. Jacques was een drome rige jongen met blond krul haar en een meisjesgezicht. Hij kon aan de oevers van de Sei ne uren zitten kijken naar de dure jachten die er voorbij voeren. Hij was een uitstekend zwemmer. Meer dan eens dool; hij onder de kiel van een schip door. Jacques bezocht de am bachtsschool in Sotteville en leerde er voor bankwerker. In zijn vrije uren moest hij met z'n vader in het seizoen aard beien plukken. 50 korven 's ochtends en 50 korven 's avonds. Intussen had hij een racefiets gekocht en hij sloot zich ,aan bij de wielerclub in Rouen die streng gereglementeerd was. Er mocht niet gerookt worden en ook was het verboden met meisjes uit te gaan. Jacques hield zich in dit prille begin al aan geen enkel voorschrift. Hij rookte als een stoomschip en flirtte met de meisjes zoveel hij kon. Toen de wielerclub hem voor z'n eerste wedstrijd had ingeschreven, verscheen hij eenvoudig niet. Later vernam men dat Jacques op die dag 0 Anquetil in gesprek met zijn charmante echtgenote na een etappe tijdens een van de vele door hem gereden ronden van Frankrijk. met veel plezier .aan een brui loftsfeest had deelgenomen. Spoedig kwamen echter zijn geweldige kwaliteiten als wiel renner boven. 17J4 jaar oud werd hij de kampioen van Frankrijk bij de Amateurs. Op 27 september '53 debuteerde hij als beroepsrenner in de Grand Prix des Nations, de vermaarde tijdrit, waarvan het parcours door de vallei van Chevreuse loopt. Op de erelijst van de Grand Prix prijkten beroemde namen als die van Fausto Coppi, Louison Bobet en Hugo Koblet. Het debuut van Anquetil werd een regel rechte sensatie. De jongen met de dromerige blik in zijn ogen openbaarde zich voor het eerst als efen tijdrit-genie. Hij had een sierlijke hoge zit en was één met zijn fiets die hij, soe pel versnellend, over het par cours stuurde. Twee jaar eer der hadden Hugo Koblet en Fausto Coppi in deze „Nati ons" een gevecht op leven en dood geleverd, hetgeen een re cordtijd tengevolge had met een gemiddelde snelheid van 39 km en 738 meter. Jacques,, de onbekende debutant, deed over de afstand slechts 35 se conden langer. Hij won met een voorsprong van 6 minuten en 61 seconden op zijn naaste rivaal. In de komende jaren zou Anquetil de „Nations" blijven beheersen. Hij won de ze tijdrit negen keer, zoals hij ook jarenlang de Grand Prix van Lugano, eveneens een in ternationaal vermaarde tijdrit. Tijdrijden was zijn specialiteit. Jacques hield niet van grote pelotons, waarin de sturen van de renners eikaar bijna raak ten. Hij moest ruimte hebben, de vrijheid. Ruimte en ook zon. Want hij had een hekel aan regen, onweer en koude. Toen de ster van Anquetil be gon te rijzen bracht hij een bezoek aan Fausto Coppi, van wie hij een groot bewonderaar was. Een „relatie" had ervoor gezorgd dat Fausto de jonge Fransman in z'n villa te Novi Ligure zou ontvangen. Later zou trouwens een merkwaardi ge overeenkomst tussen de bei de kampioenen aan het licht komen. Ze trouwden allebei de vrouw van hun arts. De jonge Anquetil betrad niet zonder schroom de „Ville Cop pi". Maar Fausto stelde hem spoedig op zijn gemak. Coppi werd juist gemasseerd door de beroêhide masseur Cavanna, die blind was. Cavanna had al naam gemaakt als verzorger van Italiaanse kampioenen als Girardengo, Guerra en Binda en nu dan was hij in dienst van Fausto. Cavanna had een zeer grote reputatie. Fausto vroeg hem de jonge Fransman op zijn atletische kwaliteiten te onderzoeken. De handen van Cavanna gleden langs het lichaam van Anquetil. Tenslot te zei de blinde masseur: „Hij is jouw levend evenbeeld, Fausto". Cavanna kreeg gelijk. In '57 zette Anquetil zijn op mars voort met een zege in Parijs - Nice en.De Ronde van Frankrijk. Hij was nog pas 23 jaar. Tegen alle adviezen in begon Jacques na de ronde aan een uitputtende tournee door Europa. Hij was altijd onder weg en pakte zoveel geld als hij krijgen kon. Geen contract sloeg hij af. Hij oogste en oogstte, want hij zag' een jeugddroom werkelijkheid worden. Hoe vaak had hij niet aan de Seine gekeken naar de fraaie villa's met de prachtige gazons en de luxe der rijken. Jacques had zich voorgenomen ooit ook zo'n villa te kopen. Het geld stroomde binnen. Bij na 2000 gulden per criterium. Anquetil fietste en feestte, soms de hele nacht door. Hij hield van gokspelen, poker, ca- 0 Anquetil was een man die het zware werk niet schuwde. Hier leidt hij een kopgroep je. nasta, dobbelen. Daarbij dronk hij flessen champagne. Tot vermaak van de aanwezigen at hij af en toe ook een champag neglas op waarbij men1 zich verwonderd afvroeg hoe het kwam dat de glasscherven nooit zijn maag of ingewanden scheurden. Maar alle moge lijke uitspattingen schenen na genoeg geen invloed op de at letische prestatie van deze be gaafde jongen te hebben. Hij hield nu eenmaal van het spel en de stilte en de vrede van de nacht. Slapen was voor hem bijzaak. Belangrijk was dat hij zich geestelijk prettig voelde. Anquetil lette ook nooit erop wat hij at. Of het wel strookte met de voedings leer voor een topsporter. Als hij trek had in vissoep, at hij vissoep. Als hij trek had in fri tes, at hij frites. Hij en Darri- gadé aten op een dag in de Tour zoveel vissoep dat ze de volgende dag doodziek waren en bijna niet konden starten. Zo was Anquetil. In de Tour regeerde hij zoals in de tijdritten, of misschien wel mede door die tijdritten. Jacques had er geen behoefte aan zich uit te leven in dra matische heldenrollen. Hij was intelligent en reed zijn wed strijd volgens een zeker plan ning waarin geen drieste aan- valspatronen in bergen pasten. Daartoe miste hij trouwens ook de capaciteiten van de echte klimmer. Hij moest in het hooggebergte onverander lijk terrein prijsgeven op de klimmers, maar hij ging toch zo goed naar boven dat het verschil altijd zeer beperkt bleef. Nooit iemand voor hem en (tot dusverre) nooit iemand na hem heeft zoveel etappewed strijden gewonnen als Anq uet.il gedaan heeft. In 61 droeg hij in de Tour van de eerste tot de laatste dag de gele trui, hetgeen voor hem alleen de Italiaan Otaavio Bottechia, de Luxemburger Nicolas Frantz en de Belg Ro- main Maes gepresteerd had den. De Tour van '66 bracht aan het licht dat zelfs Anque til niet tegen de tijd kan vech ten. Jacques vertoonde enige tekenen van sleet, hij gaf op. Op 27 december '69 zestien jaar na zijn opzienbarende de buut in de Grand Prix des Na tions, nam Anquetil in het sportpaleis te Antwerpen af scheid van het wielerpubliek. Zijn jeugddroom heeft hij tot werkelijkheid gemaakt. Jac ques is nu een rijk man. Meervoudig miljonair. Hij be zit een prachtige villa. Les Ei- fes, en een uitgestrekt land goed met grasland en bossen in Amfreville-sous-les-Monts. De geur van de masseerolie heeft plaats gemaakt voor de geur van dennenbossen. Jac ques ploegt akkers om en kapt bomen. In die landelijke sfeer probeert hij rust te vinden na een jachtig en turbulent wie lerleven. (Uit: ..Vedetten van de Weg", door Jean Nelisson. Uitg. De Boekerij Baarn)

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 13