Westduitse verkiezingskoorts morgen naar climax POGING OM DE WEG TE WIJZEN IN DE POLITIEKE DOOLHOF Politici hebben recht op onze burgerzin 71 neder land MjJwaarheen'i Opinie peilers Volle zalen Nek-aan-nek Rode verf Aalglad Amerikaans Poolse landdag De Kiezer EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE L NGEN PE L NGEN PE L NGEN PEILINGEN PE UNGEN LINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN PEILINGEN PEILINGE PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN BRANDT OF BARZEL EEN ECIITE KEUZE WILLY BRANDT. RAINER BARZEL. (Van onze redactie buitenland )- BONN In de Westduitse Bondsrepubliek is morgen de spanning te snijden, ge lijk de overbekende „Ku chen" die elke zichzelf res pecterende Duitse huisvrouw zondags op tafel zet. Brandt of Barzel, wie zal het wor den Willy Brandt, de tot ver over de grenzen beken de „vredesapostel" uit het sociaal-democratische kamp, of Rainer Candidus Barzel, de veel minder bekende kandidaat der christen democraten. Het zal er om houden, zo is uit de laat ste verkiezingsenquêtes ge bleken, wie de nieuwe Bondskanselier wordt, Wil len de Westduitsers het be leid van de afgelopen drie jaar voortgezet zien, met naast SPD-Brandt de libe rale leider Scheel, of willen ze de Straussen, de Kicsin- gers en de Erhardts terug onder aanvoering van de nieuwe CDU-favoriet: „Rai ner, sonst keiner", zoals een verkiezingsleus het wil Uit de hier volgende schildering van beide kandidaten en hun partijen, moge blijken dat de Westduitsers morgen voor een echte keuze tussen twee verschillende politieke visies staan. In de afgelopen weken heeft de verkiezingskoorts in de Bondsrepubliek alle vorige strepen op de thermometer ver onder zich gelaten. Voor de eerste keer in de geschiedenis van de Bondsre publiek kwam men op uitge breide schaal leuzen tegen als: ,.Stem voor Willy (Brandt)", „Ik geef de voorkeur aan de CDU" of „Voorrang voor ge zond verstand", wat de lijf spreuk is van de liberalen. Deze volkscampagne was overal zichtbaar, op straat en op pleinen in steden waar zich spontaan groepen vormden die hartstochtelijke discussies voerden. De particuliere auto's gingen een nieuw duel aan aan de soortgenoten tonen naar wie hun voorkeur uit gaat. De automobilisten gaven via plakkaten op de achterruit te kennen: „Ik prefereer Brandt-Scheel boven Barzel- Sfrauss", „Willy moet bfijveh" of „Ik loop beter en sneller met de CDU" In alle steden tonen enorme aanplakborden het gerimpelde gezicht van Wiilly Brandt, de vertrouwde lach van Walter Scheel of „de ploeg van Bar zel" die onder eenzelfde ba nier Franz Josez Strauss, de sterke man van Beieren, laat zien, oud-minister van buiten landse zaken Gerhard Sehroe- der en Hans Katzer. vak bondsman en oud-minister van arbeid. De voornaamste acteurs van de campagne hebben geen en kele moeite volle zalen te trekken, of het nou in Beieren is in de „zekere districten" van Franz Josef Strauss, in Rijnland-Westfalen waar Rai ner Barzel een grote populari teit geniet of in het Ruhrge- bied waar kanselier Willy Brandt wordt ontvangen als „een profeet". Al bij al een voor Neder landse begrippen waar toch ook verkiezingen voor de deur staan ongekende opwin ding. Een lachende getaande Willy Brandt kijkt vol vertrouwen vanaf reclameborden geheel West-Duitsland in en geeft de boodschap: „Duitsers, we Kun nen trots zijn op ons land. Stem Brandt". Na slechts drie jaar als hoofd van de eerste door socialisten geleide rege ring in meer dan 40 jaar heeft Brandt - zijn functie op de weegschaal moeten leggen- Zijn sociaal-democratische partij (SPD) en zijn kleine vrije-democratische (FDP) bondgenoten hebben door de naderbij geslopen patstelling in de bondsdag een beroep op de Westduitse kiezers moeten doen hun een nieuw man daat te geven. Bij een neder laag van de oppositionele christen-democraten ligt er hun belofte een nieuwe cen trum-linkse coalitie te vor men. De laatste opiniepeilingen hebben een nelc-aan-nek-race voorspeld. De grootste zorg voor Brandt en de meeste Duitse politici is dat het in derdaad een gelijk spel of een bijna-geüjk-spel wordt, waar door de kiezers gedwongen zouden zijn in de nabije toe komst opnieuw naar de stem bus te gaan. Uiterlijk lijkt Brandt hierom echter niet te malen. Zou hij een nieuwe regering vormen als hij slechts een geringe stemmenraeerder- heid behaalde!' werd hem ge vraagd. „Ja", was zijn ant woord. „Brandt, de kanselier van het vertrouwen", staat er op de verkiezingsaffiches van de SPD. fn enkele christen-democra tische bolwerken is zijn foto besmeurd met rode verf. Woordvoerders van de opposi tie zoals de 75-jarige oud-kan selier Ludwig Ei-hardt hebben Brandt gekwalificeerd als „ge vaarlijk rood". Maar de n-obel- prijsdrager koestert zich in een van zijn grootste pluspun ten: zijn grote populariteit bij de Westduitse arbeiders. Zij stromen massaal samen om hem te horen en het applaus verstomt niet', zelfs als de kanselier door de inspannende campagne vermoeid is en enigszins uitgeblust lijkt. Brandts liberale coalitiegeno ten hebben hun lokroep aan de kiezers voornamelijk geba seerd op de persoonlijkheid van hun leider, minister van buitenlandse zaken Walter Scheel. De 53-jarige, zilverha- rige Scheel is een vlot rede naar. een bekwaam parlemen tair vechter en. in de laatste drie jaar, West-Duitslands ver tegenwoordiger aan de inter nationale conferentietafel. Hij is er zich vain bewust de man te zijn die kan beslissen over het resultaat van de komende parlementaire verkiezingen. Met uitzondering immers van een korte CDU-regering-Kon- rad Adenauer is geen van de twee grote partijen er de afge lopen 23 jaar iin geslaagd zon der de FDP een regering te vormen. De weegschaal staat onder zijn voogdij. Maar Scheel heeft ook grote zorgen. Hij wenst de wijzer dit keer opnieuw ten gunste van de SPD te laten doorslaan. De grote vraag is echter of de FDP genoeg stemmen zal be halen om een nieuwe coalitie met Brandt mogelijk te ma ken. Het Westduitse kies systeem bepaalt dat de deuren van een nieuwe bondsdag ge sloten zijn voor een partij die er niet in slaagt minstens vijf procent vain het totaal aantal stemmen te behalen. Deze re gel is bedoeld om de talrijke splinterpartijen buiten te hou den die bijvoorbeeld verant woordelijk waren voor de la biele situatie tijdens de repu bliek Weimar in de jaren twintig. De FDP behaalde in 1969 een percentage van 5.8. Brandt en Scheel hebben hun campagne in belangrijke mate geënt op het succes van de zogenaamde „Ostpolitik" of de politiek ter verbetering van de betrekkingen met commu nistisch Oost-Europa. In 1970 „bewees West-Duitsland de wereldvrede een niet geringe dienst" door niet-aanvals- en normaliseringsverdragen af te sluiten met respectievelijk Rusland en Polen. De kroon werd een goede week geleden op het werk gezet met het „in humanitair opzicht zo belang rijke" basisverdrag tussen de bondsrepubliek en de achter De Muur gelegen DDR. Brandt sprak van een ..breken van het ijs" tussen de twee helften van het verdeelde Duitsland. Beide „vredesapostelen" kunnen echter het belangrijk ste verkiezingsthema van de oppositie niet negeren. Met een elan en deskundigheid als of ze bij CDU-leider Barzel persoonlijk waren schoolge gaan, werpen kiezers hun voor de voeten dat de prijzen dit jaar met 6,4 procent zijn ge stegen. Amerikaanse stijl uitgevoerd verkiezingsinsigne met de CDU-leus: „Wij bouwen voor uitgang op stabiliteit". Barzel heett tijdens de oarn- pagne samen met zijn CSU- collega Franz Josef Strauss het geliefde strijdros bereden de inflatie. Gesteund door de familie Adenauer, door oud-kanseliers Kiesinger en Erhardt heeft hij zonder 'op houden beklemtoond dat socia lisme synoniem is aan duur leven en vermindering van koopkrach Aan de andere zijde van de demarcatielijn staat Rainer Candidus Barzel. Hij lijkt enigszins maar alleen van gezicht op een Jongere, gladdere George McGovern. Als een Amerikaanse presi dentskandidaat doorkruist hij het land, pogend zich beter bekend te maken bij het kie zersvolk. Tegen het einde van een slopende verkiezingscam pagne van zes weken, zo ver tellen zijn medewerkers, heeft hij meer dan 150 toespraken gehouden meestal varianten op dezelfde toespraak afge zien nog van de televisiede batten, interviews en perscon ferenties. Hij draagt een in „Winnaar of verliezer, Rainer Barzel strijdt een moeilijke strijd. Opiniepeilingen hebben hem een achterstand in per soonlijke populariteit van zijn tegenstander Willy Brandt ge geven van 2653. Een bron van grotere zorg voor zijn medewerkers is dat hij ook de populariteitscijfers van zijn partij niet haalt en zelfs achterligt op oud-minis ter Gerhard Schroeder, een andere CDU-topman. De gelij kenis met McGovern is slechts oppervlakkig. Barzel is vlak, glibberig sommige critici spreken van aalglad een geducht politiek strijder en een goed verkiezingsredenaar na de recente sprekerslessen die hij heeft genomen. Maar hij is nog steeds de „onbeken de kandidaat" voor miljoenen Duitse kiezers. Het is ook maar net een ruim jaar gele den dat hij het CDU-leider- schap van Kurt Georg Kiesin ger overnam. Er is een tijd geweest dat vrij veej kranten de lezers bjj verkiezingen stemadvie zen verstrekten. Dat ver schijnsel blijft tegenwoordig beperkt tot een paar partij kranten. De Waarheid wekt op tot het stemmen op de CPN, zoals het Nederlands Dagblad zijn abonnees de heer Jongeling van het GPV aanraadt. Maar die wisten dat al. Lezers, dat wil zeg gen kiezers, zijn mondig ge worden en weten zelf wel welk rondje in het stemhok je rood moet worden ge maakt. Dat is althans een fictie die men graag zou willen volhouden. Want dan komt de opiniepeiling om die illu sie te verstoren: één op de drie weet 't nog niet en de jongeren weten het al hele maal niet. Geen opwekkend beeld voor een land dat zich graag tot de hoogst ontwik kelde van de wereld rekent. Want onze samenleving, zo wel materieel als moreel, is afhankelijk van de daadwer kelijke belangstelling d: burgers voor het van de gemeense'-: dag leggen. Het is in -nuim'ge kringen gebruik om malen over de parlementaire democratie. In de democratie wordt alles en allen over één kam geschoren, waardoor de middelmatigheid triomfeert. Een genie krijgt geen kans in de democratie, beweert men dan. Verder kan men horen dat door al die „praatcolleges" de democratie nooit slagvaardig kan zijn. Weer anderen beweren dat al die ministers, kamer-, staten- en gemeenteraadsleden een heleboel geld kosten en al die ontevredenen vinden elkaar in de verzuchting dat de staats zaken maar het best aan „een sterke man" kunnen worden toevertrouwd. Dat Nederland enige, niet zo prettige, ervaring heeft opge daan mét wat men dan „een sterke man" belieft te noemen, is men dan blijkbaar al weer vergeten. Het is waar dat er sterke mannen in soorten zijn. maar in een land als Frank rijk, waar sedert 1958 verlich te despoten aan de macht zijn, is het ook niet allemaal bo tertje tot de boom. Integen deel: de schandalenreeks heef' er ongekende afmetingen aar genomen. Natuurlijk komen er ook in emocratieën schandalen en xcessen voor, maar dank zij ie vrijheid van meningsuiting on de persvrijheid worden zij in de democratie veel eerder aan de kaak gesteld dan onder al 'of niet verkapte autoritaire regimes. In Duitsland kon een miljoenenvoudige moord op- joden en zigeuners uit de krant blijven, in Nederland en in Frankrijk onder de Vierde republiek (van voor 1958) werd elke incidentele uitspat ting in Indonesië of Algerije door een kritische pers en bestuur van onze samenleving best wat tijd en moeite mag kosten. Wie die er niet voor over heeft, verspeelt eigenlijk z'n recht op inspraak en me dezeggenschap. Nu worden er de laatste jaren erg veel, te veel, pogingen ondernomen om door de oppositiepartijen gesignaleerd. En wat men de democratie ook aan tekortko mingen mag aanwrijven, bui ten kijf staat haar vredelie vend karakter waardoor al le veranderingen langs de weg der geleidelijkheid kunnen worden verkregen en het ingebouwde vermogen haar ei gen feilen te corrigeren. De klacht dat de democratie „duur" zou zijn, gaat evenmin op. Dat verwijt is trouwens absurd na een tweede wereld oorlog die door de vijanden van de democratie werd ont ketend: een van de zwaarste offers die ooit van de mens heid werden gevergd. Maar de democratie is zo ingewikkeld, met al die verte genwoordigende lichamen, al die voorstellen en debatten, al die geleerde woorden'. In ons eerste artikel schre ven we al dat een zo gewichti ge en ons allemaal rakende zaak als de inrichting en het de democratische bestuursvor men wat te vereenvoudigen Dat gebeurt dikwijls op foute manieren. Er is bijvoorbeeld op zienzelf niets tegen actie groepen. Die kunnen volksver tegenwoordigers wat onder druk zetten om bepaalde za ken te versnellen. Maar een actiegroep kan nooit in de plaats van een gemeenteraad, de provinciale staten of de kamer treden.' daarvoor is haar doel te beperkt (het gaat meestal om slechts één heel concreet ding van lokale aard, bijvoorbeeld het plaatsen van een verkeerslicht bij een kruispunt) en is ze ook te willekeurig samengesteld. De actiegroep is een uit vloeisel van de roep om „di recte democratie", een soort volksvergadering waarin ie dereen stemrecht heeft, ieder een mag meepraten, waarin dus ook toevallige meerderhe den voor bepaalde voorstellen ontstaan, die achteraf helemaal tegen de zin blijken van dege nen die thuisgebleven waren. Kortom, de directe democratie leidt tot babylonische spraak verwarring en Poolse landdag toestanden. Aan actiegroepen kleeft bovendien nog een an der bezwaar: ze verlopen snel omdat hun oogmerk te veel inzet van de leden vergt of onbereikbaar blijkt. In hele kleine gemeenschappen (het gezin bijvoorbeeld of kleine bedrijven) kan de directe de mocratie nog wel functioneren, zodra men met grote groepen te maken heeft kan 't om praktische redenen niet meer. Daarom werken grote organi saties (Rode Kruis, ANWB, vele omroepverenigingen, co- operaties) ook met een leden raad, die volgens hetzelfde principe als een gemeenteraad, de provinciale staten of de Tweede Kamer door en uit de leden wordt gekozen. Wie als „gewoon" lid wat gedaan wil krijgen, wendt zich tot het dichtstbijziinde of het meest nastaande lid van de leden raad* die daarop het bestuur attaqueert. Precies hetzelfde gebeurt dus bij de volksvertegenwoor diging. Het aardige van de de mocratie nu is, om het even of het nu om een omroepvereni ging of om het parlement gaat, dat niemand van de gekozenen voor zijn hele leven zeker van zijn zetel is. Democratie be rust op gecontroleerd vertrou wen of, minder vriendelijk, georganiseerd wantrouwen. Wie als gemeenteraadslid, lid van provinciale staten of kamerlid niet goed gewerkt heeft, wordt niet herkozen. Die periodieke keuring van de prestaties heeft telkens plaats als er verkiezingen worden gehouden. De eerste keuze komt daarbij toe aan de actie ve leden der partijen, dat wil zeggen van degenen die de moeite nemen op vergaderin gen te komen en de stukken te bestuderen. Natuurlijk wordt daarbij ook een beetje geconspireerd en geïntrigeerd, want in de politiek ontkomt men niet aan de menselijke ij delheid en eerzucht. Maar daar is iedereen bij, dus als die eigenschappen te hinder lijk worden, kunnen ze gecor rigeerd worden. Wie als niet- lid van een partij het niet eens is met de volgorde op een kandidatenlijst kan daarop invloed uitoefenen door het uitbrengen van een voorkeur stem. Hij kiest dan niet num mer één van die lijst, maar de kandidaat waarin hij een wel behagen heeft. Daarmee zijn we alweer bij de man en vrouw terug waar alles om" draait: de kiezer, dat wil zeggen de volwassen of volwassen .geachte staatsbur ger. Hij heeft 't voor 't zeg gen, maar hij moet in de eer ste plaats zeil weten wat hij nu eigenlijk wenst te zeggen en hij moet er rekening mee houden, dat grote groepen an deren heel wat anders kunnen willen dan hij en dat die ook hun plaats onder de zon ver dienen. Om eens gevaarlijk concreet te worden: de kièzers moeten' bij zichzelf te rade gaan of zij eigenlijk wel tevreden zijn met de Nederlandse maat schappij van vandaag of dat zij menen dat die wei voor verbetering vatbaar is of dat die radicaal veranderd dient te worden. De Nederlandse poli tieke partijen zijn naar die criteria schematisch in te de len. En natuurlijk mag men ook zeer zwaar wegende detail punten laten meespreken om die keuze te bepalen, bijvoor beeld of men het eens is ge weest met het schoolgeldbe- leid ol met de verkeersfonds- tdeeën of met de huurharmo- nisatie, om maar een paar punten te noemen. Op de in komensverdeling komen wij trouwens in ander verband nog terug. Om op verantwoorde wijze zijn stem te kunnen uitbren gen dient men nu eenmaal een minimum aan burgerzin op te brengen Die burgerzin bestaat dan in een redelijke belang stelling voor de problemen waarmee het land te maken heeft. Degenen die zich inzet ten voor de publieke zaak, door zich kandidaat te laten stellen voor de Tweede-K •iner o: een ander vertegenwoordi gend lichaam, mogen dat mini mum aan burgerzin van ons eisen. JOOP BARTMAN WASHINGTON Houd er m godsnaam over op. Dat kon men in Amerika maar al te vaak te horen krijgen wanneer men, zodra er niets meer over het weer te zeg gen viel, het onderwerp ver kiezingen aansneed. In de verkiezingsniacht zijn miljoenen Amerikanen naar bed gegaan toen de blizzard van verkiezingsuitslagen nog maar nauwelijks was begon nen. De commentators en analisten, zwaargewichten als Eric Sevareid, Theodore (the making of the presi dent) White en David Brink- ley bleken plotseling oud, vermoeid en verveeld. Er gingen klachten op dat de opiniepeilers de verkiezingen hebben vermoord. De laatste, echte peiling van de kiezers, was een formaliteit gewor den. Gallup en Hariris wisten het al maanden geleden. De laatste keer dat de opinie peilers zich deerlijk vergis ten was in 1948, toen Harry Truman tot verbijstering van de republikeinen Thomas De wey versloeg, Tinman heeft nog steeds een oude editie van de Chicago Tribune met de duimdikke kap op de voorpagina „Dewey Defeats Truman" en op de ochtend na de verkiezingsdag van 1948 liepen commentators, opiniepeilers en andere poli tieke waarzeggers „met ei op het gezicht" zoals het hier wordt geformuleerd. De vraag in hoeverre de opi niepeilingen het gedrag van kiezers beïnvloeden is moei lijk te beantwoorden. Politie ke geldschieters houden er echter terdege rekening mee en negatieve resultaten in de opiniepeilingen dragen er in hoge mate toe bij dat verkie zingsfondsen wegsmelten als sneeuw voor fle zon. George Gallup is de groot meester van het peilingsvak. Hij doet het al 37 jaar en hij had een verblindend succes in 1936. toen hij de nederlaag van Alf Landon voorspelde. Het resultaat, van zijn pei- lingsarbeid is samengevat in een driedelig boekwerk van 2500 bladzijden onder de titel ,The Gallup Poll public opinion 1935 - 1971" dat door Random House is uitgegeven en dat 95 dollar (ruim 300 gulden) kost. Men vindt in deze bijbel voor exegeten van volksgedrag de antwoor den op zo'n 20.000 vragen die veelal betrekking hebben op ziaken die op de voorpagina's van de Amerikaanse kranten nebben gestaan. Enkele opmerkelijke gege vens uit de schatkamers van George Gallup: Nixon duikt voor het eerst in 1953 in de Gallup- Pol' op. Acht van de tien Amerikanen wisten toen wie hij was, namelijk vice-presi dent van de Verenigde Sta ten. Iets minder dan de helft van het publiek had toen een goede dunk van hem. Vijf jaar later bleek dat Billy Graham, de racistische gouverneur van Arkansas en Jonathan Salk (van het polio- vacciri) tot de tien meest bewonderde mannen ter we reld behoorden. In die lijst waren Harry Truman en Douglas McArthur afwezig. Het blijkt dat in 1939 slechts 41 procent van de Amerikanen lust had om in een commercieel vliegtuig over de oceaan te vliegen. In 1944 vond 13 procent dat alle Japanners voor het einde van de oorlog dienden te worden uitgeroeid, bij voorkeur door middel van een langzame, afschuwelijke dooa. In diezelfde tijd bleek 5 procent van de door Gallup ondervraagdenzeer verge vingsgezind te zijn voor Adolf Hitler. De peilingen duiden op een opvallende mate van politie ke onwetendheid. Minder dan de helft van de Amerikanen weet welke senators hen in Washington vertegenwoordi gen De opiniepeilers zien er van af om controversiële vragen te stellen. Vragen over sex zijn taboe en een suggestie om het publiek te peilen omtrent de vraag of Lyndon Johnson berecht dient te worden op grond var de oorlogsmisdrijven werd door Gallup afgewezen. De kans om door een opinie peiler in Amerika te worden ondervraagd is overigens kleiner dan de kans die men loopt om door de bliksem te worden getroffen. De gemeenschappelijke markt was volgens een aan tal ondervraagden „de plaats waar de gemiddelde Europe aan gaat winkelen". De opiniepeilingen geven, voorzover zii met de nodige zorgvuldigheid worden uitge voerd, een vrij precies beeld van wat de gemiddelde Ame rikaan denkt en hoe hij rich in de stembus denkt te gaan uiten. De jongste verkiezingen zijn door de opiniepeilers echter van alle spanning ontdaan Ze zijn te goed geworden. BERT VAN VELZEN. r<

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 19