GEËTTER EN GEIEUR MET TUINEN In Wouw mogen planten ademen Laat Z.W.-Nederland in leven kunst cultuur GRASTAPIJT VOOR PALEIS SOESTDIJK HEEFT ZIJN LANGSTE TIJD GEHAD In welke belachelijke situatie wij in ons land verzeild zijn geraakt, demonstreert een brief van het gemeentebestuur van Etten-Leur, die eni ge tijd geleden werd verzonden onder het kopje 'AANLEG EN ONDERHOUD VOOR TUIN". Deze brief is een schrijnend voorbeeld in welk keurslijf wij momenteel gedrongen worden. En dat gebeurt dan in een land, waar het woord „vrijheid" met hoofdletters ge schreven wordt. De kleinburgerlijke menta liteit, die hiermee aan de huurders van wonin gen dwingend wordt op gelegd ten bate van een gemeentelijke facade is niet uniek; het is een mentaliteit, die bijna overal geconstateerd wordt. Maar er kan niet genoeg tegen geprotes teerd worden. Ambte lijke hersens zullen rea geren met: Je kunt de mensen toch niet hun gang laten gaan en re gels moeten er zijn etc. etc. Natuurlijk orde moet er zijn (hum), maar ook daaraan moe ten grenzen gesteld wor den. Genoemde brief overschrijdt duidelijk een grens. De gewraakte brief luidt als volgt: U behoort tot degenen die een van de woningen heeft gehuurd van de NV AlMEV. N.V. Nefo of N.V. Algemeen Beleg- gings Consortium. In verband hiermede willen wij gaarne uw aandacht vestigen voor de aanleg en het onderhoud van de vóór- en zijtuinen van deze woningen. Met het oog op het aanzien van de nieuwe wijk achten wij het van groot belang, dat de tui nen van deze woningen aan bepaalde eisen vol doen. In een bijlage van uw huurcontract zijn daarom de navolgende bepalingen opgeno men: 1. Het is de huurder be houdens schriftelijke ontheffing van burge meester en wethouders VERBODEN de voor- en, of zijtuin ZOWEL AAN DE STRAATZIJ DE ALS ONDERLING AF TE SCHEIDEN. Ont heffing voor het aan brengen van een afschei ding, welke bestaat uit een door burgemeester en wethouders goed te keuren materiaal en welke niet hoger is dan 50 cm en bij voorkeur voor een aansluitend blok woningen. Voor het aanbrengen van tussen- scheidingen wordt slechts in zeer bijzonde re gevallen ontheffing verleend. 2. De huurder verplicht zich de van het gehuur de deel uitmakende grond voorzover deze is bestemd als voor- en/of zijtuin en zichtbaar is vanaf de openbare weg, als siertuin aan te leg gen en te allen tijde goed te onderhouden en wel zo, dat een ZEKERE UNIFORMITEIT in de aanleg en het onderhoud verkregen wordt en be houden blijft met de voor en/of zijtuin van de aaneensluitende wo ningen. In geen geval mag de tot voor- en, of zijtuin bestemde grond gebruikt worden als op slagplaats of voor het te len van tuinbouwproduc ten of op andere wijze worden ontsierd". Wij vertrouwen, dat u de nodige aandacht zult besteden aan Uw voor- en zijtuin zowel in het belang van uw woning als in het belang van het aanzien van de nieuwe wijk Baai-Lage Ban ken. Wij wijzen u er echter met nadruk op. dat geen afscheidingen mogen worden geplaatst, °ck niet langs de zijde van het trottoir en verzoeken u eventueel reeds ge plaatste afrasteringen binnen 14 dagen te ver wijderen. Bij niet-nakoming van de verplichtingen of bij overtreding van de be treffende bepalingen in het huurcontract kan een boete worden opgelegd van f 2,50 per dag voor elke dag, dat de niet- nakoming of overtreding voortduurt. 0 Ina Scholten (rechts) en Myrna Schagen: Ook voor hen bestaat het woord „onkruid" niet meer. WOUW. „U woont hier zeker pas?" Deze vraag stellen heel wat voorbijgangers aan Ina Scholten en Myrna Schagen, die beiden rond hun huizen in Wouw de principes van Le Roy in hun tuinen proberen te realiseren. Waarom? „Het is hier zo wild; al dat onkruid "is de reactie. Hoofdschuddend lopen ze dan weer verder naar hun eigen „keurige" gazonnetjes. „Ben blij', dat ik niet naast u woon." Ina Scholten: „Het is wel eens ont moedigend. En dan te weten, dat wij meer zorg en werk in onze tuin stoppen, dan de mensen van huisje-boompje-beestje. Maar er zijn ook positieve reacties. Van mensen, die een beetje milieu bewust leven; die de eenzelvige wijze van bestaan moe zijn. Mensen, die initiatief tonen en creativiteit bij zichzelf en in de natuur een kans geven. Je dan niet afkatten of voor gek zetten. Onze tuinen zetten zich af tegen een tè geculiveerde maatschap pij". Het is een kwestie van mentaliteit. Een mentaliteit, die het steriele eenvormige leven zat is. Een mentaliteit, die bovendien gezonde gevolgen heeft voor ons leefmilieu. Myrna Schagen legt een van de drie delen van het boek „Wilde Planten" op tafel; uitgegeven door de Vereniging tot Behoud van Natuur monumenten. „Wanneer zo'n boek uitkomt over de planten in onze Nederlandse natuur, dan zijn inmiddels al plantjes volledig uitgeroeid, die daarin nog vermeld worden. Toch wemelt het nog van allerlei plantjes, die ten onrechte betiteld worden met de naam „onkruid". Geen plant is er om niets; alle hebben een functie in de natuur; zelfs brandnetels." Maar wanneer ik zelf rond mijn huis de metershoge wilde distels een levenskans geef (een geweldig gezicht) staan de meeste mensen er verlegen lachend naar te kijken. Onze geest is óók aangetast door allerlei bestrijdingsgiften. Het beginnende „oerwoud" rond de beide huizen in Wouw staat vol met de „underdogs" der natuur. Plantjes, voorzichtig uitgestoken op de meest gekke plaatsen en met zorg op het juiste plekje neergezet. Plantjes, die ook maar komen aanwaaien (let terlijk). Een wal van boomstronken, twee jaar geleden gebouwd en met was los zand bestrooid, zit vol met de meest uiteenlopen de bladsoorten etc. Spontane groei. De tuinen zijn overigens niet zo spontaan ontstaan, als voor bijgangers wel eens geloven. Ina Scholten en Myrna Schagen vertellen over het maken van niveau-verschillen (kuilen en „heu vels"), storten van puin (brengt kalk in de grond), het bijeen brengen van verschillende grondsoorten, het verwerken van takkebossen in de grond (zorgt voor liginine) of huisvuil; maken van natte en droge milieus etc. „De hele grond moet bedekt zijn en mag niet direct blootgegsteld worden aan weersinvloeden. In het begin is het enorm veel werk. Maar het gaat snel. Je moet een jaar of vijf-zes rekenen, voordat je een zeker evenwicht be reikt hebt. Het is verrassingswerk; de tuin verandert steeds. Je moet ook niet proberen een plant tegen beter weten in over eind te houden. De natuur doet zijn eigen werk." Een vijvertje in een van de tuinen, levert veel slakken die uitstekend werk verrichten in de tuin. De beide vriendinnen stellen zich bescheiden op: „We zijn alleen bezeten van de ideeën van Le Roy, zonder dat we ze allemaal goed toepassen." Ze zitten eigenlijk een beetje te wach ten op het handboek dat Le Roy deze maand laat verschijnen („Natuur inschakelen, natuur uitschakelen" Uitg. Ankh-Har mes) Een voorbeeld, dat navolging verdient. HENK EGBERS. Het gaat bergafwaarts in Nederland. Het paleis Soest- dijk, de residentie van het ko ninklijk gezin ten plattelande, zal binnenkort ook al niet meer zijn wat het geweest is. Dat staat onder meer te lezen in Tijdschrift voor Architec tuur en Beeldende Kunsten. Aanleiding voor deze trieste veronderstelling, zo wordt ver volgd, vormen de uitlatingen van Z.K.H. de Prins der Ne derlanden bij de uitreiking van drie Zilveren Anjers. Een der laureaten, zoals dat offi cieel heet, was Louis le Roy. de tuinman uit Oranjewoud, die de natuur en daarmee het ontkruid vooral ook in de ste den z'n gang wil laten gaan. In zijn persoonlijk woord tot Louis le Roy ontpopte prins Bernhard zich als een pleitbe zorger voor het werk van de man uit Oranjewoud. Voor ie mand die zich een tegenstan der van de Koninklijke Ne derlandse Heide Maatschappij noemt, is een dergelijk steun tje in de rug altijd meegeno men. Le Roy, die meent dat de Heidemij zich met groot- schafige en technocratisch geïnspecteerde ingrepen in het landschap als een vijand van de natuur en het milieu (en dus ook van het mensdom) gedraagt, kan een beetje ko ninklijke bijval best gebrui ken. Het enthousiasme van prins Bernhard bleek allerminst een geveinsde gelegenheidshouding te zijn. In een onderonsje ver zekerde hij mij (aldus Hein Borst), dat hij anders dan zijn schoonzoon de pest gezien heeft aan planologie, aan diri gistische ordening van boven af, en dat hij een vurig sup porter is van Louis le Roy. Wat hij, naar hij meedeelde al jarenlang, met boerenverstand vermoed had, blijkt nu middels de activiteiten yan Le Roy waar te zijn: de handelin gen van de mensen dienen misschien wel gereguleerd te worden, maar de natuur moet Je in ieder geval z'n gang laten gaan. De prins wil het ten aanzien van zijn bijval voor Louis le Roy niet bij woorden laten. Z.K.H. liet mij weten dat in een hoek van de paleistuin in Soestdijk brandnetels staan en dat hij gaarne zou zien dat Louis le Roy daar eens op zijn ongedwongen wijze mee aan het werk ging. Dat is dan allerminst volgens de leer. Im mers de ideeën van Le Roy zijn gebaseerd op zelfwerk zaamheid, terwijl de Prins nog In termen van „laten doen" denkt. Toch is het een om wenteling, die ertoe kan lei den dat het grastapijt van het paleis Soestdijk z'n langste tijd gehad heeft. Geleidelijk aan ontmoet je ook in deze streek steeds meer mensen, die zich on gerust beginnen te maken over de afbraak van ons na tuurlijke landschap; een eer ste (letterlijk) levensbehoef te. Maar actiegroepen tegen bijvoorbeeld een systema tische landschapsafbraak bij Moerdijk of de Kanaalzone worden over het algemeen nog als stelletjes hobbyisten beschouwd. Wat meer be trokkenheid ontstaat er, wanneer een of andere sloot gaat stinken. Intussen vreten de uitbrei dingsplannen het landschap verder op; worden er op de akkers zonder meer bomen en struiken gerooid; leggen land bouwers belachelijke en dode lijke stadse gazonnetjes aan voor hun huis temidden van de weilanden, steekt een ge meente de vlag uit (niet half stok) wanneer de zoveel dui zendste inwoner geboren is, worden in de bossen bomen gekapt om recreatieterreintjes aan te leggen van gelikt gras, vloeken camping- en bunga lowparken de natuur weg. We moeten hét zelf we ten maar mèt de natuur maken we onszelf morsdood. Enkele jaren geleden is er in ons land een man opgestaan (hum), die in zijn eentje de strijd aanbond tegen deze roofbouw op de natuur, op ons zelf. Aanvankelijk was deze tekenleraar, tuinman, foto graaf, kunstschilder, fossielen- verzamelaar en huizenbouwer Louis le Roy, om het met een verkeerd gebruikt cliché te zeggen, een roepende in de woestijn. Maar vanuit het Friese Oranjewoud is hij met zijn „jungletactiek" een veldslag begonnen tegen roof bouw op de natuur. En. .- steden als Heerenveen, Deven ter, Utrecht, Delft e.'a. heb ben zijn assistentie ingeroepen om de natuur weer een kans te geven binnen de cultuur. In plaats van dodelijk vervelende gazonnetjes. die iedere week gemaaid moeten worden, ont stonden daar feestelijke na tuurgebieden tussen beton en asfalt, waarbinnen het weel beter leven is voor mens en. plant. De tv-uitzending, gewijd aan de „stellingen van Louis Le Roy" heeft hem rui mere bekendheid gegeven. En zo kun je in deze streek zij het nog spaarzaam mensen ontmoeten, die enthousiast voor zijn jungletactiek, de na tuur en zichzelf de hand toesteken op een juistere ma nier dan met grasmaaimachi- nes, kunstmest en ander gif. Lees maar het hierbij afge drukte verhaal: In Wouw mo gen alle planten ademen. Nu in zuidwest-Nederland het ééntonige groeiproces In beton en steen (Le Roy: mo nocultuur) op economische motieven met hink-stap- sprong-bewegingen het land schap begint te verpletteren zou het zinvol kunnen zijn, dat niet alleen de „deskundi gen" kennis nemen van Le Roy's intenties, maar ook de door deskundigen tot leek- amateur gebombardeerden, kreatief-actief aan de slag gaan met hun eigen woonom geving. Niet verzanden in protesten of in het autootje de eigen „wooncultuur" telkens maar weer ontvluchten. Er is nog wel het een en ander te redden. Maar daarvoor is wat anders nodig dan gemeentelij ke plantsoenendiensten voorschriften, en dergelij- ken. Wat wil Louis le Roy? „We plegen roofbouw op de natuur. Alles slepen we weg omdat we het rommelig vin den of omdat we het kunnen gebruiken. Geen omgevallen boom blijft er liggen. Steeds zorgen we er met ons domme gedrag voor dat de aarde bloot ligt, terwijl er geen grotere pest is dan een brandende zon op de aarde. En dan vergifti gen we de grond door allerlei monoculturen. Planten kunnen alleen dan pas goed gedijen, als ze in gemeenschap groeien. Dan ontstaat er steeds weer nieuwe aarde door het afster ven van planten en bladeren en door dierlijke meststoffen van de slakken, die in het niet bespoten groen hun waarde volle werk weer kunnen ver richten. Zo'n leefgemeenschap bestaat uit allerlei kruiden, mossen, varens, heesters, bo men en struik:n en p]- .en, die in de bomen groeien zoals kamperfoelie en orchidieeën. Natuurlijke landschappen zijn hier nauwelijks nog te vinden. We moeten het landschap niet zonder meer beschermen, maar dynamisch stimule ren". In deze geest praat Le Roy. Hij werkt graag met stellin gen. Enkele voorbeeldend monocultuur, in welke vorm dan ook, vormt een uit daging aan de natuur en wordt als zodanig bestreden en lijkt derhalve op een ziektebeeld. milieuverontreiniging waar deze niet wordt veroorzaakt door industrie of landbouw kan volledig worden tegenge gaan. insecten dienen niet steeds als vijanden te worden be schouwd. zoet water dient zo lang mogelijk op het land te wor den gehouden en niet in ka nalen- en slotenstelsels zo snel mogelijk afgevoerd te wor den naar de zilte zee. grondarbeid dient tot een minimum beperkt te wor den. Wat betekent dit in de praktijk? Het langzamerhand klassie ke voorbeeld van Le Roy's principes in praktijk is Heer enveen. Een kilometer lange middenberm van zo'n 15 meter breed in een saaie nieuw- bouwlaan werd tot een grote „kathedraal" of junigle omge zet. Tuinmannen begonnen met het inbrengen van groen nadat draglines de grond om gewoeld hadden tot ongelijke hoogten; wagens vol puin en ander „afval" werd erin ge bracht. Planten die droog wij len staan kwamen op de ..heu vels" en planten die van natte voeten houden gingen in de kuilen etc. Wat eens een gazon was, dat om de 14 dagen ge maaid moest worden is nu een feestelijk gebied aan het wor den vol slingerende en duiste re paadjes. Dit verzet tegen een gestan daardiseerde wereld heeft na volging gekregen. In Delft, Deventer Den Haag etc. zijn groepen mensen, samen met gemeentelijke plantsoenen diensten bezig om een „tegen- kuituur" op gang' te brengen. .Alleen het grote leger van ROOSENDAAL: Geknipt terrein om Le Roy aan het werk te zetten en het confectieleven tus sen deze flats te laten doorbreken. „ondeskundigen" kan voor een BREDA: Een gemiste kans om een jungle binnen de stadsmuren te brengen. De Vlaszak wordt nmurontfthin.o' tapctoyi". 7qo'1 I omwenteling zorgen", zegt Le Roy. „Zodra het individu los van reglementeringen zijn gang kan gaan ontstaat er veelsoortigheid, omdat er steeds weer andere oplossin gen gevonden worden". In het Utrechtse Overveeht bv. is het geld dat aanleg van gewone plantsoenen met speelvelden, aan de bewoners gegeven om er een groengebied naar eigen inzichten van te maken. Iedere zaterdagmorgen is nu een ploeg bewoners bezig met spitten, bielsen en oude boom- resten van elders te verwer ken en te planten. Door de week is een grijper op het terrein om opmerkelijke hoog teverschillen aan te brengen. De machinist van de grijper is er zo door geboeid, dat hij af en toe van de bok klimt om een aardig polletje uit te steken en in veiligheid te brengen, voor dat hij de grond verzet. Le Ry: „Het geheel is erop gebaseerd dat mensen niet er- geus verweg op een volks tuintje hoeven gaan zitten, maar gewoon voor hun huis deur met de natuur aan de gang gaan. In Utrecht is thans bewezen dat dit systeem werkt. Na veel gepraat na een veld slag want je moet een veld slag plegen om binnen het ambtelijk bolwerk te penetre ren hebben enthousiaste be woners het daar voor elkaar gekregen om zelf aan de slag te mogen gaan. Voor zoiets heb je maar 10 tot 20 daad werkelijke actieve mensen uit de buurt nodig. En van het bedrag van f 210.000,- dat aan vankelijk voor de aanleg van een „normaal" plantsoen was uitgetrokken is thans zo'n 25.000 a 30.000 overgehou den". De voortwoekerende kanker van eentonige stedenbouw be gint vanuit de Randstad ook Zuidwest Nederland aan te vreten. Steeds meer mensen ontvluchten in het weekend hun woonomgeving naar zoge naamde recreatieterreinen, die mede de natuur verder om zeep brengen. De gedachten van Le Roy dienen daarom ook hier door te dringen; om te zien wat er nog te redden is. Dit verhaal is pas een eer ste aanzet. Wie denkt erover en doet er verder iets mee? HENK EGBERS. nu een jungle van auto-blik. 9 TERNEVZENUitbreiding, die het landschap steeds verder opvreet. De natuur moet ook hier nodig in de aanval. O BERGEN OP ZOOM: Een geweldig terrein om wat terug te doen tegen de voortwoekerende dodelijkheid van rijtjeshuizen op de achtergrond.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 18