Westduitse verkiezingskoorts morgen naar climax
POGING OM DE WEG TE WIJZEN IN DE POLITIEKE DOOLHOF
Politici hebben recht op onze burgerzin
71 neder land
MjJwaarheen'i
Opinie
peilers
Volle zalen
Nek-aan-nek
Rode verf
Aalglad
Amerikaans
Poolse landdag
De Kiezer
EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE L NGEN PE L NGEN PE L NGEN PEILINGEN PE UNGEN
LINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN PEILINGEN PEILINGE
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
BRANDT OF
BARZEL
EEN ECIITE
KEUZE
WILLY BRANDT.
RAINER BARZEL.
(Van onze redactie
buitenland )-
BONN In de Westduitse
Bondsrepubliek is morgen
de spanning te snijden, ge
lijk de overbekende „Ku
chen" die elke zichzelf res
pecterende Duitse huisvrouw
zondags op tafel zet. Brandt
of Barzel, wie zal het wor
den Willy Brandt, de tot
ver over de grenzen beken
de „vredesapostel" uit het
sociaal-democratische kamp,
of Rainer Candidus Barzel,
de veel minder bekende
kandidaat der christen
democraten. Het zal er
om houden, zo is uit de laat
ste verkiezingsenquêtes ge
bleken, wie de nieuwe
Bondskanselier wordt, Wil
len de Westduitsers het be
leid van de afgelopen drie
jaar voortgezet zien, met
naast SPD-Brandt de libe
rale leider Scheel, of willen
ze de Straussen, de Kicsin-
gers en de Erhardts terug
onder aanvoering van de
nieuwe CDU-favoriet: „Rai
ner, sonst keiner", zoals een
verkiezingsleus het wil Uit
de hier volgende schildering
van beide kandidaten en
hun partijen, moge blijken
dat de Westduitsers morgen
voor een echte keuze tussen
twee verschillende politieke
visies staan.
In de afgelopen weken heeft
de verkiezingskoorts in de
Bondsrepubliek alle vorige
strepen op de thermometer
ver onder zich gelaten.
Voor de eerste keer in de
geschiedenis van de Bondsre
publiek kwam men op uitge
breide schaal leuzen tegen als:
,.Stem voor Willy (Brandt)",
„Ik geef de voorkeur aan de
CDU" of „Voorrang voor ge
zond verstand", wat de lijf
spreuk is van de liberalen.
Deze volkscampagne was
overal zichtbaar, op straat en
op pleinen in steden waar zich
spontaan groepen vormden die
hartstochtelijke discussies
voerden. De particuliere auto's
gingen een nieuw duel aan
aan de soortgenoten tonen
naar wie hun voorkeur uit
gaat. De automobilisten gaven
via plakkaten op de achterruit
te kennen: „Ik prefereer
Brandt-Scheel boven Barzel-
Sfrauss", „Willy moet bfijveh"
of „Ik loop beter en sneller
met de CDU"
In alle steden tonen enorme
aanplakborden het gerimpelde
gezicht van Wiilly Brandt, de
vertrouwde lach van Walter
Scheel of „de ploeg van Bar
zel" die onder eenzelfde ba
nier Franz Josez Strauss, de
sterke man van Beieren, laat
zien, oud-minister van buiten
landse zaken Gerhard Sehroe-
der en Hans Katzer. vak
bondsman en oud-minister van
arbeid.
De voornaamste acteurs van
de campagne hebben geen en
kele moeite volle zalen te
trekken, of het nou in Beieren
is in de „zekere districten"
van Franz Josef Strauss, in
Rijnland-Westfalen waar Rai
ner Barzel een grote populari
teit geniet of in het Ruhrge-
bied waar kanselier Willy
Brandt wordt ontvangen als
„een profeet".
Al bij al een voor Neder
landse begrippen waar toch
ook verkiezingen voor de deur
staan ongekende opwin
ding.
Een lachende getaande Willy
Brandt kijkt vol vertrouwen
vanaf reclameborden geheel
West-Duitsland in en geeft de
boodschap: „Duitsers, we Kun
nen trots zijn op ons land.
Stem Brandt". Na slechts drie
jaar als hoofd van de eerste
door socialisten geleide rege
ring in meer dan 40 jaar heeft
Brandt - zijn functie op de
weegschaal moeten leggen-
Zijn sociaal-democratische
partij (SPD) en zijn kleine
vrije-democratische (FDP)
bondgenoten hebben door de
naderbij geslopen patstelling in
de bondsdag een beroep op de
Westduitse kiezers moeten
doen hun een nieuw man
daat te geven. Bij een neder
laag van de oppositionele
christen-democraten ligt er
hun belofte een nieuwe cen
trum-linkse coalitie te vor
men.
De laatste opiniepeilingen
hebben een nelc-aan-nek-race
voorspeld. De grootste zorg
voor Brandt en de meeste
Duitse politici is dat het in
derdaad een gelijk spel of een
bijna-geüjk-spel wordt, waar
door de kiezers gedwongen
zouden zijn in de nabije toe
komst opnieuw naar de stem
bus te gaan. Uiterlijk lijkt
Brandt hierom echter niet te
malen. Zou hij een nieuwe
regering vormen als hij slechts
een geringe stemmenraeerder-
heid behaalde!' werd hem ge
vraagd. „Ja", was zijn ant
woord. „Brandt, de kanselier
van het vertrouwen", staat er
op de verkiezingsaffiches van
de SPD.
fn enkele christen-democra
tische bolwerken is zijn foto
besmeurd met rode verf.
Woordvoerders van de opposi
tie zoals de 75-jarige oud-kan
selier Ludwig Ei-hardt hebben
Brandt gekwalificeerd als „ge
vaarlijk rood". Maar de n-obel-
prijsdrager koestert zich in
een van zijn grootste pluspun
ten: zijn grote populariteit bij
de Westduitse arbeiders. Zij
stromen massaal samen om
hem te horen en het applaus
verstomt niet', zelfs als de
kanselier door de inspannende
campagne vermoeid is en
enigszins uitgeblust lijkt.
Brandts liberale coalitiegeno
ten hebben hun lokroep aan
de kiezers voornamelijk geba
seerd op de persoonlijkheid
van hun leider, minister van
buitenlandse zaken Walter
Scheel. De 53-jarige, zilverha-
rige Scheel is een vlot rede
naar. een bekwaam parlemen
tair vechter en. in de laatste
drie jaar, West-Duitslands ver
tegenwoordiger aan de inter
nationale conferentietafel. Hij
is er zich vain bewust de man
te zijn die kan beslissen over
het resultaat van de komende
parlementaire verkiezingen.
Met uitzondering immers van
een korte CDU-regering-Kon-
rad Adenauer is geen van de
twee grote partijen er de afge
lopen 23 jaar iin geslaagd zon
der de FDP een regering te
vormen. De weegschaal staat
onder zijn voogdij.
Maar Scheel heeft ook grote
zorgen. Hij wenst de wijzer
dit keer opnieuw ten gunste
van de SPD te laten doorslaan.
De grote vraag is echter of de
FDP genoeg stemmen zal be
halen om een nieuwe coalitie
met Brandt mogelijk te ma
ken. Het Westduitse kies
systeem bepaalt dat de deuren
van een nieuwe bondsdag ge
sloten zijn voor een partij die
er niet in slaagt minstens vijf
procent vain het totaal aantal
stemmen te behalen. Deze re
gel is bedoeld om de talrijke
splinterpartijen buiten te hou
den die bijvoorbeeld verant
woordelijk waren voor de la
biele situatie tijdens de repu
bliek Weimar in de jaren
twintig. De FDP behaalde in
1969 een percentage van
5.8.
Brandt en Scheel hebben
hun campagne in belangrijke
mate geënt op het succes van
de zogenaamde „Ostpolitik" of
de politiek ter verbetering van
de betrekkingen met commu
nistisch Oost-Europa. In 1970
„bewees West-Duitsland de
wereldvrede een niet geringe
dienst" door niet-aanvals- en
normaliseringsverdragen af te
sluiten met respectievelijk
Rusland en Polen. De kroon
werd een goede week geleden
op het werk gezet met het „in
humanitair opzicht zo belang
rijke" basisverdrag tussen de
bondsrepubliek en de achter
De Muur gelegen DDR. Brandt
sprak van een ..breken van
het ijs" tussen de twee helften
van het verdeelde Duitsland.
Beide „vredesapostelen"
kunnen echter het belangrijk
ste verkiezingsthema van de
oppositie niet negeren. Met
een elan en deskundigheid als
of ze bij CDU-leider Barzel
persoonlijk waren schoolge
gaan, werpen kiezers hun voor
de voeten dat de prijzen dit
jaar met 6,4 procent zijn ge
stegen.
Amerikaanse stijl uitgevoerd
verkiezingsinsigne met de
CDU-leus: „Wij bouwen voor
uitgang op stabiliteit".
Barzel heett tijdens de oarn-
pagne samen met zijn CSU-
collega Franz Josef Strauss
het geliefde strijdros bereden
de inflatie. Gesteund door
de familie Adenauer, door
oud-kanseliers Kiesinger en
Erhardt heeft hij zonder 'op
houden beklemtoond dat socia
lisme synoniem is aan duur
leven en vermindering van
koopkrach
Aan de andere zijde van de
demarcatielijn staat Rainer
Candidus Barzel. Hij lijkt
enigszins maar alleen van
gezicht op een Jongere,
gladdere George McGovern.
Als een Amerikaanse presi
dentskandidaat doorkruist hij
het land, pogend zich beter
bekend te maken bij het kie
zersvolk. Tegen het einde van
een slopende verkiezingscam
pagne van zes weken, zo ver
tellen zijn medewerkers, heeft
hij meer dan 150 toespraken
gehouden meestal varianten
op dezelfde toespraak afge
zien nog van de televisiede
batten, interviews en perscon
ferenties. Hij draagt een in
„Winnaar of verliezer, Rainer
Barzel strijdt een moeilijke
strijd. Opiniepeilingen hebben
hem een achterstand in per
soonlijke populariteit van zijn
tegenstander Willy Brandt ge
geven van 2653.
Een bron van grotere zorg
voor zijn medewerkers is dat
hij ook de populariteitscijfers
van zijn partij niet haalt en
zelfs achterligt op oud-minis
ter Gerhard Schroeder, een
andere CDU-topman. De gelij
kenis met McGovern is slechts
oppervlakkig. Barzel is vlak,
glibberig sommige critici
spreken van aalglad een
geducht politiek strijder en
een goed verkiezingsredenaar
na de recente sprekerslessen
die hij heeft genomen. Maar
hij is nog steeds de „onbeken
de kandidaat" voor miljoenen
Duitse kiezers. Het is ook
maar net een ruim jaar gele
den dat hij het CDU-leider-
schap van Kurt Georg Kiesin
ger overnam.
Er is een tijd geweest dat
vrij veej kranten de lezers
bjj verkiezingen stemadvie
zen verstrekten. Dat ver
schijnsel blijft tegenwoordig
beperkt tot een paar partij
kranten. De Waarheid wekt
op tot het stemmen op de
CPN, zoals het Nederlands
Dagblad zijn abonnees de
heer Jongeling van het GPV
aanraadt. Maar die wisten
dat al. Lezers, dat wil zeg
gen kiezers, zijn mondig ge
worden en weten zelf wel
welk rondje in het stemhok
je rood moet worden ge
maakt.
Dat is althans een fictie
die men graag zou willen
volhouden. Want dan komt
de opiniepeiling om die illu
sie te verstoren: één op de
drie weet 't nog niet en de
jongeren weten het al hele
maal niet. Geen opwekkend
beeld voor een land dat zich
graag tot de hoogst ontwik
kelde van de wereld rekent.
Want onze samenleving, zo
wel materieel als moreel, is
afhankelijk van de daadwer
kelijke belangstelling d:
burgers voor het
van de gemeense'-:
dag leggen.
Het is in -nuim'ge kringen
gebruik om malen over de
parlementaire democratie. In
de democratie wordt alles en
allen over één kam geschoren,
waardoor de middelmatigheid
triomfeert. Een genie krijgt
geen kans in de democratie,
beweert men dan. Verder kan
men horen dat door al die
„praatcolleges" de democratie
nooit slagvaardig kan zijn.
Weer anderen beweren dat al
die ministers, kamer-, staten-
en gemeenteraadsleden een
heleboel geld kosten en al die
ontevredenen vinden elkaar in
de verzuchting dat de staats
zaken maar het best aan „een
sterke man" kunnen worden
toevertrouwd.
Dat Nederland enige, niet zo
prettige, ervaring heeft opge
daan mét wat men dan „een
sterke man" belieft te noemen,
is men dan blijkbaar al weer
vergeten. Het is waar dat er
sterke mannen in soorten zijn.
maar in een land als Frank
rijk, waar sedert 1958 verlich
te despoten aan de macht zijn,
is het ook niet allemaal bo
tertje tot de boom. Integen
deel: de schandalenreeks heef'
er ongekende afmetingen aar
genomen.
Natuurlijk komen er ook in
emocratieën schandalen en
xcessen voor, maar dank zij
ie vrijheid van meningsuiting
on de persvrijheid worden zij
in de democratie veel eerder
aan de kaak gesteld dan onder
al 'of niet verkapte autoritaire
regimes. In Duitsland kon een
miljoenenvoudige moord op-
joden en zigeuners uit de
krant blijven, in Nederland en
in Frankrijk onder de Vierde
republiek (van voor 1958)
werd elke incidentele uitspat
ting in Indonesië of Algerije
door een kritische pers en
bestuur van onze samenleving
best wat tijd en moeite mag
kosten. Wie die er niet voor
over heeft, verspeelt eigenlijk
z'n recht op inspraak en me
dezeggenschap. Nu worden er
de laatste jaren erg veel, te
veel, pogingen ondernomen om
door de oppositiepartijen
gesignaleerd. En wat men de
democratie ook aan tekortko
mingen mag aanwrijven, bui
ten kijf staat haar vredelie
vend karakter waardoor al
le veranderingen langs de weg
der geleidelijkheid kunnen
worden verkregen en het
ingebouwde vermogen haar ei
gen feilen te corrigeren.
De klacht dat de democratie
„duur" zou zijn, gaat evenmin
op. Dat verwijt is trouwens
absurd na een tweede wereld
oorlog die door de vijanden
van de democratie werd ont
ketend: een van de zwaarste
offers die ooit van de mens
heid werden gevergd.
Maar de democratie is zo
ingewikkeld, met al die verte
genwoordigende lichamen, al
die voorstellen en debatten, al
die geleerde woorden'.
In ons eerste artikel schre
ven we al dat een zo gewichti
ge en ons allemaal rakende
zaak als de inrichting en het
de democratische bestuursvor
men wat te vereenvoudigen
Dat gebeurt dikwijls op foute
manieren. Er is bijvoorbeeld
op zienzelf niets tegen actie
groepen. Die kunnen volksver
tegenwoordigers wat onder
druk zetten om bepaalde za
ken te versnellen. Maar een
actiegroep kan nooit in de
plaats van een gemeenteraad,
de provinciale staten of de
kamer treden.' daarvoor is
haar doel te beperkt (het gaat
meestal om slechts één heel
concreet ding van lokale aard,
bijvoorbeeld het plaatsen van
een verkeerslicht bij een
kruispunt) en is ze ook te
willekeurig samengesteld.
De actiegroep is een uit
vloeisel van de roep om „di
recte democratie", een soort
volksvergadering waarin ie
dereen stemrecht heeft, ieder
een mag meepraten, waarin
dus ook toevallige meerderhe
den voor bepaalde voorstellen
ontstaan, die achteraf helemaal
tegen de zin blijken van dege
nen die thuisgebleven waren.
Kortom, de directe democratie
leidt tot babylonische spraak
verwarring en Poolse landdag
toestanden. Aan actiegroepen
kleeft bovendien nog een an
der bezwaar: ze verlopen snel
omdat hun oogmerk te veel
inzet van de leden vergt of
onbereikbaar blijkt. In hele
kleine gemeenschappen (het
gezin bijvoorbeeld of kleine
bedrijven) kan de directe de
mocratie nog wel functioneren,
zodra men met grote groepen
te maken heeft kan 't om
praktische redenen niet meer.
Daarom werken grote organi
saties (Rode Kruis, ANWB,
vele omroepverenigingen, co-
operaties) ook met een leden
raad, die volgens hetzelfde
principe als een gemeenteraad,
de provinciale staten of de
Tweede Kamer door en uit de
leden wordt gekozen. Wie als
„gewoon" lid wat gedaan wil
krijgen, wendt zich tot het
dichtstbijziinde of het meest
nastaande lid van de leden
raad* die daarop het bestuur
attaqueert.
Precies hetzelfde gebeurt
dus bij de volksvertegenwoor
diging. Het aardige van de de
mocratie nu is, om het even of
het nu om een omroepvereni
ging of om het parlement gaat,
dat niemand van de gekozenen
voor zijn hele leven zeker van
zijn zetel is. Democratie be
rust op gecontroleerd vertrou
wen of, minder vriendelijk,
georganiseerd wantrouwen.
Wie als gemeenteraadslid,
lid van provinciale staten of
kamerlid niet goed gewerkt
heeft, wordt niet herkozen.
Die periodieke keuring van de
prestaties heeft telkens plaats
als er verkiezingen worden
gehouden. De eerste keuze
komt daarbij toe aan de actie
ve leden der partijen, dat wil
zeggen van degenen die de
moeite nemen op vergaderin
gen te komen en de stukken
te bestuderen. Natuurlijk
wordt daarbij ook een beetje
geconspireerd en geïntrigeerd,
want in de politiek ontkomt
men niet aan de menselijke
ij delheid en eerzucht. Maar
daar is iedereen bij, dus als
die eigenschappen te hinder
lijk worden, kunnen ze gecor
rigeerd worden. Wie als niet-
lid van een partij het niet
eens is met de volgorde op
een kandidatenlijst kan daarop
invloed uitoefenen door het
uitbrengen van een voorkeur
stem. Hij kiest dan niet num
mer één van die lijst, maar de
kandidaat waarin hij een wel
behagen heeft.
Daarmee zijn we alweer bij
de man en vrouw terug waar
alles om" draait: de kiezer, dat
wil zeggen de volwassen of
volwassen .geachte staatsbur
ger. Hij heeft 't voor 't zeg
gen, maar hij moet in de eer
ste plaats zeil weten wat hij
nu eigenlijk wenst te zeggen
en hij moet er rekening mee
houden, dat grote groepen an
deren heel wat anders kunnen
willen dan hij en dat die ook
hun plaats onder de zon ver
dienen.
Om eens gevaarlijk concreet
te worden: de kièzers moeten'
bij zichzelf te rade gaan of zij
eigenlijk wel tevreden zijn
met de Nederlandse maat
schappij van vandaag of dat
zij menen dat die wei voor
verbetering vatbaar is of dat
die radicaal veranderd dient te
worden. De Nederlandse poli
tieke partijen zijn naar die
criteria schematisch in te de
len.
En natuurlijk mag men ook
zeer zwaar wegende detail
punten laten meespreken om
die keuze te bepalen, bijvoor
beeld of men het eens is ge
weest met het schoolgeldbe-
leid ol met de verkeersfonds-
tdeeën of met de huurharmo-
nisatie, om maar een paar
punten te noemen. Op de in
komensverdeling komen wij
trouwens in ander verband
nog terug.
Om op verantwoorde wijze
zijn stem te kunnen uitbren
gen dient men nu eenmaal een
minimum aan burgerzin op te
brengen Die burgerzin bestaat
dan in een redelijke belang
stelling voor de problemen
waarmee het land te maken
heeft. Degenen die zich inzet
ten voor de publieke zaak,
door zich kandidaat te laten
stellen voor de Tweede-K •iner
o: een ander vertegenwoordi
gend lichaam, mogen dat mini
mum aan burgerzin van ons
eisen.
JOOP BARTMAN
WASHINGTON Houd er
m godsnaam over op. Dat
kon men in Amerika maar
al te vaak te horen krijgen
wanneer men, zodra er niets
meer over het weer te zeg
gen viel, het onderwerp ver
kiezingen aansneed.
In de verkiezingsniacht zijn
miljoenen Amerikanen naar
bed gegaan toen de blizzard
van verkiezingsuitslagen nog
maar nauwelijks was begon
nen. De commentators en
analisten, zwaargewichten
als Eric Sevareid, Theodore
(the making of the presi
dent) White en David Brink-
ley bleken plotseling oud,
vermoeid en verveeld.
Er gingen klachten op dat de
opiniepeilers de verkiezingen
hebben vermoord. De laatste,
echte peiling van de kiezers,
was een formaliteit gewor
den. Gallup en Hariris wisten
het al maanden geleden.
De laatste keer dat de opinie
peilers zich deerlijk vergis
ten was in 1948, toen Harry
Truman tot verbijstering van
de republikeinen Thomas De
wey versloeg, Tinman heeft
nog steeds een oude editie
van de Chicago Tribune met
de duimdikke kap op de
voorpagina „Dewey Defeats
Truman" en op de ochtend
na de verkiezingsdag van
1948 liepen commentators,
opiniepeilers en andere poli
tieke waarzeggers „met ei op
het gezicht" zoals het hier
wordt geformuleerd.
De vraag in hoeverre de opi
niepeilingen het gedrag van
kiezers beïnvloeden is moei
lijk te beantwoorden. Politie
ke geldschieters houden er
echter terdege rekening mee
en negatieve resultaten in de
opiniepeilingen dragen er in
hoge mate toe bij dat verkie
zingsfondsen wegsmelten als
sneeuw voor fle zon.
George Gallup is de groot
meester van het peilingsvak.
Hij doet het al 37 jaar en hij
had een verblindend succes
in 1936. toen hij de nederlaag
van Alf Landon voorspelde.
Het resultaat, van zijn pei-
lingsarbeid is samengevat in
een driedelig boekwerk van
2500 bladzijden onder de titel
,The Gallup Poll public
opinion 1935 - 1971" dat door
Random House is uitgegeven
en dat 95 dollar (ruim 300
gulden) kost. Men vindt in
deze bijbel voor exegeten
van volksgedrag de antwoor
den op zo'n 20.000 vragen die
veelal betrekking hebben op
ziaken die op de voorpagina's
van de Amerikaanse kranten
nebben gestaan.
Enkele opmerkelijke gege
vens uit de schatkamers van
George Gallup:
Nixon duikt voor het
eerst in 1953 in de Gallup-
Pol' op. Acht van de tien
Amerikanen wisten toen wie
hij was, namelijk vice-presi
dent van de Verenigde Sta
ten. Iets minder dan de helft
van het publiek had toen een
goede dunk van hem.
Vijf jaar later bleek dat
Billy Graham, de racistische
gouverneur van Arkansas en
Jonathan Salk (van het polio-
vacciri) tot de tien meest
bewonderde mannen ter we
reld behoorden. In die lijst
waren Harry Truman en
Douglas McArthur afwezig.
Het blijkt dat in 1939
slechts 41 procent van de
Amerikanen lust had om in
een commercieel vliegtuig
over de oceaan te vliegen.
In 1944 vond 13 procent
dat alle Japanners voor het
einde van de oorlog dienden
te worden uitgeroeid, bij
voorkeur door middel van
een langzame, afschuwelijke
dooa.
In diezelfde tijd bleek 5
procent van de door Gallup
ondervraagdenzeer verge
vingsgezind te zijn voor
Adolf Hitler.
De peilingen duiden op een
opvallende mate van politie
ke onwetendheid. Minder dan
de helft van de Amerikanen
weet welke senators hen in
Washington vertegenwoordi
gen De opiniepeilers zien er
van af om controversiële
vragen te stellen. Vragen
over sex zijn taboe en een
suggestie om het publiek te
peilen omtrent de vraag of
Lyndon Johnson berecht
dient te worden op grond
var de oorlogsmisdrijven
werd door Gallup afgewezen.
De kans om door een opinie
peiler in Amerika te worden
ondervraagd is overigens
kleiner dan de kans die men
loopt om door de bliksem te
worden getroffen.
De gemeenschappelijke
markt was volgens een aan
tal ondervraagden „de plaats
waar de gemiddelde Europe
aan gaat winkelen".
De opiniepeilingen geven,
voorzover zii met de nodige
zorgvuldigheid worden uitge
voerd, een vrij precies beeld
van wat de gemiddelde Ame
rikaan denkt en hoe hij rich
in de stembus denkt te gaan
uiten.
De jongste verkiezingen zijn
door de opiniepeilers echter
van alle spanning ontdaan
Ze zijn te goed geworden.
BERT VAN VELZEN.
r<