De dood is nog altijd een vertrouwd risico Kom over de brug extra Onbeschaafd Ervaring Prioriteiten In het kader van de landelijke actie „Kom over de brug", die van 10 tot 15 december haar beslag zal krij gen met een inzameling ten behoeve van de kerken in de derde wereld, bezocht een onzer medewerkers Kameroen en Nigeria. Onderstaand artikel handelt over missie-activiteiten tegen de achtergrond van in Europa vaak niet begrepen, eigen, Afrikaanse cultu rele tradities. authentiek, maar zich mo derniserend Afrika, heeft bisschop Lambertus van Heygen C.S.Sp. van Doumé er ook toe gebracht aan „Kom over de brug" fond sen te vragen voor het func tioneren van de door zijn diocees in het leven geroe pen dorpsraden en parochie raden, die de Afrikanen brengen tot het aanvaarden van hun eigen verantwoor delijkheid. Hij wil geld voor de opleiding van Afrikaan se broeders, die hun landge noten weer verder kunnen helpen, en hij wil graag minstens een woning voor drie zusters, die hem bij zijn werk zijn komen helpen. TON OOSTVEEN AFRIKA IS NIET TE METEN MET ONZE EUROPESE BEGRIPPEN YAOUNDE Het volgende werd mij in Kameroen gezegd ten aanzien van diefstal en in Nigeria over corruptie: de ordening van een staat op basis van een grondwet en van wetten, die iedereen binden wordt nog lang niet door iedereen als hoogste goed onder schreven. De plicht van de allerhoogste morele orde, zo verzekert men mij, is voor de Afrikaan de zorg voor zijn familie; de plicht 's lands wetten te gehoorzamen staat op de tweede plaats. Daarom is het te simplistisch om te veronderstellen dat een fatsoenlijk mens in Afrika niet stelen zal of niet corrupt zal zijn. Als de nood aan de man is en er is in Afrika véél nood aan de man ziet men het als een plicht te gappen. Daaraan helpt geen voorlichting over de wetten van het land: de natie, en zeker de staat zijn im mers van een lagere orde dan de familie. Daarom grijpen de burgerlijke overheden naar de meest gestrenge maatregelen als lijfstraffen en executie, en daarom bezitten zoveel mensen honden, die hen tegen-de dieven moeten beschermen. Is Kameroen dan een onbe schaafde staat Degenen, die vertellen over wreedheden, die in de Afrikaanse samenleving voorkomen, zeggen evenzeer te menen, dat president Ahidjo een goede president voor het land is, en dat niet te hopen valt dat er ooit een staatsgreep komt: „Je weet wel wat je hebt, en niet wat je krijgt". En ook wijst men erop, dat terwijl in de laatste tien jaren aller wegen in Afrika staatsgrepen, revoltes en bloedige oorlogen het „leven in onafhankelijk heid" hebben bepaald, Kame roen een weldadige rust heeft gekend. Maar je zal een land maar moeten regeren, dat in een tijdsbestek van enkele ja ren van een middeleeuws be schavingsniveau moet worden veranderd in een moderne „beschaafde" staat, omdat het anders zo moeilijk omgaan met de rijke landen is. Pater Fried de Kinderen C.S.Sp., hoofd van het interdiocesane planbureau van Kameroen, wijst er daarbij op, dat veel van de zogeheten Afrikaanse misstanden nog maar zestig jaar geleden ook in Nederland bestonden. Hij wijst erop en velen zul len dat nog met hem doen dat Afrika onbegrijpelijk en in zekere zin ook afgrijselijk is, als men dit werelddeel toetst aan Europese begrippen: zelfs het woord liefde is in Afrika moeilijk bruikbaar. Het heeft in Europa een zekere geladen heid gekregen, enerzijds onder invloed van het evangelie, an derzijds ook in inflatoire zin door de bedenkelijke evolutie van ónze samenleving. Maar het begrip is niet toepasbaar op de Afrikaanse samenleving. Niet omdat die samenleving liefdeloos zou zijn, maar wel omdat de culturele inhoud van het begrip er geheel anders is. Mgr. Zoa, aartsbisschop van Yaounde, strijdt tegen de zijns inziens verwerpelijke praktijk der proefhuwelijken om de vruchtbaarheid te testen, en mgr. Zoa heeft eens een door een termietenplaag geteisterde agrarische bevolking gecon fronteerd met een landbouw deskundige op de preekstoel in de zondagsmissen, die uitlegde dat er geen sprake was van kwade ogen, en die de bemin de gelovigen leerde hoe de ter mieten te bestrijden. In heel die context, zo zeggen mijn informanten, moet ik de Ds MarkhofYaounde via Europese poort problemen van het werk der kerken in deze landen zien. Het gaat er niét om mensen nieuwe dingen te leren, maar ze die ook aan te laten nemen. En het gaat er vooral om te onderzoeken, of in onze ogen „primitieve" gewoonten zin hebben of onzin zijn. Twee voorbeelden geeft pater De Kinderen: een jonge, goed on derlegde Nederlandse land bouwdeskundige zag hoe de boeren in een tegen een berg gelegen dorp hun beplanting verticaal aanbrachten: van de top naar de voet van de berg dus. Als er regen kwam stroomde die Jangs de berg omlaag, zodat slechts de be planting aan de voet er profijt van had. „Dat moet je niet doen", legde hij de dorpsoud sten uit, „je moet je beplanting horizontaal om de berg heen aanleggen, zodat de bedden het vocht vasthouden". De dorpsoudsten antwoordden: „Moeten we een jongeman van dertig geloven, terwijl de oud sten van dit dorp al meer dan duizend jaar gezegd hebben dat onze methode de goede is En de frisse, Nederlandse ontwikkelingswerker kon met al zijn idealisme opkrassen. „Wij hadden hem kunnen le ren", zegt pater De Kinderen, „dat je zo niet met Afrikanen kunt omgaan; hij had aan een dorpsoudste moeten vragen om ook een klein stukje van de berg te mogen gebruiken, en op dat stukje grond had hij dan, door horizontale beplan ting, proefondervindelijk moe ten bewijzen of en dat hij ge lijk had O Een ander voorbeeld: Missio narissen, vervuld van Europese ideeën, zeiden tegen de au tochtone vroedvrouwen veelal de familieleden van ba rende moeders dat het héle maal fout is om de bloedingen van de moeder te verzorgen met even in het vuur gehou den bananenbladeren. Die bla deren werden door het vuur gehaald om ze lekker zacht te maken. Nee, zeiden de Europe anen je moet in water gekook te doeken gebruikenPas veel later ontdekten zij dat de Afrikaanse vrouwen, zonder dat overigens te weten, de ba nanenbladeren wel degelijk in het vuur hadden gesteriliseerd, zodat ze zeer wel bruikbaar waren als verband voor kraamvrouwen„Wij moeten", zegt pater De Kinde ren, „in het ontwikkelingspro ces van dit land inderdaad kennis en ervaring aandragen, voorzover die hun waarde overtuigend bewezen hebben, maar we moeten dat doen op een wijze, die deze mensen overtuigt, en die dus hun men taliteit verandert waar dat no dig, en consolideert waar dat gewenst is." De missie en in gelijke mate uiteraard de zen ding heeft in dezen een ge weldig grote verantwoordelijk heid: want zij is, meer dan de overigens toegewijd werkende, door de Nederlandse staat uit gezonden ontwikkelingswer kers, in staat te begrijpen hoe Europese inzichten en kennis aan- en toegepast moeten wor den in Afrikaanse situaties. Zij heeft de mensen'met een erva ring, die van veel vroeger da- Op zoek naar de eigen identiteit Pater Fried de Kinderen niet leren, maar laten aannemen teert dan die van de georgani seerde ontwikkelingshulp. Dat is overigens de reden, waarom missionarissen en zendelingen zouden wensen dat ontwikke lingswerkers worden toege voegd aan bestaande, ervaren met Afrika vertrouwde kaders en die kaders vincf je nu een maal bij missie en zending. In de geweldige taak de ont wikkeling te begeleiden en de beschikbare kennis en weten schappelijke ervaring, die Eu ropa nog te bieden heeft, aan vaardbaar te maken voor Afri ka, vinden de kerken een grote taak. Daartoe dienen hun scho len, dikwijls bezocht door ver tegenwoordigers van platte landsgemeenschappen, die die kennis dan weer in hun eigen dorp doorgeven. Daartoe die nen activiteiten, als die van het Pastoraal Instituut van Ya ounde waaraan „Kom over de brug" geld zal spenderen dat de diocesane diensten voor scholing, wetenschappelijke vorming, lekenactiviteit, popu laire informatie, katechese, re ligieuze activiteiten, bewust making van de gewone dorps mensen, onderlinge hulpverle ning en integratie van het on derwijs in het leven vara alle dag wil stimuleren en coördi neren. Aartsbisschop Zoa heeft daar een voor Afrika uniek plan voor opgesteld, dat wil proberen heel het werk van de kerk te richten op een strate gie van vooruitgang. Maar daartoe dient ook het werk van de Zusters van de Geest, Franse nonnen ounde, die proberen de aanpas sing aan de stedelijke situatie van jonge echtparen te bege leiden: een lid van de commu niteit, de Haarlemse zuster Agatha Wilson, gaat daarvoor week-in week-uit de volks buurten in, om de vrouwen cursussen te geven en te hel pen in de vervreemdende situ atie van het stadsleven. In dienst van die harmonische combinatie van de Europese kennis en de Afrikaanse cul tuur staan de activiteiten van het interdiocesane bureau van pater De Kinderen, die lande lijk de bestaande activiteiten inventariseert, de behoeften probeert bloot te leggen en de prioriteiten vaststelt. Hij weet intussen dat de ge zondheidsvoorzieningen ver moedelijk radicaal moeten wij zigen en dat preventieve acti viteiten moeten prevaleren bo ven curatieve. Hij gelooft vooral dat de geweldige urba- nisatieproblematiek vraagt om fondsen, teneinde kortlopende kredieten te kunnen verschaf fen aan ondernemers van klei ne bedrijven, omdat daarmee een krachtige bijdrage kan worden verleend aan de oplos sing van de grootste plaag in de verstedelijkte gebieden: de werkloosheid. En het doel van een harmo nische ontwikkeling van een Runderdrijvers, de slaven van Kameroen

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 20