lililillflilllllEI Accu opladen elangengroep j e Grijs mengsel Zwakken en zieken Volle tram Woonellende Jas voor Piet Verkeersbord Opwellingen Een afgang Zes hondjes Mannen- opmerking Manwijven DE STEM ZATERDAG 25 NOViMBER 1972 0 Mr. F. Andriessen vergeleken kan worden met een kennel vol anders blaffen de hondjes. Maar dat terzijde! Nu de achtergronden van Mevr. Andriessen. Zij: „Daar gaan we dan! Ik kom uit een heel groot gezin. Negen broers en ik als enige dochter. Mijn vader deed veel bestuurlijk werk na zijn dage lijkse arbeid. Meer om hem te plezieren dan voor m'n eigen lol ben ik eens een keer mee naar een KVP-vergadering ge gaan en werd prompt in het bestuur gekozen. Dat was in die tijd iets heel bijzonders, want de politiek werd door mannen gemaakt en dan nog door mannen die al gesetteld waren en zo'n jaar of 40 tot 50 oud. Dat is hoe ik in de politiek kwam. Nu m'n reli gieuze achtergrond. Wij waren thuis katholiek - en dat noem ik boffen - allang geleden vertrouwd met het idee, dat op zondag naar de kerk gaan niet je enige ware was. Je moest er meer inhoud aan geven, werd ons voorgehouden. Je moest christelijk bezig zijn. Zodoende zijn het kerkelijke en het christelijke bezig zijn twee heel verschillende din gen voor mij. Ik ga met een zekere regelmaat naar de kerk. Daar heb ik behoefte aan. Noem het maar je accu die opgeladen moet worden. Maar het christelijke houdt voor mij sociale bewogenheid in. Het in de politiek opkomen voor de sociaal zwakkeren. Ik had nooit voor de KVP gekozen wanneer die partij alleen met de kerkelijke boodschap de wereld in was gegaan. D'r moei. meer zijn. Die christe lijke sociale bewogenheid. Dat it voor mij het punt". lk: Legt U nou eens uit wat tan het verschil is tussen ge wone sociale bewogenheid, zo als de PvdA die voor staat, en de Uwe? Mevrouw Andriessen: „Wat verschil? Hoezo? Wij liggen gewoon verschrikkelijk dicht bij elkaar. Maar wat drijft ons uit elkaar? Mensen zoals mijn heer Den Uyl, die tegenstellin gen kwéken, aandikken, ver scherpen. Dat vind ik zoiets ergsToen we uit de oorlog kwamen, toen zeiden we: We kunnen SAMEN wat en als je ziet hoe dat nu terug gevallen isIedereen heeft z'n eigen belangengroepje. Ik zou dat oude gevoel weer willen op roepen en zeggen: Mensen, waar zijn we in godsnaam mee bezig? Het is heilloos el kaar te verketteren. Probeer elkaar te begrijpen. Wéét wat je tegenstellingen zijn, maar maak daar niet de allerhoog ste wijsheid van. Gebruik die tegenstellingen om te_ weten wat je gemeen hebt èn pro- beet vanuit die wetenschap samen naar oplossingen voor de sociaal zwakkeren te zoe ken". Ik' Uw man heeft anders eens in de Nieuwe Linie gezegd dat hij niet op de eerste plaats voor de arbeiders wil opko men. Mevrouw Andriessen: „Dat heeft hij inderdaad en dat ben ik met hem eens. De grote problemen liggen niet alleen bij de arbeiders". Mevrouw Den Uyl er tus sendoor: „Nee, de kleine zelf standigen, de AOW'ers, noem maar op. Die horen er ook bij". Mevrouw Andriessen: „Dat is wat mijn man bedoelt. Hij wil voor alle mensen, die in de maatschappelijke molen vermalen worden, opkomen". Mevrouw Den Uyl schudt het bebrilde hoofd. Telefoon. Een zoon: „Mama de een of andere journalist wil weten of papa nou om drie uur 's middags of 's nachts is geboren". 't Is het een of het an der. Nederland mag woensdag weer kiezen. PvdA of KVP of een van die vele anderen. Wim Wennekes bracht de echt genotes van 2 fraktielei- Mevrouw Den Uyl: „Dat ze het maar navragen op het ge meentehuis van Hilversum". En even later joelend, haar zoon achterna: „Ik weet het al: 's middags". En weer rus tig gezeten: „Of 's nachts". Mevrouw Den Uyl, inhakend op het voorgaande, héél zacht: „Jullie bindmiddel binnen de KVP is niet je maatschappe lijke Visie, want die is bij jul lie voor iedereen weer anders, maar het evangelie. Daar is niets op tegen, maar 't evan gelie leidt niet tot één poli tieke koers. Dat kan tot di verse koersen leiden. En het gevolg is, dat jullie maatschap pelijk resultaat gelijk is aan nul. Een grijs mengsel van al les door elkaar". Mevrouw Andriessen (fel): „Kijk nou toch eens naar Ne derland, naar wat er bereikt is. Dan kun je toch niet zeg gen, dat ons beleid geen re sultaten heeft. Wij nemen een unieke positie in de wereld in waar het om sociale voorzie ningen gaat. Mijn God, wan neer je op het ogenblik de mensen moet geloven, dan le ven we hier in Sicilië. Kom pleet met maffia in de vorm van een kleine groep kapitalis ten, die het voor het zeggen heeft". ders bij elkaar. Catherien Andriessen en Liesbeth Den Uyl. Niet zozeer om uit haar mond te horen hoe het is om met een fraktie- leider getrouwd te zijn, maar wel om te peilen in hoeverre de dames mee gaan met de gedachten- gangen van de heren. Bo vendien om te horen wat de ambities van beide da mes zijn. En ach, er was nog zoveel meer. Tekst: Wim Wennekes Foto: Tido Gideonse wmmmmmmmmmmuÊÊÊÊÊm Mevrouw Den Uyl, weer ter gend kalm: „Als jij die sociale voorzieningen erbij haalt, dan bewijst dat niet zoveel, want de meest rechtse regering zou ook voor sociale voorzieningen gezorgd hebben. Dat is ten alle tijde verantwoord. Maar wat is er wel aan de hand? Er zijn een heleboel groepen die onder liggen en daar hebben jullie niets aan kunnen doen. En waarom niet? Omdat jullie de visie missen om de noodzake lijke veranderingen aan te brengen. En wat zijn die nood zakelijke veranderingen? De hele struktuur van de maat schappij moet anders. Er zijn enorme inkomensverschillen. Het ene inkomen is 18 maal zo groot als 't andere. Er zijn weer 1200 miljonairs bij. Alles wat de kerk voorstaat, wat het christendom voorstaat, leidt onherroepelijk tot sociale voor zieningen, tot hulp aan zieken, zwakken en minder bedeelden, maar dat heeft helemaal niets te maken met onze wens om de maatschappij te verande ren. Het gaat er niet om, dat je de ander af en toe een brokje toewerpt, nee, het gaat om een rechtvaardige verde ling van de welvaart. En die kan alleen rechtvaardig zijn, wanneer de maatschappij ver anderd wordt". Ik: En daarbij gaat het niet alleen om poen, poen, poen? Mevrouw Den Uyl: „Nee. Er zijn steeds meer geestelijke waarden in het geding. Een voorbeeld: het is heel normaal dat een professor 1 keer in de 7 jaar de gelegenheid krijgt om zich verder te bekwamen in z'n vak. Een jaar lang! Wij vinden dat arbeiders dat recht ook zouden moeten hebben. Een omscholingsjaar. Ik be doel, iemand die veel gestu deerd heeft kan nog eens van baan veranderen. Je kunt van onderwijzer de journalistiek in gaan of zo, maar een arbeider die 12 jaar lang op een plek in de fabriek staat, heeft geen enkele mogelijkheid om te zeggen: ik was toch liever loodgieter geworden, timmer man of kantoorbediende". Mevrouw Andriessen, hoor baar teleurgesteld: „Altijd die tegenstellingen. Natuurlijk zit ten er dingen scheef. Tüüür- lijk. Maar moet je dat zo uit spelen?". Ik: Toch even terug naar de arbeiders. Kunnen de dames Andriessen en Den Uyl nog een eerlijk kontakt hebben met de arbeiders? Ik bedoel niet zoals de fabrieksdirekteur die zijn werknemer bemoedi gend op de schouder klopt en „belangstellend" informeert naar de gezondheidstoestand van vrouw en kinderen. Ze kunnen toch niet ontkennen, dat ze het zelf erg goed heb ben? Mevrouw Den Uyl mag eerst: „Goed, ik woon in een betere buurt dan vroeger en we hebben het beter 'dan vroe ger, maar het is toch wel zo, dat wanneer ik in een volle tram sta, dat ik dan het ge voel heb dat die mensen net zo zijn als ik. Wanneer ik me op een gegeven moment be trap, dat ik de richting op ga van de fabrieksdirekteur die U bedoelt, dan ben ik er be wust op uit om dat te vermij den. En mevrouw Andriessen: „U denkt natuurlijk: zij heeft lek ker kletsen met d'r mooie huis. Nou luistert U eerj^, ik vind dat ik een bevoorrecht mens ben. Niet alleen yomdat ik zo'n mooi huis heb, maar veel meer omdat ik geboren ben in een harmonieus gezin. Maar als ik het nu tot dat huis moet be perken, dan zeg ik dat ikzelf ook alle vormen van woon- ellende gekend heb. Inwonen en alles. Juist omdat ik weet hoe rot het is, probeer ik een verschrikkelijk bescheiden bij drage te leveren om het leven voor de ander ook te veraan genamen. Maar één ding: het gaat echt niet alleen om een mooi huis in deze wereld. Überhaupt zou het materiële niet zo'n grote rol moeten spe len Wat is gezondheid alleen al niet waard? Dat de kinde ren gezond zijn? Het materiële wordt veel te veel overschat. Het IS helemaal niet het be langrijkste. Kijk naar Zweden. Is dat dan ideaal? Ja, de Zwe den hebben hun zaakjes uit stekend voor elkaar, maar zijn ze gelukkiger? Het aantal zelfmoorden stijgt er ver schrikkelijk. Dat is niet voor niks. Het leven niet meer zién zitten. Dat is veel erger dan geldgebrek". Ik: Toch zal je maar moe ten leven van een paar hon derd gulden in de maand. Mevrouw Andriessen: „Ja. dat is vreselijk uitkijken. Dat betekent potjes maken. Wan neer een jas voor Piet? Wan neer is Jan weer aan de beurt voor nieuwe schoenen? Maar wanneer je dan ziet wat som mige vrouwen met zó weinig geld doen, dan heb ik daar diep respekt voor. Zo'n vrouw die zichzelf helemaal wegcij fert voor het gezinDaar om word ik ook zo woedend wanneer de werkende vrouw als het hoogste ideaal gezien wordt. Dat is een overtrokken .gedachte. Het is heel wat an- .ders wanneer je zegt, dat het huisvrouw spelen' niet het enige hoeft te zijn in het leven van de vrouw. Buiten het enge geheel van het gezin zijn er nog zat mogelijkheden om je te ontplooien. D'r hoeft echt geen run op kantoorbanen te worden ondernomen. Er is ook altijd nog het schoolbestuur waar je lid van kunt worden, of de wijkraad. En overal be staan wel instellingen, waar goed werk te verrichten valt. Ik ben vorige week bijvoor beeld naar een bejaardentehuis voor blinden geweest. Prach- t'g. schitterend, helemaal voor èlkaar. Alleen één ding: die mensen moeten soms weken wachten voordat er eens iemand tijd heeft om ze een brief voor te lezen, om eens een eindje mee te gaan. wan delen". Wat doen ze zelf eigen buiten het huishouden om? Ik probeer het toch nog een keer opnieuw: de „gewone huisvrouw" denkt vaak dat als ze geëmancipeerd is, dat ze dan niet meer fluitend de af was mag doen. Ze verwijt eigenlijk, dat „die man-wijven" haar dingen verbieden, die ze leuk vindt. Mevrouw Andriessen: „Je zit met een groep vrouwen, die zich onrustig voelt bij al dat gepraat over emancipatie. Die ervaren een eenvoudig ap pèl aan het geweten als on prettig. Ze willen gewoon niet zien, dat iedere vrouw het recht heeft op iets meer dan afwassen alleen". Tot slot nog even aan de dames gevraagd hoe ze over hun eigen man denken en over die van de ander. Mevrouw Andriessen (moe der van 4 kinderen) over haar Frans, die na lang aandringen van hóór kant zijn haardos enigszins gemoderniseerd heeft: „Hij is geweldig integer. Het levende bewijs, dat poli tiek en eerlijkheid best samen gaan. Hij is niet zo, dat hij zegt: ik heb het in mijn zak, hij weet hooguit hoe het zou künen. Daarin verschilt hij wezenlijk met Den Uyl. Die is zo betweterig. Dat irriteert me én het stelt me teleur. Ik heb bewondering voor z'n inzet, z'n streven, maar de methode die Den Uyl volgt is verkeerd". Mevrouw Den Uyl (één moet ei toch het laatste zijn): „An driessen lijkt me wel een aar dige man, die z'n weg nog moet vinden, maar waarvan ik niet zeker weet of hij nu wel essentieel begrijpt wat er in Nederland aan de hand is. En mijn man? Dat is voor mij een soortnaam van een heleboel prettige mensen. Van m'n kin deren, m'n man, m'n familie. Politiek gezien vind ik Den Uyl iemand, die weet hoe het zou moeten in Nederland. Een man die het, mede dankzij zijn partijgenoten, ook kan waar maken. Hij zou een kans moe ten krijgen. Want weet je wat het is? Hij weet het écht. Hij is in de oorlog begonnen met te schrijven hoe het na de oor log zou moeten gaan. Dat heeft hij steeds opnieuw gedaan. Het zijn niet zomaar opwellingen op grond waarvan m'n man spreekt, nee, het zit gewoon n zijn hoofd waar het naartoe net. Dat dankzij studies, boe- lezen, praten, rond kijken, 'n nachtkastje liggen al- boeken, in zijn tas idem Echte studieboeken, in hij zich zoveel moge- I, en intens verdiept". Natuurlijk: het kón niet goed gaan. Ik was trou wens ook gewaarschuwd dat het binnen de kortste ke ren zou ontaarden in een nietes-welles spelletje. KVP- voorlichter Antoine van den Wildenberg had nog zo ge zegd van: pak ze toch apart! Maar ja, eigenwijs hè? Niet willen luisteren en mevrouw Catherien Andriessen vragen of ze op een donderdagmorgen bij mevrouw Liesbeth den Uyl zou willen komen. De echtgenoten van twee fraktie- leiders, KVP en PvdA. Nou, mevrouw Andriessen wilde best in d'r Fiat 127 van Bilthoven naar Amsterdam rij den. Dus daar zaten we dan. In de geweldige patiobungalow van de Den Uylen in Amster- dam-Buitenveldert, waar orde en netheid hebben moeten wijken voor leefbaarheid. Het begon allemaal lepelend aan bij wijze van vriendelijk gebaar meegenomen slagroom gebak. Mmmm lekker. Drukke dag zeker dames? Mevr. Andriessen: „Krank zinnig druk. Ze draaien op het ogenblik werkweken van 90 tot 95 uur. Van 's morgens acht tot 's nachts 'n uur of een, twee. Ja, en vergeet niet dat dat konstant werk is. Ze zijn voortdurend bezig, de hele dag door. Dan is het een journa list, dan een plaatselijke par tijbestuurder, dan die, dan die. Ze moeten doorlopend aan dacht hebben voor wie aan klopt. Ook voor de mensen die tijdens een verkiezings avond iets hadden willen vra gen, maar die dat niet in het openbaar durven. Zulke men sen komen na afloop, terwijl je eigenlijk op het punt staat om naar huis te gaan, ook nog even met hoe zit dat en ik zou zus of zo wel eens wil len weten". Mevrouw Den Uyl (regelma tig 'n sigaartje opstekend, rus tig, vriendelijk, zachte stem): „Dat is wel zo, maar dat bren gen de verkiezingen nu een maal met zich mee". Ik: Nu kan het voor beiden een succes of een afgang wor den. De PvdA staat er'in de enquêtes erg goed voor. De KliP minder. Hoe verwerk je dat nou, zo'n afgang. Zo'n mislukte (verkiezingsstrijd? Mevrouw den Uyl: „Die ver kiezingstijd is een bepaald ge geven. Je hebt jezelf een taak gesteld en die houdt gewoon op op de verkiezingsdag. Wat daarna komt is weer een an der hoofdstuk. Je hebt geen tijd om te gaan dagdromen". Mevrouw Andriessen (han dig, slagvaardig, heldere stem, vrijwel steeds aan het woord): „Je denkt niet aan wat „daar na" zal gebeuren. Natuurlijk hoop je wel op winst wanneer je de maximale inzet van je man ziet, maar je moet ook zo realistisch kunnen zijn dat je weet dat hij niet persoonlijk verantwoordelijk is voor een succes of afgang". Mevrouw Den Uyl: „Daar komt nog iets bij in de Neder landse politiek. Een eventuele overwinning is nog niet beslis send voor wat er daarna gaat gebeuren. Het is nog helemaal niet gezegd, dat de winnaar ook nog regeringsverantwoor delijkheid krijgt". Ik: Wat heeft nou mevrouw Den Uyl tot PvdA-aanhangster gemaakt en wat mevrouw An driessen tot KVP-ster. Ofwel: waarom ziet de een de KVP- beginselen helemaal niet zit ten en de ander die van de PvdA niet? Mevrouw Den Uyl: „Daar voor moet je m'n achtergrond kennen. Ik kom uit een libe raal-burgerlijk gezin. Vader werkte op een bank. Politiek speelde geen rol in zijn leven. Toen kwam de oorlog, ik dook in het verzet, leerde m'n man kennen en kwam terecht in een milieu waarin ik me hele maal thuis voelde. Een duide lijk PvdA-milieu. Ik weet het niet hoor. Wanneer ik ergens anders terecht was gekomen, had ik misschien wel voor een andere partij gekozen". Ik: Wat staat U nou zo tegen binnen de KVP? Mevrouw Den Uyl: „Ik zou er nooit op stemmen omdat je maatschappelijke idealen je binding moeten zijn met een partij en niet je geloof. De KVP is 'n mengeling van men sen die één misschien evan gelische lijn volgen, maar die maatschappelijk zó uiteen lo pen - van helemaal recht' naar helemaal links - dat ik niet zie hoe dat een werk zame beweging kan zijn. De KVP blijft op mij over komer als iemand, die zes hondje' aan de lijn heeft. Hondjes, di' allemaal een andere kant or willen. Daardoor kan di- iemand, de KVP dus, allee maar passen op de plaats m? ken", waarbij Mevr. Andrie.'- sen wel even aangetekem wenst te zien, dat ook de Pvdè 0 De dames van de heren: links mevrouw Den Uyl, rechts de wederhelft van Mr. Frans Andriessen. Mevrouw Andriessen: „Ik leb altijd vreselijk veel be stuurlijk werk gedaan. Sinds mijn man fraktieleider is, heb ik aan mijn eigen uithuizig heid een beetje paal en perk gesteld, maar dat wil niet zeg gen dat ik nu met de handen over elkaar zit. Ik ben pas nog druk geweest met de opzet van een hartonderzoek". En mevrouw Den Uyl: „Ik heb diverse funkties in de par tij en bij de Rode Vrouwen. Daarnaast ben ik vice-voorzit- ster van de wijkraad hier in Buitenveldert. Verschrikkelijk fijn is dat. Daar ben je met zeer concrete dingen bezig. Een verkeersbord, een oversteek plaats, een park dat niet goed funktioneert, het opzetten van een crèche". De dames van de Ik: Een geëmancipeerde vrouw. Wat is dat eigenlijk? Mevrouw Den Uyl: „Voor mij is dat een vrouw, die zich er van bewust is, dat vrouwen nog altijd gediscrimineerd worden. Lonen van vrouwen liggen lager dan die van man nen. Vrouwen zijn in bepaalde beroepen niet of nauwelijks gewenst. Meisjes krijgen vaak nog te veel typisch meisjes speelgoed, dat hen voorbereidt op hun rol van huisvrouw. Weet je wel: het serviesje, het schortje, het make-up tasje. En jongens krijgen dan het rode brandweerautootje en het pistooltje. Zo van: later zul je je gezin moeten beschermen en verdedigen. Zolang dat zo is en je dót beseft en je dóór verandering in probeert te brengen, ben je een geëman cipeerde vrouw". Ik: De gewone huisvrouw wil. Mevrouw Andriessen, er on middellijk bovenop, terwijl mevrouw Den Uyl goedkeu rend knikt: „Hè, dat is nu weer typisch zo'n mannenop- merking! Wat is nou een „ge wone huisvrouw"? D'r zijn zo veel gewone huisvrouwen die tegelijkertijd zo ongewoon zijn. Die op hun plaats zo ontzet tend veel te betekenen heb ben. Die in een schoolbestuur zitten, die zich intereseren voor ontwikkelingswerk of zoiets, missiewerk, noem maar op". Mevrouw Den Uyl: „Of die zelfs maar gewoon de vrien den van hun kinderen opvan gen".

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 16