Moderne muziek uit oude bronnen
7
binnenland
buitenland
Geboorte
Tournee
Drumband
Subsidie
Instelling
VERMOMMING
EL./JL. *71/*7H
o e a o 0 s e
DETAILS
WAAKZAAM
Bernard van den Boom bewees vooral met zijn Missa
Kwago, die in 1963 op de plaat verscheen, dat hij als een
van de weinige Europeanen tot het wezen van de Afri
kaanse muziek heeft weten door te dringen.
In 1951 kwam de Bre-
danaar Bernard van den
Boom als missionaris in
Zaïre, het vroegere Kongo,
terecht. Daar maakte hij
kennis met het leven in
de Afrikaanse binnen
landen. Hij deed er
achttien jaar „klassiek"
missiewerk, zoals hjj het
zelf noemt. Daarna trouw
de hij en op het ogenblik
werkt hij als een soort
vormingswerker in een
protestants jeugdcentrum
in de hoofdstad van
Zaïre. Kinshasa.
Door zijn muzikale be
gaafdheid is hij een van
de weinige Europeanen,
die het innerlijk wezen
van de Afrikaanse muziek
heeft weten te door
gronden. Als zanger en
gitarist heeft hij met zijn
volksliedjes bekendheid
gekregen in een groot
aantal landen in Europa en
Amerika.
Momenteel houdt hij zich
voornamelijk bezig met de
folkloristische zang- en
dansgroep Chem Chem
Yetu, die hij uit de
bezoekers van het jeugd
centrum heeft
gerecruteerd.
Het is de tweede zang- en
dansgroep, die hij rond
zich heeft verzameld. In
1967 maakte Van den
Boom een wereldtournee
met Les Petits Chanteurs
et Danseurs de Kenge.
Een zang- en dansgroep
van Afrikaanse jongens.
Ze traden toen onder meer
ook in Breda en Etten-
Leur op, waar ze veel
succes hadden. In 1963
en '64 kwamen er twee
elpees van de groep uit
met door Van den Boom
tot missen bewerkte
oorspronkelijke Afrikaan
se volksmuziek. Ook
Chem Chem Yetu heeft
al een elpee en verschil
lende singletjes gemaakt.
Voor het komend jaar
staat een tournee door
Europa op stapel. Met hei
opwekken van de
belangstelling voor de
oude religieuze volks
muziek in Afrika hoopt
Van den Boom een tegen
wicht te bieden tegen de
Westerse invloeden, die
het cultuurpatroon van
de Afrikaanse volken
geheel dreigt te over
spoelen.
Vrolijke Chem Chem Yetu-jongens in de koninklijke
klederdracht van de Tutsi-dansers.
CHEM CHEM YETU
De volkeren in Afrika heb
ben te kampen met een enorm
minderwaardigheidsgevoel.
Dat is niet te verwonderen. De
westerse landen hebben de
Afrikanen altijd het gevoel
gegeven, dat in het westen al
les beter is. Afrika heeft eeu
wen van slavernij en kolonia
lisme achter de rug, waardoor
het overspoeld is met uit
heemse culturen. Ook het
werk van de kerken heeft tot
het inplanten van de westerse
cultuur bijgedragen. De spo
ren, die dit alles heeft nagela
ten zijn niet gemakkelijk uit
te wissen. Dat zegt Bernard
van den Boom. Hij wil de Afri
kanen er bewust van maken,
De drumband van het jeugdcentrum in de uniformen, die van de Bredase Laurens-
drummers zijn geweest.
dat zij niet onder behoeven te
doen voor het westen. Dat dat
gebeurt is broodnodig, zegt
hij, want anders gaat de ziel
van het hele Afrikaanse volk
eraan.
Bernard van den Boom,
kwam 21 jaar geleden als mis
sionaris naar Afrika. Zijn
werkterrein ligt nu voorname
lijk in Zaïre. Hij wordt er de
blanke tovenaar genoemd.
„Dat is tekenend voor de ma
nier, waarop de zwarte bevol
king opkijkt naar alles wat er
uit het westen komt", zegt
Van den Boom. „De mensen
hier zeggen dikwijls tegen me.
„Wij hebben niets, dat goed
is". Wanneer wij, westerlingen
op de oude manier door gaan
met ons werk hier, dan krij
gen de Afrikaanse volkeren
nooiit een gevoel van eigen
waarde. De Afrikanen wordt
wel eens verweten, dat ze lui
zijn. Maar dat is niet te ver
wonderen, wanneer er zo wei
nig vertrouwen bestaat in ei
gen kunnen.
Dat gebrek aan zelfvertrou
wen is niet terecht, want met
hun cultuur hoeven de Afri
kaanse volkeren op geen en
kele manier onder te doen
voor de westerse. Dat kun je
ook aan hun muziek horen.
Het leven in de Afrikaanse
binnenlanden is van de ge
boorte tot de dood doorspekt
met muziek, zang en dans. Dat
begint al bij de geboorte en
dat eindigt pas bij de dood.
Afrika kent een geweldig aan
tal vormen van muziek. Net
als de westerse wereld bij
voorbeeld zijn pop, jazz en
klassieke muziek heeft, zo
kent ook de Afrikaanse mu
ziek een veelheid van gedaan
ten. De Afrikanen zijn echter
gaan denken, dat hun muziek
niet zoveel voorstelt. Men
loopt bijna alleen warm voor
Europese en vooral Zuiid-Ame-
rikaanse muziek, die vreselijk
overschat wordt. De eigen bin-
Ook in de klederdracht probeert Chëm Chem Yetu de afstand tussen nu en het
verleden te overbruggen.
nenlandse muziek, zang en
dans krijgt nawelijks aan
dacht". Bernard van den Boom
wil daar verandering in bren
gen.
ln 1968 verliet Van den
Boom het Kongolese Kenge en
daarmee Les Petits Chanteurs
et danseurs. De eerste folklo
ristische zang- en dansgroep,
die Van den Boom in Afrika
oprichtte en waarmee hij een
tournee maakte naar Noord-
Amerika en Europa. Daarna
trouwde hij en ging met zijn
vrouw werken in een jeugd
centrum in Kinshasa, waar
jonge Afrikanen vaardigheden
kunnen leren in bijvoorbeeld
stenografie en handwerken.
Van den Boom werd belast
met het organiseren van de
culturele activiteiten van de
verschillende jeugdgroepen.
Hij werkt er nu samen met
zo'n 500 jongens en meisjes
afkomstig uit de verschillende
lagere scholen in de hoofdstad
van Zaïre. Ze proberen de ou
de melodieën fabels en legen
des van hun voorvaderen weer
tot leven te brengen. Om die
oude bronnen op te sporen
moet men dikwjijls diep de
binnenlanden intrekken. De
oude melodieën en liederen
worden door Van den Boom zo
bewerkt, en gearrangeerd, dat
ze gebruikt kunnen worden
maar ze worden nauwelijks
veranderd.
De jongens en meisjes zijn
in verschillende groepen ver
deeld. Zo is er onder meer ook
een drumband en een fanfare.
Hoofdgroep is Chem Chem
Yetu („onze bron"), die fol
kloristische en religieuze mu
ziek- en dansen brengt.
„De animo ervoor was in
het begin niet zo groot zegt
van den Boom, maar naarmate
iedereen zich meer bewust
met de muziek ging bezighou
den, werd het enthousiasme
steeds groter. De jongeren die
deel uitmaken van Chem
Chem Yetu moeten twee tot
drie keer per week zo'n 7 tot
10 kilometer heen en terug
lopen om aan de repetities
deel te nemen".
De activiteiten van Van den
Boom worden sinds enige tijd
financieel gesteund door de
Duitse organisatie voor ont
wikkelingswerk „Diensten im
Ubersee". De Nederlandse or
ganisaties voor ontwikkelings
hulp, die hij benaderd had,
hebben volgens hem niet op
zijn verzoek om subsidie gere
ageerd. Deze zomer was Ber
nard van den Boom twee
maanden op vakantie in Euro
pa. Van die vakantie is echter
niet zo erg veel terecht geko
men, want van zijn verblijf in
Europa heeft hij druk gebruik
gemaakt om een tournee voor
te bereiden, dat hij volgend
jaar met Chem Chem Yetu
door Europa hoopt te maken.
Het is de bedoeling, dat de
groep dan optreed in het ka
der van een congres van de
Unicef, dat in Rome wordt ge
houden. Vanuit Rome hoopt
Van den Boom met de groep
ook een aantal plaatsen in
Duitsland te bezoeken en mis
schien ook weer in Nederland,
zoals in 1967 met Les Petits
Chanteurs et Danseurs de
Kenge.
Van den Boom hoopt dat de
tournee van Chem Chem Yetu
ook weer een beetje bij kan
dragen tot een veranderde in
stelling in Europa tegenover
de ontwikkelingshulp. „In een
van de Duitse kerken, waar ik
afgelopen zomer was, hing een
poster die een inzamelingsac
tie voor ontwikkelingshulp
aankondigde, zegt hij. Daarop
stond een foto van een vrouw,
die smekend haar hand om
hoog houdt. Dat laat zien dat
er in het westen toch nog wel
eens verkeerd tegen de situa
tie wordt aangekeken.
Met zoiets kun je gelukkig
in Afrika moeilijk meer aan
komen. Dat zien ze als iets
vernederends. De mensen zijn
er zich zo langzamerhand wel
van bewust geworden, dat ze
worden uitgezogen. Ook in Af
rika gaat men de ontwikke
lingshulp steeds meer als een
plicht zien".
HENK POSTMA.
EL AL: De taaiste luchtreder
VAN al de luchtvaartmaat
schappijen met werkelijk
roemruchte en wereldwijd
bekende namen, is El Al, de
Israëlische luchtvaartmaat
schappij de jongste. Pas na
de tweede wereldoorlog ge
boren, net als de staat Israël
zelf, in een kraamkamer vol
politiek geweld, intrige en
oorlog, groeide „de taaiste
luchtlijn ter wereld" naar
volle wasdom.
Zoals vrijwel alles in Israël
is ook El Al nauw verbonden
geweest met de opkomst, het
wel en het wee van de staat.
Toen in 1967 de Sinaï-campag-
ne losbarstte bijvoorbeeld,
sloegen de Boeings van El Al,
samen met militaire transport
vliegtuigen, een luchtbrug van
de Nederlandse vliegbasis Gil-
ze-Rijen naar het bedreigde
Land van Belofte om overcom
plete Nederlandse luchtdoel-
artillerie over te vliegen.
Israël kreeg El Al tegelijk
met zijn eerste president,
maar was zich daarvan niet
meteen bewust. Toch was het
zo want het eerste Israëlische
„burgervliegtuig" dat het
luchtruim koos was een haas
tig beschilderde militaire Sky-
master die Israëls eerste presi
dent Chaim Weizman en
dienst vrouw oppikte in Gene
ve om hen neer te zetten in
het noordelijke deel van de
Negev-woestijn op een strip
die de wijdse naam „vliegba
sis Ekron" droeg. Nog geen
v'jf minuten voor de Skymas-
ter landde had een bull-dozer
een kort tevoren over de kop
geslagen vliegtuigje weg moe
ten schuiven van de enige lan
dingsbaan op Ekron, die ge
schikt was voor zware vlieg
tuigen.
De retourvlucht naar Genè-
ve om president Weizman op
te halen bleef ongezien door
de (toen) boven Israël opper
machtige Egyptische lucht
macht, ongezien ook door de
Britse en Amerikaanse gehei
me dienst en nagenoeg onop
gemerkt door de Zwitserse
luchthavenautoriteiten die
overigens wel wat vreemd
hadden aangekeken tegen dat
toestel van de volstrekt onbe
kende luchtvaartmaatschappij
EI Al.
De „gezagvoerder" Hal Au-
erbach (ex-Amerikaanse
luchtmacht en nu Israël-vrij
williger) betaalde contant op
de luchthaven van Genève
omdat hij er niet ten onrechte
van uitging dat de nog nooit
eerder vernomen naam El Al
weinig kredietwaardig zou a a it
blijken te zijn. Met grote KlbKAN I
zorgvuldigheid had in Israël
Joshua Marash, een vroegere
employé van Trans World Air
lines en nu inlichtingen offi
cier in Israël, een mooie papa-
rassenwinkel opgezet waaruit
de Zwitserse autoriteiten
moesten opmaken dat El Al
een heuse luchtvaartmaat
schappij was. Hoewel er aam
Zwitserse kant enige aarzeling
te bespeuren was geweest,
werkte ook dit deel van de
vermomming. Ook was er een
geheime dienst man aan boord
die voor militair attaché speel
de in een geïmproviseerd uni
form. Geïmproviseerd omdat
de Israëli's toen het was
1948 nog geen attachés
hadden en zelfs nog geen tijd
hadden gehad om voor hun
leger uniformen te ontwer
pen.
Het was een riskante aange
legenheid, vooral met het oog
op de Egyptische heerschappij
in de lucht boven Israël. Het
risico werd geïllustreerd door
de aanwezigheid in de Sky-
master van een dubbele be
manning, alleen bestaande uit
vrijwilligers die naar Israël
waren gekomen om de nog
jonge staat te vuur en te
zwaard veilig te stellen. Onder
hen bevond zich ook een Ne
derlander, de navigator Yehu
da Shimoni die hoe komen
ze erop „de Vliegende Hol
lander" werd genoemd. De
steward was de onder vliegers
populaire „maitre d'hotel"
Norbert Salomon van het Ar-
mon Hotel in Tel Aviv en om
het voor de Zwitsers allemaal
nóg overtuigender te maken,
kwam er ook een „stewar
dess" aan boord, Miriam Gold,
een meisje dat bij de lucht
macht werkte.
Toen de Skymaster met zijn
kostbare lading tot stilstand
kwaim op het platform van de
Kgüüüï'™!!!SSSÏBSS!$S*S«vHSE'Tïi
vliegbasis Ekron wend het in
het oosten dag. Even later zag
een ontroerende president
Weizman de zon opstijgen bo
ven de heuvels van Jeruzalem.
Hu was thuis.
Of het toeval is geweest of
de bewuste beslissing van ie
mand met gevoel voor traditie
is niet meer te achterhalen,
maar de Skymaster die een
jaar eerder president Weizman
had opgehaald in Genève,
werd tenslotte El Al's eerste
echte burgervliegibuig. Al
gauw kwamen er twee Com
mando-transportvliegtuigen
bij, eveneens overgedragen door
het militaire transportcom
mando. Passagier op de aller
eerste „echte" burgervlucht
van El Al was Golda Meir,
toen leidster van een rege
ringsdelegatie naar Parijs. Met
zijn drie vliegtuigen werd El
Al toch nog een „hoge hoed op
een naakte man" genoemd. Ei-
waren in Israël zulke giganti
sche taken uit te voeren, dat
in de ogen van velen een bur-
gerluchtvaartmaatschappij pu
re luxe was.
In 1950 had El Al diensten
op Londen, Rome, Parijs en
Zürich. Toen diende zich ook
steeds dringerder een taak
aan, die El Al maakte tot een
levensnoodzaak voor de jonge
staat, in plaaits van een „luxe".
In kampen in Duitsland en
Cyprus wachtten nog duizen
den joden op enige zekerheid
omtrent hun lot en op ver
scheping naar Israël. In de
Arabische landen leefden jo
den onder gevaarlijke druk die
zo hoog opliep dat er grote
behoefte ontstond aan evacua
tie. Deze mensen thuisbrengen
zou de eerste grote operatie
van El Al worden: de operatie
Magic Carpet 'Vliegend Ta
pijt).
Nederlandse marechaussee bewaakt een EI Al-Boeing op Schiphol.
In zijn boek „To the skies:
the El Al story" (Bantam
Books, New York), verhaalt
Arnold Sherman van deze le
gendarische en ten onrechte
bij het grote publiek minder
bekende luchtbrug. Hij doet
dat zoals in zijn hele boek
met oog voor menselijke
details. Het El Al verhaal van
Sherman is vooral een verhaal
over mensen die vaak boven
zichzelf uitgroeiden onder de
druk en de gevaren waaronder
zij moesten werken. De El Al-
story is als het ware een af
spiegeling van de turbulente
geschiedenis van de staat Is
raël en biedt als zodanig de
kans om op een onderhouden
de manier ook wat op te doen
over de geschiedenis van het
land. El Al betekent „Naar
Omhoog" of „naar hoger sfe
ren". Als naam voor de Israë
lische luchtvaartmaatschappij
is El Al ontleend aan een
tekst in het oude testament
„En ik zal hen leiden naar
omhoog". Het was Israëls eer
ste minister van transport, die
de naam El Al verzond toen
de militaire Skymaster in 1948
zijn burgervermomming moest
krijgen. Vanaf het eerste uur
is El Al een maatschappij ge
weest die niet is klein te krij
gen. Noch door de Egyptische
luchtmacht, noch door politie
ke machinaties en zeker niet
door Palestijnse commando's
die El Al hebben uitverkoren
tot een van hun meest favorie
te doelwitten. Geen wonder
dat zo'n maatschappij er zeer
bijzondere en zeer toegewijde
vrienden op nahoudt, zoals de
jongens die zijn postzegelver
zameling opstuurde met de
suggestie erbij van de op
brengst een Mirage-straaljager
te kopen.
El Al anno 1972 is een mo
derne militante en noodzake
lijkerwijs nogal waakzame
luchtvaartmaatschappij. Met
een vloot van twee Jumbo
Jets (747) en 10 andere mo
derne Boeing-straalvliegtuigen
blaast El Al zijn partij mee.
Dat doen ook zijn klamten:
„Mijne heren: Wees. er alsu-
blieft van overtuigd dat mijn
Leila Khaled nam in september 1970 deel aan de (ove
rigens mislukte) kaping van een El Al-Boeing tussen Am
sterdam en Londen.
familie en ik in de toekomst
alleen El Al zullen blijven
vliegen. Wij en anderen net
als wij, laten ons niet intimi
deren door gangsterpraktijken.
In dit moeilijke uur staan wij
achter het volk van Israël. El
Al heeft ook een taaie klan
tenkring. Dat blijkt al uit het
feit dat de maatschappij nog
steeds zijn naam waar maakt.
W1M KOCK