TED DE BRAAK:
"IK WANTROUW MENSEN DIE EEN
BOODSCHAP UITDRAGEN"
kerstnummer van de stem '72
Blije mensen
Romantisch
Geen
boodschappen
Huisvrouwen
Verwarring
Tekst
JOHN R00ZEN
Foto's
STUDIO STEVENS
„Even een pilletje pakken" zegt Ted de Braak
als hij bij Hillegom moet stoppen voor de ge
opende brug over de Ringvaart. Het blijkt een
pilletje dat speciaal voor hem ontworpen is
door een huisarts die zowel oog heeft voor Teds
gezondheid als voor dë verkeersveiligheid.
„Tegen nervositeit", legt hij uit, „het helpt ge
weldig. Nou ik het pak word ik al rustiger. Het
zal dus wel weer allemaal suggestie wezen".
Duidelijk wordt in ieder geval dat Ted een sterk
relativerende inslag heeft. Een dagje Ted de
Braak werkt ons - die het maar één keer mee
maken - al op de zenuwen, laat staan Ted zelf.
Het is een volgepropte dag zoals hij er gemid
deld zo'n zes in de week heeft.
formidabele wagen reed, doen
hem even aarzelen voor hij het
parkeerterrein opdraait. „Je
moet hier betalen, zie lk" mom
pelt hij verontschuldigend.
Een vrouw van middelbare
leeftijd komt uit haar hokje.
„Ja, ik kén Uvan de tele
visie, begint ze te stralen. De
juiste naam wil haar zo snel
niet invallen.
Ted geeft haar een gulden in
plaats van twee kwartjes zodat
het parkeren hem nu zelfs het
dubbele gaat kosten. „Voor de
Kerst mevrouw". En, terwijl we
weglopen: „ik zeg ook wel eens
„voor de kindertjes" maar daar
moet je mee oppassen".
Het typeert hem: „je hebt
mensen die vinden dat fooien
geven discriminerend is, maar
dat hoor je niet van degenen
die het goed kunnen gebruiken".
Een beetje gênant vindt hij het
toch ook „ik zeg er daarom al
tijd wat bij
Eenmaal binnen wordt hij
met open armen ontvangen
door regisseur Paul Cammer-
mans. Paul is een goede vriend
van hem uit de tijd dat deze de
geflopte speelfilm „Spuit
Elf" maakte. Een film die zon
der script gemaakt werd. „Cam-
mermans improviseerde gewel
dig, werkte als een paard, deed
duizend dingen alléén," maar
hij moest als zoveel filmers
uit die tijd toch ervaren dat
je een volwassen speelfilm niet
kunt „improviseren." Ted de
Braak blijkt de flop vergeten
te zijn. Wat voor hem blijft le
ven ls de bewondering voor
Cammermans. En ook dit blijkt
typerend voor Teds „karakter-
opbouw" te zijn.
Dan de repetities. Ted de
Braak is de presentator van
„Met liedjes het land in" en
heeft programmatisch een grote
inbreng In deze speciale afleve
ring, bestemd voor oudejaars
avond. Zonder sterallures, gei
nig in de weer met iedereen
die hem voor de voeten komt.
Tussen de bedrijven door
komt wat informatie los: Ted
vertelt met lichte ironie be
ducht voor de clichévorm van
het artiestenleven hoe het
allemaal gekomen ls. „Er is
niets aan te doen maar ik wou
dat al als kind". Het gewone
werk dus, zoals hij zelf vindt.
Op de lagere school de onder
wijzers nadoen en thuis pop
penkast spelen voor buurkin-'
deren tegen de entrée-prijs van
één cent.
Hij heeft, zegt hij, een schit
terende jeugd gehad. Nako
mertje in een gezin van zeven
kinderen. „M'n oudste broer is in
de zestig" aldus Ted die zelf
„nog pas 37 is". „Ik had dus
drie moeders en drie vaders en
dan nog mijn eigenlijke vader
en moeder". Zijn ouders hebben
hem niét verwend. „Het waren
hardwerkende blije mensen die
het leven namen zoals het
kwam". Dat zijn vader het
opvoeden bij de komst van Ted
niet beu was is eveneens dui
delijk. Dat opvoeden werd met
grote zorg en inventiviteit ge
daan. „Toen ik als jochie wilde
gaan roken heeft mijn vader dat
goed aangepakt".
In 't halletje van de ouder
lijke woning in Arnhem bevond
zich een kapstok met zoals
toen regel was in dergelijke
interieus aan de bovenkant
een plank voor kerkboeken en
koperen vaasjes. Zijn vader
nu placht elke ochtend een
sigaret in zo'n vaasje te doen
voor hij de deur uitging. „Dat
was een geheimpje tussen hem
en mij, waar mijn moeder en
de andere kinderen buiten
stonden. Ik sloop dan de trap
af, rammelde even met het
vaasje en wist dan dat het
„weer goed zat voor die dag".
Zonder het roken te verbieden
heeft zijn vader hem op die
subtiele manier aangeleerd om
er „matig" mee te zijn.
In het gezin van politoerder
De Braak was ook alle ruimte
voor de „lichte muze". Zijn
vader kon goed vertellen, speel
de amateurtoneel en zong graag.
Toen Ted duidelijk de kant van
het artistenleven uitging kreeg
hij geen tegenwerking, ook al
hadden zijn broers de weg ho
gerop via studie gezocht.
Ted heeft veel van zijn vader
overgenomen. Ook hij kent hele
verhalen uit zijn hoofd o.a.
van Roald Dahl, één van zijn
geliefdste schrijvers naast W.
F. Hermans (vooral „Tranen der
Acacia's) en Edgar Allen Poe.
Hij blijkt te beschikken over
een „romantische vrienden
kring", gegroepeerd rond een
niet nader te noemen mu
sicus van het Concertgebouwor
kest in wiens huis „séances"
worden gehouden zoals eertijds
in de salon van Madame De
Stael. Er wordt gemusiceerd,
voorgelezen, gedeclameerd, ge
zongen;'dat alles onder het ge
not van een goed glas. Met deze
voordrachtskunst wil Ted echter
niet op de planken, „daar zijn
anderen voor, die dat beter
kunnen". Hij kent de grenzen
van zijn ambities. Ook vóór de
periode van zijn succes heeft
Ted altijd werk gehad. Hij is
optimistisch. Als succes zou af
nemen zou hij zeker weer op
een lager plan aan het werk
gaan. Maar die dreiging zit er
niet in.
Hij heeft het voorlopig waan
zinnig druk met activiteiten die
kennelijk „geen eendagsvliegen"
zijn. Alleen al voor de KRO en
de NCRV is hij nu al vijf jaar
aaneengesloten actief. Toch is
die „beroemdheid" een be
grip dat door hem zelf sterk
gerelativeerd wordt nog niet
zo lang geleden begonnen. In
1965 brak zijn bekendheid bij
het brede publiek door met
„Een glaasje madeira, my
dear?" een liedje dat door zijn
speelse erotiek annex oubollig
heid, een regelrechte hit werd.
Daarvoor had Ted al van alles
gedaan. Als anomymus in caba
retgroepen maar ook als enter
tainer in nachtclubs. Zo bij
voorbeeld als lid van het „Po-
ker-Trio" in De Caroussel, een
tent op het Amsterdamse Rem-
bandtsplein waar het lied: „Als
de Marva gaat marcheren" bui
ten de officiële hitparade om
een topper werd.
Je kunt op Ted de Braak geen
etiketje plakken. Hij doet een
programma voor huisvrouwen
zoals van 12 tot 2 toch eigen
lijk wel is) met evenveel inzet
als het meer geëngageerd
„Farce Majeur". En „Met liedjes
het Land in" waarvan we
nu de repetities bijwonen
doet hij met evenveel overgave
als zijn eigen programma „Tête
a Ted" waarmee hij vrijwel
avond aan avond optreedt.
Hij wantrouwt zoals hij na
de repetities bij een haastige
maaltijd meedeelt hij wan
trouwt de mensen die een bood
schap uitdragen. „De meeste
mensen die een boodschap uit
dragen zetten zich weer af tégen
anderen. En dan, het blijft zo
vaak bij wóórden alleen".
Je kunt nu eenmaal weinig
doen met je engagement. Dat is
een reden om niet te hoog van
de toren te blazen. „Ik zit daar
zelf ook mee in". Hij wordt
als iedereen overstelpt met
informatie over de ellende in de
wereld. Maar „wat moet ik
doen? In Vietnam zitten ze niet
op Ted met zijn twee linker
handen te wachten". Hij is dui
delijk opgelucht als we hem
vertellen dat hij „genoeg doet".
Onlangs nog noemde hij in
„Van 12 tot 2" verschillende
keren het gironummer van het
Medisch Comité Angola, nadat
hij in dat programma twee le
den van dat' comité uitvoerig
had geïntervieuwd. Het bereik
van dit programma is aanzien
lijk groter dan dat van gerichte
propaganda bijvoorbeeld via de
VPRO. Ook zinvol uiteraard,
maar waarschijnlijk slechts ge
hoor vindend bij reeds verwante
doelgroepen.
Hij wil zelf geen kwaad
woord horen over de sociolo
gische groep die gemeenlijk
met „de doorsnee-huisvrouw"
wordt aangeduid.
„Wat wil je, meneer, op het
„platste platteland" lezen ze
een krant. Provinciale kranten
brengen net zo veel, zo niet
meer landelijk- en wereld
nieuws als de landelijke bladen.
En het wórdt gelezen, dat merk
fk bij elke uitzending opnieuw".
Na het diner paté Mone-
gasque én lamscoteletjes met
stokbrood begint het tweede
om niet te zeggen zwaarste
deel van zijn dagtaak. In Rij-
senhout wachten enkele hon
derden in het verenigingsge
bouw op zijn komst.
Samen met Mieke Bos (ex-
Selvera en sindsdien weer be
kend door haar rol in Sound of
Music en een driemansorkest
je onder wie vooral IJf
Blokker alias Barend Servet
opvalt, nu als slagwerker op
tredend brengt hij een bijna
drie uur durende show die het
midden houdt tussen „variëté
en gestyleerd cabaret". Teksten
van hemzelf, van Alexander
Pol en Jan Fillekers (beiden als
hij zelf uit Farce Majeur) staan
borg voor kwaliteit, zijn eigen
conferencetechniek garandeert
de sfeer. Het publiek is beurte
lings enthousiast en vertederd.
Zijn soips melancholieke wal-
russenkop, zijn tintelende ogen
en verder een eigenlijk onde
finieerbare charme slaan aan en
het publiek merkt niet dat Ted
achter de coulissen in het don
ker door gebrekkige accom
modatie zich tweemaal venij
nig stoot. Zijn programma zet
de oeroude traditie van enter
tainment voort. Compleet met
grappen uit de erotische sector.
Grappen die verder teruggaan
op de middeleeuwse boertige
klucht (die de dingen zonder
géne bij de naam noemt de
volwassenheid van het publiek
incalculerend dan op „gewaagd
heid". Ook daar heeft Ted wel
een kanttekening bij: „Als ik
iets over sex zeg krijgen de
recensenten gefronste wenk
brauwen, als Sieto Hoving het
doet heet het „gedurfd door
breken van een taboe". De
mensen hebben plezier bij Tête
a Ted en laten dat goed merken.
En passant voegt Ted (die het
kennelijk niet kan laten) schijf
jes engagement toe: Derde we
reldproblematiek, milieuveront
reiniging, de ontwikkelingen in
de katholieke kerk. „Je moet
oppassen dat je de mensen daar
weer niet mee overvoert, dan
werkt het averechts".
Tot tweemaal toe die avond
brengt hij de mensen in verwar
ring. Er wordt namelijk gretig
geapplaudisseerd bij zijn con
statering dat er méér vrijheid
fs, maar kort daarop ook als hij
zegt dat „het allemaal zo saai
geworden ls, nu alles mag".
En hetzelfde als hij de katho
lieke kerk aanpakt. Applaus bfj
kritiek op Gijsen, maar tevens
als hij zegt: „dat het niet leuk
meer is nu op Witte Donderdag
de kerk niet meer straalt van de
kaarsen".
Ted de Braak staat ambiva
lent tegen de wereld van van
daag. Verafschuwt trends en
mode. „Zelfs Angola wordt een
trend" zegt hij bitter.
Hij heeft een klein kastje: Als
in de pauze een keurig geklede
twintigjarige mongoolse jongen
een handtekening komt vragen
weet hij met zijn houding geen
raad. Hij omhelst de moeder die,
hoewel glimlachend, bijna in
tranen uitbarst en zegt
later in de auto: God Joh,
zo'n dapper wijf". Het is een
eerlijke emotie. Zelf is Ted va
der van twee dochters, Nike
godin van de overwinning en
Diana godin van de Jacht,
zoals hij met zwier vertelt. Met
hem'en zijn vrouw Bella, woont
hij sinds kort in een riante wo
ning „lang voor gespaard"
Beusichem, aan de Lek. „Opvoe
den zoals onze ouders dat deden
gaat niet meer" zegt hij als we
huiswaarts rijden. „Het enige
wat je van ze kunt overnemen
is aandacht, echte aandacht
hebben voor je kinderen".
In de „Cockpit" van Teds auto
zwart leer en intieme groene
aquariumlichten) worden de
stiltes veelvuldiger. Het is né
twaalven en nóg is zijn dag niet
om. In Culemborg wachten
mensen op zijn komst. Hij heeft
ja, je zegt niet géuw nee)
toegezegd voor een liefdadig
doel een tombola te leiden. Het
is gelukkig vlak bij huis, dat
wel.
Nog even komt het gesprek
op het naderend Kerstfeest dat,
zoals Ted zelf in zijn jeugd
koorzanger geweest nostal
gisch verklaart, „ook al niet
meer zo is als het was". Jeugd
sentiment uiteraard: „De nacht
mis met je ouders en dan dat'
kerslontbijtnou ja, het is
er niet meer".
Heeft hij nog iets behouden
van het geloof van zijn ouders?
Er treedt een zwijgen in. Hij
wacht vele honderden meters
maar we rijden dan ook 180
met het antwoord: „ik ben"
zegt hij tenslotte, „zeker niet
ongelovig, maar er zijn zoveel
andere dingen néast gekomen".
maar half. Vandaar dat hij nu
terwijl we voor de traag ge
opende brug staan te wachten
even dat pilletje pakt. „Niet
elke dag, maar wel handig".
Scherp rijdend dat wil
zeggen: uiteraard hard op de
buitenwegen maar hoffelijk te
gen overstekende bejaarden
binnen de bebouwde kom) komt
hij slechts twintig minuten
over tijd bij Treslong aan.
Aangeboren zuinigheid of
misschien de herinnering aan de
jaren dat hij nog niet in zo'n
Het begint al in de
ochtend. Besprekingen met
omroepmedewerkers onder
meer over de komende af
levering van Farce Majeur
waarvan hij een niet weg te
cijferen deel uitmaakt. Dan
in plaats van een lunch
pauze volgt het KRO-ra-
dioprogramma Van Twaalf
tot Twee. een geheide suc
cesformule die de komende
weken zijn 1000ste afleve
ring gaat beleven.
Routinewerk, dat wel, maar
zoals hij vertelt, „het blijft een
live-uitzending die grote con
centratie vraagt want de men
sen kunnen er anders de gekste
dingen uitgooien". Aansluitend
op de uitzendingen moet Ted
„heel even maar" praten met
Flip van der Schalie (VARA)
waarna hij gewillig met ons
naar buiten rent om „enkele
spontane foto's" van zich te laten
maken. Vervolgens nog altijd
opgewekt kruipt hij achter
het stuur van zijn kobaltblauwe
Datsun Sportcoupé (volgens de
teller een top van 240 km, niet
véél minder in werkelijkheid)
en gaat op weg naar Hillegom
waar hij in Treslong moet repe
teren voor „Met Liedjes het
Jaar uit". De dag is dan nog
ittH