José van Hoof: „Damesvoetbal is soms keihard" DE K.N.V.B. EN DAMESVOETBAL VAN DER HOEST: „K.N.V.B. DOET ER NIET GENOEG AAN" MANNEN sport Maandag 20 november 1972 0 José van Hoof in gezelschap van idool Johan Neeskens en Ruud Krol. De foto werd gemaakt op het KNVB sportcentrum te Zeist. Cruyff wilde niet op de foto. „Die was te verwaand", vol gens José van Hoof, damesvoetbal helemaal niet zo'n onzinnige zaak was als zij wel dachten". Het eerste wat Van der Hoest deed was de bond uit Zeeland weghalen. Van dei- Hoest: „Om tot een landelijke bond te komen, kon je uiter aard niet in Zeeland blijven zitten. Met een kwalitatief sterk elftal gingen we wed strijden in het hele land spe len. Vooral plaatsen waar een of ander festijn werd gehou den waren bij ons erg in trek. Door veel publiciteit aan die wedstrijden te besteden, kre gen we publiek naar het voet balveld. En wanneer ze daar eenmaal waren, keken ze ver rast op dat het met die mei den niet zo maar een geintje was, maar dat ze een knappe partij voetbalden. In Rotter dam hebben we voor meer dan drieduizend mensen ge speeld". Deze gunstige publici teit had uiteraard zijn gevol gen voor wat de actieve beoe fening van de actieve wed strijdsport betrof. En toen achtte de KNVB de tijd gekomen om met de wilde bond te gaan praten. Van dei- Hoest: „Ze konden er niet meer onderuit. Bovendien had de UEFA in Monte Carlo beslo, ten om het damesvoetbal offi cieel te erkennen". Maar van der Hoest heeft niet de indruk dat de KNVB na de adoptie er nog zo hard aan trekt om het damesvoetbal volledig van de grond te krij gen. Hij kan daar menige re den voor aanvoeren. Van der Hoest: „Met de wil de bond trainden wij dikwijls. Dat is er nu niet meer bij. Bovendien speelt het Neder lands elftal veel te weinig. En het is duidelijk dat om de kwaliteit te verbeteren men centrale trainingen moet laten houden. Die meisjes voetballen nu slechts in hun verdediging. En dan dikwijls tegen tegen standers waar met 17 of met 230 van wordt gewonnen. Daar leren ze niets van. Ze willen hogerop. Daarom moet er een andere competitiëop- bouw opgezet worden en moe- „en er weer centrale trainin gen komen. Slechts dan kan de kwaliteit van het dames voetbal verbeterd worden. Het is toch opvallend dat juist in de KNVB-periode de groei van het damesvoetbal niet zo hard meer gaat. Ik heb sterk de indruk dat er nog een aan tal heren bij de KNVB zijn die niets van damesvoetbal willen weten, en daarom de boot af houden. Zij willen in een peri ode van drie jaar bekijken hoe het met de ontwikkeling van het damesvoetbal gaat. Maar als je er niets aan doet, gaat het natuurlijk altijd slecht". 0 Gert van der Hoest: Niet tevreden over de KNVB. (Van onze speciale verslaggever) BREDA Maandag 29 no vember 1971 was een histori sche dag in de geschiedenis van het Nederlandse dames voetbal. Op die datum ging de KNVB, waar tot dan toe uitsluitend mannen lid van konden zijn, over tot officië le erkenning van het dames voetbal. Met het aanvaarden van het feit dat voetbal ook door dames gespeeld kon worden, maakte de KNVB een reuzenzwaai. Het was immers nog niet zo lang ge leden dat de voetbalbond had getracht alle activiteiten van het damesvoetbal volkomen te negeren. De bond ging in zijn acties tegen de voetballende dames zelfs zo ver dat verenigingen die hun terreinen hiervoor beschikbaar stelden met een boycot werden gedreigd. Maar zoals men zo dikwijls ziet, het damesvoetbal groei de tegen de verdrukking in. Geen behoudende bestuurde- ren van de voetbalbond kon den de dames ervan weer houden hun favoriete sport te beoefenen. De door Kapel- lenaar Gerard Korsuize op gerichte en de door de pers chef van Verolme, Gert van der Hoest verder uitgebouw de wilde bond, de ANDVB, stormde in ijltempo in de richting van de tienduizend leden, die over het gehele land verspreid waren. Op dat moment achtte de KNVB, ziende dat men de ontwikke ling toch niet tegen kon hou den, de tijd gekomen om in te grijpen en stelde men de ANDVB voor, zich onder de vleugels van Nederlands grootste sportbond te scha ren. Van der Hoest had hier mee zijn voorlopige doel be reikt. Via veel publiciteit en door het dikwijls talrijke pu bliek bij interlands van de ANDVB, kwaliteitsvoetbal te laten zién, was hij er in ge slaagd het damesvoetbal uit de lachwekkende sfeer te halen. De aansluiting bij de KNVB, dacht Van der Hoest, zou de ontwikkeling van het damesvoetbal alleen maar ten goede komen. Inmiddels is er een jaar verstreken. En in die periode is het vertrou wen van de public relations- man van het damesvoetbal in de KNVB niet groter ge worden. In bedekte termen iaat Va.il der Hoest zelfs doorschemeren dat hij de KNVB ervan verdenkt het damesvoetbal langzaam te la ten doodbloeden. Hij wijst in dit verband op de geringe ledenaanwas en de weinige activiteiten van de laatste tijd. Ook de speelsters zelf zijn allerminst tevreden. Twee topspeelsters van het dames voetbal in Nederland, José van Hoof en Gerrie van den Akker van Bavos uit Bakel, zeggen nu al dat het zo voor hen niet hoeft. Zij verlangen weer terug naar de goede oude tijd in de ANDVB toen er één keer per week een centrale training voor het Nederlands elftal was en er regelmatig interlands werden gespeeld. Met deze twee speelsters en Van der Hoest had onze sportredacteur Har ry Vermeulen een aantal ge sprekken over het wel en wee en vooral de toekomst van het damesvoetbal. BLONDE PIJL VAN BAKEL VOETBALGEK (Van onze speciale verslaggever) BAKEL José van Hoof van de voetbalvereniging Bavos uit het onder de rook van Helmond liggende dorpje Bakel is de onbetwiste topper van het Neder landse damesvoetbal. Bijnamen als: de vrouwelijke Johan Cruijff en met een variant op Di Stefano: de hlonde Pijl van Bakel vormen al een aanwijzing voor de bijzondere plaats die deze twintigjarige boeren dochter in het Nederlandse damesvoetbalwereldje inneemt. De plaats waar wij José ontmoeten is het hoofd- veld van afdelingseersteklasser Bavos, waar zij een lichtwedstrijd speelt tegen de dames van Sparta '25 uit Beek en Donk. José speelt die avond met het tweede mee. „Omdat zij met haar grote ervaring die jonge meisjes tij dens de wedstrijd veel kan leven", legit trainer Henk Len zen uit. Voorwaarde is echter wel dat José tijdens haar „col lege" niei op doel mag schie ten en niet al te veel mag passeren. „Dan zou er voor de tegenstander geen gein aan zijn", zegt Lenzen. José moet zich dus beperken tot het ge ven van aanwijzingén en tot het uitdelen van goede passes. En dat doet zij die avond bij zonder goed. Met opvallend gemak stopt zij ballen af, draait om tegenstandsters heen alsof, ze er niet staan en zet met gave passes haar mede speelsters aan het werk. En of het nu om een technisch ver antwoord boogballetje gaat of om een van schotkracht getui gende verre breedtepass, het gaat haar met het grootste ge mak af. „Maar zo'n wedstrijd met het tweede elftal is geen maatstaf", zegt José. „Met het eerste elftal gaat het er wel anders aan toe. Dan word ik constant door drie man afge dekt en als ik wil passeren halen ze me vlot onderuit- Maar dat vind ik niet erg- Ik kan tegen een stootje en ik deel er zelf ook gerust een uit". Waar José zich wel aan er gert is dat er naar haar me ning door de scheidsrechters onvoldoende wordt opgetreden tegen dit soort zaken. En met haar opvliegende karakter maakit' zij het de leidsman wel eens al te duidelijk wat haar mening omtrent een bepaalde overtreding is. José van Hoof: „Dit komt doordat de meeste scheids rechters met een verkeerde instelling in het veld komen. Zij redeneren: ik zal het met die 22 meisjes wel effe klaren. Gerry van de Akker: Vriedin van José van Hoof en tenens damesinternational. 0 José van Hoof is technisch vaardig. Hier demonstreert zij hoe een bal op de juiste manier op het voetje moet worden gehouden. Maar- dan vergissen zij zich wel degelijk, want het gaat er bij dames wedstrijden keihard aan toe. Er worden soms ook de gemeenste overtredingen gemaakt. En ik heb het nog nooiit meegemaakt dat er ie mand uit het veld is ge stuurd". Waarop coach Jan Verberkt reageert: „Dat is jouw geluk, anders was je er misschien al wel eens uitge vlogen". Uit de woorden van José blijkt echter dat zij se rieuze erkenning' wil van haar favoriete sport. Zij heeft een hekel aan mensen die dames voetbal niet serieus willen ne men. José van Hoof: „Bij de competitiewedstrijden die wij spelen komen er altijd veel toeschouwers. En die mensen komen kijken omdat ze goed voetbal zien. Tijdens de be slissingswedstrijd om het kampioenschap, verleden jaar tegen Helmond was er vijf tienhonderd man publiek. Dat is natuurlijk niet omdat wij op het veld maar wat staan te klungelen- Wij zijn door de voetbalkenners volledig geac cepteerd" Maar ondanks dat, vindt José het geen vreemde zaak dat de voetballende da mes door mannen worden ge leid. José: „Er zijn nog te weinig dames met voldoende ervaring om trainster of coach te kunnen worden. Maar dat wil niet zeggen dat dat niet kan komen. Misschien als wij uitgevoetbald zijn". Wat José en ook mede-inter national en clubgenote Gerry van de Akker erg verdriet is, dat, sinds de KNVB het damesvoetbal heeft geadop teerd er bijna geen aandacht meer ls geschonken aan het Nederlands elftal. José: „Toen wij in de Wilde Bond speel den werd er minstens een keer per week getraind. Gerry en ik gingen dan met de trein naar Kapelle, waar we onder leiding van Robert Verbrugge trainden. Wij speelden met het ANDVB-elftal ook dikwijls wedstrijden. Toen hadden we tenminste het gevoel dat we echt in een Nederlands elftal speelden. Maar nu is het knap waardeloos geworden. En het begon allemaal zo mooi. We speelden met het ANDVB-elf tal een afscheidswed strijd op het KNVB-sportcentrum te Zeist. Daar waren de spelers van het Nederlands elftal bij. Ik ben toen met Neeskens en Hulshoff op de foto gegaan. Niet met Cruijff. die was te verwaand- Maar daarna is het niet veel meer geweest- We hebben nog twee semi-inter- lands gespeeld en Siem Plooy- er heeft ons nog een keer getraind. Maar dat was maar voor de vorm. We hebben zelfs niet eens een trainer voor het Nederlands elftal. We horen er totaal niets meer van. Op zo'n manier mogen ze van mij gerust terug naar de Wil de Bond." (Van onze speciale verslaggever) BRIELLE Gert van der Hoest is op een toevallige ma nier met het damesvoetbal in aanraking gekomen. Toen de perschef van Verolme herstel lende was van een zware in zinking adviseerde zijn specia list liem een hobby te kiezen. Aanvankelijk zocht Van der Hoest zijn heil in dammen, maar dat sprak hem toch niet zo erg aan. „Totdat", vertelt Van der Hoest, „ik tijdens een bloesemtocht in Zuid-Beveland plotseling een meisjesstem hoorde roepen: „Pas op Marja, achter je". Van der Hoest ging kijken wat daar gebeurde en had meteen zijn hobby gevon den. Hij was terechtgekomen bij een damesvoetbaltoernooi in Kapelle en wat hij daar zag, charmeerde hem dusdanig dat hij het hele toernooi bleef hangen. Toen hij bovendien hoorde dat de Zeeuwse dames zelf een competitie organiseer- dem omdat de KNVB geen meisjes wilde opnemen, was zijn beslissing definitief. Hij zou het damesvoetbal gaan propageren. Van der Hoest: „Bovendien vond ik het als publiciteitsman een uitda ging om de sportpers, die tot dan toe slechts denigrerend over het damesvoetbal had ge schreven, te overtuigen dat 0 José van Hoof geniet van haar thee in de kleedkamer.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 15