DRIEBANDENSPEL IN
BRABANT POPULAIR
Ceulemans
toch ongelijk
Doggen:
niet te oud
Tekst
Ton Koomen
TIEST BROSENS: „NOG
EEN KEER VLAMMEN"
sport
I«BE
Veertig uur
Bewust
Zenuwen
Maandag 27 november 1972
9 Bert van Nijnatten: Ere
klassen in de kaderspelen.
(Van onze sportredactie)
BREDA De biljart-
sport in West-Brabant is
bijzonder populair. Jong
biljarttalent dient zich aan,
en de prestatielijn gaat om
hoog. Ook Zeeland lijkt in
een man als Platjouw
iemand te krijgen die op
weg is naar de top. Toch is
er een spelsoort die in Bra
bant het meest populair is:
de driebandensport. Van
de acht finalisten in het
laatste Nederlands kam
pioenschap drieband kwa
men er vijf uit Brabant:
Henny de Ruyter (Waal
wijk), Rini van Bracht
(Waalwijk) Tiest Brosens
(Breda), Jan Doggen
(Heerle) en Henk de
Kleine (Mierlo-Hout).
Herman Popeijus de ver
gane glorie uit Etten-Leur
moest de ereklasse verla
ten, evenals coming-man
'Christ van der Smissen
uit St.-Willebrord.
West-Brabant telt nog een
ereklasser, in twee andere
spelsoorten: de boomlange
Steenbergenaar Bert van
Nijnatten, de boekhouder,
die zich specialiseert in het
anker kader 47/1 en 47/2
en het 71/2. Op deze pagina
interviews met drie West
brabantse topspelers: drie
bandenkampioen Jan Dog
gen, de kleine Bredanaar
Tiest Brosens, eveneens
ereklasser driebanden, eii
de jongste (18) talentvolle
Willebrorder Christ van
der Smissen, in wie veel
insiders een tweede Ray
mond Ceulemans zien.
VAN DER SMISSEN:
EEN NATUURTALENT
(Van onze sportredactie)
SINT-WILLEBRORD
„Hij heeft het helemaal. Hjj
heeft bij mij bandstoten
getraind. Een natuurtalent.
Wat je hem zegt, doet hij
meteen. En goed ook. Hij
wordt een echte topper. Als
Raymond Ceulemans". Deze
lovende woorden van nie
mand minder dan veelvou
dig ex-Europees, Belgisch en
wereldkampioen in vrijwel
alle spelsoorten René Vin-
gerhoedt, zijn aan het adres
gericht van de Willebrordse
„coming-man" Christ van
der Smissen. Christ van der
Smissen, de biljarter pur-
sang, die in één seizoen zo
wel in het libre, anker ka
der 47/1, 47/2, 71/2 als het
bandstoten de ereklasse bin
nenstapte, met het grootste
gemak, maar alleen in het
driebanden over de drempel
struikelde.
Van der Smissen, die in het
dagelijks leven niets anders
doet dan elke morgen „De
Stem" bezorgen in Willebrord
en biljarten, om toch maar zo
snel mogelijk door te kunnen
stoten naar de top met zijn
18 jaar de meest talentvolle
speler die Nederland momen
teel kent. Hij is er nog niet he
lemaal zoals een Hans Vultink,
of zoals Wijnen en Scholte in
hun beste jaren, maar de ken
ners zijn er van overtuigd, dat
Van der Smissen, als hij zo
serieus blijft, een nog grotere
wordt.
En wat denkt Van der Smis
sen zelf van de uitspraken van
Vingerhoed! en van de Belg
Tonny Schrauwen, zijn leer
meester elke vrijdagavond a
raison van f 35,- die in hem
de grote man zien? Van der
Smissen: ,,Ik ben heel blij dat
ik overgestapt ben naar de
KNBB. In de „wilde bond"
kon ik niet hogerop komen.
Nu kan ik dat wel. Het gaat
fantastisch de laatste tijd. Ik
wil het echter niet overhaas
ten. Dit saizoen zal ik in
schrijven voor het libre, band-
stoten en anker kader 47-2.
Maar niet in de kadersoorten
47-1 en 71-2. Daar wil ik eerst
meer routine in opdoen. Daar
voel ik me nog niet sterk ge
noeg voor", zegt de eerzuchti
ge Willebrorder, die in vader
en moeder Van der Smissen
zijn grootste bewonderaars
heeft.
(Van onze sportredactie)
HEERLE Ceulemans, de
Belgische grootmeester in de
biljartsport, de niet te klop
pen man, die momenteel met
een zenuwinzinking kampt
en tot januari geen keu meer
mag hanteren, heeft altijd
gesteld dat de absolute top
yan de biljarter pas op zijn
vijftigste jaar komt. Daarna
gaat het bergafwaarts. Jan
Doggen de „gevaarlijke leef
tijd" al vier jaar gepasseerd
moet hartelijk lachen om
de bewering van de Grob-
bendonker.
Nog maar enkele weken ge
leden veroverde Doggen in het
Brabantse Heeswij k voor de
e erde keer dn zijn carrière de
nationale titel driebanden in
de hoogste klasse die de Ko
ninklijke Nederlandse Biljart
Bond kent: de ereklasse.
Jan Doggen: „Ik dacht wel
dat in Heeswijk bewezen is,
dat ik nog lang niet afgedaan
heb. Vooral in het driebanden-
spel kun je lang mee. Daair
ben ik van overtuigd. Als je
gezichtsvermogen maar ndet
minder wordt. Dan is het ge
beurd met de koopman. Voor-
ai op de matchtafel. Maar daar
heb ik gelukkig geen last van.
Ik kan me gemakkelijk hand
haven in de ereklasse, dus ik
zie er geen enkele reden toe
om aan het eind van mijn
biljartloopbaan te denken".
Christ van der Smissen: „Proberen mijn Europese jeugdtitel t e prolongeren".
Vader Van der Smissen
heeft zijn zaak achter hele
maal ingericht als biljartloka
liteit- Er staat een grote
matchtafel in, waar Van der
Smissen jr. elke dag uren op
traint- Chris van der Smissen:
„Elke week oefen ik zo'n
veertig uur. Ik heb lessen ge
had van Vingerhoedt-bondsles-
sen, die door de KNBB be
taald werden en ik krijg nu
regelmatig les van Schrauwen.
Op die manier hoop ik me
optimaal voor te kunnen be
reiden".
Over één zaak kan moeder
Van der Smissen zich bijzon
der kwaad maken: over het
feit dat Christ alles alleen
moet opknappen. Dat hij van
geen mens steun krijgt. Moe
der van der Smissen: „Christ
is vorig jaar Europees jeugd
kampioen geworden. Hij is in
een jaar vrijwel alle ereklassen
binnengewandeld. Maar je
moet niet denken dat er voor
hem een supportersclub in het
leven geroepen wordt. Als er
een wielrenner iets presteert,
soms is dat presteren nog niet
eens noodzaak, dan komt er
een supportersclub met de no
dige steun over de brug, maat
in 'de biljartsport lijkt dat niet
te kunnen. Rini Wagtmans
heeft eens geprobeerd iets
voor Christ te doen in dit
opzicht. Die ging met steun-
honnen langs. Maar het eerste
waar de „aspirant-leden" naar
vragen is „wanneer is er een
balavond van de supporters
club. „Kijk, daar kunnen wij
niet aan beginnen. We hebben
geen café. Ais er voor j" 2000,-
steun zou komen en je bent
voor een dansavond f 2100,-
kwijt, kun je het ook missen
als kiespijn".
Christ van der smissen be
hoeft zich daar overigens niet
al te druk over te maken. Hij
krijgt van „thuis" alle mede
werking. Kan zoveel trainen
als hij wil, kan zijn rondjes
lopen om zijn lichaamsconditie
op niveau te houden en alles
doen wat nodig is om door te
breken naar de top.
Een tikkeltje een teleurstel
ling voor Van der Smissen, die
dit jaar zijn Europese jeugdti
tel het kampioenschap
wordt in België verspeeld
hoopt te prolongeren, was zijn
degradatie uit de ereklasse
driebanden- Daar was hij in
beland via de hoofdklasse-
voorwedstrijden, waar hij met
een ereklassegemiddelde uit
tevoorschijn kwam.
Bij voorwedstrijden in Bil
jartcentrum Brosns in Breda
voor plaatsing in de finale
faalde Van der Smissen ech
ter. Van der Smissen: „Tegen
Henny de Ruyter speelde ik
twee verschrikkelijk slechte
partijen. Dan merk je toch
echt dat je routine tekort
komt. Dat speelt vooral in het
driebandenspel een belangrij
ke rol. Voor mij is driebanden
maar één van de spelsoorten,
maar voor de meeste ereklas-
sers driebanden is het de eni
ge spelsoort. die zij beheersen.
Dat vind ik een tekortko
ming. Dat merken ze later ook
wel als ze „vast" blijven zit
ten op een bepaald moyenne.
Ze missen dan de ondergrond
Voorlopig miste Van der
Smissen echter de routine om
zich in de ereklasse te hand
haven. Van der Smissen: „Niet
erg. Volgend seizoen probeer
ik via de voorwedstrijden van
de hoofdklasse terug in de ere
klasse te komen. Dat lukt me
zeker. Daar ben ik piet bang
voor"
Nu heeft Vsn der Smissen
andere spelsoorten aan zijn
hoofd. Hij kan dit jaar al flink
ver komen, maar belangrijk in
de eerste jaren zal zijn of,
„Christ een goed verliezer zal
blijken te zijn". Want het is
toch niet te verwachten dat
alle kampioenschappen in en
kele seizoenen bij elkaar ge
speeld kunnen worden. Daar
is de nodige ervaring en wed-
strijdimentaliteit voor nodig.
Van der Smissen zal het de
komende maanden moeten be
wijzen over de juiste mentali
teit te beschikken-
(Van onze sportredactie)
BREDA Een echte hoog
vlieger is hij niet in de bil
jartwereld, maar een man
waar iedere tegenstander be
vreesd voor is in de nationale
kampioenschappen ereklasse
driebanden is hij wel. Tiest
Brosens, de 44-jarige eigenaar
van een prachtig biijartcen-
trum in Breda, is de man die
al in veel van de negen titel-
duels waarin hij van de partij
was als „kampioenendoder"
fungeerde. Zijn drukke zake
lijke bezigheden verhinderen
hem intensief te trainen,
waardoor het mogelijk zou
zijn eindelijk eens een gooi te
doen naar het kampioenschap,
maar hij blijft een gevaarlijke
outsider. Dat bewees hij wel
weer met zijn sterke spel in
Heeswijk, waar hij het afgelo
pen kampioenschap als vierde
finishte.
Dat scheelt hem dan weer
meteen de voorwedstrijden,
want de eerste vier van het
nationale kampioenschap zijn
vrijgesteld van het spelen van
voorwedistrijden; plaatsen zich
automatisch in de finale. Bro
sens: „Dat is vooral belangrijk
omdat ik hoop volgend jaar de
eindstrijd voor de ereklassers
in Breda zal gehouden wor
den. Die kans is groot, want
mijn club, „DCB", heeft het
kampioenschap aangevraagd
Het is maar net wat de bond
nu doet. Volgens mij maken
we een goede kans, want Bre
da is sinds I960 al niet meer
aan de beurt geweest, en Bra
bant is tenslotte de bakermat
van het driebandenspel".
toch altijd nog goed voor een
moyenne van ruim 100-
En ook in het kader ging
het goed met ruim veertig.
Maar als je een drukke zaak
hebt moet je een ketrg maken-
Het werd driebanden. Het
meest spectaculair. Je weet in
het driebandenspel altijd dat
je een bepaald aantal beurten
krijgt. Dat is aantrekkelijker
dan bijvoorbeeld een partij li
bre., dat in een beurt uitge
maakt kan hvorden. Dan zit je
maar op je stoel. Dat is niks
voor mij".
Brosens heeft zich in de af
gelopen negen jaar met groot
gemak in de ereklasse kunnen
handhaven. Ondanks weinig
training. Dit in tegenstelling
tot „oude makkers" als Teege-
laiar en Popeijus. Brosens:
„Vooral voor Popeijus was het
een klap dat hij degradeerde
in de voorwedstrijden. Dat
had hij niet verwacht. Maar je
kunt er niet ongestraft hele
maal niets aan doen en den
ken dat je toch wel mee kunt
komen. Daarvoor worden de
eisen steeds hoger. Daarom is
het ook goed dat de gemiddel
den grenzen verhoogd zijn. Dat
maakt je steeds eerzuchtiger-
Je moet nu meer knokken om
de ereklasse te kunnen blij
ven. Zo is het ook echt een
„ereklasse"- Brosens betreurt
het wel dat er voor de „drie-
banders" niet zoveel toernooi
en zijn in Nederland. Dit in
tegenstelling tot de Belgen,
die van toernooi in toernooi
rollen. Men sponsort daar ook
veel gemakkelijker dan hier.
Brosens heeft evenals Ne
derlands kampioen Jan Dog
gen, een goede vriend en „col
lega" van hem, bewust geko
zen voor de driebandensport.
Brosens: „Ik heb ook sterk
libre en kader gespeeld. In het
libre op de kleine tafel was ik Tiest Brosens: Jn Breda wil ik nog een keer echt vlammen".
Jan Doggen, de man die bij
zonder laat met de biljartsport
begon - pas op 42-jarige leef
tijd - heeft er geen spijt van
dat hij destijds bij het natio
nale kampioenschap ereklasse
driebanden (1960) in Breda ge
charmeerd raakte van het
driebandenspel. Doggen: „Ik
heb toen bewust voor drieban
den gekozen.
Je moet, als je niet al te
veel tijd hebt een speciale
spelsoort kiezen vind ik. Het
is wel beter om in alle spel
soorten je mannetje te staan,
maar dat is in de praktijk
voor mij niet haalbaar. Daar
zou ik dan veel te veel uren
voor moeten trainen, en daar
heb ik door mijn zakelijke be
slommeringen onvoldoende
tijd voor", zegt de Heerliese
kastelein.
Doggen, die het afgelopen
weekeinde een serieuze gooi
deed naar de Europese titel in
Frankrijk, is het wel met de
kenners eens. dat het moyenne
van de nationale top nog ver
der opgevoerd kan worden.
Doggen: „Gelukkig heeft het
bondsbestuur voor dit seizoen
de moyennes al opgeschroefd.
Om nu in de ereklasse te kun
nen komen moet je een ge
middelde halen van 0.800. Be
neden de 0.750 degradeer je.
Dat heeft al enkele koppen
gekost. Teegelaar en Popeijus
bijvoorbeeld zijn uit de ere
klasse verdwenen. Verrassend.
Die dachten blijkbaar alleen
op routine te kunnen spelen,
maar dat is natuurlijk onjuist.
Je moet wel degelijk veel
trainen om in vorm te blijven,
Van mij mag het bondsbestuur
de moyennes nog meer op
schroeven. Op die mander
voorkom je ook dat er iin de
voorwedstrijden teveel carotte
gespeeld wordt. Evenals in de
finales overigens. Het kan het
spelpeil alleen maar bevorde
ren. Want het is toch belache
lijk dat je bijvoorbeeld kam
pioen kan worden met een
moyenne van nog g®en 0.900,
terwijl men in België dik bo
ven de een eindigt. De Belgen
lachen daarom ook vaak om
ons. Maar in de toekomst kan
dat veranderen. Dit is de eer
ste aanzet. Al had het al eerder
moeten gebeuren".
Doggen, de rustige figuur
rond de biljarttafel, maar
boordevol zenuwen „Ik barst
van de zenuwen, maar aan mij
kun je het moeilijk zien; ie
dereen uit zich anders" ver
klaart ook liever als vierde te
eindigen met een moyenne
van dik een, dan kampioen te
worden met een belachelijk
gemiddelde. Doggen: „Dat
geeft me meer voldoening".
De Heerlese topper, die in
Rini van Bracht, het jonge
Waalwijkse talent in ieder
kampioenschap zijn grootste
concurrent kent, heeft zich op
het zojuist geëindigde Euro
pese kampioenschap in Frank
rijk geducht voorbereid. Dog
gen: „Toch ook niet overdre
ven. Normaal een aantal par
tijen spelen in de week. Ik
ben geen main die alleen kan
trainen. Ik moet een tegen
stander hebben. Als ik alleen
bezig ben, gooi ik na vijf ca
rambole^ mijn keu in de
hoek".
Volgend jaar zal Jan Doggen
opnieuw van de partij zijn in
het nationale kampioenschap
driebanden. Hij zal rijn titel
met veel flair verdedigen,
want bevreesd is Doggen niet
voor de concurrentie. Doggen:
„Ik heb in Heeswijk bewezen
dat ik er nog helemaal bij-
hoior. Jain gaat dan ook rustig
door. Al is het tot mijn zeven
tigste. Zo lang alles goed gaat.
Waarom niet..."
In dit opzicht is Brosens' ei
gen club DCB bijzonder actief.
Zo worden in biljarteentrum
Brosens op 8, 9 en 10 decem
ber de revanches van het Ne
derlands kampioenschap drie
banden verspeeld, georgani
seerd door DCB, dat de mees
te Westbrabantse „vedetten"
in zijn gelederen telt.
De acht sterkste drieban-
ders te weten Jan Doggen,
Hënny de Ruyter, Rini van
Bracht, Tiest Brosens, Joop de
Wilde, Joop de Jong, Puck
van Aart en Henk de Kleine
zullen dan strijd leveren.
Voorts zal Brosens nog een
paar invitatietoernooien spelen
in Rotterdam, maar dan zal
het weer „rustig" worden rond
de driebandenspecialisten.
Brosens „Dan maar weer
uitkijken naar het volgende
nationale kampioenschap. Daar
wil ik me nog een keer se
rieus op voorbereiden. Hoewel,
wij hoeven er niet zoveel voor
te doen. Ik bedoel met die wij
Doggen, De Ruyter en mezelf.
Wij drijven voornamelijk op
een grote routine. Als je „het"
in je vingers hebt, dan heb je
niet zoveel trainingsuren no
dig. Spelens als De Wilde, De
Jong, Van Aart om er maar
eens een paar te noemen moe
ten het heel veel spelen om in
de ereklasse te kunnen blij
ven. Door het vele doen hou
den ze hun moyenne vast".
Brosens, die twee jaar gele
den een keer een kampioen
schap moest missen in Arn
hem, toen zijn vrouw ziek
werd, en hij wegens zijn zaak
niet weg kon, weet dat hij de
top net niet kan halen. Bro
sens: „Dat komt omdat ik niet
de gelegenheid krijg met hele
maal op de biljartsport te con
centreren. Dat hebben mannen
als Van Bracht bijvoorbeeld
wel- Maar toch wil ik hier in
Breda, als we het kampioen
schap toegewezen krijgen nog
een keer ouderwets vlammen.
Dan zullen ze dubbel op moe
ten passen meit mij".
9 Jan Doggen: Jk heb in Heeswijk bewezen dat ik nog niet te
oud ben om kampioen te kunnen worden".